127)Zorg voor voldoende werkruimte bij
het opkrikken om schaafwonden aan
uw hand door contact met de grond te
voorkomen. Ook de bewegende delen van
de krik ("wormschroef" en gewrichten)
kunnen verwondingen veroorzaken: raak
deze delen niet aan. In geval van
accidenteel contact met smeervet, het
betreffende deel zorgvuldig schoonmaken.
128)Als het wieldeksel niet goed
gemonteerd is, kan het tijdens het rijden
losraken. Voer nooit werkzaamheden
aan het ventiel uit. Steek nooit
gereedschap tussen de velg en de band.
Controleer regelmatig de druk van zowel de
banden als het ruimtebesparende
reservewiel, in overeenstemming met de
drukwaarden die zijn aangegeven in het
hoofdstuk “Technische gegevens”.
129)Na het verwisselde wiel te hebben
opgetild/geblokkeerd, moet de sleutel
worden verwijderd. Draai hem NIET
linksom om hem zo gemakkelijker te
kunnen verwijderen en om te voorkomen
dat de bevestiging loskomt en het wiel niet
veilig is vastgezet .
BELANGRIJK
62)Neem zo snel mogelijk contact op met
het Fiat Servicenetwerk om het correcte
aanhaalkoppel van de wielbouten te laten
controleren.
"Fix&Go
Automatic"-KIT
130) 131)
63)2)
BESCHRIJVING
De Fix&Go Automatic-kit zit in een
speciale houder in de bagageruimte. In
deze houder zitten ook een
schroevendraaier, het sleepoog en de
trechter om te tanken in noodgevallen.
Open, om bij de kit te kunnen komen,
de achterklep, verwijder de
herconfigureerbare laadvloer en til de
vloerbedekking op.
LPG-versies
De kit zit in een tas die met klittenband
aan de voering van de bagageruimte
vastzit.
De kit fig. 128 bevat:
één busje A met afdichtmiddel,
voorzien van: een transparante
vulleiding voor het inspuiten van het
afdichtmiddel 4 en een sticker C met
daarop het opschrift MAX 80 km/h / 50
km/h die na reparatie van de band op
een goed zichtbare plaats moet worden
aangebracht (bijv. op het dashboard);
een compressor B;
een folder met aanwijzingen voor het
gebruik van de kit;
een paar handschoenen in het
compartiment van de vulleiding van het
busje D.
REPARATIEPROCEDURE
Ga als volgt te werk:
stop het voertuig op een plek die
niet gevaarlijk is voor het verkeer en
waar het wiel op veilige wijze vervangen
kan worden. De motor moet op
vluchtstroken, in parkeergarages, op
parkeerplaatsen of tankstations worden
afgezet en de ondergrond moet zo
vlak en compact mogelijk zijn;
128F0Y0624C
136
NOODGEVALLEN
Verplaats het voertuig ca. 10 m voor
een betere verdeling van het
afdichtmiddel. Stop het voertuig op een
veilige wijze, schakel de handrem in
en herstel de druk met de zwarte
vulleiding L fig. 132 tot de vereiste
waarde is bereikt. Als ook 15 minuten
na het starten de druk minder dan
1,8 bar / 26 psi is, rij dan niet verder,
maar neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Zet de auto, na ongeveer 8 km / 5 mijl
fig. 133 gereden te hebben, op een
veilige en geschikte plaats, met de
handrem ingeschakeld. Neem de
compressor en herstel de druk met de
zwarte vulleiding L fig. 132.Als de weergegeven druk hoger is dan
1,8 bar / 26 psi, herstel dan de druk
en rij voorzichtig zo snel mogelijk naar
een dealer van het Fiat Servicenetwerk.
Indien de druk echter lager is dan 1,8
bar / 26 psi, rij dan niet verder, maar
neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
OPPOMPEN
Ga als volgt te werk:
stop de auto op een veilige manier,
zoals hierboven beschreven, en schakel
de handrem in;
neem de zwarte vulleiding uit en
schroef deze stevig op het ventiel van
de band. Volg daarna de onderstaande
instructies.
Druk op de ontluchtingsknop M fig. 130
om eventuele overmatige bandendruk
weg te nemen.VERVANGING
FILTERELEMENT
Ga als volgt te werk:
gebruik alleen originele
filterelementen, die kunnen worden
aangeschaft bij het Fiat Servicenetwerk.
druk op de ontgrendelknop en til
het filterelement op, om het te
verwijderen (zie bovenstaande
beschrijving).
BELANGRIJK
130)WAARSCHUWING Overschrijd de
snelheid van 80 km/h niet. Vermijd abrupt
accelereren of remmen. De Fix&Go-kit
voorziet in een tijdelijke reparatie, daarom
moet de band zo snel mogelijk onderzocht
en gerepareerd worden door een
specialist. Alvorens de kit te gebruiken,
controleren of de band niet buitensporig
beschadigd is en dat de velg in goede
conditie is, gebruik de kit anders niet en bel
pechverhelping. Verwijder vreemde
voorwerpen niet uit de band. Laat de
compressor niet langer dan 20 minuten
achter elkaar aan staan -
oververhittingsgevaar.
131)De informatie die vereist is door het
voorschrift dat van toepassing is, staat
vermeld op het etiket van de verpakking
van de Fix&Go kit. Lees het etiket op het
busje vóór gebruik, vermijd oneigenlijk
gebruik. De kit dient gebruikt te worden
door volwassenen en mag niet gebruikt
worden door kinderen.
132F0Y0629C
133F0Y0628C
138
NOODGEVALLEN
BELANGRIJK
63)Het afdichtmiddel werkt bij
buitentemperaturen tussen -40°C en
+55°C. Het afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum. Banden met een
beschadiging van het bandoppervlak
tot een maximale diameter van 6
mm kunnen hersteld worden. Toon het
busje en het etiket aan het personeel dat
de band zal behandelen die hersteld werd
met de bandenreparatiekit.
BELANGRIJK
2)Laat het busje en het afdichtmiddel niet
in het milieu achter. Verwerk de bus en
het afdichtmiddel overeenkomstig de
nationale en plaatselijke voorschriften.
EEN LAMP
VERVANGEN
132) 133)64) 65)
ALGEMENE INSTRUCTIES
Controleer alvorens een lamp te
vervangen of de contacten zijn
geoxideerd.
Vervang defecte lampen door
exemplaren van hetzelfde type en
vermogen.
Controleer na vervanging van een
lamp in de koplamp altijd of de
koplamp goed is afgesteld.
als een lamp niet werkt, controleer
dan of de betreffende zekering is
doorgebrand alvorens de lamp te
vervangen. Om de zekeringen te vinden
wordt verwezen naar de paragraaf
“Zekeringen vervangen” in dit
hoofdstuk.BELANGRIJK Bij koude of vochtige
weersomstandigheden of na hevige
regen of een wasbeurt, kan de
binnenzijde van de koplampen of
achterlichten enigszins beslagen zijn
en/of kunnen er condensdruppels
aanwezig zijn. Dit is geen defect maar
een natuurlijk verschijnsel dat
veroorzaakt wordt door de
temperatuur- en
luchtvochtigheidsverschillen tussen de
binnen- en buitenzijde van het glas,
en dat geen negatieve invloed heeft op
de normale werking van de lichten.
Deze aanslag verdwijnt geleidelijk aan
(van het midden tot de randen) zodra
de lichten worden ingeschakeld.
139
Kabels loskoppelen
Neem, als de motor gestart is, de
kabels als volgt los:
ontkoppel het uiteinde van de
minkabel (–) van de massa op de motor
van de auto met de lege accu;
koppel het andere uiteinde van de
minkabel (–) los van de minklem (–) van
de hulpaccu;
koppel het uiteinde van de pluskabel
(+) los van de plusklem (+) van de
hulpaccu;
sluit een uiteinde van de pluskabel
(+) af van de plusklem (+) van de auto
met de lege accu.
Als het vaak nodig is om een noodstart
uit te voeren, laat de accu en het
laadsysteem van de auto dan
controleren door het Fiat
Servicenetwerk.
ROLLEND STARTEN
Probeer de motor nooit te starten door
de auto te duwen, te slepen of van
een helling af te laten rijden.
BELANGRIJK Onthoud dat de
rembekrachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken zolang
de motor niet is gestart. Om die reden
is meer kracht benodigd voor de
bediening van het rempedaal en het
stuur.BELANGRIJK Alle accessoires (bijv.
mobiele telefoons, enz.) aangesloten op
de stopcontacten van het voertuig
verbruiken stroom, ook als ze niet
worden gebruikt. Als deze apparaten te
lang bij afgezette motor aangesloten
blijven, kan de accu leeglopen met
vermindering van de levensduur van de
accu en/of startproblemen tot gevolg.
BELANGRIJK
140)Kom niet te dicht bij de koelventilator
van de radiateur: de elektrische ventilator
kan inschakelen; gevaar voor
verwondingen. Sjaals, dassen of andere
loszittende kleding kunnen door de
bewegende onderdelen worden
meegetrokken.
141)Verwijder alle metalen voorwerpen
(bijv. ringen, horloges, armbanden), die
zouden kunnen leiden tot een onbedoeld
elektrisch contact en daardoor ernstig
letsel.
142)De batterijen bevatten een zuur dat de
huid of de ogen kan verbranden. Accu's
produceren waterstof, dat uiterst
brandbaar en explosief is. Houd ze daarom
uit de buurt van vlammen of apparaten
die vonken kunnen afgeven.143)Deze startprocedure moet door
ervaren personeel verricht worden,
aangezien verkeerde handelingen
elektrische ontladingen van aanzienlijke
kracht kunnen veroorzaken. Bovendien is
accuvloeistof giftig en corrosief: vermijd
contact met huid en ogen. Houd open vuur
en brandende sigaretten uit de buurt van
de accu en veroorzaak geen vonken.
BELANGRIJK
67)Verbind de startkabel niet met de
minpool (–) van de lege accu. De
afgegeven vonk kan explosie van de accu
tot gevolg hebben en ernstige schade
veroorzaken. Gebruik alleen het specifieke
massapunt; gebruik geen andere
blootgestelde metalen onderdelen.
68)Gebruik nooit een accusnellader om de
motor te starten, aangezien deze de
elektronische systemen kan beschadigen,
met name de regeleenheden van de
ontsteking en de brandstoftoevoer.
152
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
Dankzij correct onderhoud kunnen de
prestaties van het voertuig, evenals
beperkte bedrijfskosten en het behoud
van de efficiëntie van de
veiligheidssystemen gedurende langere
tijd gegarandeerd worden.
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe.GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD .................................157
MOTORRUIMTE..............................171
ACCU OPLADEN ............................179
RUITENWISSERS/
ACHTERRUITWISSER.....................181
DE AUTO OPKRIKKEN ...................182
WIELEN EN BANDEN .....................183
CARROSSERIE ...............................183
156
ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is essentieel voor een
lange levensduur van het voertuig
onder optimale omstandigheden.
Daarom heeft Fiat een reeks controles
en onderhoudsbeurten opgesteld
die op vaste afstandsintervallen
uitgevoerd moeten worden, en, waar
aanwezig, op vaste tijdsintervallen,
zoals beschreven in het
Geprogrammeerd Onderhoudsschema.
Voor elke onderhoudsbeurt moet u
echter letten op wat er beschreven is in
het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema (bijv. het
regelmatig controleren van
vloeistofniveaus, bandendruk, enz.).
De beurten van het Geprogrammeerde
Onderhoud worden volgens een vast
tijdsschema door het Fiat
Servicenetwerk uitgevoerd. Eventuele
reparaties die nodig blijken tijdens
het uitvoeren van de diverse inspecties
en controles van het geprogrammeerd
onderhoud, mogen uitsluitend worden
uitgevoerd na uitdrukkelijke
toestemming van de eigenaar. Als de
auto dikwijls gebruikt wordt voor het
trekken van aanhangers, dan moet een
korter interval tussen de
geprogrammeerde onderhoudsbeurten
worden aangehouden.BELANGRIJK De onderhoudsbeurten
van het Geprogrammeerde Onderhoud
zijn door de fabrikant voorgeschreven.
Het niet laten uitvoeren van deze
werkzaamheden kan leiden tot het
vervallen van de garantie. Het is
raadzaam het Fiat Servicenetwerk
onmiddellijk te informeren over
eventuele kleine defecten en niet te
wachten tot de volgende
onderhoudsbeurt.
PERIODIEKE
CONTROLES
Elke 1.000 kmof vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
niveau motorkoelvloeistof;
remvloeistofpeil;
ruitensproeiervloeistofpeil;
conditie en druk banden;
werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
etc.);
werking van ruitensproeier/
wissersysteem en positie/slijtage van
ruitenwisserbladen van achterruit.
Elke3000km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.Voor 0.9
TwinAir Turbo-versies: elke3.000
km het motoroliepeil controleren en zo
nodig tot het maximum bijvullen.ZWAAR GEBRUIK
VAN DE AUTO
Als het voertuig gebruikt wordt onder
de volgende omstandigheden:
wetshandhaving (of beveiliging),
taxidiensten;
het trekken van aanhangers of
caravans;
het rijden op stoffige wegen;
talrijke korte ritten (minder dan 7-8
km) en bij buitentemperaturen onder
het vriespunt;
de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden bij
lage snelheden of als de auto lang niet
wordt gebruikt;
dienen de volgende controles vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven
in het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
remblokken van schijfremmen voor
op conditie en slijtage controleren;
sloten van motorkap en achterklep
op aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren;
visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat/brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen/slangen /bussen enz.);
157
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA (benzineversie)
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/8 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Conditie/slijtage banden controleren
en bandendruk, indien nodig,
herstellen; vervaldatum van de
"Fix&Go Automatic" reparatiekit kit
controleren (voor bepaalde versies/
markten)●●●●●●●●●●
Werking verlichtingssysteem
(koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes
instrumentenpaneel, enz.) controleren●●●●●●●●●●
Vloeistofniveaus controleren en
eventueel bijvullen (motorkoelvloeistof,
remmen/hydraulische koppeling,
ruitensproeiers, accu enz.)●●●●●●●●●●
Uitlaatgasemissie controleren●●●●●●●●●●
De diagnosestekker gebruiken om de
werking van het brandstoftoevoer-/
motormanagementsysteem en de
emissie te controleren; en voor
bepaalde versies/markten, de
verslechtering van de motorolie●●●●●●●●●●
159
km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Visueel de conditie controleren van:
aardgasleidingen en verbindingen en
bevestiging aardgastank, repareren
indien nodig (alleen Natural Power-
versies) (1)●●●●●
Drukregelaar controleren en indien
nodig het binnenfilter vervangen
(alleen Natural Power-versies) (1)●●●●●
Werking en parameters van het
brandstoftoevoersysteem m.b.v
zelfdiagnoseaansluiting controleren
(alleen Natural Power-versies)●●●●●
Aanhaalkoppel bevestigingsbanden
cilinder controleren (alleen Natural
Power-versies)●●●
Drukregelaar en afdichting
verwarmingsleidingen controleren
(alleen Natural Power-versies)●●●●●
Correcte plaatsing van injectoren
controleren (plaatsing,
klembevestiging) (alleen Natural
Power-versies)●●●●●
(1) Of elk jaar.
162
ONDERHOUD EN ZORG