2
.
.
Instrumentenpaneel 7
Waarschuwings- en verklikkerlampjes 7
I
ndicator laadtoestand tractiebatterij
1
4
Energieverbruiks-/
energieopwekkingsindicator
14
Kilometerteller
15
Dagteller
15
Dimmer dashboardverlichting
1
6
Onderhoudsindicator
16
Actieradiusindicator
18Sleutel met afstandsbediening
1
9
Portieren
2
1
Achterklep
21
Ruitbediening
22
Klepjes laadsystemen
2
3
Voor stoelen
24
Achterbank
25
Spiegels
26
V
oorzieningen interieur
2
7
Ventilatie
29
Verwarming
31
Airconditioning
32
Ontwasemen – ontdooien voorruit en
voorste
zijruiten
3
4
Ontwasemen – ontdooien achterruit
3
4
Afstandsbediening
3
4Lichtschakelaar
4
0
Automatische verlichting
4
2
Koplampen in hoogte verstellen
4
2
Ruitenwisserschakelaar
4
2
Plafonnier
4
3
Algemene aanbevelingen met
betrekking tot de veiligheid
4
5
Alarmknipperlichten
46
Automatisch inschakelen van de remlichten
4
6
Claxon
46
Geluidssignaal voor voetgangers
4
6
Noodoproep of pechhulpoproep
4
7
Remhulpsystemen
48
Stabiliteitscontrolesystemen
49
Verklikkerlampje verminderde werking
motorrem
50
Veiligheidsgordels
51
Airbags
54
Kinderzitjes
57
Uitschakelen van de airbag vóór
aan
passagierszijde
5
8
ISOFIX-kinderzitjes
63
Kinderbeveiliging
67
Overzicht
Instrumentenpaneel Toegang
Ergonomie en comfort Veiligheid
Verlichting en zicht
Eco-rijden
Inhoudsopgave
57
Algemene informatie met
betrekking tot kinderzitjes
De regelgeving met betrekking tot het
vervoer van kinderen zijn per land
verschillend. Raadpleeg de in uw land
geldende regels.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende
adviezen op:
-
c
onform de Europese wetgeving dienen
kinderen jonger dan 12
jaar of kleiner
dan 1,50
m in gehomologeerde, aan
het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheidsgordels of
ISOFIX-bevestigingen uitgeruste plaatsen
te worden vervoerd.
-
d
e veiligste plaats voor het ver voeren
van een kind is volgens de statistieken
een plaats op de achterbank van uw
auto.
-
K
inderen tot 9 kg moeten zowel voor-
als achterin met de rug in de rijrichting
worden vervoerd.
Wij raden u aan kinderen op de
achterzitplaatsen van de auto te ver voeren:
-
T
ot 3 jaar "met de rug in de rijrichting ".
-
V
anaf 3 jaar "met het gezicht in de
rijrichting ".
Kinderzitje achterin
"Met de rug in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" achterin plaatst de voorstoel naar
voren en zet de rugleuning van de voorstoel
rechtop, zodat het kinderzitje de voorstoel niet
raakt.
"Met het gezicht in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met het gezicht
in de rijrichting" achterin plaatst de voorstoel
naar voren en zet de rugleuning van de
voorstoel rechtop, zodat de benen van het kind
de voorstoel niet raken.
Controleer of de veiligheidsgordel goed is
aangetrokken.
Controleer bij kinderzitjes met een steun
of deze goed op de vloer staat. Verstel
indien nodig de passagiersstoel.
5
Veiligheid
62
Aanbevolen kinderzitjes
Deze aanbevolen kinderzitjes kunnen met
een driepuntsveiligheidsgordel worden
vastgemaakt.
Bevestigen van een kinderzitje met de veiligheidsgordel
Conform de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer met betrekking tot
het bevestigen, met een veiligheidsgordel, van een universeel gehomologeerd kinderzitje (a) ,
gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto.
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
Zitplaats Tot 13
kg
(groep 0 (b)
e n 0 +)
Tot ongeveer 1
jaar9 -18
kg
(g r o e p 1) Van 1 tot
ongeveer 3
jaar15 -25
kg
(groep 2) Van 3 tot
ongeveer 6
jaar22-36
kg
(groep 3) Van 6 tot
ongeveer 10
jaar
Voorpassagiersstoel (c) (e)L1
RÖMER Duo Plus ISOFIX
(bevestigd met de
veiligheidsgordel)
X X
Buitenste
zitplaatsen achter (d) U
UUU
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13
kg
L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 2 en 3: 15 – 36
kg
L5
"RÖMER KIDFIX"
Kan aan de ISOFIX-bevestigingen van de auto worden bevestigd.
Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel. (a)
Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle
auto's met de veiligheidsgordel kan worden
bevestigd.
(b)Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
R eiswiegen en autobedjes mogen niet op de
voorpassagiersstoel worden bevestigd.
(c)Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw
land alvorens een kinderzitje op deze plaats
te bevestigen.
(d)Als u een kinderzitje met de rug of
het gezicht in de rijrichting op een
achterzitplaats bevestigt, moet u de
voorstoel naar voren schuiven en de
rugleuning er van rechtop zetten zodat er
voldoende ruimte is voor het kinderzitje en
de benen van het kind.
Veiligheid
63
(e)Als een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de voorpassagiersstoel
wordt geplaatst, moet de airbag vóór aan
passagierszijde worden uitgeschakeld.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken .
Als een kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting" op de voorpassagiersstoel
wordt geplaatst, moet de airbag vóór aan
passagierszijde ingeschakeld blijven.
U:Zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd kinderzitje
met een veiligheidsgordel, zowel "met de rug
in de rijrichting" als "met het gezicht in de
rijrichting".
X:Zitplaats die niet geschikt is voor het
plaatsen van een kinderzitje uit de
aangegeven gewichtsgroep.
Ver wijder de hoofdsteun en berg hem
op alvorens een kinderzitje met een
rugleuning te bevestigen op een zitplaats.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het
kinderzitje is verwijderd.
ISOFIX-bevestigingen
Uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-
normen.
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn
uitgerust met de voorgeschreven ISOFIX-
bevestigingen:
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen:
- twee ringen A tussen de rugleuning en de zitting van de stoel, te herkennen aan een
markering, -
e
en ring B in de bagageruimte voor de
bovenste riem, genaamd TOP TETHER .
De plaats er van wordt aangegeven met een
merkteken.
Aan de TOP TETHER kan de bovenste riem
van het kinderzitje (indien aanwezig) worden
bevestigd. Dit systeem beperkt het naar voren
kantelen van het kinderzitje bij een frontale
aanrijding.
Met de ISOFIX-bevestigingen kan een
kinderzitje veilig, degelijk en snel in uw auto
worden gemonteerd.
De ISOFIX-kinderzitjes zijn voorzien van twee
sloten die aan de twee bevestigingsringen A
kunnen worden verankerd.
Sommige zitjes hebben ook een bovenste
riem die aan de ring B bevestigd moet worden.
5
Veiligheid
64
Kinderzitje vastmaken aan de TOP TETHER:
- V oer de riem van het kinderzitje over het
midden van de rugleuning van de zitplaats
naar de achterzijde van de rugleuning,
-
o
pen het afdekkapje van de TOP TETHER,
-
m
aak de bovenste riem vast aan de ring B ,
-
t
rek de bovenste riem strak.De onjuiste bevestiging van een
kinderzitje brengt de veiligheid van het
kind in gevaar in geval van een botsing.
Volg nauwkeurig de montagevoorschriften
in de handleiding die bij het kinderzitje is
geleverd.
Raadpleeg het overzicht voor meer informatie
over de bevestiging van ISOFIX-kinderzitjes in
uw auto.
Aanbevolen ISOFIX-
kinderzitjes
Raadpleeg voor het aanbrengen en
verwijderen van het kinderzitje de
montage-instructies van de fabrikant. "
RÖMER Baby- Safe Plus met ISOFIX-
basis"
(lengtegroep: E )
Groep 0+: vanaf geboor te tot 13 kg
Dit kinderzitje wordt met de rug in de
rijrichting geplaatst met behulp van een ISOFIX-basis die aan de ogen A wordt bevestigd.
De basis is voorzien van een in hoogte
verstelbare steun die op de vloer van de auto rust.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het
zitje zonder basis met de driepuntsgordel op de zitplaats van de auto bevestigd. "
RÖMER Duo Plus ISOFIX "
(lengtecategorie: B1 )
Groep 1: 9-18 kg
Dit zitje wordt uitsluitend met het "gezicht in de rijrichting" geplaatst.
Het wordt verankerd aan de ringen A en met de bovenste riem aan de ring B , de TOP
TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand. We raden u aan de ligstand te gebruiken.
Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op
zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX- bevestigingspunten. In dat geval moet het
zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de auto worden bevestigd. Stel de
voorstoel zo af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.
Veiligheid
65
Overzicht bevestiging ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de
auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-lengtecategorie op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een
letter (A t /m G ).
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
Tot 10
kg (groep 0)
Tot ongeveer 6
maandenTot 10
kg (groep 0)
Tot 13
kg (groep 0+)
Tot ongeveer 1
jaar9-18
kg (groep 1)
Ongeveer 1 tot 3
jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg* " Met de rug in de rijrichting ""
Met de rug in de
rijrichting " "
Met het gezicht in de
rijrichting "
ISOFIX-lengtecategorie F G C D E C D A B B1
Universele en semi- universele ISOFIX-
kinderzitjes voor bevestiging op de buitenste zitplaatsen achter X
X X RÖMER
BabySafe Plus
ISOFIX X X
IUF
*
R
eiswiegen en "autobedjes" mogen niet op
de passagiersstoel vóór worden bevestigd.
I UF:
zitplaats geschikt voor de bevestiging met
behulp van de bovenste riem (Top Tether)
van een universeel ISOFIX
-kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
X:zitplaats die niet geschikt is voor het
bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje
van de aangegeven lengtecategorie.
Ver wijder de hoofdsteun en berg hem
op alvorens een kinderzitje met een
rugleuning te bevestigen op een zitplaats.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het
kinderzitje is verwijderd.
5
Veiligheid
111
12V- ac c u ....................................... 85-86, 88-89
AAansluiting 12V .......................................... 27-2 8
ABS ........ ......................................................... 48
ABS met elektronische remdrukregelaar
....... 48
A
ccessoires ..................................................... 45
Accu
.................................................................. 9
Achtercompartiment
....................................... 84
Achterklep sluiten
......................................21-22
Achterlichten
...............................
....................99
Achterruitverwarming
..................................... 34
Achteruitrijlicht
.............................................. 10 0
Actieradius
................................................ 15, 18
Afmetingen
.................................................... 108
Afstandsbediening
.............................. 20,
34-39
Airbags
...............................
.............9, 54 , 58-59
Airbags vóór
........................................ 54-56, 59
Airconditioning
.......................................... 30-33
Alarmknipperlichten
........................................ 46
A
ntiblokkeersysteem (ABS)
............................48
Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling
...... 49
A
utomatisch branden remlichten
.................... 46
A
utomatisch inschakelen verlichting
..............42
Automatisch uitschakelen van de verlichting ......42
BBanden ................ .............................. 70 -72, 109
Bandenreparatieset .................................. 90-93
Bandenspanning
............................... 70 -72, 109
Bandenspanningscontrole (met set)
......... 9
0-93
Bandenspanning te laag (detectie)
...........70 -72
Bekerhouder
..............................
.....................27
Binnenspiegel ................................................. 27
Bluetooth (handsfree set) .................................6
Buitenspiegels ................................................. 26
CCD MP3 ......................................................... 3- 4
CD-/MP3-speler ............................... .............3-4
Claxon
............................................................. 46
Controle-eenheid
...............................
.............77
Controles
............................................. 84,
86 - 87
DDerde remlicht ............................................... 10 0
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
......12, 17-18 , 70 -72
Dimlicht
........................................................... 98
Dimmer dashboardverlichting ~ Dashboardverlichting (dimmer)
............15 -16
Display
....................................................... 15 -16
EElectronic Stability Program (ESP) ................49
E lektromotor .................................................. 10 6
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic Brake
Force Distribution (EBD)
..............................48
Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische
............ 19
-20
GGeluidssignaal voor voetgangers ...................46
Gewichten ..................................................... 10
7
Grootlicht
................................................... 13,
97
HHandsfree set .................................................... 6
Hoofdsteunen ............................................ 24-26
Hoofdsteunen verstellen
.................................24
Hulpoproep
................................................ 47- 4 8
IIdentificatie (stickers) .................................... 109
Identificatiegegevens .................................... 109
Indeling interieur ~ Interieurindeling
...............27
Inklappen/uitklappen buitenspiegels ~
Buitenspiegels, in- en uitklappen
.................27
Instrumentenpaneel
.......................................... 7
Interieurfilter
.................................................... 86
Interieurfilter (vervangen)
...............................86
ISOFIX
............................................................ 64
ISOFIX (bevestigingen) .............................63, 65
ISOFIX-bevestigingen
..............................63, 65
ISOFIX-kinderzitjes ................................... 63-65
KKentekenplaatverlichting ..............................10 0
Kilometerteller ................................................. 15
Kinderbeveiliging
...................................... 65, 67
Kinderen
.................................................... 62- 65
.
Trefwoordenregister