Alleen de medewerker van de alarmcentrale
kan op afstand het gesprek beëindigen en,
indien nodig, de auto terugbellen via het
Emergency Call-systeem. Zodra het gesprek
is beëindigd, kunt u nog steeds contact op-
nemen met de alarmcentrale om extra infor-
matie te geven door nogmaals op de knop te
drukken.
SOS-Emergency Call gebruiken
Houd de SOS-Emergency Call-knop enkele
seconden ingedrukt. De LED naast de SOS-
knop knippert één keer en blijft dan branden
om aan te geven dat de oproep is geplaatst.
OPMERKING:
Er is een vertraging van 10 seconden voordat
het gesprek wordt geplaatst, voor het geval
dat de SOS-Emergency Call-knop per onge-
luk wordt ingedrukt. Het systeem zal een
gesproken waarschuwing geven dat een
noodoproep wordt gedaan. Om de oproep te
annuleren, drukt u de SOS-Emergency Call-
knop nogmaals in.Zodra er verbinding is tussen het voertuig en
de alarmcentrale zal het SOS-Emergency
Call-systeem de volgende belangrijke voer-
tuiginformatie doorgeven aan de alarmcen-
trale:
• Indicatie dat de inzittende een SOS-
Emergency Call heeft gedaan.
• Het chassisnummer (VIN).
• De laatst bekende GPS-coördinaten van het
voertuig.
U kunt vervolgens met de alarmcentrale spre-
ken om te bepalen of extra hulp nodig is.
De SOS-Emergency Call heeft voorrang boven
andere geluidsbronnen. Deze worden ge-
dempt. Als u een telefoon hebt verbonden via
Bluetooth wordt deze losgekoppeld en weer
gekoppeld aan het einde van de SOS-
Emergency Call. Gesproken aanwijzingen be-
geleiden u tijdens de SOS-Emergency Call.
Als er verbinding wordt gemaakt tussen de
alarmcentrale en uw auto, kan de medewer-
ker van de alarmcentrale gesprekken en ge-luiden in uw voertuig opnemen zodra er ver-
binding is. Door gebruik te maken van de
dienst gaat u ermee akkoord dat deze infor-
matie wordt gedeeld.
Beperkingen van het SOS-Emergency Call sys-
teem
Als het contact in de stand RUN wordt gezet,
voert het Emergency Call-systeem een routi-
necontrole uit. Tijdens deze controle brandt
gedurende ongeveer drie seconden een rood
lampje. Dit signaal moet niet worden verward
met een foutmelding. In geval van een storing
blijft het rode lampje branden. Als het SOS-
Emergency Call-systeem een storing detec-
teert, kan het volgende gebeuren op het mo-
ment dat de storing wordt gedetecteerd:
• De LED naast de knop SOS-knop blijft rood
branden.
• Het Emergency Call-systeem wordt gevoed
door zijn eigen niet-oplaadbare batterij om
ervoor te zorgen dat het blijft werken, zelfs
als de accu leeg is of losgekoppeld is.
Wanneer de systeembatterij leeg is, geeft
het display in de instrumentengroep een
speciaal bericht weer, anders dan berichten
187
MULTIMEDIA
CYBERVEILIGHEID...........281
TIPS BEDIENINGSELEMENTEN EN
ALGEMENE INFORMATIE......282
Stuurbedieningselementen
geluidsinstallatie..............282
Ontvangstkwaliteit..............282
Verzorging en onderhoud..........283
Beveiliging tegen diefstal.........283
UCONNECT 3 MET 5-INCH DIS-
PLAY.....................284
Bedieningselementen op het
frontpaneel..................284
Klok instellen................285
Equalizer, Balans (links/rechts) en Fade
(balans voor/achter).............285
Radiomodus.................286
Media-modus.................287
Bluetooth-bron................289
UCONNECT 3C/3C NAV.......291
Overzicht Uconnect 3C/3C NAV.....291
Menubalk slepen en neerzetten......293Radiomodus.................293
Media-modus.................294
INSTELLINGEN VAN
UCONNECT................294
BEDIENING IPOD/USB/SD-KAART/
MEDIASPELER.............295
Audio-aansluiting (AUX)..........296
USB-poort..................296
SD-kaart....................296
Bluetooth Streaming Audio........297
NAVIGATIE................297
Volume van gesproken aanwijzingen van het
navigatiesysteem wijzigen.........297
Nuttige plaatsen vinden..........298
Een locatie vinden door de naam in te
voeren.....................298
Gesproken bestemming invoeren in één
stap......................298
Uw thuisadres instellen..........298
Go Home (naar huis)............299
Een tussenstop invoegen..........299
Een omleiding volgen............299
UCONNECT PHONE.........300
Bediening...................300
Functies van Uconnect Phone......302
Uconnect Phone (Handsfree bellen met
Bluetooth)..................302
Uw mobiele telefoon koppelen (draadloos
verbinden) met het Uconnect-systeem .302
Algemene telefoonopdrachten
(voorbeelden)................306
Microfoon uitschakelen (of inschakelen)
tijdens gesprek...............306
Actieve gesprekken doorverbinden tussen
handset en voertuig............306
Phonebook (telefoonboek).........306
Tips voor spraakbediening.........307
Het volume wijzigen............307
Do Not Disturb (niet storen) gebruiken .307
Binnenkomende SMS-berichten.....308
Gesproken tekstberichten beantwoorden
(niet compatibel met iPhone)......309
Handige tips en veelgestelde vragen voor
het verbeteren van de Bluetooth-prestaties
met uw Uconnect systeem.........310
MULTIMEDIA
279
Media-modus
Audiobron selecteren
Om de Media-modus te activeren, drukt u op
de toets MEDIA op het front. In de Media-
modus kiest u de schermtoets "Source" (bron)en de schermtoets voor de gewenste modus.
De beschikbare mediabronnen zijn: disk (in-
dien aanwezig), USB en Bluetooth (indien
aanwezig). Indien beschikbaar, kunt u de
schermtoets "Browse" (bladeren) gebruiken
om deze opties te zien:
• Now Playing (wat speelt?)
• Artists (artiesten)
• Albums
• Genres
• Songs (nummers)
• Playlists (afspeellijsten)
• Folders (mappen)
Source (bron)
Kies de schermtoets "Source" (bron) om de
gewenste geluidsbron te selecteren: disk (in-
dien aanwezig), USB, AUX en Bluetooth (in-
dien aanwezig). Als geen keuze wordt ge-
maakt, verstrijkt een time-out en wordt
opnieuw het hoofdscherm van de radio weer-
gegeven.U kunt op de schermtoets "Source" (bron),
"Pause/Play" (pauze/afspelen) of "Info" kie-
zen om de artiest te zien die bij het momen-
teel afgespeelde nummer hoort.
Diskmodus — indien aanwezig
Uw auto is mogelijk uitgerust met een externe
cd-speler in de opslagruimte in de midden-
console.
De diskmodus wordt geactiveerd als u een
cd/disk invoert of met behulp van de toets
MEDIA op het front. Kies in de Media-modus
de schermtoets "Source" (bron) en selecteer
"Disc" (disk).
Een cd plaatsen
Plaats voorzichtig één disk in de diskspeler
met het label in de richting die wordt aange-
geven op de speler. De disk wordt automa-
tisch in de diskspeler getrokken en het picto-
gram voor de diskspeler gaat branden op het
radioscherm. Als de disk niet verder dan
2,5 cm (1 inch) in de speler kan worden
geplaatst, is mogelijk al een disk in de speler
aanwezig, die eerst moet worden verwijderd
voordat de nieuwe disk kan worden aange-
bracht.
Uconnect Media modus
1 — SEEK
Down (achteruit
zoeken)
2 — SEEK Up
(vooruit zoeken)
3 — Additional
Functions (extra
functies)4 — Info
5 — Pause/Play
(pauze/
afspelen)
6 — Source
(bron)
7 — Browse
(bladeren)
287
het volume in met behulp van de draaiknop
VOLUME/MUTE of met de volumeregelaar
van het aangesloten apparaat.
De radio fungeert als versterker voor het ge-
luid uit het AUX-apparaat. Dat betekent dat
wanneer de volumeregelaar op het AUX-
apparaat is ingesteld op een laag volume, er
onvoldoende geluidssignaal zal zijn voor de
radio om de muziek van het apparaat af te
spelen.
Nummer selecteren
Seek Up(vooruit zoeken)/Seek Down
(achteruit zoeken)
Druk kort op de schermtoets met de pijl naar
rechts
voor het volgende nummer. Druk
kort op de schermtoets met de pijl naar links
om terug te keren naar het begin van het
huidige nummer, of om terug te keren naar
het begin van het vorige nummer wanneer
momenteel de eerste seconde van het hui-
dige nummer worden afgespeeld.Fast Seek Up(snel vooruit zoeken)
Houd de schermtoets met de pijl naar rechts
ingedrukt en de gewenste modus begint
door te spoelen door het huidige nummer tot
u de schermtoets loslaat.
Fast Seek Down(snel achteruit zoeken)
Houd de schermtoets met de pijl naar links
ingedrukt en de gewenste modus begint
terug te spoelen door het huidige nummer tot
u de schermtoets loslaat.
Info
Druk op de schermtoets "Info" om de infor-
matie over het huidige nummer weer te ge-
ven. Druk op de schermtoets "X" om deze
functie te annuleren.
Shuffle (willekeurige volgorde)
Kies de schermtoets "Shuffle" (willekeurige
volgorde) om de selectie op het USB-
apparaat/de iPod af te spelen in willekeurige
volgorde, voor extra variatie. Druk nogmaals
op de schermtoets "Shuffle" (willekeurige
volgorde) om deze functie uit te schakelen.Repeat (herhalen)
Druk op de schermtoets "Repeat" (herhalen)
om het/de geselecteerde nummer(s) te her-
halen. Om herhalen te annuleren, drukt u
nogmaals op de schermtoets "Repeat"(herha-
len).
Bluetooth-bron
De Bluetooth Streaming Audio (BTSA) of
Bluetooth-modus wordt opgeroepen door een
Bluetooth-apparaat, met daarop muziek, te
koppelen aan het Uconnect systeem.
Voordat u begint, moet het Bluetooth appa-
raat worden gekoppeld met Uconnect Phone
om te kunnen communiceren met het
Uconnect systeem.
Zie de koppelingsprocedure in deze handlei-
ding voor meer informatie.
Wanneer het Bluetooth apparaat is gekoppeld
aan het Uconnect systeem, drukt u de toets
MEDIA op het front. Kies in de Media-modus
de schermtoets "Source" (bron) en selecteer
"Bluetooth".
289
OPMERKING:
Bezoek uconnectphone.com voor informatie
over de compatibiliteit van mobiele telefoons
en aanwijzingen voor het koppelen.
Uconnect LIVE
De Uconnect LIVE app is beschikbaar in de
Apple Store of Google Play Store. Een hele
reeks apps kan worden bekeken en bediend
via het aanraakscherm van het Uconnect sys-
teem. De apps zijn ontworpen om ervoor te
zorgen dat de bestuurder zich op het rijden
blijft concentreren. Zie voor meer informatie
www.driveuconnect.eu/.
Een Bluetooth-apparaat koppelen
Als u uw compatibele audio-apparaat met
Bluetooth-ondersteuning wilt gebruiken,
moet u om te beginnen het apparaat koppe-
len. Koppelen is het proces van het opzetten
van een draadloze verbinding tussen een ap-
paraat en het Uconnect-systeem.OPMERKING:
• U dient Bluetooth in te schakelen op uw
apparaat om deze procedure te kunnen
voltooien.
• De schakelhendel moet in de stand PARK
staan.
1. Zet de contactschakelaar in de stand ACC
(accessoirestand) of ON (aan).
2. Druk op de toets PHONE op het front.
• Als er geen apparaat met het systeem
is verbonden, verschijnt er een pop-
upvenster waarin u wordt gevraagd of u
een apparaat wilt koppelen.
3. Kies "Yes" (ja) om met het koppelen te
beginnen.
4. Zoek op uw audioapparaat met Bluetooth-
ondersteuning naar beschikbare
apparaten.
• Selecteer Bluetooth en controleer of
dit is ingeschakeld. Zodra de
Bluetooth-functie is ingeschakeld, be-
gint het apparaat te zoeken naar
Bluetooth-verbindingen.5. Als "No" (nee) is geselecteerd, en u wilt
toch een apparaat koppelen, kies dan op
de schermtoets "Settings" (instellingen)
in het hoofdscherm van Uconnect Phone.
• Selecteer "Paired Phones" (gekoppelde
telefoons) en druk op de schermtoets
"Add Device" (apparaat toevoegen).
• Zoek op uw apparaat met Bluetooth-
ondersteuning naar beschikbare appa-
raten (zie hieronder). Wanneer er op
het apparaat naar wordt gevraagd, se-
lecteert u "Uconnect" en accepteert u
het verbindingsverzoek.
6. Uconnect Phone toont een voortgangs-
scherm terwijl het systeem de koppeling
tot stand brengt.
7. Als uw apparaat het Uconnect-systeem
vindt, selecteert u "Uconnect".
8. Wanneer er op het apparaat naar wordt
gevraagd, accepteert u het verbindings-
verzoek van Uconnect Phone.
OPMERKING:
Sommige apparaten zullen u vragen om
de pincode in te voeren.
MULTIMEDIA
290
9. Wanneer het koppelingsproces met suc-
ces is voltooid, vraagt het systeem u of dit
uw favoriete apparaat is of niet. Als u "Yes"
(ja) kiest, krijgt dit apparaat de hoogste
prioriteit. Dit apparaat heeft voorrang bo-
ven andere gekoppelde apparaten binnen
het bereik en wordt automatisch aange-
sloten op het Uconnect systeem wanneer
u instapt. Er kan slechts één Bluetooth-
apparaat tegelijk worden aangesloten op
het Uconnect systeem. Als "No" (nee) is
geselecteerd, selecteert u eenvoudig
"Uconnect" op het Bluetooth-scherm van
het apparaat, waarna het Uconnect-
systeem opnieuw verbinding zal maken
met het Bluetooth-apparaat.UCONNECT 3C/3C NAV
Overzicht Uconnect 3C/3C NAV
WAARSCHUWING!
Rijd ALTIJD veilig met beide handen aan
het stuurwiel. U bent volledig verantwoor-
delijk voor en draagt alle risico's met be-
trekking tot het gebruik van de Uconnect
functies en toepassingen in deze auto.
Gebruik Uconnect uitsluitend wanneer dit
veilig is. Anders bestaat er een risico op
een ongeval en ernstig of zelfs dodelijk
letsel.
LET OP!
Bevestig GEEN voorwerpen aan het aan-
raakscherm. Anders kan het scherm be-
schadigd raken.
De tijd instellen
• Model 3C NAV synchroniseert de tijd auto-
matisch via GPS, dus het instellen van de
tijd zou hierbij niet nodig moeten zijn. Als u
de tijd handmatig moet instellen, volgt u de
onderstaande instructies voor model 3C.
• Voor model 3C schakelt u de eenheid in en
drukt u op de tijdweergave bovenaan in het
scherm. Druk op "Yes" (ja).
• Als de tijd niet bovenaan in het scherm
wordt weergegeven, kiest u de schermtoets
"Settings" (instellingen). Druk in het
scherm Settings (instellingen) op de
schermtoets "Clock" (klok) en vink deze
optie aan of uit.
• Druk op "+" of "–" naast Set Time Hours
(uren instellen) en Set Time Minutes (mi-
nuten instellen) om de tijd in te stellen.
Scherm Uconnect 3C NAV Radio
291
• Houd een van deze twee pijltoetsen op het
aanraakscherm langer dan twee seconden
ingedrukt om zenders over te slaan zonder
te stoppen. De radio stopt bij de volgende
zender die kan worden beluisterd zodra de
pijltoets op het aanraakscherm wordt
losgelaten.
Direct afstemmen
• Stem direct af op een radiozender de
schermtoets "Tune" (afstemmen) te druk-
ken en het nummer van de gewenste zender
in te voeren.
Voorkeurzenders handmatig opslaan
In uw radio kunnen in totaal 24 voorkeurzen-
ders worden opgeslagen, 12 voorkeurzenders
per band (AM en FM). Ze worden bovenaan in
het radioscherm weergegeven. Als u de
12 voorkeurzenders per band wilt weergeven,
drukt u op de pijltoets in de rechterboven-
hoek van het scherm om te schakelen tussen
de twee sets voorkeurzenders.
Volg de onderstaande stappen om een voor-
keurzender handmatig op te slaan:
1. Stem af op de gewenste zender.2. Houd de schermtoets met het gewenste
cijfer langer dan twee seconden ingedrukt
of tot u een bevestigingstoon hoort.
Media-modus
De bedieningselementen worden beschik-
baar door de gewenste schermtoets te kiezen
en te kiezen tussen Disk, AUX, USB,
Bluetooth of SD-kaart.
OPMERKING:
Uconnect schakelt automatisch naar de
juiste modus wanneer een medium voor het
eerst wordt aangesloten op of geplaatst in het
systeem.
INSTELLINGEN VAN
UCONNECT
Het Uconnect systeem geeft u via scherm-
toetsen toegang tot instellingen voor door de
klant programmeerbare functies, zoals Dis-
play (scherm), Voice (spraakbediening),
Clock (klok), Safety & Driving Assistance (vei-
ligheid en rijhulp), Lights (verlichting), Doors
& Locks (Portieren en sloten), Auto-On Com-
fort (comfort automatisch aan), Engine Off
Options (opties voor uitgeschakelde motor),
Compass (kompas), Audio, Phone/Bluetooth
(telefoon/Bluetooth), Radio Setup (radio-
Uconnect 3C/3C NAV Media
1 — Nummer
herhalen
2 — Nummer
en tijd
3 — Shuffle
nummers
4 — Informatie
nummer5 — Nummers
in afspeel-
wachtrij tonen
6 — Door mu-
ziek bladeren
7 — Muziek-
bron
MULTIMEDIA
294
instellingen), Restore Settings (instellingen
herstellen), Clear Personal Data (persoonlijke
gegevens wissen) en System Information
(systeeminformatie).
Druk op de schermtoets SETTINGS (instellin-
gen) (Uconnect 3), of druk op de schermtoets
"Apps" (Uconnect 3C/3C NAV) onderaan in
het aanraakscherm en druk vervolgens op de
schermtoets "Settings" (Instellingen) om het
scherm Settings (Instellingen) te openen. Om
een instelling te selecteren, bladert u om-
hoog of omlaag tot de gewenste instelling
wordt gemarkeerd en drukt u op deze instel-
ling totdat naast de instelling een vinkje ver-
schijnt, waarmee wordt aangegeven dat de
instelling is geselecteerd. De volgende
functie-instellingen zijn beschikbaar:
• Display (scherm) • Engine Off Options
(opties voor uitge-
schakelde motor)
• Voice (spraakbedie-
ning)• Audio
• Clock (klok) • Phone/Bluetooth
(telefoon/Bluetooth)• Safety & Driving As-
sistance (veiligheid en
rijhulp)• Radio Setup (radio-
instellingen)
• Verlichting • Restore Settings (in-
stellingen herstellen)
• Doors & Locks (por-
tieren en sloten)• Clear Personal Data
(persoonlijke gege-
vens wissen)
• Auto-On Comfort
(comfort automatisch
aan)• System Information
(systeeminformatie)
• Compass (kompas)
[Uconnect 3]
OPMERKING:
Afhankelijk van de voertuigopties kunnen de
functie-instellingen variëren.
Raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.
BEDIENING IPOD/USB/SD-
KAART/MEDIASPELER
Er zijn vele manieren om muziek af te spelen
vanaf MP3-spelers, USB-apparaten of SD-
kaarten via het audiosysteem van uw voer-
tuig. Kies de schermtoets "Media" om te
beginnen.
Uconnect Media hub
1 — SD-kaartsleuf
2 — AUX-aansluiting
3 — USB-poort
295