het volume in met behulp van de draaiknop
VOLUME/MUTE of met de volumeregelaar
van het aangesloten apparaat.
De radio fungeert als versterker voor het ge-
luid uit het AUX-apparaat. Dat betekent dat
wanneer de volumeregelaar op het AUX-
apparaat is ingesteld op een laag volume, er
onvoldoende geluidssignaal zal zijn voor de
radio om de muziek van het apparaat af te
spelen.
Nummer selecteren
Seek Up(vooruit zoeken)/Seek Down
(achteruit zoeken)
Druk kort op de schermtoets met de pijl naar
rechts
voor het volgende nummer. Druk
kort op de schermtoets met de pijl naar links
om terug te keren naar het begin van het
huidige nummer, of om terug te keren naar
het begin van het vorige nummer wanneer
momenteel de eerste seconde van het hui-
dige nummer worden afgespeeld.Fast Seek Up(snel vooruit zoeken)
Houd de schermtoets met de pijl naar rechts
ingedrukt en de gewenste modus begint
door te spoelen door het huidige nummer tot
u de schermtoets loslaat.
Fast Seek Down(snel achteruit zoeken)
Houd de schermtoets met de pijl naar links
ingedrukt en de gewenste modus begint
terug te spoelen door het huidige nummer tot
u de schermtoets loslaat.
Info
Druk op de schermtoets "Info" om de infor-
matie over het huidige nummer weer te ge-
ven. Druk op de schermtoets "X" om deze
functie te annuleren.
Shuffle (willekeurige volgorde)
Kies de schermtoets "Shuffle" (willekeurige
volgorde) om de selectie op het USB-
apparaat/de iPod af te spelen in willekeurige
volgorde, voor extra variatie. Druk nogmaals
op de schermtoets "Shuffle" (willekeurige
volgorde) om deze functie uit te schakelen.Repeat (herhalen)
Druk op de schermtoets "Repeat" (herhalen)
om het/de geselecteerde nummer(s) te her-
halen. Om herhalen te annuleren, drukt u
nogmaals op de schermtoets "Repeat"(herha-
len).
Bluetooth-bron
De Bluetooth Streaming Audio (BTSA) of
Bluetooth-modus wordt opgeroepen door een
Bluetooth-apparaat, met daarop muziek, te
koppelen aan het Uconnect systeem.
Voordat u begint, moet het Bluetooth appa-
raat worden gekoppeld met Uconnect Phone
om te kunnen communiceren met het
Uconnect systeem.
Zie de koppelingsprocedure in deze handlei-
ding voor meer informatie.
Wanneer het Bluetooth apparaat is gekoppeld
aan het Uconnect systeem, drukt u de toets
MEDIA op het front. Kies in de Media-modus
de schermtoets "Source" (bron) en selecteer
"Bluetooth".
289
Audio-aansluiting (AUX)
• Met de AUX-aansluiting kunt u een appa-
raat aansluiten op de radio met gebruikma-
king van een 3,5 mm-audiokabel en het
audiosysteem van de auto gebruiken om de
bron te versterken en af te spelen via de
luidsprekers van het voertuig.
• Door op schermtoets "AUX" te kiezen, wordt
overgegaan naar de modus voor een AUX-
apparaat als een audiostekker in de audio-
aansluiting is gestoken, zodat de muziek
van uw apparaat via de luidsprekers van het
voertuig te horen is. U activeert de AUX-
aansluiting door de audiostekker erop aan
te sluiten.
• De functies van het apparaat worden be-
diend met de toetsen op het apparaat. Het
volume kan worden geregeld via de radio of
het apparaat.
USB-poort
• Sluit uw compatibele apparaat aan op de
USB-poort met behulp van een USB-kabel.
USB-geheugensticks met audiobestanden
kunnen ook worden gebruikt. Audio van het
apparaat kan worden afgespeeld via het
audiosysteem van het voertuig, terwijl de
metagegevens (artiest, titel, album, enzo-
voort) worden weergegeven op het radio-
scherm.
• Als het compatibele USB-apparaat is aan-
gesloten, kan het worden geregeld met de
radio of met de audiobedieningselementen
op het stuurwiel voor de functies afspelen,
het vorige of volgende nummer afspelen,
bladeren en een overzicht van de inhoud.
• De batterij wordt opgeladen wanneer het
apparaat is aangesloten op de USB-poort
(indien het specifieke apparaat dit onder-
steunt).
• Als u de USB-kabel buiten de middencon-
sole wilt leiden, gebruikt u hiervoor de
toegangsuitsparing.OPMERKING:
Wanneer het apparaat voor de eerste keer
wordt aangesloten, kan het enkele minuten
duren voordat de muziek is gelezen, afhanke-
lijk van het aantal bestanden. Het systeem
heeft bijvoorbeeld ongeveer vijf minuten no-
dig voor elke 1000 nummers die op het
apparaat zijn geladen. Ook worden tijdens
het leesproces de shuffle- en bladerfuncties
uitgeschakeld. Dit proces is nodig om volle-
dig gebruik van de functies te garanderen en
vindt alleen plaats wanneer het apparaat de
eerste keer wordt aangesloten. De volgende
keren zal het leesproces van uw apparaat
aanzienlijk minder tijd in beslag nemen, ten-
zij wijzigingen zijn aangebracht of nieuwe
nummers aan de afspeellijst zijn toegevoegd.
SD-kaart
• U kunt nummers afspelen die zijn opgesla-
gen op een in de SD-kaartsleuf geplaatste
SD-kaart.
MULTIMEDIA
296
• Het afspelen van nummers kan worden ge-
regeld met de radio of met de audiobedie-
ningselementen op het stuurwiel voor de
functies afspelen, het vorige of volgende
nummer afspelen, bladeren en een over-
zicht van de inhoud.
Bluetooth Streaming Audio
Als u een apparaat met Bluetooth-
ondersteuning gebruikt, kunt u mogelijk ook
muziek streamen naar het audiosysteem van
uw auto. Uw aangesloten apparaat moet com-
patibel zijn met Bluetooth en zijn gekoppeld
aan uw systeem (raadpleeg de paragraaf over
Uconnect Phone voor koppelingsinstructies).
U krijgt toegang tot de muziek van uw verbon-
den Bluetooth-apparaat door in de Media-
modus de schermtoets Bluetooth te kiezen.
NAVIGATIE
• De informatie in het volgende gedeelte is
alleen van toepassing als uw voertuig is
uitgerust met het 3C NAV systeem of de
navigatie is geactiveerd op uw 3C systeem.• Als uw voertuig is uitgerust met een
Uconnect 3C systeem is uw radio voorbe-
reid voor navigatie en kan deze voor een
meerprijs worden voorzien van navigatie.
Raadpleeg uw dealer voor details.
Druk op de schermtoets "Nav" in de menu-
balk om het navigatiesysteem te openen.
Volume van gesproken aanwijzingen van
het navigatiesysteem wijzigen
1. Kies de schermtoets "View Map" (kaart
weergeven) in het hoofdmenu Nav.
2. Als de kaart wordt weergegeven, kiest u de
schermtoets "Settings" (instellingen)
rechtsonder in het scherm.
3. Kies de schermtoets "Guidance" (begelei-
ding) in het menu Settings (instellingen).
4. Pas het navigatievolume aan in het menu
Guidance (begeleiding) door de scherm-
toets "+" of "–" te kiezen.
Uconnect 3C NAV Navigation
1 — Een be-
stemming zoe-
ken
2 — Kaart
weergeven
3 — Informatie
4 — Noodgeval-
len
5 — Navigatie-instellingen
6 — Een route
stoppen
7 — Een route
omleiden
8 — Aanwijzing
routebegelei-
ding herhalen
297
Nuttige plaatsen vinden
• Druk vanuit het navigatiehoofdmenu op de
schermtoets "Where To?" (waarheen) en ver-
volgens op de schermtoets "Points of Inte-
rest" (nuttige plaatsen).
• Selecteer een categorie en daarna zo nodig
een subcategorie.
• Selecteer uw bestemming en druk op de
schermtoets "Yes" (Ja).
Een locatie vinden door de naam in te
voeren
• Druk achtereenvolgens op de schermtoets
"Where to?" (Waarheen) in het navigatie-
hoofdmenu, op de schermtoets "Points of
Interest" (Nuttige plaatsen) en de scherm-
toets "Spell Name" (Naam invoeren).
• Voer de naam van uw bestemming in.
• Druk op de schermtoets "List" (Lijst).
• Selecteer uw bestemming en druk op de
schermtoets "Yes" (Ja).
Gesproken bestemming invoeren in één
stap
• Voer een navigatiebestemming in zonder
uw handen van het stuur te halen.
• U hoeft enkel op de toets Uconnect Voice
Command
op het stuurwiel te druk-
ken, te wachten op de pieptoon en een
opdracht als "Find Address800 Chrysler
Drive Auburn Hills MI." (vind adres
800 Chrysler Drive Auburn Hills MI.) te
zeggen.
OPMERKING:
Bestemming invoeren is niet beschikbaar ter-
wijl het voertuig rijdt. U kunt echter ook
spraakopdrachten gebruiken om een adres in
te voeren tijdens het rijden. Raadpleeg de
paragraaf "Snelle tips voor spraakherkenning
Uconnect" in dit hoofdstuk voor meer
informatie.
Uw thuisadres instellen
• Kies de schermtoets "Nav" in de menubalk
op het aanraakscherm om het navigatiesys-
teem en het navigatiehoofdmenu te ope-
nen.
• Kies de schermtoets "Where To?" (Waar-
heen) en vervolgens de schermtoets "Go
Home" (Naar huis).
• U kunt direct uw adres invoeren, uw hui-
dige locatie als uw thuisadres gebruiken of
kiezen uit recentelijk gevonden locaties.
• Als u uw thuislocatie (of andere opgeslagen
locaties) wilt verwijderen zodat u een
nieuwe thuislocatie kunt opslaan, kiest u
de schermtoets "Where To?" (Waarheen) in
het navigatiehoofdmenu en vervolgens de
schermtoets "Go Home" (Naar huis). Vervol-
gens kiest u de schermtoets "Options" (Op-
ties). In het menu Opties kiest u de scherm-
toets "Clear Home" (Thuisadres wissen).
Stel aan de hand van de voorgaande in-
structies een nieuwe thuislocatie in.
MULTIMEDIA
298
UCONNECT PHONE
Bediening
Menu van Uconnect 3 Phone
1 — Call (bellen) / Redial (opnieuw kiezen) / Hold (in wacht)
2 — Signaalsterkte mobiele telefoon
3 — Momenteel gekoppelde mobiele telefoon
4 — Batterijduur mobiele telefoon
5 — Microfoon uitschakelen
6 — Doorverbinden naar/van Uconnect systeem7 — Menu Settings (instellingen) van Uconnect Phone
8 — SMS-berichten
9 — Pad voor direct kiezen
10 — Lijst van recente oproepen
11 — In telefoonboek bladeren
12 — Gesprek beëindigen
MULTIMEDIA
300
Menu van Uconnect 3C/3C NAV Phone
1 — Favoriete contactpersonen
2 — Batterijduur mobiele telefoon
3 — Momenteel gekoppelde mobiele telefoon
4 — Signaalsterkte mobiele telefoon
5 — Microfoon uitschakelen
6 — Doorverbinden naar/van Uconnect systeem
7 — Vergadergesprek*
8 — Gekoppelde mobiele telefoons beheren
9 — SMS-berichten**
10 — Pad voor direct kiezen11 — Lijst van recente oproepen
12 — Bladeren in telefoonboekvermeldingen
13 — Gesprek beëindigen
14 — Call (bellen) / Redial (opnieuw kiezen) / Hold (in wacht)
15 — Do Not Disturb (niet storen)
16 — Antwoorden met SMS-bericht
* — De functie Vergadergesprek is alleen beschikbaar op GSM
mobiele apparaten
** — De functie SMS-berichten is niet beschikbaar op alle mo-
biele telefoons (Bluetooth MAP-profiel is vereist)
301
Functies van Uconnect Phone
Met de functie Uconnect Phone kunt u
handsfree oproepen beginnen en beantwoor-
den met de mobiele telefoon. Ook kan de
bestuurder mobiele-telefoonoproepen begin-
nen met gesproken opdrachten of met de
schermtoetsen (zie het hoofdstuk Spraakbe-
diening).
De functie voor het handsfree bellen wordt
mogelijk gemaakt via Bluetooth-technologie:
de wereldwijde standaard die ervoor zorgt dat
verschillende elektronische apparaten draad-
loos verbinding kunnen maken met elkaar.
Als uw stuurwiel is voorzien van de toets
Uconnect Phone
, kunt u gebruikmaken
van de functies van Uconnect Phone.
OPMERKING:
• Voor het gebruik van Uconnect Phone is
een mobiele telefoon met Bluetooth
Handsfree-profiel, versie 1.0 of hoger ver-
eist.• De meeste mobiele telefoons/apparaten
zijn compatibel met het Uconnect systeem,
maar sommige mobiele telefoons/
apparaten beschikken mogelijk niet over
alle functies die vereist zijn om alle func-
ties van het Uconnect systeem te kunnen
gebruiken.
Uconnect Phone (Handsfree bellen met
Bluetooth)
Met de functie Uconnect Phone kunt u
handsfree oproepen beginnen en beantwoor-
den met de mobiele telefoon. Ook kan de
bestuurder mobiele-telefoonoproepen begin-
nen met gesproken opdrachten of met de
schermtoetsen (zie het hoofdstuk Spraakbe-
diening).
De functie voor het handsfree bellen wordt
mogelijk gemaakt via Bluetooth-technologie:
de wereldwijde standaard die ervoor zorgt dat
verschillende elektronische apparaten draad-
loos verbinding kunnen maken met elkaar.Als uw stuurwiel is voorzien van de toets
Uconnect Phone
, kunt u gebruikmaken
van de functies van Uconnect Phone.
OPMERKING:
• Voor het gebruik van Uconnect Phone is
een mobiele telefoon met Bluetooth
Handsfree-profiel, versie 1.0 of hoger ver-
eist.
• De meeste mobiele telefoons/apparaten
zijn compatibel met het Uconnect systeem,
maar sommige mobiele telefoons/
apparaten beschikken mogelijk niet over
alle functies die vereist zijn om alle func-
ties van het Uconnect systeem te kunnen
gebruiken.
Uw mobiele telefoon koppelen (draadloos
verbinden) met het Uconnect-systeem
Het koppelen van een mobiele telefoon is het
proces van het opzetten van een draadloze
verbinding tussen een mobiele telefoon en
het Uconnect-systeem.
MULTIMEDIA
302
OPMERKING:
Bij sommige mobiele telefoons moet de
pincode handmatig worden ingevoerd;
voer in dat geval de pincode in die op het
Uconnect scherm wordt weergegeven.
Het prioriteitsniveau van de mobiele tele-
foon met Android selecteren
Wanneer het koppelingsproces met succes is
voltooid, vraagt het systeem u of dit uw favo-
riete mobiele telefoon is of niet. Als u "Yes"
(ja) kiest, krijgt deze mobiele telefoon de
hoogste prioriteit. Deze mobiele telefoon
heeft voorrang boven andere gekoppelde te-
lefoons binnen het bereik en wordt automa-
tisch aangesloten op het Uconnect systeem
wanneer u instapt. Er kan slechts één mo-
biele telefoon of één Bluetooth audioappa-
raat tegelijk worden aangesloten op het
Uconnect-systeem. Als "NO" is geselecteerd,
selecteert u "Uconnect" op het Bluetooth-
scherm van de mobiele telefoon/
audioapparaat en het Uconnect-systeem zal
weer koppelen met het Bluetooth-apparaat.U kunt nu handsfree telefoongesprekken voe-
ren. Druk op de toets Uconnect "Phone"
op het stuurwiel om te beginnen.
OPMERKING:
Raadpleeg de website UconnectPhone.com
voor meer informatie over het koppelen van
mobiele telefoons en een lijst met compati-
bele telefoons.
Algemene telefoonopdrachten
(voorbeelden)
• "Call John Smith" (bel John Smith)
• "Call John Smith mobile" (bel John Smith
mobiel)
• "Dial 1 248 555 1212" (kies
1 248 555 1212)
• “Redial” (Opnieuw kiezen)
Microfoon uitschakelen (of inschakelen)
tijdens gesprek
• Druk tijdens een gesprek op de schermtoets
"Mute" (dempen) in het hoofdscherm
Phone om het gesprek te dempen of het
dempen ongedaan te maken.
Actieve gesprekken doorverbinden tussen
handset en voertuig
• Druk tijdens een lopend gesprek op de
schermtoets "Transfer" (doorverbinden) in
het hoofdscherm Phone om een lopend
gesprek door te verbinden tussen de hand-
set en het voertuig.
Phonebook (telefoonboek)
Het Uconnect systeem zal het telefoonboek
van uw gekoppelde telefoon automatisch syn-
chroniseren als deze functie door uw telefoon
wordt ondersteund. Contactpersonen uit het
telefoonboek worden telkens bijgewerkt wan-
neer de telefoon wordt verbonden. Als de
vermeldingen uit uw telefoonboek niet in het
systeem worden opgenomen, controleert u de
instellingen op uw telefoon. Bij sommige
telefoons moet u deze functie handmatig
activeren.
• U kunt in het telefoonboek bladeren op het
aanraakscherm van het Uconnect systeem,
maar bewerken kan alleen worden uitge-
voerd op uw telefoon. Om te bladeren, kiest
u de schermtoets "Phone" (telefoon) en
vervolgens de schermtoets "Phonebook"
(telefoonboek).
MULTIMEDIA
306