Algemene functies
Knop Functies Modus
Inschakelen knop kort indrukken
Uitschakelen toets lang indrukken
Volumeregeling draai aan knop
RADIOSelecteer de radiobron FM, AM, DAB (waar voorzien) Kort achter elkaar indrukken
ABC-123456Selecteer vooringestelde actieradius Kort achter elkaar indrukken
MEDIA
Selecteer Audio
Bluetooth®/USB/iPod, AUXKort achter elkaar indrukken
(Start/Pauze)Activeer Start/Pauze voor de mediabron
Activeer Mute voor de radio en AUX-bronnenKnop kort indrukken
Audioregeling: lage tonen (BASS), hoge tonen
(TREBLE), balans rechts/links (BALANCE), balans
voor/achter (FADER) (waar voorzien)Menu inschakelen: toets kort indrukken
Type regeling selecteren: toetsofindrukken.
Waarde instellen: toetsofindrukken.
MENURegeling geavanceerde functiesMenu inschakelen: toets kort indrukken
Type regeling selecteren: toets
ofindrukken.
Waarde instellen: toetsofindrukken.
212
MULTIMEDIA
Knop Functies
/
Uitschakeling van een spraakherkenning
In-/uitschakelen Audio Mute
Het lezen van een SMS-bericht onderbreken
Het hoofdmenu verlaten vanBluetooth®
Submenu afsluiten en naar vorige menuoptie terugkeren
Huidige menu-optie afsluiten zonder op te slaan
Microfoon tijdens een telefoongesprek uitschakelen/inschakelen
Volume van de beltoon van inkomende gesprekken op nul zetten
Spraakherkenning inschakelen
Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven
+/-
Pas het audiovolume aan van alle functies: hands-free, berichtenlezer, multimedia-ondersteuningen,
spraakberichten, Radio, USB, afhankelijk van de actieve bron.
Menu-items op het paneel doorlopen
Selecteer multimedia-ondersteuningsnummers
SMS-berichten in de lijst doorlopen
Toegang tot het radiomenu weergegeven op het instrumentenpaneel
SRC/OK
Handmatig de gekozen menuoptie bevestigen
Selecteer bronnen: FM, AM, DAB (waar voorzien),Bluetooth® AUDIO, USB en AUX
Selecteer het SMS-bericht op het instrumentenpaneel
De functies van het stuurwiel worden ingeschakeld wanneer de knop wordt losgelaten.
216
MULTIMEDIA
ALGEMENE INFORMATIE
De Uconnect Radio is voorzien van de
volgende functies:
Radiosectie
PLL-tuner met FM/AM/MW
golfbanden (waar voorzien);
RDS (Radio Data System) met
TA-functie (verkeersinformatie) - TP
(verkeersprogramma's) - EON
(Enhanced Other Network) - REG
(regionale programma's);
AF: zoeken naar alternatieve
frequenties in RDS;
automatisch/handmatig afstellen op
stations;
FM Multipath detector;
handmatige opslag van 36 of 54
stations: 18 in de FM band (6 in FM-A,
6 in FM-B en 6 in FM-C) en 18 in AM
(6 in AM-A, 6 in AM-B en 6 in AM-C) en
18 in DAB (waar voorzien);
SPEED VOLUME functie:
automatische volumeregeling op basis
van de autosnelheid;
automatische Stereo/Mono selectie.
Audiogedeelte
Mute-functie;
Soft-Mute functie;
Loudness functie
grafische 7-bands equalizer;
Gescheiden regeling hoge/lage
tonen
Balansregeling linker/rechter
kanalen.
Bluetooth®
Voor deBluetooth® functie, zie de
beschrijving in de speciale paragraaf.
USB/iPod sectie
Voor de USB/iPod-functie, zie de
beschrijving in de speciale paragraaf.
AUX-gedeelte
Selectie AUX-bron;
AUX Offset functie: aanpassing
volume van draagbaar apparaat aan
dat van andere bronnen;
Draagbare speler afspelen.
OPMERKING Het is niet mogelijk de
AUX-bron informatie te bekijken op het
radiodisplay
FUNCTIES EN
INSTELLINGEN
Inschakelen
De Uconnect Radio wordt ingeschakeld
als er kort op de toets/knop
(ON/
OFF) wordt gedrukt.Als de Uconnect Radio ingeschakeld
wordt wanneer de sleutel wordt
verwijderd uit het contactslot, zal deze
automatisch uitschakelen na ongeveer
20 minuten (als deze tijd is ingesteld).
Nadat de Uconnect Radio zichzelf
automatisch heeft uitgeschakeld, kan
hij weer 20 minuten extra worden
ingeschakeld door op de
(ON/OFF)
knop te drukken.
Uitschakelen
Lang drukken op knop
(ON/OFF).
Volumeregeling
Om het volume af te stellen, draai aan
de draaiknop
.
Als het volumeniveau wordt gewijzigd
tijdens het uitzenden van
verkeersinformatie, dan blijft deze
nieuwe instelling slechts gehandhaafd
tot het einde van deze
verkeersinformatie.
Mute-functie
(het volume uitzetten)
Druk op de knop
/op het
stuurwiel om de Mute-functie in te
schakelen. In de radiobron verschijnen
het woord “MUTE” en de actieve bron.
Druk nogmaals op de knop
/op
het stuurwiel om de Mute-functie uit
te schakelen.
217
Audio-instellingen
De functies die kunnen worden
geselecteerd in het audio-menu
wijzigen afhankelijk van de context:
AM/FM en DAB (waar aanwezig)/USB/
iPod/Bluetooth®/AUX.
Druk kortstondig op de AUDIO-toets
om de audiofuncties te veranderen. Na
de eerste druk op de AUDIO-toets,
toont het display de waarde van het
bass-niveau voor de op dat moment
ingeschakelde bron (bijv. bij gebruik van
FM, toont het display het opschrift
"FM Bass +2").
Gebruik de
oftoets om door de
menufuncties te lopen. Gebruik voor
het wijzigen van de instelling van de
gekozen functie de
oftoetsen.
De huidige status van de gekozen
functie verschijnt op de display.
De functies waarin het menu voorziet
zijn:
BASS: regeling van lage tonen;
HOOG: regeling hoge tonen;
BALANS: regeling balans rechts/
links;
FADER: regeling balans voor/achter
(waar voorzien);
LOUDNESS: inschakeling/
uitschakeling van de toename van bass
en hoge tonen;
EQUALIZER: activering en selectie
van in de fabriek ingestelde
equalizerniveaus;
MY EQ: persoonlijke
equalizerinstelling.
MENU
Functies MENU-toetsen
Druk kortstondig op de MENU toets om
de Menu-functie te activeren.
Gebruik de
oftoets om door de
menufuncties te lopen. Gebruik voor
het wijzigen van de instelling van de
gekozen functie de
oftoetsen.
De functies waarin het menu voorziet
zijn:
AF SWITCHING: automatische
inschakeling/uitschakeling van de
selectie van het station met het sterkste
signaal dat hetzelfde programma
uitzendt.
OPMERKING FM in DAB (indien
voorzien; de radio schakelt automatisch
naar FM in geval van een laag
DAB-signaal en terug naar DAB zodra
het signaal beschikbaar is) wordt
ingeschakeld door het inschakelen van
AF.
TRAFFIC INFORMATION:
inschakeling/uitschakeling van
verkeersinformatie.OPMERKING Verkeersinformatie wordt
alleen ingeschakeld als afgestemd op
het station dat de aankondiging
uitzendt.
DAB INFO CATEGORIES (alleen
ingeschakeld voor DAB-bronnen):
afzonderlijke categorie
inschakelen/uitschakelen (Financieel,
Nieuwsflits, Programma-info, Spec
evenement, Sportrapportage,
Waarschuwing, Weer).
REGIONAL MODE: inschakeling/
uitschakeling van regionale
programma’s.
MP3-DISPLAY: MP3 display-
instelling.
SPEED VOLUME: automatische
snelheidsafhankelijke volumeregeling.
RADIO ON VOLUME: in-/
uitschakeling maximumlimiet
radiovolume.
RADIO OFF: off mode selectie.
SYSTEM RESET: resetten van
fabrieksinstellingen.
Druk opnieuw op de MENU-toets om
de Menu-functie te verlaten.
OPMERKING De instellingen AF
SWITCHING, TRAFFIC INFORMATION
en REGIONAL MODE zijn alleen bij
FM mogelijk.
218
MULTIMEDIA
RADIO (Tuner)
Om de Radiofunctie te selecteren
tijdens het beluisteren van een andere
audiobron, druk een aantal keer kort op
de RADIO-knop om de gewenste
golfband te selecteren, FM AM of DAB
(waar voorzien).
Zodra de Radio is ingeschakeld, toont
de display de naam (alleen RDS-
stations), de frequentie van het gekozen
station, de gekozen golfband (bijv.
FMA) en het nummer van de
voorkeuzetoets (bijv. P1).
Elke keer dat op de toets wordt
gedrukt, worden de FM, AM en DAB
golfbanden (waar voorzien) na elkaar
gekozen.
Voorkeuzetoetsen
De toetsen met de nummer 1 t/m 6
worden voor het instellen van de
volgende voorkeuzestations gebruikt:
18 in de FM golfband (6 in FM-A,
6 in FM-B en 6 in FM-C);
18 in de AM golfband (6 in AM-A, 6
in AM-B en 6 in AM-C).Om een vooringesteld station te
beluisteren, selecteer de gewenste
frequentiegolfband met de
RADIO-knop, druk kort op de
ABC-knop om de vooringestelde
golfband (A, B of C) te selecteren, en
druk dan kort op de bijbehorende
vooringestelde knop (van 1 tot 6).
Door langer dan 2 seconden op de
voorkeuzetoets te drukken, wordt het
station waarop is afgestemd
opgeslagen. De opslagfase wordt
bevestigd door een geluidssignaal.
Automatische afstemming
Druk kortstondig op de
oftoets
om automatisch te zoeken naar het
volgende station dat in de gekozen
richting ontvangen kan worden.
Handmatig afstemmen
Kies de gewenste golfband en druk
vervolgens herhaaldelijk kort op de
oftoets om het zoeken in de
gekozen richting te starten. Als de
of
toets langer ingedrukt wordt
gehouden, dan start het snel zoeken.
Dit stopt wanneer de toets wordt
losgelaten.USB/iPod MODUS
Om de USB/iPod-modus te activeren
moet het betreffende apparaat
(USB-stick of ander apparaat) in de
USB-poort in het handschoenenkastje
worden gestoken.
Als een USB/iPod apparaat bij
ingeschakeld systeem wordt
ingebracht, zullen de nummers die op
het apparaat aanwezig zijn afgespeeld
worden.
AUX-MODUS
Druk, om de AUX-bron te activeren,
meerdere malen op de MEDIA-toets of
de SRC-toets op het stuurwiel tot de
betreffende bron wordt weergegeven.
BLUETOOTH®
Bluetooth® technologie maakt het
mogelijk gebruik te maken van een
mobiele telefoon via het handsfreesys-
teem van de auto, zonder dat hiervoor
bedrading nodig is.
Om het handsfreesysteem te kunnen
gebruiken, moet men over een mobiele
telefoon metBluetooth® technologie
beschikken. Om de lijst met compati-
bele telefoons te raadplegen, zie de
website: www.mopar.eu/eigenaar.
De handsfree-functie zorgt ervoor dat
de volgende werkzaamheden kunnen
worden verricht:
219
Een telefoonnummer bellen via
spraakbediening: men kan een
telefoonnummer bellen door de cijfers
hardop uit te spreken.
Een naam uit het telefoonboek
bellen via spraakbediening: men kan
een naam uit het telefoonboek bellen
met behulp van de stem. Men kan ook
een naam uit het telefoonboek bellen
door de naam te selecteren uit de
contacten die op de display van het
instrumentenpaneel verschijnen. (Voor
deze functie moet uw telefoondirectory
gekopieerd zijn op het hands-
freesysteem van de auto).
Een gesprek aannemen: een
inkomend gesprek kan aangenomen
worden door te drukken op de
toets
op het stuurwiel.
Een gesprek weigeren: een
inkomend gesprek kan geweigerd
worden door te drukken op de
toets op het stuurwiel.
SMS-lezer
(uitsluitend beschikbaar met mobiele
telefoons die deze functie
ondersteunen)
De SMS-bericht-lezer maakt het
volgende mogelijk:
Geïnformeerd worden, via een
melding op de display van het
instrumentenpaneel, als een nieuw
SMS-bericht op de mobiele telefoon
metBluetooth® technologie is ontvan-
gen; het nummer/de naam van de
zender wordt weergegeven en het sys-
teem zal vragen of het bericht
voorgelezen moet worden.
Beheer de lijst berichten ontvangen
op uw mobiele telefoon alleen tijdens
verbinding met het actieve systeem.
Snelgids voor de SMS-
berichtenlezer
(alleen voor mobiele telefoons die deze
functie ondersteunen)
Als uwBluetooth® telefoon deze func-
tie ondersteunt, zal het systeem, wan-
neer u een nieuw SMS-bericht
ontvangt, u waarschuwen met een
geluidssignaal en u vragen of u het ber-
icht wilt lezen.
Zeg “Ja” of druk op deknop of
SRC/OK. Het systeem leest het laatst
ontvangen bericht;
Zeg “NEE” of druk op de/
knop. Het systeem zal het bericht
opslaan dat u later kunt lezen, zolang
de telefoon aan het systeem is
verbonden.
Zie voor alle functies en het gebruik van
de SMS-berichtenlezer, het hoofdstuk
“FUNCTIES VAN DE SMS-LEZER”.MULTIMEDIA FUNCTIES
Met hetMEDIA-menu kunt u de
nummers opgeslagen op een USB/
Bluetooth® AUDIO of AUX-bron
(aangesloten op de USB-uitgang) beki-
jken en beluisteren.
Het wordt aanbevolen om alleen
onbeveiligde muziekbestanden, met de
ondersteunde extensies, te laden. Als
het USB-apparaat andere formaten
heeft (bijv. .exe .cab .inf, etc.) kunnen
problemen tijdens het afspelen van
de nummers optreden.
Ga als volgt te werk om het USB-
apparaat op het systeem aan te sluiten:
Sluit het apparaat aan op het
USB-contact in het
handschoenenkastje;
Draai de contactsleutel naar de
stand MAR. Het systeem begint
automatisch uw digitale nummers te
spelen, door ze te selecteren uit een
bibliotheek die werd gecreëerd op het
moment dat het USB-apparaat werd
aangesloten.
Als het aanmaken van de
multimediabibliotheek voltooid is, kan
het systeem gebruikt worden om de
nummers weer te geven, te selecteren
en af te spelen.
220
MULTIMEDIA
Multimediabibliotheek beheren
Met de MEDIA-functie kan men digitale
audio op het USB-apparaat selecteren
door spraakherkenning of de
bedieningstoetsen op het stuurwiel te
gebruiken.
Nummers kunnen worden geselecteerd
op map, artists, muziekgenre, album
en afspeellijst.
Activeer het hoofdmenu via de knoppen
op het stuurwiel op het display van het
instrumentenpaneel, selecteer de
BLADEREN USB-optie en druk dan op
SRC/OK.
Selecteer een van de volgende items:
MAPPEN
ARTISTS
GENRES
ALBUMS
AFSPEELLIJST
en druk opSRC/OK.
selecteer “ALLES AFSPELEN” en
bevestig metSRC/OK;
selecteer het gekozen item en
bevestig metSRC/OK;
Het is ook mogelijk dezelfde functies te
bereiken met de spraakopdrachten:
druk op de knop op het stuurwiel
en zeg "BROWSE USB";
zeg een van de beschikbare opties:
"MAPPEN", "ARTISTS", "GENRES",
"ALBUMS", "AFSPEELLIJST";
selecteer “ALLES AFSPELEN” en
bevestig metSRC/OK;
selecteer het gekozen item en
bevestig metSRC/OK.
Pauze
Om het beluisterde nummer tijdelijk te
onderbreken: druk op de knop
op
het frontpaneel van de Uconnect Radio.
Om het tijdelijk onderbroken nummer
verder te beluisteren: druk op de knop
op het frontpaneel van de
Uconnect Radio.
Stop
Zeg, om het afspelen van een nummer
te stoppen, "Einde".
Zeg, om weer te beluisteren “Afspelen”.
OPMERKING De opdracht “Afspelen”
is alleen beschikbaar als het afspelen
gestopt is met de opdracht “Stoppen”.
Volgende nummer
Om handmatig naar het volgende
nummer te gaan: tijdens het luisteren
naar een digitaal nummer, druk op
(bediening op stuurwiel) of
(Uconnect Radiobediening) (waar
voorzien).Vorige nummer
Om handmatig naar het vorige nummer
terug te gaan: tijdens het luisteren
naar een digitaal nummer, druk
op
(bediening op stuurwiel) of
(Uconnect Radiobediening) (waar
voorzien).
Audiobron wisselen
Druk, om de actieve radiobron te
veranderen (Radio, USB/iPod, Tuner,
Bluetooth® Audio) op deSRC/OKof
MEDIAknop op het frontpaneel van de
Uconnect Radio, of, met spraakinterac-
tie: zeg “Selecteer bron USB/iPod,
Radio,Bluetooth® Audio”.
OPMERKING Tijdens het afspelen van
Bluetooth® audio zou er onjuiste infor-
matie met betrekking tot de telefoon
kunnen worden weergegeven. Dit ligt
niet aan de radio, maar is afhankelijk
van de informatie die door de telefoon
wordt verzonden.
BLUETOOTH® APPARAAT
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Toegang tot het naar het op het
systeem gekopieerde telefoonboek is
alleen mogelijk wanneer de mobiele
telefoon waaruit het telefoonboek
is gekopieerd, verbonden is.
221
De namen opgeslagen op de
SIM-kaart of in uw mobiele
telefoongeheugen kan op verschillende
manieren worden overgebracht naar
het systeem, afhankelijk van het model
mobiele telefoon.
De spraakopdrachten leren kennen
Tijdens de dialoog met het systeem,
kan altijd het spraakopdracht " Help "
gebruikt worden om gedetailleerde
informatie over de beschikbare
spraakopdrachten voor elke
interactieve fase te ontvangen.
Een Bluetooth® apparaat koppelen
OPMERKING Deze handeling mag
alleen uitgevoerd worden bij stilstaande
auto.
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van uw mobiele telefoon met het
systeem.
Handmatige procedure:
Activeer het Hoofdmenu door op de
MENU-knop te drukken;
selecteer de INSTELLINGEN-optie,
dan de “Koppelen”-optie.
Spraakprocedure:
Druk open zeg “Instellingen”. Zeg
dan, aan het einde van het bericht,
“Koppelen”.
Het systeem toont dan een
PIN-nummer op het display dat
gebruikt moet worden voor het
koppelen.
Zoek met de zoekfunctie van de
Bluetooth®-apparaten van uw tele-
foon naar het "Radio BT"-apparaat.
Voer, wanneer de mobiele telefoon
hierom vraagt, met het toetsenbord van
de mobiele telefoon de PIN-code in
die op de display van het
instrumentenpaneel wordt getoond. Als
de registratie geslaagd is, zegt het
systeem "Bezig naar verbinden" en
daarna wordt op het display ter
bevestiging het identificatienummer van
de geregistreerde mobiele telefoon
weergegeven.
Zodra het apparaat geregistreerd is,
vraagt het systeem, als de functie
ondersteund is door de telefoon, om
het telefoonboek te downloaden op de
Uconnect Radio.
OPMERKING Na het updaten van de
telefoonsoftware voor eigen bediening
wordt het aanbevolen de telefoon te
verwijderen uit de lijst apparaten die
gelinkt zijn aan de radio, verwijder
de koppeling van het vorige systeem uit
de lijst metBluetooth®-apparaten op
de telefoon en maak een nieuwe kop-
peling.Een nummer bellen
Druk op de stuurwielbedieningen
zeg “Bel” en dan de naam van de
contactpersoon in het telefoonboek.
Als de naam herkend wordt, zal het
systeem de informatie over de
contactpersoon weergegeven op het
display.
Het systeem vraagt u uw verzoek te
bevestigen. Zeg om te bellen "Ja"; en
anders "Nee".
Anders is het mogelijk een nummer te
bellen dat niet in het telefoonboek staat
door het nummer cijfer voor cijfer te
zeggen.
Een inkomend gesprek beheren
Wanneer er een gesprek binnenkomt,
geeft het systeem de ID van de beller
weer, waar voorzien.
Een inkomend gesprek wordt
gesignaleerd door gepersonaliseerde
beltonen van uw mobiele telefoon
(de beschikbaarheid van deze functie
hangt af van de specifieke opties van
uw telefoon).
Een oproep beantwoorden:
Om de oproep te beantwoorden,
druk op
;
Druk, om het telefoongesprek te
beëindigen, langer dan 1 seconde op
.
222
MULTIMEDIA