De essentie
Verschillende bevestigingssystemen Afb. 36
Op de achterbank: mogelijkheden voor in-
bouw v
an het kinderzitje. Bevestig het kinderzitje steeds op correcte
en
v
ei
lige wijze in de wagen, in overeenstem-
ming met de montageaanwijzingen van de
fabrikant van het zitje.
Het ingebouwde kinderzitje moet goed steu-
nen op de stoel en mag niet meer dan 2,5 cm
(1 inch) kantelen.
De kinderzitjes voor bevestiging met een gor-
del Top Tether moeten ook vastgemaakt wor-
den met een bevestigingsgordel Top Tether
in de wagen ››› pag. 25. Maak de bevesti-
gingsgordel enkel vast in de daarvoor be-
stemde ringen, die aangeduid zijn als Top
Tether. Niet alle bevestigingsogen kunnen
gebruikt worden met het Top Tether-systeem.
Span de Top Tether-bevestigingsriem altijd
zo dat het kinderzitje stevig tegen de over- eenkomstige stoel van de wagen gedrukt
wordt
.
Specifieke bevestigingssystemen voor elk
land Europa: Isofix-bevestigingsringen en be-
vestigingsgordel bovenaan ››› pag. 24
en ››› pag. 25.
3-puntsveiligheidsgordel en bevesti-
gingsgordel bovenaan ››› pag. 23.
De systemen bestaan uit het vastzetten van
het bevestigingssysteem voor kinderen met
een bevestigingsriem bovenaan (Top Tether)
en met verankeringen onderaan in de stoel. A B Kinderzitjes bevestigen met de veilig-
heid
sg
or
del Kinderzitje vastmaken met veiligheidsgordel
● Lees de gebruiksaanwijzingen van de fabri-
kant
van het kinderzitje en volg ze op.
● Bevestig het kinderzitje op de stoel aan de
hand v
an de aanwijzingen van de fabrikant.
● De gordelhoogteverstelling moet in de
hoogst
e positie staan.
● Gesp de veiligheidsgordel om of breng
hem door de cons
tructie van het kinderzitje
in overeenstemming met de aanwijzingen
van de fabrikant.
● Let erop dat de veiligheidsgordel niet ver-
draait . » 23
De essentie
● St eek
de g
esp in het bij het zitje behorende
gordelslot tot deze hoorbaar vastklikt.
● De bovenste gordelband moet strak tegen
het kinder
zitje liggen.
● Trek aan de gordel (het uittrekken van de
onderst
e gordelband mag niet mogelijk zijn).
Kinderzitje uitbouwen
Maak de veiligheidsgordel alleen los wan-
neer de wagen stilstaat.
● Druk op de rode knop in het slot. De gesp
spring
t uit het slot.
● Leid de gordel met de hand zodat de band
vlotter opro
lt, de gordel niet verdraait en de
bekleding niet beschadigd raakt.
● Neem het kinderzitje uit de wagen.
››› in Veiligheidsaanwijzingen op
pag. 78 Kinderzitje vastzetten met de onder-
s
t
e
verankeringen (ISOFIX) Afb. 37
Versie 2: identificatie van de veranke-
rin g
en
voor het kinderzitje in de stoel van de
wagen. Voor elke zitplaats op de achterbank of, in-
dien
v
an t
oepassing, op de bijrijdersstoel,
zijn twee bevestigingsringen, de zogenaam-
de onderste verankeringen, aanwezig. De be-
vestigingsringen zijn aan de carrosserie be-
vestigd.
Kinderzitjes met vaste bevestiging
● Houd rekening met de aanwijzingen van de
fabrikant
bij het in- en uitbouwen van het kin-
derzitje.
● Steek het kinderzitje in de bevestigingsrin-
gen ››
› afb. 37, in de richting van de pijl. Het
kinderzitje moet goed en hoorbaar vastklik-
ken. ●
Voer een contr
ole uit door aan weerszijden
van het kinderzitje te trekken.
Kinderzitje met verstelbare bevestigingsrie-
men
● Houd rekening met de aanwijzingen van de
fabrikant
bij het in- en uitbouwen van het kin-
derzitje.
● Plaats het kinderzitje op de zitting en kop-
pel de hak
en van de bevestigingsriemen aan
de bevestigingsringen ››› afb. 37.
● Span de bevestigingsgordels op gelijkmati-
ge wijz
e met een geschikt werktuig. Het kin-
derzitje moet strak op de stoel van de wagen
zitten.
● Voer een controle uit door aan weerszijden
van het k
inderzitje te trekken.
››› in Veiligheidsaanwijzingen op
pag. 78 24
Veilig rijden
– Nooit rijden al
s
uw rijvaardigheid is beïn-
vloed (bijv. door medicijnen, alcohol,
drugs).
– Verkeersregels en de aangegeven snelhe-
den aanhouden.
– De snelheid altijd aan de weg-, verkeers-
en weersoms
tandigheden aanpassen.
– Tijdens lange ritten regelmatig pauzeren -
ten mins
te eens in de twee uur.
– Indien mogelijk niet rijden wanneer u moe
bent of onder tijd
sdruk staat.ATTENTIE
Als u afgeleid bent of uw vermogens aange-
ta s
t zijn door een bepaalde omstandigheid,
wordt de kans op ongevallen en verwondin-
gen groter. Veiligheidsvoorzieningen
Uw veiligheid en de veiligheid van uw bijrij-
der
s
m
ag u niet op het spel zetten. Bij een
ongeval kunnen de veiligheidsvoorzieningen
de risico's op lichamelijk letsel reduceren. De
volgende punten omvatten een deel van de
veiligheidsvoorzieningen in uw SEAT:
● 3-punts gordels;
● gordelbelastingsbegrenzing op de voor-
stoel
en en de achterbank (zijkanten),
● gordelspanners aan de voorstoelen; ●
frontairb
ags;
● knieairbags;
● zijairbags in de rugleuningen van de voor-
stoel
en;
● zijairbags in de rugleuningen van de ach-
terbank*,
● hoof
dairbags;
● "ISOFIX"-bevestigingspunten voor kinderzi-
tjes
op de zijzitplaatsen met het systeem
"ISOFIX";
● in hoogte verstelbare hoofdsteunen bij de
voors
toelen;
● gordelhoogteverstelling voor de voorstoe-
len,
● hoofd
steunen achteraan met gebruiks- en
niet-ge
bruiksstand.
● verstelbare stuurkolom.
De genoemde
veiligheidsvoorzieningen wer-
ken samen om u en uw bijrijders in ongeval-
situaties zo goed mogelijk te beschermen.
Deze veiligheidsvoorzieningen zijn u en uw
bijrijders van geen nut als u en uw bijrijders
een verkeerde zithouding aannemen of deze
voorzieningen niet juist verstellen of gebrui-
ken.
Vastzetten is in ieders belang! Zithouding van de inzittenden
Correct
e zitpositie Afb. 79
De correcte afstand tussen de be-
s t
uur
der en het stuurwiel moet minstens 25
cm (10 inch) bedragen. Afb. 80
Juist verloop van de gordelband en
jui s
t
e stand van de hoofdsteunen. » 59
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Veilig vervoer van kinderen
Algemene informatie over het vervoer
v an k
inder
en in de autoLees aandachtig de aanvullende informatie
›› ›
pag. 23.
De normen en wettelijke voorschriften heb-
ben altijd voorrang op de informatie uit dit
instructieboekje. Er bestaan verschillende
normen en voorschriften voor het gebruik van
kinderzitjes en de bevestigingsmogelijkhe-
den ervan ( ››› Tab. op pag. 79). Zo is in een
aantal landen het gebruik van kinderzitjes op
bepaalde plaatsen in de wagen verboden.
De natuurkundige wetten en de effecten er-
van op de wagen in geval van een botsing of
een ander type van aanrijding zijn ook van
toepassing op de kinderen ›››
pag. 67. In te-
genstelling tot bij jongeren en volwassenen,
zijn de spieren en beenderen van kinderen
nog niet volgroeid. Bij een ongeval lopen kin-
deren dus een grotere kans op ernstig letsel.
Aangezien het lichaam van kinderen nog niet
volledig ontwikkeld is, moet voor hen een
speciaal bevestigingssysteem gebruikt wor-
den dat aangepast is aan hun gewicht, leng-
te en lichaamsbouw. In vele landen zijn wet-
ten van kracht voor het gebruik van goedge- keurde systemen voor het vervoer van baby's
en kinder
en.
Ge
bruik alleen kinderzitjes die geschikt, toe-
gestaan en goedgekeurd zijn voor de wagen.
In geval van twijfel kunt u steeds terecht bij
een Technische Dienst of een gespecialiseer-
de werkplaats.
Specifieke regelgeving per land over kinder-
zitjes (selectie)
NormExtra informatie
ECE-R 44 a)technische dienst
a)
ECE-R: Reglement Economic Commission for Europe.
Indeling van de kinderzitjes volgens ECE-
R 44
Gewichts-
categorieGewicht van het kindInbouw van een kin- derzitje
Groep 0tot 10 kgMet de rug naar het dash-
board gekeerd. Op de ach- terbank optioneel met Iso- fix-systeem.
Groep 0+tot 13 kg
Groep 19 t/m 18 kgIn de rijrichting. Op de
achterbank optioneel met Isofix-systeem.
Gewichts-
categorieGewicht van het kindInbouw van een kin- derzitje
Groep 215 t/m 25kg
In de rijrichting. Op de bui-tenste zitplaatsen achterin of op de middelste plaats
van de tweede zitrij en op
alle plaatsen van de derde zitrij. Optioneel met Isofix- systeem.
Groep 322 t/m 36kgIn de rijrichting. Niet alle kinderen passen in het zitje van hun
g
ew
ic
htsgroep. Net zoals niet alle zitjes ge-
schikt zijn voor de wagen. Om die reden
moet steeds gecontroleerd worden of het
kind goed past in het kinderzitje en of het zi-
tje altijd veilige in de wagen aangebracht kan
worden.
De zitplaatsen achterin zijn geschikt voor kin-
derzitjes met het Isofix-systeem, dat speciaal
ontworpen werd voor dit type wagens in over-
eenstemming met de norm ECE-R 44.
De kinderzitjes die goedgekeurd zijn volgens
de norm ECE-R 44 zijn voorzien van de over-
eenkomstige goedkeuringscode. Deze code
is een omcirkelde E met daaronder het identi-
ficatienummer.
79
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Veilig vervoer van kinderen
ATTENTIE
Als u in uitzonderlijke gevallen een kind moet
ver v
oeren op de bijrijdersstoel met de rug
naar het dashboard gekeerd, houd dan reke-
ning met het volgende:
● Schakel de voorairbag van de voorpassa-
gier altijd uit en houd dez
e airbag buiten
werking.
● Het kinderzitje moet door de fabrikant van
het kinder
zitje zijn goedgekeurd voor het ge-
bruik op de bijrijdersstoel met voor- en zijair-
bag.
● Volg de montageaanwijzingen van de fabri-
kant
van het kinderzitje en houd u aan de
waarschuwingen.
● Schuif de voorpassagierstoel helemaal
naar acht
eren en zet hem in de hoogste posi-
tie voor een zo groot mogelijke afstand tot de
voorairbag.
● Zet de rugleuning rechtop.
● Zet de gordelhoogteverstelling in de hoog-
ste po
sitie.
● Beveilig kinderen in de wagen altijd met
een goedgek
eurd bevestigingssysteem dat
aangepast is aan hun gewicht en lengte. Gebruik van het kinderzitje op de ach-
t
erb
ank Indien een kinderzitje op de achterbank ge-
p
l
aats
t wordt, moet de voorstoel zo versteld
worden dat het kind over voldoende ruimte beschikt. Pas daarom de voorstoel aan de
grootte
van het kinderzitje en de lengte van
het kind aan. Let daarbij ook op de juiste
houding van de voorpassagier ››› pag. 59.
Verplaats de tweede en derde zitrijen volle-
dig achteruit en vergrendel ze. Plaats de rug-
leuningen verticaal en de hoofdsteunen vol-
ledig naar beneden.
Isofix-kinderzitjes goedgekeurd voor gebruik
op de achterbank
De zitplaatsen achterin zijn geschikt voor kin-
derzitjes met het Isofix-systeem , dat speci-
aal ontworpen werd voor dit type wagens in
overeenstemming met de norm ECE-R 44.
De Isofix-kinderzitjes zijn ingedeeld in de ca-
tegorieën "specifiek voor de wagen", "be-
perkt" of "semi-universeel".
De fabrikanten van kinderzitjes overhandigen
bij elk Isofix-zitje een wagenlijst met de mo-
dellen waarvoor het betreffende Isofix-zitje
goedgekeurd is. Indien de wagen in de lijst
van de fabrikant staat en het Isofix-kinderzi-
tje behoort tot een categorie van de lijst, mag
het gebruikt worden in deze wagen. Neem zo
nodig contact op met de fabrikant van het
kinderzitje om een geactualiseerde automo-
dellenlijst aan te vragen.Groep (ge-
wichtscate- gorie)Isofix-cate-
gorie van het kinderzitjePositie van het zi-tje op de achter- bank
Klasse 0:tot 10 kgEIUF a)
Klasse 0+
tot 13 kgEIUF a)
DIUFa)
CIUFa)
Klasse 1:
9 t/m 18 kg
DIUF a)
CIUFa)
BIUFa)
B1IUFa)
AIUFa)
a)
IUF: geschikt voor Isofix-kinderzitjes van de categorie "univer-
seel" goedgekeurd voor gebruik in deze groep. ATTENTIE
Als op de tweede zitrij op alle stoelen een
kinder z
itje gemonteerd is, dan is het moge-
lijk dat de stoelen van die zitrij bij een onge-
val niet vanaf de derde zitrij naar voren omge-
klapt kunnen worden. In een noodgeval kun-
nen de personen die op de derde zitrij zitten
de wagen niet zelfstandig verlaten of zichzelf
redden.
● In geen enkel geval mag u tegelijkertijd kin-
derzitj
es op alle stoelen van de tweede zitrij
inbouwen als andere personen op de derde
zitrij gaan zitten. 81
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Trefwoordenlijst
Stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
s t
oel
met geheugenfunctie . . . . . . . . . . . . . . . 153
Instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28, 105 display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105, 106
instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
menu's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34, 110
waarschuwings- en controlelampjes . . . . 34, 110
weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Interieurbewaking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
Interieurvoorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187 afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188
afstandsbediening: de batterij vervangen . . . 189
automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . 281
bereik van de afstandsbediening . . . . . . . . . . 189
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188, 190
gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
Programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
ISOFIX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
J Jerrycan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 280
Juiste zithouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 bestuurder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
K
Kabel van de aanhangwagen . . . . . . . . . . 250, 254
Katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212 functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
waarschuwings- en controlelampjes . . . . . . . . 211
Kenmerkende wagengegevens sticker met wagengegevens . . . . . . . . . . . . . . 314 Keuzehendelvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . 203
Keyle
ss Access
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
de wagen ontgrendelen en vergrendelen . . . . 120
keyless-Entry . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
keyless-Exit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193
Kilometerteller gedeeltelijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
totaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Kinderzitje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 bevestiging met de veiligheidsgordel . . . . . . . 23
bevestigingssystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
frontairbag aan bijrijderszijde buiten werkingstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 76
geïntegreerd kinderzitje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
gewichtscategorieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24, 81
op de achterbank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Op de bijrijdersstoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
regelgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Top Tether-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . 22, 78
vervoer van kinderen in de auto . . . . . . . . . . . . 79
Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Kledinghaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 177
Knipperlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 136
Koelsysteem koelvloeistof bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 293
koelvloeistof controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . 293
Kogeldruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249 aanhangwagen beladen . . . . . . . . . . . . . . . . . 255
Kompas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
Koplampen koplampsproeiers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
rijden in het buitenland . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
Krik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47, 85, 87 steunpunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 L
Lading vervoeren
aanhangwagen beladen . . . . . . . . . . . . . . . . . 255
aanhangwagengewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 258
bagagenet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169
beladen wagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
haken voor tassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169
laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
railsysteem met bevestigingselementen . . . . 167
rijden met een aanhangwagen . . . . . . . . . . . . 255
rijden met geopende achterklep . . . . . . . . . . . 158
Scheidingsnet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165
Lak code . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
Lampjes vervangen zie Een lampje vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Lane assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 234 Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 234
functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 234
wanneer moet deze worden uitgeschakeld? . 235
werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 234
Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 234
Leaving Home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
Lekke band handelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Lendensteun . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Licht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 135, 136 AUTO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
automatische rijlichtregeling . . . . . . . . . . . . . . 137
binnenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
bochtenlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
bochtenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
dimlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Grootlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 136, 137
grootlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
328