58
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met de rug in de rijrichting
op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst, moet
de stoel in de middelste stand van de verstelling
in lengterichting worden geschoven en moet de
rugleuning rechtop worden gezet.
De airbag vóór aan passagierszijde
moet zijn uitgeschakeld. Het kind kan
anders bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken.
"Met het gezicht in de rijrichting"
Zet als een kinderzitje "met het gezicht in
de rijrichting" op de voorpassagiersstoel
is geplaatst, de stoel in de middelste stand
van de verstelling in lengterichting en zet de
rugleuning rechtop. Schakel de airbag vóór aan
passagierszijde niet uit.
Controleer of de veiligheidsgordel goed
strak staat.
Controleer bij kinderzitjes met een
steun of deze steun stevig en stabiel op
de vloer staat. Verstel indien nodig de
passagiersstoel. Passagiersstoel in de middelste stand van
de verstelling in lengterichting.
Uitschakelen van de airbag
vóór aan passagierszijde
Plaats nooit een kind in een kinderzitje "met de rug
in de rijrichting" op de voorpassagiersstoel als de
airbag vóór aan passagierszijde is ingeschakeld.
Het kind kan in dat geval bij een aanrijding
levensgevaarlijk gewond raken.
Kinderzitje op de voorpassagiersstoel
Veiligheid
59
Dit voorschrift wordt tevens vermeld op de
waarschuwingssticker aan beide zijden van de
zonneklep aan passagierszijde.
Conform de wettelijke voorschriften wordt deze
waarschuwing in alle benodigde talen vermeld.
Airbag passagierszijde UIT Uitschakelen
Alleen de airbag vóór aan passagierszijde kan
worden uitgeschakeld.
F
Z
et het contact af en steek de sleutel in
de schakelaar voor het uitschakelen van de
airbag aan passagierszijde.
F
D
raai de schakelaar in de stand " OFF".
F
V
erwijder de sleutel.
Bij aangezet contact brandt dit lampje op
de middenconsole zolang de airbag is
uitgeschakeld. Schakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag vóór aan passagierszijde altijd
uit als u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel plaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Opnieuw inschakelen
Als u het kinderzitje hebt ver wijderd, zet dan de
schakelaar weer op ON
om de airbag opnieuw
in te schakelen en zo de veiligheid van uw
passagier te garanderen.
Het desbetreffende lampje gaat uit.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de airbags .
5
Veiligheid
60
AR
BG НИКОГА
НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦА. Това може да причини
С
МЪРТ или СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на детето.
CS NIKDY
neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí
n
ebezpečí SMRTI DÍTĚTE nebo VÁ ŽNÉHO ZR ANĚNÍ.
DA Brug ALDRIG en bagudvendt barnestol på et sæde, der er beskyttet af en AKTIV AIRBAG. BARNET risikerer at blive ALVORLIGT K VÆSTET
e l l e r D R Æ B T.
DE Montieren Sie auf einem Sitz mit AKTIVIERTEM Front-Airbag NIEMALS einen Kindersitz oder eine Babyschale entgegen der Fahrtrichtung,
das Kind könnte schwere oder sogar tödliche Verletzungen erleiden.
EL Μη
χρησιμοποιείτε ΠΟΤΕ παιδικό κάθισμα με την πλάτη του προς το εμπρός μέρος του αυτοκινήτου, σε μια θέση που προστατεύεται από
Μ
ΕΤΩΠΙΚΟ αερόσακο που είναι ΕΝΕΡΓΟΣ. Αυτό μπορεί να έχει σαν συνέπεια το ΘΑΝΑΤΟ ή το ΣΟΒΑΡΟ ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ του ΠΑΙΔΙΟΥ
EN NEVER use a rear ward facing child restraint on a seat protected by an ACTIVE AIRBAG in front of it, DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur
ES NO INSTALAR NUNCA un sistema de retención para niños de espaldas al sentido de la marcha en un asiento protegido mediante un
AIRBAG
frontal ACTIVADO, ya que podría causar lesiones GR AVES o incluso la MUERTE del niño.
ET Ärge MITTE KUNAGI paigaldage "seljaga sõidusuunas" lapseistet juhi kõr valistmele, mille ESITURVAPADI on AKTIVEERITUD. Tur vapadja
avanemine võib last TÕSISELT või ELUOHTLIKULT vigastada.
FI ÄLÄ KOSK A AN aseta lapsen tur vaistuinta selkä ajosuuntaan istuimelle, jonka edessä suojana on käyttöön aktivoitu TURVAT Y YNY. Sen
laukeaminen voi aiheuttaa LAPSEN KUOLEMAN tai VAK AVAN LOUKK A ANTUMISEN.
FR NE JAMAIS installer de système de retenue pour enfants faisant face vers l'arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFLABLE
frontal
ACTIVÉ. Cela peut provoquer la MORT de l'ENFANT ou le BLESSER GR AVEMENT.
HR NIK ADA
ne postavljati dječju sjedalicu leđima u smjeru vožnje na sjedalo zaštićeno UKLJUČENIM prednjim ZR AČNIM JASTUKOM. To bi
m
oglo uzrokovati SMRT ili TEŠKU OZLJEDU djeteta.
HU SOHA
ne használjon menetiránynak háttal beszerelt gyermekülést AKTIVÁLT (BEK APCSOLT) FRONTLÉGZSÁKK AL védett ülésen. Ez a
g
yermek HALÁLÁT vagy SÚLYOS SÉRÜLÉSÉT okozhatja.
IT NON installare MAI seggiolini per bambini posizionati in senso contrario a quello di marcia su un sedile protetto da un AIRBAG frontale
ATTIVATO. Ciò potrebbe provocare la MORTE o FERITE GR AVI al bambino.
LT NIEK ADA
neįrenkite vaiko prilaikymo priemonės su atgal atgręžtu vaiku ant sėdynės, kuri saugoma VEIKIANČIOS priekinės ORO
P
AGALVĖS. Išsiskleidus oro pagalvei vaikas gali būti MIRTINAI arba SUNKIAI TR AUMUOTAS.
LV NEK AD
NEuzstādiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēdeklīti priekšējā pasažiera sēdvietā, kurā ir AKTIVIZĒTS priekšējais DROŠĪBAS GAISA
S
PILVENS. Tas var izraisīt BĒRNA NĀVI vai radīt NOPIETNUS IEVAINOJUMUS.
Veiligheid
61
MTQatt m’ghandek thalli tifel/tifla marbut f’siggu dahru lejn l-Airbag attiva, ghaliex tista’ tikkawza korriment serju jew anke mewt lit-tifel/tifla
NL Plaats NOOIT een kinderzitje met de rug in de rijrichting op een zitplaats waar van de AIRBAG is INGESCHAKELD. Bij het afgaan van de
airbag kan het KIND LEVENSGEVA ARLIJK GEWOND R AKEN
NO Installer ALDRI et barnesete med ryggen mot kjøreretningen i et sete som er beskyttet med en frontal AKTIVERT KOLLISJONSPUTE,
BARNET risikerer å bli DREPT eller HARDT SK ADET.
PL NIGDY
nie instalować fotelika dziecięcego w pozycji "tyłem do kierunku jazdy" na siedzeniu wyposażonym w CZOŁOWĄ PODUSZKĘ
P
OWIETRZNĄ w stanie AKT Y WNYM. Może to doprowadzić do ŚMIERCI DZIECK A lub spowodować u niego POWA ŻNE OBR A ŻENIA
CI
AŁA.
PT NUNCA instale um sistema de retenção para crianças de costas para a estrada num banco protegido por um AIRBAG frontal ACTIVADO.
Esta
instalação poderá provocar FERIMENTOS GR AVES ou a MORTE da CRIANÇA.
RO Nu instalati NICIODATA un sistem de retinere pentru copii, dispus cu spatele in directia de mers, pe un loc din vehicul protejat cu AIRBAG
frontal ACTIVAT. Aceasta ar putea provoca MOARTEA COPILULUI sau R ANIREA lui GR AVA.
RU ВО
ВСЕХ СЛУЧА ЯХ ЗАПРЕЩАЕТСЯ использовать обращенное назад детское удерживающее устройство на сиденье,
з
ащищенном ФУНКЦИОНИРУЮЩЕЙ ПОДУШКОЙ БЕЗОПАСНОСТИ, установленной перед этим сиденьем. Это может привести к
Г
ИБЕЛИ РЕБЕНК А или НАНЕСЕНИЮ ЕМУ СЕРЬЕЗНЫХ ТЕЛЕСНЫХ ПОВРЕЖ ДЕНИЙ
SK NIKDY
neinštalujte detské zádržné zariadenie orientované smerom dozadu na sedadlo chránené AKTIVOVANÝM čelným AIRBAGOM.
M
ohlo by dôjsť k SMRTEĽNÉMU alebo VÁ ŽNEMU POR ANENIU DIEŤAŤA.
SL NIKOLI
ne nameščajte otroškega sedeža s hrbtom v smeri vožnje, če je VARNOSTNA BLA ZINA pred sprednjim sopotnikovim sedežem
A
KTIVIR ANA. Takšna namestitev lahko povzroči SMRT OTROK A ali HUDE POŠKODBE.
SR NIK ADA
ne koristite dečje sedište koje se okreće unazad na sedištu zaštićenim AKTIVNIM VA ZDUŠNIM JASTUKOM ispred njega, jer mogu
n
astupiti SMRT ili OZBILJNA POVREDA DETETA.
SV Passagerarkrockkudden fram MÅSTE vara avaktiverad om en bakåtvänd bilbarnstol installeras på denna plats. Annars riskerar barnet att
DÖDAS eller SK ADAS ALLVARLIGT.
TR KESİNLKLE
HAVA YASTIĞI AKTİF olan ön koltuğa yüzü arkaya dönük bir çocuk koltuğu yerleştirmeyiniz. Bu ÇOCUĞUN ÖLMESİNE veya
Ç
OK AĞIR YAR ALANMASINA sebep olabilir.
5
Veiligheid
63
(e)Als een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de voorpassagiersstoel
wordt geplaatst, moet de airbag vóór aan
passagierszijde worden uitgeschakeld.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken .
Als een kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting" op de voorpassagiersstoel
wordt geplaatst, moet de airbag vóór aan
passagierszijde ingeschakeld blijven.
U:Zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd kinderzitje
met een veiligheidsgordel, zowel "met de rug
in de rijrichting" als "met het gezicht in de
rijrichting".
X:Zitplaats die niet geschikt is voor het
plaatsen van een kinderzitje uit de
aangegeven gewichtsgroep.
Ver wijder de hoofdsteun en berg hem
op alvorens een kinderzitje met een
rugleuning te bevestigen op een zitplaats.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het
kinderzitje is verwijderd.
ISOFIX-bevestigingen
Uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-
normen.
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn
uitgerust met de voorgeschreven ISOFIX-
bevestigingen:
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen:
- twee ringen A tussen de rugleuning en de zitting van de stoel, te herkennen aan een
markering, -
e
en ring B in de bagageruimte voor de
bovenste riem, genaamd TOP TETHER .
De plaats er van wordt aangegeven met een
merkteken.
Aan de TOP TETHER kan de bovenste riem
van het kinderzitje (indien aanwezig) worden
bevestigd. Dit systeem beperkt het naar voren
kantelen van het kinderzitje bij een frontale
aanrijding.
Met de ISOFIX-bevestigingen kan een
kinderzitje veilig, degelijk en snel in uw auto
worden gemonteerd.
De ISOFIX-kinderzitjes zijn voorzien van twee
sloten die aan de twee bevestigingsringen A
kunnen worden verankerd.
Sommige zitjes hebben ook een bovenste
riem die aan de ring B bevestigd moet worden.
5
Veiligheid
66
Aanwijzingen voor kinderzitjes
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar in
geval van een botsing.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg er voor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind
zoveel mogelijk moet worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje
met de veiligheidsgordel voor dat de
veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje
is gespannen en dat de gordel het kinderzitje
stevig op zijn plaats houdt. Schuif de
passagiersstoel, wanneer deze versteld kan
worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren en zet
de rugleuning er van, indien nodig, rechter op. Voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting"
is het noodzakelijk dat de afstand tussen
de rugleuning van het kinderzitje en de
rugleuning van de stoel van de auto zo klein
mogelijk is (laat ze elkaar indien mogelijk
r a ke n).
Verwijder de hoofdsteun alvorens een
kinderzitje met een rugleuning te plaatsen
op een passagiersstoel. Berg de hoofdsteun
zorgvuldig op om te voorkomen dat de
hoofdsteun door de auto vliegt bij krachtig
afremmen. Plaats de hoofdsteun terug zodra
het kinderzitje is verwijderd.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een huisdier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en
de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kinderbeveiliging om te
voorkomen dat de portieren en de
portierruiten achter per ongeluk geopend
worden.
Zorg er voor dat de achterzijruiten niet verder
dan voor 1/3 deel worden geopend.
Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen
tegen de zon te beschermen.
Veiligheidsgordels vóór
De regelgeving met betrekking tot het ver voer
van kinderen op de voorpassagiersstoel
verschilt per land.
Raadpleeg de in uw land geldende regels.
Schakel de airbag vóór aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de voorpassagiersstoel wordt
geplaatst. Het kind kan anders bij het afgaan
van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Veiligheid
103
ZekeringnummerStroomsterkteFuncties
14 15 ARuitenwisser achter.
15 7, 5 AInstrumentenpaneel.
16 7, 5 AVerwarming.
17 20 AStoelverwarming.
18 10 AOptie.
19 7, 5 ABuitenspiegelverwarming.
20 20 ARuitenwissers vóór.
21 7, 5 AAirbags.
22 30 AAchterruitverwarming.
23 30 AVerwarming.
24 -Niet gebruikt.
25 10 AAutoradio.
26 15 AZekering interieur. De zekeringkast bevindt zich in de ruimte
onder de voorklep onder het reser voir van de
verwarmingsvloeistof. Alleen deze zekeringen
kunnen vervangen worden.
Het vervangen van zekeringen in andere
zekeringkasten
(vacuümpomp en 12V-accu)
m
oet door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats worden uitgevoerd.
Zekeringen in de ruimte
onder de voorklep
8
Storingen verhelpen
111
12V- ac c u ....................................... 85-86, 88-89
AAansluiting 12V .......................................... 27-2 8
ABS ........ ......................................................... 48
ABS met elektronische remdrukregelaar
....... 48
A
ccessoires ..................................................... 45
Accu
.................................................................. 9
Achtercompartiment
....................................... 84
Achterklep sluiten
......................................21-22
Achterlichten
...............................
....................99
Achterruitverwarming
..................................... 34
Achteruitrijlicht
.............................................. 10 0
Actieradius
................................................ 15, 18
Afmetingen
.................................................... 108
Afstandsbediening
.............................. 20,
34-39
Airbags
...............................
.............9, 54 , 58-59
Airbags vóór
........................................ 54-56, 59
Airconditioning
.......................................... 30-33
Alarmknipperlichten
........................................ 46
A
ntiblokkeersysteem (ABS)
............................48
Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling
...... 49
A
utomatisch branden remlichten
.................... 46
A
utomatisch inschakelen verlichting
..............42
Automatisch uitschakelen van de verlichting ......42
BBanden ................ .............................. 70 -72, 109
Bandenreparatieset .................................. 90-93
Bandenspanning
............................... 70 -72, 109
Bandenspanningscontrole (met set)
......... 9
0-93
Bandenspanning te laag (detectie)
...........70 -72
Bekerhouder
..............................
.....................27
Binnenspiegel ................................................. 27
Bluetooth (handsfree set) .................................6
Buitenspiegels ................................................. 26
CCD MP3 ......................................................... 3- 4
CD-/MP3-speler ............................... .............3-4
Claxon
............................................................. 46
Controle-eenheid
...............................
.............77
Controles
............................................. 84,
86 - 87
DDerde remlicht ............................................... 10 0
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
......12, 17-18 , 70 -72
Dimlicht
........................................................... 98
Dimmer dashboardverlichting ~ Dashboardverlichting (dimmer)
............15 -16
Display
....................................................... 15 -16
EElectronic Stability Program (ESP) ................49
E lektromotor .................................................. 10 6
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic Brake
Force Distribution (EBD)
..............................48
Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische
............ 19
-20
GGeluidssignaal voor voetgangers ...................46
Gewichten ..................................................... 10
7
Grootlicht
................................................... 13,
97
HHandsfree set .................................................... 6
Hoofdsteunen ............................................ 24-26
Hoofdsteunen verstellen
.................................24
Hulpoproep
................................................ 47- 4 8
IIdentificatie (stickers) .................................... 109
Identificatiegegevens .................................... 109
Indeling interieur ~ Interieurindeling
...............27
Inklappen/uitklappen buitenspiegels ~
Buitenspiegels, in- en uitklappen
.................27
Instrumentenpaneel
.......................................... 7
Interieurfilter
.................................................... 86
Interieurfilter (vervangen)
...............................86
ISOFIX
............................................................ 64
ISOFIX (bevestigingen) .............................63, 65
ISOFIX-bevestigingen
..............................63, 65
ISOFIX-kinderzitjes ................................... 63-65
KKentekenplaatverlichting ..............................10 0
Kilometerteller ................................................. 15
Kinderbeveiliging
...................................... 65, 67
Kinderen
.................................................... 62- 65
.
Trefwoordenregister