INSTELLINGENMENU
Het Instellingenmenu omvat de
volgende opties:
Snelheidsmeter
Trip
Info voertuig
Audio
Telefoon (voor bepaalde versies/
markten)
Navigatie (voor bepaalde versies/
markten)
Aankondiging
Voertuiginstellingen
Wanneer de contactsleutel naar MAR
wordt gedraaid, geeft het display de
laatste menuoptie weer die actief was
voordat de motor werd uitgeschakeld.OPMERKING Bij hetUconnect™-
systeem worden sommige menuopties
weergegeven en beheerd op het
display van dat systeem en niet op het
display op het instrumentenpaneel
(zie het Multimedia-hoofdstuk of het
online beschikbare supplement).
Voertuiginstellingen
Met deze menuoptie kunnen de
instellingen gewijzigd worden voor:
"Display"
"Veiligheid / Hulp"
"Veiligheid"
"Oliepeil resetten" (uitsluitend 0.9
TwinAir Turbo-versies)
Display
Door het kiezen van de optie "Display"
kan toegang verkregen worden tot
de instellingen/informatie met
betrekking tot: “Dimmer” (voor
bepaalde versies/markten),
“Scherminstellingen”, “Zie telefoon”,
“Zie navigatie”, “Trip B automatisch
resetten".
Veiligheid / Hulp
Door het kiezen van de optie “Veiligheid
/ Hulp” kan toegang verkregen worden
tot de instellingen/informatie met
betrekking tot: “City Brake Control”
(voor bepaalde versies/markten),
“Volume parkeersensor”,
“Geluidssterkte waarsch.”.Veiligheid
Door het kiezen van de optie
"Veiligheid" kan toegang verkregen
worden tot de instellingen/informatie
met betrekking tot: “Hill Holder” (voor
bepaalde versies/markten), “Airbag
passagier” (voor bepaalde versies/
markten), Piep veiligheidsgordels”,
“Snelheidspiep”.
Oliepeil resetten
(Uitsluitend 0.9 TwinAir Turbo-versies)
Door het kiezen van dit item kan de
waarschuwing voor het bijvullen van de
motorolie worden gereset, die iedere
8.000 km wordt weergegeven.
Ga als volgt te werk om deze
waarschuwing na het bijvullen van
motorolie te resetten:
druk kort op deOK-knop op het
stuurwiel: op het display wordt "Oliepeil
resetten" weergegeven;
druk opom "Ja" te selecteren en
de waarschuwing voor het bijvullen te
resetten, of druk op
om “Nee” te
selecteren als u de waarschuwing niet
wilt resetten.
BELANGRIJK Als de olie niet wordt
bijgevuld, kan het oliepeil te laag
worden, waardoor de auto mogelijk niet
meer normaal functioneert en zelfs
kan stilvallen.
60F0Y0659C
49
60)Er kunnen situaties op kleine hellingen
(minder dan 5%) voorkomen waarin, bij
beladen auto, het Hill Holder-systeem niet
in werking treedt en de auto zich iets
naar achteren verplaatst, waardoor het
risico op een botsing met een andere auto
of voorwerp toeneemt. De bestuurder is
in elk geval verantwoordelijk voor een
veilige rijstijl.
61)DST is een rijhulpsysteem en neemt de
verantwoordelijkheid van de bestuurder
om de auto te besturen niet weg.
62)De prestaties van een voertuig met
ERM mogen nooit op onvoorzichtige of
gevaarlijke manier getest worden, met de
mogelijkheid dat de veiligheid van de
bestuurder of andere mensen in gevaar
komt.
63)Het systeem is een ondersteuning voor
de bestuurder die altijd zijn volle aandacht
bij het rijden moet houden. De
verantwoordelijkheid ligt altijd bij de
bestuurder, die rekening moet houden met
de verkeersomstandigheden om in alle
veiligheid te kunnen rijden. De bestuurder
dient altijd een veilige afstand tot het
voertuig vóór hem te houden.RIJHULPSYSTEMEN
In de auto kunnen de volgende
rijhulpsystemen aanwezig zijn:
City Brake Control - “Collision
Mitigation”-systeem
iTPMS
Zie de volgende pagina's voor de
beschrijving van de werking van deze
systemen.
CITY BRAKE CONTROL -
“Collision
Mitigation”-SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
64) 65) 66) 67) 68)
35) 36) 37) 38) 39) 40) 41) 42)
Dit is een rijhulpsysteem dat voorzien is
van een lasersensor, die zich aan de
bovenkant van de voorruit fig. 62
bevindt en die de aanwezigheid van
auto’s voor de auto detecteert.
In het geval van een dreigende botsing,
grijpt het systeem in door automatisch
te remmen om een botsing te
voorkomen of de gevolgen daarvan te
beperken.
Het systeem is alleen actief als:
de contactsleutel naar MAR is
gedraaid;
de rijsnelheid tussen 5 en 30
km/h ligt;
een vooruitversnelling is
ingeschakeld;
de veiligheidsgordels van de
voorstoelen zijn omgelegd;
het "Modusselectiesysteem"
staat op de stand "Normaal".
Inschakelen/uitschakelen
Het systeem kan via het
instellingenmenu van het display
worden ingeschakeld (en uitgeschakeld)
(zie de paragraaf "Display" in het
hoofdstuk “Kennismaking met het
instrumentenpaneel”).
Werking
Het systeem treedt in werking als er
een gevaar is van een dreigende
botsing en de bestuurder het
rempedaal niet direct intrapt.
62F0Y0200C
77