Page 57 of 205

Stoelen, veiligheidssystemen55Houd u altijd aan de plaatselijke oflandelijke voorschriften. In sommige
landen is het gebruik van kindervei‐ ligheidssystemen op bepaalde
zitplaatsen verboden.
Kinderveiligheidssystemen kunnen
worden vastgezet met:
● Driepuntsgordel
● ISOFIX-steunen
● Bevestigingsriem aan de bovenkant
Driepuntsgordel Kinderveiligheidssystemen kunnen
met een driepuntsgordel worden
vastgezet 3 46.
Afhankelijk van de afmetingen van de
gebruikte kinderveiligheidssystemen
en de modelvariant, kunnen kinder‐
veiligheidssystemen worden beves‐
tigd op bepaalde zitplaatsen achterin
op de 2e rij 3 57.
ISOFIX-beugels ISOFIX-bevestigingsbeugels zijn
aangeduid met ISOFIX-labels op de
rugleuning.
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels.
Bij gebruik van ISOFIX-
bevestigingsbeugels mogen alge‐
meen voor ISOFIX goedgekeurde
kinderveiligheidssystemen worden
gebruikt.
Gebruik een Top-Tether-band in
combinatie met de ISOFIX-bevesti‐
gingsbeugels.
Toegestane montageplaatsen voor
ISOFIX -kinderveiligheidssystemen
worden in de tabellen gemarkeerd
met <, IL en IUF.
Bevestigingsriemogen
Op de achterkant van de stoel bevin‐
den zich Top-tether-verankeringen.
Aanvullend op de ISOFIX-beugels zet
u de bevestigingsriem aan de boven‐
kant vast aan de desbetreffende
bevestigingsriemogen.
ISOFIX-kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF 3 57.
Juiste systeem selecteren Het kinderveiligheidssysteem kan het
best op de zitplaatsen achter worden
bevestigd.
Page 58 of 205
56Stoelen, veiligheidssystemenVervoer kinderen zo lang mogelijk
tegen de rijrichting in. Hierdoor wordt
de nog erg zwakke ruggengraat van
het kind bij een ongeval minder
belast.
Geschikt zijn veiligheidssystemen die
voldoen aan geldige UN ECE veror‐
deningen. Raadpleeg de plaatselijke
wetgeving en richtlijnen voor het
verplichte gebruik van kinderveilig‐
heidssystemen.
Het kinderveiligheidssysteem dat u
gaat monteren, moet geschikt zijn voor het autotype.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto
worden gemonteerd, zie de onder‐
staande tabellen.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐ kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet wordt gebruikt, moet u vast‐ zetten met een veiligheidsgordel of
verwijderen.
Let op
Kinderveiligheidssystemen niet
beplakken of met andere materialen
afdekken.Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Kindersloten 3 24.
Page 59 of 205

Stoelen, veiligheidssystemen57Inbouwposities kinderveiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteem
Gewichts- of leeftijdsgroep
Passagiersstoel voorTweede rijDerde rijgeactiveerde
airbaggedeacti‐
veerde airbagbuitenste
zitplaatsmiddelste
zitplaatsGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenXU 1U,
of ongeveer twee jaarXU 1U,
of ongeveer acht maanden t/m vier jaarXU 1U,
of ongeveer drie t/m zeven jaarXXUUXGroep III: 22 tot 36 kg
of ongeveer zes t/m 12 jaarXXUUX1:Zet de stoel bij het omdoen van een driepuntsgordel in de hoogste stand en zorg ervoor dat de veiligheidsgordel
vanaf de bovenste verankering naar voren loopt. Zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop, zodat de gordel bij de gesp gespannen is.<:Autostoel met ISOFIX-bevestiging verkrijgbaar. Bij bevestiging met ISOFIX mogen alleen de voor de auto goedge‐keurde ISOFIX-kinderveiligheidssystemen gebruikt worden.U:Universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsveiligheidsgordel.X:Kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichtsgroep niet toegestaan.
Page 60 of 205

58Stoelen, veiligheidssystemenToegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem
GewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passa‐
giersstoelOp buitenste
zitplaatsen
tweede zitrijOp
middelste
zitplaats
tweede zitrijOp
zitplaatsen
derde zitrijGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenEISO/R1XILXXGroep 0+: tot 13 kg
of ongeveer twee jaarEISO/R1XILXXDISO/R2XILXXCISO/R3XIL 1)XXGroep I: 9 tot 18 kg
of ongeveer acht maanden t/m
vier jaarDISO/R2XILXXCISO/R3XIL 1)XXBISO/F2XIUFXXB1ISO/F2XXIUFXXAISO/F3XIUFXX1)
Zet de hoofdsteun geheel omhoog op het ISOFIX-kinderzitje aan te brengen.IL:Geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of
'semi-universeel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.IUF:Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd
voor deze gewichtsklasse.X:Geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.
Page 61 of 205
Stoelen, veiligheidssystemen59ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheidA - ISO/F3:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse9 tot 18 kgB - ISO/F2:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgB1 - ISO/F2X:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgC - ISO/R3:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kgD - ISO/R2:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kgE - ISO/R1:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg
Page 62 of 205

60OpbergenOpbergenOpbergruimten............................. 60
Opbergvakken ........................... 60
Opbergvakken instrumentenpaneel ..................60
Handschoenenkastje .................61
Bekerhouders ............................ 61
Opbergruimte voor ....................61
Dakconsole ................................ 61
Opbergvak onder passagiersstoel ........................62
Bagageruimte .............................. 62
Opbergruimte achter .................62
Bagageruimte-afdekking ...........63
Sjorogen .................................... 65
Scheidingsrooster bagageruimte ........................... 66
Dakdragersysteem .......................67
Dakdrager .................................. 67
Beladingsinformatie .....................68Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe
objecten in de opbergruimten op.
Anders kunnen de inzittenden bij
krachtig remmen, plotseling
afslaan of een ongeval letsel door
rondslingerende voorwerpen
oplopen.
Opbergvakken
instrumentenpaneel
Er zitten opbergvakken aan beide
zijden van het instrumentenpaneel.
Documenthouder
Trek de achterkant van de document‐
houder omhoog uit het instrumenten‐
bord en laat deze gekanteld staan.
Klap de documenthouder weg door
deze in het instrumentenbord te laten zakken en deze hoorbaar omlaag
vast te drukken.
Page 63 of 205
Opbergen61Handschoenenkastje
Open de klep van het handschoenen‐
kastje door aan de hendel te trekken.
Afhankelijk van de versie kan het
handschoenenkastje met de contact‐
sleutel worden afgesloten.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.
Bekerhouders
De bekerhouders bevinden zich in de console tussen de voorstoelen.
De bekerhouders kunnen ook worden gebruikt als houder voor de draag‐
bare asbak 3 75.
Opbergruimte voor Er zitten opbergvakken in de voorpor‐tierholtes.
Op het kopschot van de cabine (mits
aangebracht) zitten kledinghaken.
Dakconsole
Bewaar in de dakconsole alleen lichte voorwerpen, zoals papierwerk ofkaarten.
Page 64 of 205

62OpbergenOpbergvak onder
passagiersstoel
Trek aan de lus op het zittingkussen
voor toegang tot het opbergvak.
Bagageruimte
Opbergruimte achter Er zitten opbergvakken in de achter‐
deurholtes en in de zijwanden van de bagageruimte.
Dakbalken
Overschrijd de maximale last (inclu‐
sief het gewicht van de balken van)
25 kg niet. Verdeel de last gelijkelijk
over de dakbalken. Voorkom dat de
deuren door de last niet kunnen
worden gesloten.
Trek de bevestigingsschroeven op de
vier steunen van tijd tot tijd na.Voorzichtig
Gebruik geen elastische sjorogen,
bijv. van elastiek. Wij adviseren
het stoffen banden te gebruiken.
Dakbalken zijn ontworpen om te
worden aangebracht op een speci‐
fieke positie. Bij het aanbrengen op
een andere positie zitten de dakbal‐
ken niet gegarandeerd goed vast.
Leg voor een goede bevestiging geen materialen (bijv. rubber, kunststof)tussen de voeten van de balken en de carrosserie van de auto.9 Waarschuwing
Het gebruik van dakbalken kan het
stuur- en rijgedrag van de auto
nadelig beïnvloeden.
Verwijderen
Dakbalken wegnemen wanneer deze
niet worden gebruikt: