
16
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Snelheidsregelaar Permanent. De snelheidsregelaar is
geselecteerd. Handmatig selecteren.
Dimlicht Permanent. Een handmatige selectie. Draai de ring van de lichtschakelaar in de tweede stand.
Blauwe verklikkerlampjes Grootlicht Permanent. U hebt de lichtschakelaar naar u
toe
getrokken. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen naar
dimlicht.
Grootlichtassistent Permanent. Deze functie kan worden
ingeschakeld via het menu "MODE". Het in- en uitschakelen van het grootlicht wordt automatisch
geregeld afhankelijk van de rijomstandigheden en het
verkeer.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over de configuratie van de auto
.
Temperatuur/
gladheid Het verklikkerlampje
voor gladheid en de
temperatuur die knippert
in combinatie met een
melding op het display. Weersomstandigheden met kans op
gladheid.
Wees extra waakzaam en rem niet abrupt.
Datum/tijd Instellen van datum
en tijd. Een instelling via het menu
"MODE". Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over de configuratie van de auto
.
Verklikkerlampje op het display
WeergaveSignaleert Acties/Opmerkingen
Instrumentenpaneel

17
OnderhoudssleutelEen sleutel die blijft
branden. Een bijna verstreken
onderhoudsinterval. Raadpleeg het overzicht van controles in het
onderhoudsschema van de fabrikant en laat vervolgens de
onderhoudsbeurt uitvoeren.
Stop & Star t Permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand gezet
(verkeerslicht, stopbord, opstopping
e n z .) . Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch gestart
(START-stand) als u
wilt wegrijden.
Knippert enkele
seconden en gaat
vervolgens uit. De STOP-stand is tijdelijk niet
beschikbaar.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over het Stop & Star t
-systeem.
Schakelindicator Een omhoogwijzende
pijl. Er kan worden opgeschakeld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over de schakelindicator.
Snelheidsbegrenzer Permanent. De snelheidsbegrenzer is
ingeschakeld. Handmatig selecteren.
Zie de desbetreffende rubrieken voor meer informatie over
de
snelheidsbegrenzer .
Permanent bij "OFF". De snelheidsbegrenzer is
geselecteerd, maar inactief.
Verklikkerlampje op het display
WeergaveSignaleert Acties/Opmerkingen
Hoogte van de
koplampverstelling Koplampen verstellen.
Stand 0 t /m 3, afhankelijk van de
belading van de auto. Verstel de koplampen met de toetsen van het
bedieningspaneel MODE.
1
Instrumentenpaneel

18
Meters
Onderhoudsinformatie
Na het aanzetten van het contact brandt het lampje
(een sleutel die onderhoudsinformatie symboliseert)
gedurende enkele seconden: het display geeft
de afstand tot de volgende onderhoudsbeurt aan
volgens het onderhoudsschema van de fabrikant.
Motorolieniveau
Afhankelijk van de motoruitvoering wordt
vervolgens het motorolieniveau weergegeven in een
schaalverdeling van 1 (min.) tot 5 (max.) segmenten.
Als er geen enkel segment wordt weergegeven, is
het motorolieniveau te laag. Vul in dat geval altijd
motorolie bij om motorschade te voorkomen.
De controle van het motorolieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontale
ondergrond staat en de motor minstens 30 minuten
niet heeft gedraaid. Deze informatie wordt bepaald op basis van de
afgelegde afstand sinds de vorige onderhoudsbeurt. Controleer bij twijfel het motorolieniveau met
de peilstok.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus
.
Motoroliekwaliteit
Dit verklikkerlampje knippert bij het
starten van de motor en er verschijnt,
afhankelijk van de uitvoering, een
melding op het instrumentenpaneel:
het systeem heeft een verslechtering
van de kwaliteit van de motorolie
gedetecteerd. De motorolie moet zo
snel mogelijk worden ver verst.
Dit tweede verklikkerlampje gaat
samen met het eerste verklikkerlampje
branden als de olie niet is ver verst en
de kwaliteit van de olie een nieuwe
grenswaarde heeft overschreden. Als
dit verklikkerlampje met regelmatige
inter vallen gaat branden, vul dan zo snel
mogelijk motorolie bij. Voor de 3,0
l HDi-motoren zal het toerental
beperkt worden tot 3000 t /min en ver volgens
tot 1500 t /min zolang de olie niet is ver verst.
Laat de motorolie ver versen om te voorkomen
dat er schade aan de motor ontstaat.
Na enkele seconden schakelt het display weer over
naar de normale weergave.
Resetten van de
onderhoudsinformatie
Raadpleeg het overzicht van de controles in
het onderhoudsschema van de fabrikant dat
u bij de aflevering van de auto is overhandigd.
Het permanent knipperen van het lampje
kan worden uitgeschakeld door een
gekwalificeerde werkplaats door middel van het
diagnosegereedschap, na elke onderhoudsbeurt.
Als u
zelf de onderhoudsbeurt van uw auto hebt
uitgevoerd, moet u de onderhoudsindicator als volgt
resetten:
F
s
teek de sleutel in het contactslot,
F
d
raai deze in de stand MAR
,
F
h
oud gedurende ten minste 15
seconden
gelijktijdig het rempedaal en het gaspedaal
ingetrapt.
Instrumentenpaneel

19
Opvragen van de
onderhoudsinformatie
Druk kort op de toets MODE voor toegang tot de
onderhoudsindicator.
Gebruik de pijltjestoetsen omhoog/omlaag om de
afstand tot de volgende onderhoudsbeurt en het
motoroliegebruik weer te geven.
Door de toets MODE opnieuw in te drukken, keert
u
terug naar de verschillende menu's op het display.
Gebruik deze toets om terug te keren naar de
startpagina. Menu…
Selecteer…Om…
Service Ser vice (km/mijl tot
onderhoudsbeurt)Het nog af te leggen aantal
kilometers/mijlen tot de volgende
onderhoudsbeurt weer te geven.
Olie verversen (km/mijlen tot olie
verversen) Het nog af te leggen aantal
kilometers/mijlen tot de volgende
olieverversing weer te geven.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de configuratie van de auto .
1
Instrumentenpaneel

23
Als uw auto is uitgerust met het audiosysteem, hebt
u toegang tot alle menu's.
Als uw auto is uitgerust met het audio-/
telematicasysteem met touchscreen, zijn
bepaalde menu's uitsluitend te openen via het
bedieningspaneel van de autoradio.
Om veiligheidsredenen kunnen sommige
menu's uitsluitend worden weergegeven bij
afgezet contact.
De desbetreffende informatie wordt weergegeven
op het display van het instrumentenpaneel.
Beschikbare talen: Italiaans, Engels, Duits, Frans,
Spaans, Portugees, Nederlands, Braziliaans
Portugees, Pools, Russisch, Turks en Arabisch.
Druk op de toets MODE om:
-
m
enu's en submenu's weer te
geven,
-
e
en geselecteerde optie in
een menu te bevestigen,
-
m
enu's te verlaten. Gebruik deze toets om terug te
keren naar de startpagina.
Druk op deze toets om:
-
o
mhoog te scrollen in een menu,
-
e
en waarde te verhogen.
Druk op deze toets om:
-
o
mlaag te scrollen in een menu,
-
e
en waarde te verlagen.
1
Instrumentenpaneel

44
Automatische airconditioning
met centrale regeling
1.Stand AUTO.
2. Koeling stoppen.
3. Systeem volledig stoppen.
4. Regeling luchtverdeling.
5. Regeling luchtopbrengst.
6. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie.
7. Snel ontwasemen/ontdooien.
Stand AUTO
Inschakelen FULL AUTO : F
S
tel met de draaiknop om de toets AUTO de
temperatuur naar wens in tussen:
-
H
I (High tot ≈ 32) en
-
L
O (Low tot ≈ 16).
Het systeem regelt aan de hand van de
temperatuurinstelling de luchtverdeling, de
luchtopbrengst en de luchttoevoer om het comfort
en de luchtcirculatie in het interieur optimaal te
houden.
F
D
ruk op de knop AUTO. De
systeemfuncties worden
verlicht. Dit wordt bevestigd
door de weergave van FULL
AUTO . Dit is de normale
gebruiksstand van de
automatische airconditioning.
Instelbare stand AUTO
Als de stand AUTO is geselecteerd, kunnen
verschillende instellingen worden gewijzigd:
luchtverdeling, luchtopbrengst, airconditioning en
luchttoevoer/luchtrecirculatie.
Op het display wordt in plaats van de melding FULL
AUTO de melding AUTO weergegeven.
Druk nogmaals op deze toets
om terug te keren naar de
volautomatische werking. Op het
bedieningspaneel verschijnt in
plaats van de melding AUTO de
melding FULL AUTO .
Als na het handmatig instellen het systeem de
ingestelde temperatuur niet kan vasthouden,
zal de melding AUTO knipperen en vervolgens
verdwijnen. Druk op AUTO om terug te keren naar
de automatische regeling.
Airconditioning onderbreken
F Druk op deze toets om de werking van de airconditioning te
onderbreken. De sneeuwvlok op
het display verdwijnt.
Volledig uitschakelen
F Druk op deze knop om het systeem te onderbreken. De LED en het
display gaan uit.
Comforttemperatuur
De waarde kan worden ingesteld tussen:
- e en maximale waarde van 32 in de stand HI
(High), waarbij de toegevoerde lucht wordt
opgewarmd.
-
e
en minimale waarde van 16 in de stand LO
(Low), waarbij de toegevoerde lucht wordt
afgekoeld.
Luchtverdeling
F Druk op één of meer toetsen om de luchtstroom te verdelen naar:
de uitstroomopeningen voor het
ontwasemen/ontdooien van de voorruit
en de zijruiten vóór,
Ergonomie en comfort

48
Toetsen instellen tijd
Programmaselectietoets
Toets direct inschakelen verwarming
Instellen van de
tijdschakelaar
Zet voordat u de standkachel programmeert de klok
v an de tijdschakelaar gelijk.
F Druk op de toets set en houd de toets
ingedrukt.
Het display wordt verlicht en het pictogram
van het instellen van de tijd verschijnt.
F Druk binnen 10 seconden op een van de twee
toetsen voor het instellen van de tijd tot de juiste
tijd wordt weergegeven:
-
> o
m de klok vooruit te zetten of
-
< o
m de klok terug te zetten.
Druk lang op de toets om de klok sneller vooruit of
terug te zetten.
F
L
aat de toets set los.
De tijd wordt opgeslagen als het display uit is.
Weergeven van de tijd
F Druk op de toets "<" of ">".
Het pictogram van de weergave van de tijd
verschijnt en gedurende ongeveer 10
seconden
wordt de tijd weergegeven.
Direct inschakelen van de
standkachel
Controleer voor het inschakelen van de standkachel
of:
-
d
e knop van de temperatuurregeling in de stand
Warme lucht (rood) staat,
-
d
e knop van de luchtopbrengstregeling in de
stand 2
staat. F
D
ruk op deze knop.
Het display wordt verlicht en het
pictogram van de verwarmingscyclus
verschijnt en wordt weergegeven
zolang de standkachel in werking is.
Uitgestelde inschakeling
van de standkachel
Het inschakelen van de standkachel kan tussen
1 minuut en 24 uur van tevoren geprogrammeerd
worden.
U kunt drie verschillende tijdschakelingen opslaan
en een uitgestelde inschakeling programmeren.
Weergave nummer geselecteerd
programma
Pictogram ventilatie
Wanneer u de standkachel dagelijks op
dezelfde tijd wilt inschakelen, hoeft u
alleen de
opgeslagen tijdschakeling elke dag opnieuw te
programmeren.
F
D
ruk op deze toets. De
verlichting van het display wordt
ingeschakeld.
Het symbool "- -:- -" of de
eerder ingestelde tijd en het
voorkeuzenummer (1, 2
of 3)
worden gedurende 10
seconden
weergegeven.
Ergonomie en comfort

49
Standaard zijn er vooraf geselecteerde
tijden in het systeem opgeslagen (1 = 6 uur;
2 = 16
uur, 3 = 22 uur). Bij een wijziging in
de geprogrammeerde tijd wordt de eerder
geselecteerde tijd gewist.
Als de accu wordt losgekoppeld, worden
de standaard geselecteerde tijden weer
teruggezet.
Annuleren van de
programmering
F Druk kort op deze toets om een geprogrammeerde inschakeltijd
te wissen.
De verlichting van het display wordt uitgeschakeld
en het voorkeuzenummer (1, 2
of 3) verdwijnt.
Oproepen van een
programmering
F Druk herhaaldelijk op deze toets tot het voorkeuzenummer (1, 2 of
3) van de gewenste inschakeltijd
verschijnt.
Na 10
seconden verdwijnt de tijd, die opgeslagen
blijft, van het display, dat echter blijft branden en het
voorkeuzenummer (1, 2
of 3) blijft weergeven.
De werkingsduur instellen
De duur van de ver warming kan worden ingesteld
tussen 10 en 60 minuten.
F
H
oud deze toets ingedrukt. De geprogrammeerde duur van de ver warming
wordt weergegeven en het pictogram van de
ver warmingscyclus of van de ventilatie knippert.
F
S
tel de duur van de ver warming in met de toets
"<" of ">".
De duur van de ver warming is opgeslagen als deze
niet meer op het display wordt weergegeven of als
u nogmaals op de toets set
drukt.
Bij een uitgestelde inschakeling van de standkachel
wordt de ver warming automatisch uitgeschakeld na
afloop van de geprogrammeerde duur. F
A
ls de standkachel direct wordt
ingeschakeld, druk dan nogmaals
op deze toets om de ver warming
handmatig uit te schakelen.
Het pictogram van de ver warmingscyclus verdwijnt
en de verlichting van het display gaat uit.
Laat de standkachel ten minste 1
keer per
jaar aan het einde van de her fst controleren.
Onderhoud en reparaties aan het systeem
mogen alleen worden uitgevoerd door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Gebruik uitsluitend originele
vervangingsonderdelen.
Uitschakelen van de
ver warming
Druk om de overige voorkeuze-instellingen
weer te geven binnen 10 seconden
herhaaldelijk op de toets set. Druk binnen
10
seconden op de toets voor het instellen
van de tijd "<" of ">" om de inschakeltijd in te
stellen.
De programmering wordt opgeslagen als de
inschakeltijd en het voorkeuzenummer (1, 2
of 3)
verdwijnen en de verlichting van het display wordt
uitgeschakeld.
F
D
ruk tegelijkertijd op de toets "<" of ">".
De tijd en het pictogram van het instellen van de tijd
worden weergegeven.
F
D
ruk nogmaals op de toets set en houd de toets
ingedrukt.
F
D
ruk nogmaals tegelijkertijd op de toets "<" of
" >".
3
Ergonomie en comfort