UW VOERTUIG LEREN KENNEN
SLEUTELS..................17
Sleutelhouder.................17
CONTACTSCHAKELAAR.......19
Contactschakelaarmodule (IGNM) — indien
aanwezig....................19
Keyless Enter-N-Go — Contact.......19
Elektronisch stuurslot — indien
aanwezig....................21
STARTSYSTEEM MET AFSTANDS-
BEDIENING — INDIEN
AANWEZIG.................21
SENTRY KEY................21
Ongeoorloofd gebruik.............21
ALARMSYSTEEM — INDIEN AAN-
WEZIG....................22
Alarm inschakelen..............22
Alarm uitschakelen.............23
PORTIEREN................23
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry . . .23
De portieren vergrendelen met een of meer
portieren open.................27Automatisch opnieuw vergrendelen....27
Kinderslot — achterportieren.......27
STOELEN..................28
Stoel met geheugenfunctie.........28
Verwarmde/geventileerde stoelen......29
HOOFDSTEUNEN............30
Afstellen voorin................31
Hoofdsteun voorin verwijderen.......32
Verstellen van achterste hoofdsteunen . .32
Verwijdering achter..............33
STUURWIEL................33
Afstelling...................33
Stuurverwarming...............34
SPIEGELS..................35
Elektrisch inklapbare spiegels — indien
aanwezig....................35
Verwarmde buitenspiegels — indien
aanwezig....................35
BUITENVERLICHTING.........36
Koplampschakelaar..............36
Koplampen..................36Adaptieve bi-xenon koplampen met
ontlading met hoge intensiteit - Indien
aanwezig....................36
Daglichtlampen — Indien aanwezig . . .36
Grootlicht....................37
Lichtsignaal..................37
Automatische verlichting..........37
Parkeerlichten................37
Uitschakelvertraging koplampverlichting .37
Mistlampen vóór en mistachterlichten —
indien aanwezig...............38
Richtingaanwijzers..............38
Lane Change Assist.............38
Automatische hoogteverstelling koplampen
— alleen voor hogedrukontladingslampen
(HID)......................38
RUITENWISSERS EN
-SPROEIERS................39
Ruitenwissers voorruit............39
Rain Sensing Wipers (ruitenwissers met
regensensor)..................39
Ruitenwisser achter..............41
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
15
SLEUTELS
Sleutelhouder
Met de sleutelhouder wordt de contactscha-
kelaar bediend. Steek het vierkante uiteinde
van de sleutelhouder in de contactschakelaar
op het instrumentenpaneel en draai de sleu-
telhouder naar de gewenste stand. De sleu-
telhouder bevat ook een noodsleutel die is
opgeborgen in de achterzijde van de sleutel-
houder.Uw auto is mogelijk uitgerust met een start-
contact zonder sleutel. Het contactsysteem
bestaat uit een sleutelhouder met afstands-
bediening en een toets START/STOP. Het
portierontgrendelingssysteem met afstands-
bediening bestaat uit een sleutelhouder en
de functie Keyless Enter-N-Go indien aanwe-
zig.
OPMERKING:
De sleutelhouder kan mogelijk niet worden
gevonden als deze zich naast een mobiele
telefoon, laptop of andere elektronische ap-
paraten bevindt. Deze apparaten kunnen het
draadloze signaal van de sleutelhouder blok-
keren.
Sleutelhouder
1 — Achterklep
2 — Vergrendelen
3 — Ontgrendelen
4 — Remote start (starten op afstand)
5 — Ontgrendelen noodsleutel
6 — Noodsleutel
17
OPMERKING:
Als het voertuig wordt ontgrendeld met de
sleutelhouder en er binnen 60 seconden
geen portier wordt geopend, worden de por-
tieren weer vergrendeld en het alarmsysteem,
indien aanwezig, ingeschakeld. Om de hui-
dige instelling te veranderen raadpleeg de
paragraaf "Instellingen van Uconnect" in het
hoofdstuk "Multimedia" van het instructie-
boekje voor meer informatie.
Portieren en achterklep vergrendelen
Druk kort op de vergrendelknop van de sleu-
telhouder om alle portieren en de achterklep
te vergrendelen.
Voertuigen met Keyless Enter-N-Go — Passive
Entry
Als één of meer portieren geopend zijn, of als
de achterklep open is, worden de portieren
vergrendeld. De portieren zullen automatisch
weer ontgrendelen als de sleutel in de passa-
giersruimte is gebleven, anders blijven de
portieren vergrendeld.
Verzoek om extra sleutelhouders
OPMERKING:
De auto kan alleen bediend en gestart worden
met sleutelhouders die specifiek zijn gepro-
grammeerd voor de elektronica van de auto.
Nadat een sleutelhouder voor een auto is
geprogrammeerd, kan deze niet voor een an-
dere auto worden geprogrammeerd.
WAARSCHUWING!
• Verwijder altijd de sleutelhouders uit de
auto en vergrendel alle portieren wan-
neer u de auto zonder toezicht achter-
laat.
• Als uw voertuig is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go contact, vergeet dan niet de
contactschakelaar in de stand OFF te
zetten.
Duplicaten van sleutelhouders kunnen wor-
den geleverd door een erkende dealer. Deze
procedure bestaat uit het programmeren van
een 'blanco' sleutelhouder voor de elektro-
nica van het voertuig. Een blanco sleutelhou-
der is een exemplaar dat niet eerder is gepro-
grammeerd.OPMERKING:
Als de Sentry Key startonderbreker moet wor-
den gerepareerd, dient u alle sleutels van de
auto naar de erkende dealer mee te brengen.
CONTACTSCHAKELAAR
Contactschakelaarmodule (IGNM) —
indien aanwezig
De Ignition Node Module (IGNM) werkt op
dezelfde manier als een contactschakelaar.
Er zijn vier bedieningsstanden, waaronder
drie klikstanden en een stand met veerbelas-
ting. De klikstanden zijn OFF, ACC en ON/
RUN. De stand START is een veerbelaste
contactstand. Bij het loslaten uit de stand
START keert de schakelaar automatisch terug
in de stand ON/RUN.
Keyless Enter-N-Go — Contact
Met deze functie kan de bestuurder de con-
tactschakelaar bedienen door op een toets te
drukken, zolang de sleutelhouder zich in de
passagiersruimte bevindt.
De bedrijfsmodi van de contactschakelaar
zijn OFF, ACC, RUN en START.
19
OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar na het indruk-
ken van een toets niet reageert, is de batterij
van de sleutelhouder mogelijk bijna leeg of
leeg. Als dit het geval is, kan de contactscha-
kelaar ook op een andere manier worden
bediend. Druk de voorzijde (zijde tegenover
de noodsleutel) van de sleutelhouder tegen
de toets ENGINE START/STOP om de con-
tactschakelaar te bedienen.De contactschakelaar in de vorm van een
drukknop kan in de volgende modi worden
gezet:
OFF (Uit)
• De motor wordt uitgeschakeld.
• Sommige elektrische apparaten (bijv. cen-
trale vergrendeling, alarm, enz. ) zijn nog
steeds beschikbaar.
ACC
• Motor is niet gestart.
• Sommige elektrische apparaten zijn
beschikbaar.
RUN
• Rijpositie.
•
Alle elektrische apparaten zijn beschikbaar.
START
• Start de motor.
OPMERKING:
Het voertuig start niet als de sleutelhouder
zich in de bagageruimte bevindt en de ach-
terklep wordt geopend.
WAARSCHUWING!
• Verwijder altijd de sleutelhouder uit het
voertuig bij het verlaten van het voertuig
en sluit het voertuig af.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten.
• Het achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om verschillende
redenen gevaarlijk. Kinderen of derden
lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal
of de schakelhendel mogen komen.
• Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van het voertuig (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ON/RUN
staan. Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
• Laat nooit kinderen of dieren achter in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
START/STOP-contactschakelaar
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
20
WAARSCHUWING!
warmte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.
LET OP!
Een niet-afgesloten voertuig is een uitno-
diging voor dieven. Verwijder altijd de sleu-
telhouder uit het voertuig en vergrendel
alle portieren wanneer u het voertuig zon-
der toezicht achterlaat.
OPMERKING:
Raadpleeg "De motor starten" in "Starten en
rijden" voor meer informatie hierover.
Elektronisch stuurslot — indien aanwezig
Uw auto is mogelijk uitgerust met een passief
elektronisch stuurslot. Dit slot zorgt ervoor
dat de auto niet kan worden gestuurd als de
contactschakelaar in de stand OFF staat. Het
stuurslot wordt ontgrendeld als het contact inde stand ON staat. Als het slot niet ontgren-
delt en de auto niet start, draai het stuurwiel
dan naar links en naar rechts om het stuurslot
te ontgrendelen.
STARTSYSTEEM MET
AFSTANDSBEDIENING —
INDIEN AANWEZIG
Druk twee keer binnen vijf seconden op de
toets remote start (starten op afstand) op de
sleutelhouder. Door een derde keer op de
toets remote start (starten op afstand) te
drukken wordt de motor uitgeschakeld.
Om met het voertuig te gaan rijden, drukt u
op de knop START/STOP om het contact in de
stand ON/RUN te zetten.
OPMERKING:
• Met remote start (starten op afstand) draait
de motor slechts 15 minuten (time-out),
tenzij het contact in de stand ON/RUN is
gezet.
• Het voertuig moet worden gestart met de
sleutel na twee opeenvolgende time-outs.
SENTRY KEY
De Sentry Key startonderbreker voorkomt on-
geoorloofd gebruik van de auto door derden
door de motor te blokkeren. U hoeft het
systeem niet te activeren of in te schakelen.
Dit systeem werkt automatisch, ongeacht of
de auto is afgesloten.
LET OP!
De Sentry Key startonderbreker is niet
compatibel met sommige afstandsstart-
systemen die als accessoire in de handel
verkrijgbaar zijn. Dergelijke systemen kun-
nen startproblemen veroorzaken en de
startblokkering van de auto belemmeren.
Alle sleutelhouders die met uw nieuwe auto
zijn meegeleverd zijn geprogrammeerd voor
de elektronica van uw auto.
Ongeoorloofd gebruik
Het systeem maakt gebruik van een sleutel-
houder, een contactschakelaarmodule, een
Keyless Push Button Ignition (contact met
behulp van drukknop zonder sleutel) en
draadloze ontvanger om ongeoorloofd gebruik
21
van uw voertuig te voorkomen. De auto kan
daardoor alleen bediend en gestart worden
met sleutelhouders die specifiek voor de des-
betreffende auto zijn geprogrammeerd. Het
systeem verhindert aanslaan van de motor als
een ongeldige sleutelhouder wordt gebruikt
om het voertuig te starten en te bedienen. Als
een ongeldige sleutelhouder wordt gebruikt
om de motor te starten, schakelt het systeem
na twee seconden de motor uit.
OPMERKING:
Een sleutelhouder die niet is geprogram-
meerd, wordt ook als ongeldige sleutel be-
schouwd.
Nadat het contact zonder sleutel in de stand
ON/RUN is gezet, zal tijdens normale werking
het controlelampje van het alarmsysteem ge-
durende drie seconden branden voor een
gloeilampcontrole. Als het lampje na deze
gloeilampcontrole blijft branden, is sprake
van een storing in de elektronica. Als het
lampje na de gloeilampcontrole gaat knippe-
ren, betekent dit dat iemand een valse sleu-
telhouder heeft gebruikt om de motor te star-
ten. In beide situaties wordt de motor na twee
seconden uitgeschakeld.Als het controlelampje van het alarmsysteem
gaat branden tijdens normaal gebruik van de
auto (nadat deze langer dan 10 seconden
heeft gereden), duidt dat op een storing in de
elektronica. Laat in dat geval de storing zo
snel mogelijk verhelpen door een erkende
dealer.
ALARMSYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG
Het alarmsysteem bewaakt de portieren, mo-
torkap, achterklep en het Keyless Enter-N-Go
contact tegen bediening door onbevoegden.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, zijn de
schakelaars van de portiersloten en de ach-
terklep in het interieur uitgeschakeld. Als het
alarm afgaat, geeft het alarmsysteem de vol-
gende geluids- en lichtsignalen:
• De claxon klinkt.
• De richtingaanwijzers knipperen.
• Het controlelampje van het alarmsysteem
in de instrumentengroep knippert.
Alarm inschakelen
Volg deze stappen om het alarmsysteem in te
schakelen:
1. Zorg ervoor dat het contact van het voer-
tuig in de stand "OFF" staat.
• Als uw voertuig is uitgerust met
Keyless Entry (portierontgrendeling),
dient u ervoor te zorgen dat het bijbe-
horende ontstekingssysteem zonder
sleutel op OFF is gezet.
2. Sluit de auto op een van de volgende
manieren af:
• Druk op de vergrendeltoets op de scha-
kelaar voor de centrale portiervergren-
deling in het interieur terwijl het
bestuurders- en/of passagiersportier is
geopend.
• Druk op de vergrendeltoets op de Pas-
sive Entry-handgreep aan de buiten-
zijde, terwijl een geldige sleutelhouder
zich ook aan de buitenzijde bevindt.
Raadpleeg de paragraaf "Portieren" in
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
22
het hoofdstuk "Uw voertuig leren ken-
nen" in uw instructieboekje voor meer
informatie.
• Druk op de vergrendeltoets op de
sleutelhouder.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
Alarm uitschakelen
Het alarmsysteem kan op de volgende manie-
ren worden uitgeschakeld:
• Druk op de ontgrendeltoets op de sleutel-
houder.
• Pak de Passive Entry-portiergreep om het
portier te ontgrendelen, raadpleeg de para-
graaf "Portieren" in het hoofdstuk "Uw voer-
tuig leren kennen" in uw instructieboekje
voor meer informatie.
• Zet het contact uit de stand OFF om het
systeem te deactiveren.
OPMERKING:
• Het alarmsysteem kan niet worden in- of
uitgeschakeld via de slotcilinder van het
bestuurdersportier of de achterklepknop op
de sleutelhouder.• Het alarmsysteem blijft actief wanneer de
elektrisch bediende achterklep wordt ge-
opend. Als u op de achterklepknop drukt,
wordt het alarmsysteem niet uitgeschakeld.
Als iemand de auto binnendringt via de
achterklep en een portier opent, gaat het
alarm af.
• Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt u
de portieren niet ontgrendelen met de
schakelaars voor de centrale portiervergren-
deling in het interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw voertuig
te beveiligen. Er zijn echter omstandigheden
die een ongewenst alarm kunnen veroorza-
ken. Als een van de eerder beschreven proce-
dures voor het inschakelen van het alarm is
uitgevoerd, zal het alarmsysteem worden in-
geschakeld, ongeacht of u zich in het voertuig
bevindt. Wanneer u dan in de auto blijft zitten
en vervolgens een portier opent, gaat het
alarm af. Als deze situatie zich voordoet,
schakel dan het alarmsysteem uit.
Wanneer het alarmsysteem is geactiveerd en
de accu wordt losgekoppeld, blijft het alarm-
systeem actief nadat de accu weer is aange-sloten; de buitenlampen knipperen en de
claxon geeft een geluidssignaal. Als deze
situatie zich voordoet, schakel dan het alarm-
systeem uit.
PORTIEREN
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry
Het Passive Entry systeem is een uitbreiding
van het afstandsbedieningsysteem van het
voertuig en is een functie van Keyless Enter-
N-Go — Passive Entry. Met deze functie kunt
u de portieren en de brandstofvulklep van het
voertuig vergrendelen en ontgrendelen zon-
der dat u op de vergrendel- en ontgrendel-
knoppen van de sleutelhouder hoeft te druk-
ken.
OPMERKING:
• Passive Entry kan geprogrammeerd worden
in de standen ON/OFF (aan/uit). Raadpleeg
de paragraaf "Instellingen van Uconnect" in
het hoofdstuk "Multimedia" in het instruc-
tieboekje voor meer informatie.
23
STOELEN
Stoel met geheugenfunctie
Met de geheugenfunctie voor de stoel kunt u
twee verschillende standen voor de bestuur-
dersstoel, de buitenspiegel aan de bestuur-
derszijde en voorkeurzenders van de radio
opslaan. De knoppen voor het stoelgeheugen
bevinden zich op het bestuurdersportier.Ga als volgt te werk om een geheugenpositie in
te stellen:
1. Zet het contact van het voertuig in de
stand ON.
2. Pas alle instellingen van het geheugen-
profiel aan.
3. Druk kort op de insteltoets (S).
4. Druk binnen vijf seconden op de geheu-
genknop (1) of (2).
OPMERKING:
Voordat u uw sleutelhouder programmeert,
moet u de functie "Linking And Unlinking
The Remote Keyless Entry Key Fob To Me-
mory" (sleutelhouder met afstandsbediening
aan geheugen koppelen en ontkoppelen) se-
lecteren via het Uconnect systeem. Raad-
pleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.Een sleutelhouder programmeren met de ge-
heugenpositie:
1. Zet het contact van het voertuig in de
stand OFF.
2. Selecteer het gewenste geheugenprofiel:
1of2.
3. Druk kort op de knop S (set) op de geheu-
genschakelaar en druk vervolgens binnen
vijf seconden kort op de geheugenknop
(1) of (2).
4. Druk binnen 10 seconden kort op de ver-
grendelknop van de sleutelhouder.
Om de opgeslagen posities op te roepen,
drukt u op de geheugenknop (1) of (2) of
drukt u op de ontgrendeltoets op de gepro-
grammeerde sleutelhouder.
Functie Easy Entry/Exit
De geheugenstoel beschikt over een Easy
Entry/Exit-functie. Deze functie verstelt auto-
matisch de bestuurdersstoel, zodat de be-
stuurder gemakkelijker kan in- en uitstap-
pen.
Knoppen voor stoelgeheugen
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
28