WAARSCHUWING!
antennes te veranderen. ALS UW VOER-
TUIG OM EEN OF ANDERE REDEN AC-
CUVOEDING VERLIEST (ZOALS ON-
DER MEER TIJDENS OF NA EEN
ONGEVAL), ZULLEN OOK DE MTC+
FUNCTIES, APPS EN SERVICES NIET
WERKEN.
• De controller van het beveiligingssys-
teem voor inzittenden schakelt het waar-
schuwingslampje voor het airbagsys-
teem in de instrumentengroep in als er
een storing wordt gedetecteerd in een
van de onderdelen van het airbagsys-
teem. Als het waarschuwingslampje voor
het airbagsysteem brandt, werkt het air-
bagsysteem mogelijk niet goed en kan
het SOS-Emergency Call-systeem moge-
lijk geen signaal naar de alarmcentrale
zenden. Als het waarschuwingslampje
voor het airbagsysteem brandt, dient u
contact op te nemen met het servicenet-
werk om het airbagsysteem onmiddellijk
te laten controleren.
• Als u de LED op de SOS-Emergency
Call-knop negeert, kan dit betekenen
WAARSCHUWING!
dat u mogelijk geen gebruik kunt maken
van SOS-Emergency Call wanneer dat
nodig is. Als de LED op de SOS-
Emergency Call-knop rood brandt, dient
u contact op te nemen met het service-
netwerk om het SOS-Emergency Call-
systeem onmiddellijk te laten controle-
ren.
• Als een inzittende mogelijk in gevaar is
(bijv. als er vuur of rook zichtbaar is, bij
gevaarlijke verkeersomstandigheden of
een gevaarlijke locatie), wacht dan niet
tot u spraakcontact met een centralist
van de alarmcentrale hebt. Alle inzitten-
den dienen de auto onmiddellijk te ver-
laten en zich naar een veilige plek te
begeven.
• Het niet uitvoeren van periodiek onder-
houd en regelmatige controles aan uw
voertuig kan leiden tot schade aan uw
voertuig, een ongeval of ernstig letsel.Veelgestelde vragen:
Wat gebeurt er als ik per ongeluk op de SOS-
Emergency Call-knop druk?
• U hebt na het indrukken van de noodknop
10 seconden de tijd om de oproep te annu-
leren. Om de oproep te annuleren, drukt u
nogmaals op de knop.
Wat voor soort informatie wordt verzonden wan-
neer ik een SOS-Emergency Call doe vanuit mijn
voertuig?
• Bepaalde voertuiginformatie, zoals het VIN,
wordt doorgegeven samen met de laatst
bekende GPS-locatie. De medewerker van
de alarmcentrale kan gesprekken en gelui-
den in uw voertuig opnemen zodra er ver-
binding is. Door gebruik te maken van de
dienst gaat u ermee akkoord dat deze infor-
matie wordt gedeeld.
Wanneer kan ik de SOS-Emergency Call-knop
gebruiken?
• U kuntALLEENgebruikmaken van de SOS-
Emergency Call-knop om een oproep te
plaatsen als u of iemand anders noodhulp
nodig heeft.
189
6. Draai de fitting linksom en verwijder hem
van de lamp.
7. Trek de gloeilamp uit de fitting.
8. Vervang de lamp en breng de fitting weer
aan.
9. Sluit de elektrische stekker aan.
10. Breng het bekledingspaneel en de sier-
strip weer aan.
11. Sluit de achterklep.
Kentekenverlichting
1. Druk met een kleine schroevendraaier de
borglip aan de zijkant van de lamp naar
binnen en trek de lamp naar beneden toe
los.
2. Trek de lamp uit de fitting, vervang hem
en breng de lampeenheid weer op zijn
plaats. Zorg ervoor dat de borglip weer
vastzit.
Mistlamp achter
1. Druk met een kleine schroevendraaier of
staafje de borglip aan de buigzame zijde
van de lamp in en trek de lampeenheid
naar buiten om deze te verwijderen.2. Maak de stekker los.
3. Draai de fitting linksom en verwijder hem
van de lamp.
4. Trek de gloeilamp uit de fitting.
5. Vervang de lamp en draai de fitting
rechtsom om hem opnieuw aan te
brengen.
6. Sluit de elektrische stekker aan.
7. Breng de lamp weer aan door de haak aan
de mistlampzijde over de borglip in de
bumperopening te schuiven en de bui-
zame zijde in de bumper te drukken zodat
de lampeenheid op zijn plaats vastklikt.
ZEKERINGEN
WAARSCHUWING!
• Vervang doorgebrande zekeringen uit-
sluitend door exemplaren met dezelfde
ampèrewaarde. Vervang een zekering
nooit door een zekering met een hogere
ampèrewaarde. Vervang een doorge-
brande zekering nooit door een metalen
draad of enig ander materiaal. Plaats
WAARSCHUWING!
geen zekering in de holte van een
stroomonderbreker of vice versa. Als u
nalaat de juiste zekeringen te gebruiken,
kan dit resulteren in ernstig persoonlijk
letsel, brand en/of schade aan eigen-
dommen.
• Voordat u een zekering vervangt, moet u
ervoor zorgen dat het contact is uitge-
schakeld en dat alle andere services zijn
uitgeschakeld.
• Als de vervangen zekering opnieuw door-
brandt, neem dan contact op met een
erkende dealer.
• Als een algemene beveiligingszekering
voor veiligheidssystemen (airbagsys-
teem, remsysteem), krachtbronsyste-
men (motorsysteem, versnellingsbaksys-
teem) of het besturingssysteem
doorbrandt, dient u contact op te nemen
met een erkende dealer.
193
Locatie Meszekering Patroonzekering Omschrijving
F85 – – Niet in gebruik
F86 20 A geel – Claxons – indien uitgerust met motorop-
tie Stop/Start
F87A 20 A geel – HID-koplamp links – indien uitgerust
met motoroptie Stop/Start
F88 15 A blauw – Waarschuwingslampje voor de veilig-
heidsgordels (SBR)
F89 10 A rood – Hoogteverstelling koplampen – indien
aanwezig
F90 – – Niet in gebruik
F91 20 A geel – Aansluitcontact achter – indien aanwe-
zig – door de klant te selecteren
F92 – – Niet in gebruik
F93 – 40 A groen Remsysteemmodule (BSM) – pompmo-
tor
F94 – 30 A roze Elektrische handrem (EPB) – rechts
F95 10 A rood – Elektrochromatische spiegel/
regensensor/schuifdak – indien
aanwezig/schakelaar passagiersruit/
aansluitcontact console/digitale tv (al-
leen Japan)
F96 10 A rood – Controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden (ORC)/(airbag)
F97 10 A rood – Controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden (ORC)/(airbag)
F98 25 A transparant – Audioversterker – indien aanwezig
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
200
UITGEBREID ONGELUK-
KENRESPONSSYSTEEM
(EARS)
Deze auto is uitgerust van een uitgebreid
ongelukkenresponssysteem.
Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssyste-
men voor inzittenden" in het hoofdstuk "Vei-
ligheid" voor meer informatie over de functie
uitgebreid ongelukkenresponssysteem
(EARS).
EVENT DATA RECORDER
(EDR)
Deze auto is uitgerust met een Event Data
Recorder (EDR). Het belangrijkste doel van
de EDR is het registreren van gegevens die
helpen om te begrijpen hoe voertuigsystemen
zich gedragen bij bepaalde aanrijdingen of
bijna-aanrijdingen, zoals de activering van
een airbag of een botsing tegen een obstakel.Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssyste-
men voor inzittenden" in het hoofdstuk "Vei-
ligheid" voor meer informatie over de Event
Data Recorder (EDR).
225
Aandrijving op alle wielen (AWD).....152
Aanhangergewicht..............181
Aanhangwagen trekken...........181
Aanvullend veiligheidssysteem -
Airbag...................112
ABS, waarschuwingslampje.........72
Accessoires..................275
Mopar...................275
Accu...................68, 243
Accu,
laadsysteemlampje............68
Achterklep................56, 57
Achterligger..................93
Achtermistlamp...............193
Achterruitwisser/-sproeier..........41
Achteruitrijcamera.............179
Achteruitrijden................179
Activeringssysteem (alarmsysteem)....22
Adaptieve cruisecontrol (ACC)
Aan .................166, 169
Uit .................166, 169
Adaptieve cruisecontrol (ACC)
(cruisecontrol)..............166
Additieven, brandstof............267Afstandsbediening,
startsysteem...............21
Airbag.....................112
Airbagwaarschuwingslampje.....111
Airbag,
als een airbag wordt opgeblazen . . .118
Airbag
Event Data Recorder (EDR)......225
Frontairbag...............112
Airbag,
kniebescherming............114
onderhoud................120
onderhoud van uw airbagsysteem . .120
Airbag
Redundant waarschuwingslampje
airbag..................112
Airbag,
uitgebreide ongelukkenrespons. . . .119
Airbag
Versnelde ongevalreactie........225
Vervoer van huisdieren.........133
Werking airbag..............113
Airbag Lampje
..........66, 111, 135
Airco, filter...................51
Aircosysteem..................49Airco, tips voor gebruik...........50
Alarm,
beveiligingsalarm.............67
Alarm
Het systeem inschakelen........22
Het systeem uitschakelen........23
Alarm (beveiliging)..............22
Alarmknipperlichten............186
Alarmsysteem...............22, 67
Alarm inschakelen............22
Alarm uitschakelen............23
Alarmsysteem (beveiliging).........22
Antiblokkeersysteem (ABS).........80
Anti-ongevalsysteem FCW
(Forward Collision Warning).......94
Antivries (motorkoelvloeistof).......272
assistentie..................186
Audio-aansluiting..............295
Automatische koplampen.......36, 37
Automatische portiervergrendelingen . . .27
Automatische temperatuurregeling
(ATC).....................49
Automatische transaxle..........149
Automatische versnellingsbak.......150
INDEX
339
USB-poort..................295
Vastgelopen voertuig, bevrijden......220
Vastgereden voertuig bevrijden......220
Veiligheidscontrole aan de buitenkant van
het voertuig................137
Veiligheidscontrole in het voertuig. . . .135
Veiligheidscontroles.............134
Veiligheidsgordel
Automatisch blokkerend oprolmecha-
nisme (ALR)...............109
Driepuntsgordels............104
Gordelspanner.............108
Spankrachtbegrenzer..........109
Verstelbaar ankerpunt
schoudergordel.............107
Waarschuwing veiligheidsgordel . . .103
Werking driepuntsgordels.......106
Zwangere vrouwen...........108
Veiligheidsgordels..........102, 135
Veiligheidsgordels,
achterbank...............104
controle.................135
gordelspanners.............108
herinnering................65
instructies voor gebruik........106
ontwarren.................107verdraaide driepuntsgordel
ontwarren.................107
verstelbare bovenste schoudergesp .107
verstelbare schouderriem.......107
voorstoel.................102
voorstoel.............104, 106
zwangere vrouwen............108
Veiligheidstips................134
Veiligheid, uitlaatgassen..........134
Veiligheid van auto controleren......134
Velgen en wieldoppen...........256
Vergrendelingen...............137
Vergrendelingen,
motorkap.................55
Vergrendeling rem/versnellingsbak. . . .150
Verlichting,
achtermistlicht
.............193
airbag................66, 111
airbag...................135
alarmsysteem...............67
bandenspanningscontrole........70
bandenspanningscontrole.......96
controlelampje afdalingsregeling....88
cruisecontrol..........74, 75, 76
dagrijverlichting.............36
exterieur.................137
indicatielampje tractiecontrole.....86koplampen................36
lampen vervangen............190
mistlampen................74
onderhoud................190
parkeerlichten..............37
parkeerlichten...............75
richtingaanwijzers......38, 75, 137
storingslampje motorcontrole......69
waarschuwing (beschrijving
instrumentenpaneel)..........67
waarschuwingsknipperlichten. . . .186
waarschuwingslampje laag
brandstofniveau.............72
waarschuwingslampje
motortemperatuur............67
waarschuwingslampje
rembekrachtiging.............86
waarschuwingslampje remmen.....66
waarschuwingslampje
veiligheidsgordels............65
Versnelde ongevalreactie......119, 225
Versnellingen.................147
Versnellingsbak...............150
Versnellingsbak,
automatisch...............150
automatisch...............242
handgeschakeld............146
345