3-144
Kenmerken van uw auto
Automatisch ontwasemings-
systeem
(alleen voor verwarmings- en
ventilatiesysteem, indien vantoepassing)
Het automatische ontwasemings-
systeem verkleint de kans op het
beslaan van de binnenzijde van de
voorruit doordat de aanwezigheid
van vocht aan de binnenzijde van de
voorruit automatisch gesignaleerd
wordt.
Het automatische ontwasemings-
systeem werkt als de klimaatregeling
ingeschakeld is.Informatie
Het automatische ontwasemings-
systeem werkt mogelijk niet goed
wanneer de buitentemperatuur
temperatuur lager is dan -10 °C. Houd de toets voor de
voorruitontwaseming gedurende 3
seconden ingedrukt om het
automatische ontwasemingssysteem
uit te schakelen of in te stellen. Het
symbool ADS OFF wordt
weergegeven op het klimaatdisplay
om u te informeren dat het systeem is
uitgeschakeld. Volg bovengenoemdeprocedure om het automatische
ontwasemingssysteem weer in te
schakelen. Het symbool ADS OFF
verdwijnt vervolgens.
Nadat de accu losgekoppeld is
geweest of te ver ontladen is geraakt,
is de automatische ontwaseming
standaard ingeschakeld.
Informatie
Schakel voor een optimale werking
niet de stand RECIRCULATIE in als
het automatische ontwasemings-
systeem in werking is. Verwijder de behuizing van de
sensor boven aan de voorruit aan
bestuurderszijde niet.
Eventuele schade aan onderdelen
die hierdoor kan ontstaan, valt
niet onder de fabrieksgarantie.
AANWIJZING
i
i
4-35
Multimediasysteem
4
Instellingen
Toegang tot de instellingen voor
display, geluid, datum/tijd, Bluetooth,
systeem en uitschakelen display.
Druk op de toets [SETUP/CLOCK]
van het audiosysteem.
Scherm
Druk op de toets [SETUP/CLOCK]
van het audiosysteem Selecteer
[Scherm].
• Verlichting: De helderheid wordt automatisch aangepast
overeenkomstig het gebruik van de
koplampen.
• Helderheid: De helderheid van het audioscherm kan worden
gewijzigd.
• Screensaver: Stel de informatie in die wordt weergegeven wanneer
het audiosysteem of het scherm
wordt uitgeschakeld.
Geluid
Druk op de toets [SETUP/CLOCK]
van het audiosysteem Selecteer
[Geluid].
• Balans: De balans van het geluid en de fader kunnen worden afgesteld.
• Equalizer: De toonkleur van het geluid kan worden afgesteld. • Snelheidsafhankelijke volume: Het
volume wordt automatisch
aangepast aan de rijsnelheid.
• Voorrang voor parkeersensoren achter: Het geluidsvolume van het
audiosysteem wordt automatisch
lager bij het achteruitrijden.
Klok
Druk op de toets [SETUP/CLOCK]
van het audiosysteem Selecteer
[Klok].
• Tijd instellen: Stel de tijd in die op het audioscherm wordt
weergegeven.
• Tijdnotatie: Kies tussen een 12- uursweergave en een 24-
uursweergave.
• Datum instellen: Stel de datum in die op het audioscherm wordt
weergegeven.
5
ISG (Idle stop & go) .............................................5-51Activeren van het ISG-systeem...................................5-51
In de volgende gevallen wordt het automatisch
starten tijdelijk uitgeschakeld......................................5-54
Deactiveren van het ISG-systeem .............................5-55
Storing ISG-systeem ......................................................5-55
Deactiveren van accusensor ........................................5-55
In drive-stand geïntegreerd regelsysteem.......5-57
Blind-spot collision warning-systeem (BCW) .5-60 BCW (Blind-Spot Collision Warning-systeem) .........5-61
RCCW (Waarschuwing botsing kruisend
verkeer achterkant)........................................................5-63
Detectiesensor .................................................................5-65
Beperkingen van het system .......................................5-66
Forward collision-avoidance assist (FCA)- type
met sensorfusie (radar voor + camera voor) .5-68 Systeeminstelling en -activering.................................5-68
FCA-waarschuwingsmelding en systeemregeling...5-70
FCA-sensor .......................................................................5-72
Storing in het systeem...................................................5-74
Beperkingen van het systeem .....................................5-75 Lane keeping assist-systeem (LKA) .................5-81
Werking LKA .....................................................................5-82
Waarschuwingslampje en -melding............................5-86
Beperkingen van het systeem .....................................5-87
Wijzigen functie LKA-systeem ....................................5-88
Driver attention warning-systeem (DAW) .......5-89 Systeeminstelling en -
activering Systeeminstelling .........................................5-89
Resetten van het systeem ............................................5-90
Systeem standby .............................................................5-91
Storing in het systeem...................................................5-91
Snelheidsbegrenzingssysteem ...........................5-93 Bediening snelheidsbegrenzer .....................................5-93
Cruise control .......................................................5-95 Werking cruise control ..................................................5-95
Rijden onder speciale rijomstandigheden ......5-101 Rijden onder moeilijke omstandigheden .................5-101
Op eigen kracht lostrekken van de auto ...............5-101
Vloeiend nemen van bochten ....................................5-102
Rijden in het donker ....................................................5-102
Rijden in de regen ........................................................5-103
Doorwaden van water .................................................5-104
Rijden met hoge snelheden........................................5-104
Verkleinen van de kans op over de kop slaan ......5-104
5-55
Rijden met uw auto
5
Deactiveren van het ISG-systeem
• Druk op de ISG OFF-knop om hetISG-systeem te deactiveren. Dan gaat het controlelampje in de ISG
OFF-knop branden en wordt de
melding "Auto Stop uit”
weergegeven in het LCD-display.
• Druk nogmaals op de ISG OFF- knop om het ISG-systeem weer
te activeren. Dan gaat hetcontrolelampje in de ISG OFF-
knop UIT.
Storing ISG-systeem
Het ISG-systeem werkt mogelijk
niet:
Als er een storing is in de ISG- sensoren of het ISG-systeem.
Het volgende gebeurt als er een
storing is in het ISG-systeem:
•Het controlelampje AUTO STOP
( ) in het instrumentenpaneel
knippert geel.
• Het lampje in de ISG OFF-knop zalgaan branden. Informatie
• Als u het controlelampje in de ISG OFF-knop niet UIT kunt zetten
door op de ISG OFF-knop te
drukken of als de storing in het ISG-
systeem blijft bestaan, adviseren we
u contact op te nemen met een
officiële HYUNDAI-dealer.
• U kunt het controlelampje in de toets ISG OFF UIT zetten door 2
uur lang met een snelheid van meer
dan 80 km/h te rijden met de
aanjagersnelheid in een lagere stand
dan stand 2. Als het controlelampje
in de toets ISG OFF blijft branden,
adviseren we u contact op te nemen
met een officiël HYUNDAI-dealer.
Deactiveren van accusensor
[A] : Accusensor
De accusensor wordt gedeactiveerd
als voor onderhoudswerkzaam
-
heden de minkabel van de accu is losgenomen.
In dat geval werkt het ISG-systeem
beperkt omdat de accusensor is
gedeactiveerd. Daarom moet de
bestuurder de volgende procedures
volgen om de accusensor te
reactiveren na het losnemen van deaccukabel.
i
Als de motor in de Auto Stop-
modus staat, kan de motor
mogelijk opnieuw gestart
worden. Zet de motor uit
alvorens de auto te verlaten of de
motorruimte te gaan controlerendoor het contact in stand
LOCK/OFF te zetten of door decontactsleutel te verwijderen.
WAARSCHUWING
OOS057015L
5-56
Rijden met uw auto
Voorwaarden voor reactiverenvan de accusensor
Laat de motor gedurende 4 uur UIT
staan en probeer daarna 3 tot 4
keer de motor te starten om de
accusensor te reactiveren.
Sluit in geen geval een accessoire
(bijvoorbeeld navigatiesysteem en
black box) aan op de auto als de
motor UIT staat. Als u dat wel doet,
wordt de accusensor mogelijk niet
gereactiveerd.
Informatie
Het ISG-systeem werkt in de volgende
situaties mogelijk niet.
- Er is een storing aanwezig in het ISG-systeem.
- De accuspanning is laag.
- Het vacu
5-60
Rijden met uw auto
[A]: Dode hoek, [B]: Nadert met hoge snelheid
Het Blind-Spot Collision Warning-
systeem (BCW) maakt gebruik van
radarsensoren in de achterbumper omde situatie in de gaten te houden en de
bestuurder te waarschuwen wanneer
een voertuig nadert in de dode hoek.
Het systeem bewaakt het gedeelte
achter de auto en levert informatie
aan de bestuurder door middel vaneen geluidssignaal en een
controlelampje in de buitenspiegels.(1) BCW: Dode hoek
Het bereik van de BCW is
afhankelijk van de rijsnelheid.
Onthoud dat als uw auto veel
sneller rijdt dan de voertuigen om u
heen, de waarschuwing niet zal
worden gegeven.
(2) BCW: Nadert met hoge snelheid De Nadert met hoge snelheid
waarschuwt u wanneer een voertuig
met hoge snelheid nadert vanuit een
aangrenzende rijstrook. Als de
bestuurder de richtingaanwijzer
inschakelt wanneer het systeem
een naderend voertuig signaleert,laat het systeem een geluidssignaal
horen. De afstand tot het naderende
voertuig kan variëren, afhankelijk
van de relatieve snelheid.
(3) RCCW (Rear Cross-Traffic Collision Warning)
De RCCW houdt verkeer van links
en rechts in de gaten wanneer uw
auto achteruitrijdt. De functie werkt
wanneer de auto achteruitrijdt met
een snelheid lager dan ongeveer10 km/h. Als naderend verkeer van links of
rechts wordt gesignaleerd, klinkt
er een waarschuwingszoemer.De afstand tot het naderende
voertuig kan variëren, afhankelijk
van de relatieve snelheid.
BLIND-SPOT COLLISION WARNING-SYSTEEM (BCW) (INDIEN VAN TOEPASSING)
•Houd tijdens het rijden altijd de wegomstandigheden in de
gaten en wees alert op
onverwachte situaties, zelfswanneer het Blind-Spot
Collision Warning (BCW)systeem in werking is.
•Het Blind-Spot Collision
Warning-systeem (BCW) is
geen vervanging voor een
juist en veilig rijgedrag. Rijdaltijd veilig en wees
voorzichtig bij het wisselen
van rijstrook of
achteruitrijden. Het Blind-Spot
Collision Warning-systeem
(BCW) signaleert mogelijk nietalle objecten naast de auto.
WAARSCHUWING
OOS057099L
A
B
5-63
Rijden met uw auto
5
RCCW (Waarschuwing botsing
kruisend verkeer achterkant)
(indien van toepassing)
De Waarschuwing botsing kruisend
verkeer achterkant houdt verkeer
van links en rechts in de gaten
wanneer uw auto achteruitrijdt.
Werking
Inschakelen:
Ga naar 'Gebruikersinstellingen →
Bestuurdershulp en selecteer
Waarschuwing botsing kruisend
verkeer achterkant' op het LCD
display.
Het systeem wordt automatisch
ingeschakeld en in de stand-
bymodus gezet om te worden
geactiveerd. Als u deze functie in het
instrumentenpaneel deactiveert,
wordt het systeem uitgeschakeld.
Zie Modus Gebruikersinstellingen in
hoofdstuk 3 voor meer informatie. Informatie
Als de auto wordt uitgezet en weer
wordt gestart, keert het BCW-systeem
terug naar de vorige status.
Het systeem wordt geactiveerd als de
rijsnelheid lager is dan 10 km/h en de
selectiehendel in stand R (achteruit)
staat.
Het Waarschuwing botsing kruisend
verkeer achterkant is ongeveer 0,5 m -
20 m. Het detectiebereik van de Rear
Cross Traffic Alert (RCTA) is
ongeveer 0,5 - 20 m links en rechts
opzij van de auto. Een naderende auto
wordt gesignaleerd als de rijsnelheid
ervan tussen 4 km/h en 36 km/h is.
Het detectiebereik is mogelijk
afhankelijk van de omstandigheden.
Rijd altijd voorzichtig en houd uw
omgeving goed in de gaten wanneer u
achteruitrijdt.
Type waarschuwing
Als de auto die door de sensoren is
gesignaleerd uw auto nadert, klinkt
de waarschuwingszoemer, knippert
het waarschuwingslampje in de
buitenspiegel en verschijnt er een
melding in het LCD-display.
i
■ Links■ Rechts
OOS057031/OOS057032
5-65
Rijden met uw auto
5
• Het systeem wordt mogelijkuitgeschakeld ten gevolge van
elektromagnetische golven.
Detectiesensor
De sensoren bevinden zich in de
achterbumper. Om het systeem goed te kunnen
laten werken, moet de achterbumperte allen tijde schoon zijn.
Waarschuwingsmelding
Waarschuwingssysteem voor
dodehoekbotsing (BCW)
uitgeschakeld.
Radar is geblokkeerd
• Deze waarschuwingsmeldingverschijnt mogelijk als:
- Eén of beide sensor(en) op deachterbumper geblokkeerd is/zijn
door vuil of sneeuw o.i.d.
- Op het platteland wordt gereden waar de BCW-sensor gedurende
een langere periode geen ander
voertuig signaleert.
- In slecht weer, bijvoorbeeld bij hevige sneeuw of regen. - Er hangt een aanhanger of
fietsendrager achter de auto.
Koppel de aanhanger los of
verwijder de drager om het BCW-
systeem te kunnen gebruiken.
Als een van deze omstandigheden
zich voordoet, dooft het lampje in de
BCW-schakelaar en wordt het
systeem automatisch uitgeschakeld.
Wanneer de waarschuwingsmelding
Waarsch. Dodehoekbotsing (BCW)
geannuleerd in het
instrumentenpaneel wordt
weergegeven, controleer dan of het
gebied waar de sensor op de
achterbumper is geplaatst vrij is van
vuil of sneeuw. Verwijder vuil, sneeuw
e.d. die de werking van de
radarsensoren kan hinderen.
Nadat het vuil e.d. is verwijderd, zou
het BCW-systeem na ongeveer 10
minuten rijden weer normaal moeten
werken.
Laat uw auto nakijken door een
officiële HYUNDAI-dealer als het
systeem nog steeds niet normaal
werkt.
OOS057027
OOS057077L