De essentie
Noodsluitfunctie van het panorama-
d ak Afb. 15
In de hemelbekleding: Verwijder de
af dekk
in
g. Afb. 16
Inbusbout voor het sluiten van het pa-
nor am
a
schuifdak. ●
Ver
w
ijder de afdekking in de richting van
de pijl ››› afb. 15.
● Voer een normale inbussleutel 1)
van 4 mm
groot
in de inbusbout ››› afb. 16 A .
● Draai de inbussleutel om het panorama-
s c
huif
dak te sluiten.
● Plaats de afdekking terug.
● Breng het panoramaschuifdak naar een ge-
speci
aliseerde werkplaats. De werking van
de noodvergrendeling kan de functie of de
sluitkrachtbegrenzing van het panorama-
schuifdak beschadigen.
››› in Inleiding tot thema op pag. 93 Vóór elke rit
V oor
s
toel handmatig verstellen Afb. 17
Bedieningselementen van linkervoor-
s t
oel
. De bedieningselementen van de rechtervoor-
s
t
oel
zijn gelijk maar in spiegelbeeld gerang-
schikt.
In de stoel kunnen bedieningselementen
voor mechanische en elektrische verstelling
gecombineerd worden.
Naar voren of naar achteren schuiven van
de stoel: trek aan de hendel en verschuif
de stoel. De stoel moet vastklikken wan-
neer de hendel wordt losgelaten!
Lendensteun verstellen*: draai de hen-
del. »
1 2
1)
Niet inbegrepen in de gereedschapskist aan
boord. 15
Communicatie en multimedia
Communicatie en multimedia
B edienin
g
selementen aan het stuurwiel*
Bediening van systeem Audio + Telefoon Afb. 119
Bedieningselementen aan het stuurwiel. Het stuurwiel bevat multifunctiemodulen van
w
aaruit
f
uncties van audio, telefoonuitrus-
ting en radionavigatie van de wagen gecon- troleerd kunnen worden zonder de aandacht
van de bes
turing af te leiden. ●
om de besc hikbare audiofuncties (radio,
audio-cd, mp3-cd, iPod ®1)
, USB 1)
, SD 1)
) en
het Bluetooth-systeem vanaf het stuur te be-
dienen.
KnopRadioMedia (behalve AUX)AUXTelefoon a)Navigatiesysteem a)
ADraaien: volume omhoog/om-
laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: PauzeDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: Stilte
» 1)
Afhankelijk van de wagenuitrusting.
111
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Communicatie en multimedia
Multimedia USB/A UX
-IN-in
gangAfb. 120
Middenarmsteun voorin: USB/AUX-
IN-in g
an
g. Afhankelijk van de uitrusting en het land kan
de w
ag
en be
schikken over een USB/AUX-IN-
aansluiting.
De USB/AUX-IN-ingang bevindt zich in het
vak voorin in de middenarmsteun ››› afb.
120.
De bedieningsinstructies bevinden zich in de
respectieve instructieboekjes van de audio of
het navigatiesysteem. Comforttelefonie
Afb. 121
Middenarmsteun voorin: steun voor
de aan s
luitin
g van de mobiele telefoon op de
buitenantenne van de wagen. Afhankelijk van de uitrusting en het land kan
de aut
o be
s
chikken over het systeem van
comforttelefonie met aansluiting op de bui-
tenantenne ››› brochure Mediasysteem Plus.
Dit systeem bevindt zich in het compartiment
van de middenarmsteun voorin. 3-toets module in hemelbekle-
ding
3-toet
s module* Afb. 122
3-toets module in hemelbekleding:
bedienin g
s
toetsen telefoon.
Kort indrukken
: oproep beantwoorden of ge-
sprek beëindigen.
Ingedrukt houden : oproep afwijzen.
Kort indrukken: spraakherkenning in- of uit-
schakelen, bijvoorbeeld om te bellen. a)
Langer dan 2 seconden ingedrukt houden
: in-
formatie opvragen over het merk SEAT en de ge-
kozen extra diensten met betrekking tot verkeer
en reis.
» 113
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Bedienen
de gewichtsgrens worden belast die in de
mont ag
e-in
structie is aangegeven.
Last verdelen
Verdeel de lading gelijkmatig en maak de
last op de juiste wijze vast ››› .
B ev
e
stigingspunten controleren
U moet nadat u de basisdragers en het dak-
dragersysteem heeft ingebouwd, na een kor-
te afstand en daarna met regelmatige inter-
vallen de bevestigingspunten controleren. ATTENTIE
Als de maximum toelaatbare lading op het
dak o
verschreden wordt, kan dit leiden tot
ongevallen en schade aan de wagen.
● Respecteer altijd het toelaatbare gewicht
voor het d
ak, de toelaatbare belasting op as-
sen en het toelaatbare totaalgewicht van de
wagen.
● Overschrijd de capaciteit van het dakdra-
gersy
steem niet, ook al bereikt u de maxi-
mum toelaatbare lading niet.
● Altijd de zwaarste voorwerpen vooraan be-
ves
tigen en de lading in het algemeen gelijk-
matig verdelen. ATTENTIE
Losse lading en niet correct vastgemaakte la-
ding k an
van het dakdragersysteem vallen en
ongevallen en letsel veroorzaken. ●
Gebruik a
ltijd geschikte of onbeschadigde
touwen of spanbanden.
● Maak de lading op de juiste wijze vast. Opbergvakken
Inl eidin
g tot thema De opbergvakken mogen alleen gebruikt wor-
den om licht
e of
kleine voorwerpen op te ber-
gen.
In het vak voorin in de middenarmsteun be-
vinden zich de ingangen voor de verbindin-
gen USB/AUX-IN gemonteerd af fabriek.
In het linkeropbergvak in de bagageruimte
bevindt zich de cd-wisselaar gemonteerd af
fabriek. ATTENTIE
Bij bruusk remmen of plotselinge manoeu-
vre s, k
unnen losse voorwerpen door het inte-
rieur geslingerd worden. Dit kan ernstig let-
sel veroorzaken bij de inzittenden en leiden
tot het verlies van de controle over de wagen.
● Geen dieren vervoeren noch harde, zware of
scherpe
voorwerpen in het interieur van de
wagen plaatsen in: open opbergvakken,
dashboard, hoedenplank, kleding of tassen.
● Zorg ervoor dat tijdens het rijden de op-
bergv
akken altijd gesloten blijven. ATTENTIE
Het plaatsen van voorwerpen in de voeten-
ruimte v
an de bestuurder kan het bedienen
van de pedalen belemmeren. Dit kan leiden
tot het verlies van de controle over de wagen
en zo het risico op een ernstig ongeval verho-
gen.
● Zorg ervoor dat de pedalen op elk moment
bediend kunnen w
orden en dat er geen voor-
werpen onder kunnen rollen.
● De vloermat moet altijd vast liggen.
● Plaats nooit andere vloermatten of vloerbe-
dekking
en op de af fabriek gemonteerde
vloermat.
● Zorg ervoor dat geen enkel voorwerp in de
voetenruimt
e van de bestuurder kan vallen
onder het rijden. VOORZICHTIG
● De v
erwarmingsdraden van de achterruit
kunnen door schurende voorwerpen op de
hoedenplank beschadigd raken.
● Bewaar geen voorwerpen, voedsel of medi-
cijnen in de wag
en die gevoelig zijn voor
warmte. Hoge of lage temperaturen kunnen
deze beschadigen of onbruikbaar maken.
● Doorzichtige voorwerpen die in de wagen
gele
gd worden, zoals brillen, vergrootglazen
of doorzichtige zuignappen op de ruiten kun-
nen de zonnestralen bundelen en schade ver-
oorzaken aan de wagen. 172
Trefwoordenlijst
Stoelverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
St off
erin
g: schoonmaken
kussens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274
textiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 273
textielbekledingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274
Stopcontact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180 12 volt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 181
aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253
storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 181
Storing achteruitrijsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
inparkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
panoramadak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134
parkeerhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222
ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132
Storingsgeheugen stekerverbinding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 264
uitlezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 264
Stuurwiel instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18, 60
Symbolen zie Waarschuwings- en controlelampjes . 34, 110
Symbool van steeksleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
T Tankdop openen en sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279 Brandstofvoorraadmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . 281
tankklep openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 281
vergissingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 280
waarschuwings- en controlelampjes . . . . . . . . 281
Tankklep openen en sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Tashaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169 Technische gegevens
aanhang wagengewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 258
aslasten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315
bandenspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 307
capaciteiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
dakbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
gewichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315
gewicht van de combinatie . . . . . . . . . . . . . . . 258
kogeldruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249
motoroliespecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314 maten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 322
Technische wijzigingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 261
Tegensturingssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208
Telefoonbediening 3-toets module . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
Textiel: schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 273
TIN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
tiptronic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
Toegangshulp voor de derde zitrij . . . . . . . . . . . . 154
Toerenteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Top Tether . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Top Tether-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Tractie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Transport rugleuning van de bijrijdersstoel neerklappen . . .156
Treadwear . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Trekhaak controle van de functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 254
een fietsendrager monteren . . . . . . . . . . . . . . 252
elektrisch ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 251
Trekhaak voor aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . 249
Trillingen besturing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 309
Typeplaatje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
Tyre Mobility System zie Bandenafdichtset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 U
Uitklapb
aar tafelblad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176
Uitlaatgasreinigingssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . 211 waarschuwings- en controlelampjes . . . . . . . . 211
Uitneembaar prullenbakje . . . . . . . . . . . . . . . . . . 177
Uitparkeerhulp (RCTA) . . . . . . . . . . . . . . . . 236, 240 Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 237
Uitrustingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 260
Uitschakelen van apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . 302
Uitval gloeilampje zie Een lampje vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
USB/AUX-IN-ingang . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113, 172
V vak voor kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174
Veiligheid bijrijdersairbag buiten werking stellen . . . . . . . 20
kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
veiligheid van kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
veilig rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Veiligheidsaanwijzingen Gebruik van de kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . 22, 78
Veiligheidsgordel met twee sluitingen gebogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
losgespen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
omgespen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 beschermende werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
doel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
gordelspanner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
gordel verdraaid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
hoogteverstelling van de gordel . . . . . . . . . . . . 69
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17, 67
met twee sluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Niet omgegespt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 333