KENNISMAKING MET DE AUTO
18
WATER IN DIESELFILTER (Dieselversies)
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, verschijnt het symbool, maar dit moet na enkele seconden doven.
Het symbool blijft constant aan tijdens het rijden
om aan te geven dat er water in het dieselfilter is waargenomen.
Bij sommige versies gaat, als alternatief ,het lampje
èbranden en verschijnt er een speciaal bericht op het display.
EE
STORING FIAT CODE SYSTEEM
Met de sleutel in de MAR-positie gaat op sommige versies het lampje of het symbool op het display continu aan, samen
met een speciaal bericht op het display om een mogelijke fout in het Fiat CODE-systeem te signaleren.
Als het lampje of symbool bij draaiende motor knippert, betekent dit dat de auto niet beschermd is door de startblokkering.
Neem in dat geval zo snel mogelijk contact op met een Fiat Servicenetwerk.
MISTACHTERLAMPEN
Het lampje gaat branden wanneer de mistachterlichten worden ingeschakeld.
ALGEMENE STORINGSMELDING
Het lampje gaat onder de volgende omstandigheden branden. Neem in dergelijke gevallen contact op met het Fiat
Servicenetwerk om de storing zo spoedig mogelijk te verhelpen.
Storing motoroliedruksensor
Het waarschuwingslampje gaat branden als de motoroliedruksensor defect is.
Interventie/storing afsluiter van brandstoftoevoer
Dit lampje gaat branden, bij sommige versies verschijnt er ook een speciaal bericht op het display, als er een storing is in
inschakeling van de afsluiter van de brandstof.
Storing buitenverlichting
Het lampje gaat aan wanneer er een externe lichtfout is waargenomen.
44
èè
19
ESC-SYSTEEM (voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later doven.
Inschakeling ESC-systeem
Het lampje gaat tijdens het rijden knipperen om aan te geven dat het ESC systeem in werking is getreden.
Storing ESC-systeem
Als het lampje niet uit gaat of blijft branden samen met de LED op de knop ASR OFF tijdens het rijden.
Op het display verschijnt een bijbehorend bericht.
Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Storing Hill Holder
Dit lampje gaat branden, bij sommige versies verschijnt er ook een bericht op het display, als er een storing is in het Hill
Holdersysteem.
Neem in dat geval zo snel mogelijk contact op met een Fiat Servicenetwerk. Storing parkeersensor
Het waarschuwingslampje gaat branden en er verschijnt een bericht op het display wanneer er een storing van een
parkeersensor gedetecteerd wordt.
Start&Stop-systeemfout (versies met multifunctioneel display)
Een storing van het systeem wordt aangegeven door het aangaan van het lampje. Een speciaal bericht verschijnt op het
instrumentenpaneel.
Storing waarschuwingslampje Airbag (voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat knipperen wanneer een fout van het
¬waarschuwingslampje wordt waargenomen.
ESCESC
SLIJTAGE REMBLOKKEN
Het lampje gaat branden samen met een bijbehorend bericht op het display, als de remblokken van de voor- of
achterremmen (voor bepaalde versies/markten) versleten zijn.
Laat ze in dat geval zo snel mogelijk vervangen.
dd
KANS OP GLAD WEGDEK
Het symbool verschijnt op het display (bij sommige versies samen met een speciaal bericht) wanneer de buitentemperatuur
gelijk is aan of lager is dan 3°C.
èè
(versioni
con display
multifunzionale)
(versioni
con display
a colori)
KENNISMAKING MET DE AUTO
20
STORING BRANDSTOFAFSLUITSYSTEEM (kleurendisplay)
Het symbool en het bijbehorende bericht verschijnen op het display als de afsluiter van de brandstoftoevoer defect is.
Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
BRANDSTOFAFSLUITSYSTEEM (kleurendisplay)
Het symbool en het bijbehorende bericht verschijnen op het kleurendisplay als de afsluiter van de brandstoftoevoer in
werking treedt.
Voor de heractiveringsprocedure van het brandstofafsluitsysteem, zie de paragraaf “brandstofafsluitsysteem” inhet
hoofdstuk “In een noodgeval”.
ss
STORING BUITENVERLICHTING (kleurendisplay)
Het display toont een symbool en een speciaal bericht wanneer er een storing in een van de volgende lichten optreedt:
dagrijlichten (DRL) - stadslichten - richtingaanwijzers - mistachterlicht - kentekenplaatverlichting.
De storing kan de volgende oorzaken hebben: lamp doorgebrand, zekering doorgebrand of elektrische verbinding
onderbroken.
Het wordt geadviseerd contact op te nemen met het Fiat Servicenetwerk om de vloeistof te laten vervangen.
BB
SERVICE (GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD) VEVALLEN
Wanneer het onderhoudsinterval bijna is vervallen, verschijnt het symbool op het scherm, gevolgd door het aantal
resterende kilometers of mijlen. Dit wordt automatisch weergegeven, met de contactsleutel op MAR, 2000 km (of het
equivalent in mijlen) vóór de onderhoudsbeurt of, indien aanwezig, 30 dagen vóór de onderhoudsbeurt. Het wordt ook elke
keer weergegeven wanneer de sleutel op MAR wordt gedraaid of, voor bepaalde versies/markten, om de 200 km (of het
equivalent in mijlen).
Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk om de werkzaamheden van het “Geprogrammeerd onderhoudsschema” te
laten verrichten en het bericht te resetten.
STORING REMLICHT (kleurendisplay)
Op het kleurendisplay verschijnt het symbool samen met een speciaal bericht wanneer er een storing in de remlichten is.
De storing kan de volgende oorzaken hebben: lamp doorgebrand, zekering doorgebrand of elektrische verbinding
onderbroken.
Het is raadzaam contact op te nemen met een Fiat Servicenetwerk
TT
21
STORING SCHEMERSENSOR
Het symbool gaat branden en er verschijnt een bericht op het display indien er een storing van de schemersensor is.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
STORING REGENSENSOR
Het symbool gaat branden als er een storing van de regensensor is. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
STORING HILL HOLDER (kleurendisplay) (voor bepaalde versies/markten)
Het symbool wordt weergegeven op het display samen met een speciaal bericht als er een storing is in het Hill Holder
systeem.
Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met een Fiat Servicenetwerk.
**
STORING SPEED LIMITER
Het symbool gaat branden als er een storing van het Speed Limiter-systeem is. Neem zo snel mogelijk contact op met het
Fiat Servicenetwerk om de storing te laten verhelpen.
STORING PARKEERSENSOR (kleurendisplay – voor bepaalde versies/markten)
Het symbool wordt weergegeven op het display samen met een speciaal bericht als er een storing is in de
parkeersensoren. Neem contact op met een Fiat Servicenetwerk.
KENNISMAKING MET DE AUTO
22
STADSLICHT EN DIMLICHT - FOLLOW ME HOME
Stadslicht en dimlicht
Het lampje gaat branden wanneer het stadslicht en het dimlicht worden ingeschakeld.
Follow Me Home
Het waarschuwingslampje gaat branden, bij sommige versies verschijnt er ook een bericht op het display, als het “Follow
me home”-systeem in gebruik is.
33
iTPMS SYSTEEM (voor bepaalde versies/markten)
Lage bandenspanning
Het lampje gaat continu branden om aan te geven dat de spanning van een of meer banden lager is dan de aanbevolen
waarde of om een geleidelijk verlies van bandenspanning aan te geven.
Zo wordt de bestuurder door het iTPMS gewaarschuwd dat een of meer banden leeg en mogelijk lek kunnen zijn. In dat geval
wordt geadviseerd de correcte bandenspanning te herstellen.
Zodra de normale bedrijfsomstandigheden van het voertuig hersteld zijn, de procedure Reset banden uitvoeren.
BELANGRIJK Rijd niet verder met een of meerdere lekke banden, dit kan de bestuurbaarheid van de auto in gevaar brengen.
Breng het voertuig tot stilstand, voorkom bruusk remmen en sturen.
Storing iTPMS/iTPMS tijdelijk uitgeschakeld
Het waarschuwingslampje knippert ongeveer 75 seconden en blijft daarna permanent branden (er verschijnt ook een bericht
op het display) om aan te geven dat het systeem tijdelijk uitgeschakeld of defect is.
Het systeem gaat weer normaal werken zodra de bedrijfsomstandigheden dat toelaten. Als dat niet het geval is de
Resetprocedure uitvoeren na het herstellen van de normale bedrijfsomstandigheden.
Als de storingswaarschuwing zich blijft voordoen, zo snel mogelijk contact opnemen met een het Fiat Servicenetwerk.
n
MISTLAMPEN
Het lampje gaat branden wanneer de mistlampen worden ingeschakeld.
LINKER RICHTINGAANWIJZER
Het lampje gaat branden wanneer de richtingaanwijzerhendel omlaag wordt verplaatst of, samen met de rechter
richtingaanwijzer, wanneer de drukknop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
55
FR
25
U kunt langs de instelmenulijst lopen
door een keer te drukken op de
+ of – knoppen. De bedieningswijzen
verschillen afhankelijk van de gekozen
optie. Het menu biedt de volgende
functies:
❒ DIMMER
❒ PIEP SNELHEID
❒ INSCHAKELING/GEGEVENS
TRIP B
❒ TIJD INSTELLEN
❒ DATUM INSTELLEN
❒ AUTOCLOSE
❒ UNITS
❒ TAAL
❒ VOLUME ZOEMER
❒ VOLUME TOETSEN
❒ ZOEMER VEILIGHEIDSGORDEL
❒ SERVICE
❒ AIRBAG/PASSAGIERSAIRBAG
❒ STADSLICHT
❒ RESET ITPMS
❒ RADIO HERHALING
(voor bepaalde markten/versies)
❒ ZIE TELEFOON
(voor bepaalde markten/versies)
❒ ZIE NAVIGATIE
(voor bepaalde markten/versies)
❒ MENU AFSLUITENTRIP COMPUTER
De Trip-computer geeft informatie over
de werking van de auto weer op het
display, wanneer de contactsleutel in
de stand MAR staat. Deze functie
bestaat uit “Trip A” en “Trip B”.
Beide functies kunnen gereset worden
(reset – begin van een nieuwe reis).
“Trip A” kan worden gebruikt om
waarden weer te geven met betrekking
tot: bereik (voor bepaalde
markten/versies), reisafstand,
gemiddeld brandstofverbruik (voor
bepaalde markten/versies), huidig
verbruik (voor bepaalde
markten/versies), gemiddelde snelheid,
reisduur.
In "Best gemiddeld verbruik" wordt in
de ECO-modus een scherm
weergegeven waarin het beste
gemiddelde verbruik wordt
samengevat (waar aanwezig).
Het symbool geeft de beste
prestaties weer. Deze informatie kan
worden gereset door Trip A te
resetten.
“Trip B” kan worden gebruikt om
waarden weer te geven: bereik,
reisafstand B, gemiddeld
brandstofverbruik B (voor bepaalde
markten/versies), gemiddelde snelheid
B, reisduur B.
TIJD INSTELLEN (KLOK
INSTELLEN)
De tijd wordt ingesteld met het
multifunctionele display.
❒ Druk op de MENU -knop; de
volgende twee submenu’s worden
op het display getoond: “Tijd” en
“Formaat”.
❒ Druk op de knop + of – om tussen
de twee submenu’s te wisselen.
❒ Selecteer de gewenste optie en
druk op de knop MENU .
❒ wanneer het submenu “Klok” wordt
gekozen, kort op de MENU
knop drukken om het “uur” op het
display te doen knipperen;
❒ Druk op de knop + of – om de
instelling uit te voeren.
❒ Druk kortstondig op de knop MENU
: nu beginnen de “minuten” op
de display te knipperen. Stel de
minuten op dezelfde wijze als de
uren in.
❒ Houd de knop MENU
ingedrukt zodra de tijd is ingesteld.
–
–
–
–
–
KENNISMAKING MET DE AUTO
26
UITSCHAKELING
VOORSTE
PASSAGIERSAIRBAG EN
ZIJAIRBAG
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de zijairbag aan
passagierszijde in-/uitgeschakeld
worden.
Ga als volgt te werk:
❒ druk kort op MENU
Nknop en na
de weergave van het bericht
(Passagiersairbag: Uit)
(om uit te schakelen) of het bericht
(Passagiersairbag: Aan) (om in te
schakelen) door te drukken op de +
en – knoppen, druk opnieuw op de
MENU
Nknop;
❒ op het display verschijnt de melding
om de instelling te bevestigen;
❒ druk op de knop
+ of – om (Ja) (om het
inschakelen/uitschakelen te
bevestigen) of (Nee) (om te
annuleren) te selecteren;
❒ druk kort op MENU om instelling te
bevestigen en ga terug naar het
menuscherm of houd de knop
ingedrukt om terug te gaan naar het
standaardscherm zonder op te
slaan.Met Passagiersbescherming niet
actief, gaat de LED “op het
instrumentenpaneel vast branden.
ONDERHOUD
(GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD)
Met deze functie kan de informatie
over de kilometerstand of, voor
bepaalde versies/markten, de nog
resterende tijd tot de volgende
onderhoudsbeurt van het voertuig
worden weergege ven.
Ga voor het raadplegen van deze
informatie als volgt te werk:
– druk op de knop MENU
N: op het
display verschijnen de resterende
kilometers/mijlen tot de volgende
servicebeurt (waar voorzien) op grond
van wat eerder is ingesteld (zie
paragraaf “Meeteenheden”);
– druk kortstondig op de MENU
Nknop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de
knop om terug te keren naar het
standaardscherm.
BELANGRIJK In het
“Geprogrammeerd
Onderhoudsschema” zijn de
onderhoudsbeurten van de auto op
vaste intervallen vermeld, zie het
hoofdstuk “Onderhoud en zorg”.Dit wordt automatisch weergegeven,
met de contactsleutel op MAR, 2000
km (of het equivalent in mijlen) vóór de
onderhoudsbeurt of, indien aanwezig,
30 dagen vóór de onderhoudsbeurt.
Het wordt ook elke keer weergegeven
wanneer de sleutel op MAR wordt
gedraaid of, voor bepaalde
versies/markten, om de 200 km (of het
equivalent in mijlen). Onder deze
drempel wordt dit bericht met kortere
intervallen weergegeven.
Het bericht verschijnt in kilometers of
mijlen, afhankelijk van de meeteenheid
die is ingesteld. Wanneer het volgende
onderhoudsinterval bijna is vervallen en
de sleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, verschijnt het woord “Service”
op het display, gevolgd door het aantal
resterende kilometers/mijlen of het aantal
resterende dagen (indien aanwezig).
Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk om de werkzaamheden
van het “Geprogrammeerd
onderhoudsschema” te laten verrichten
en het bericht te resetten.
Wanneer het interval voor de
onderhoudsbeurt is vervallen en
daarna voor ongeveer 1000 km/600
mijl of 30 dagen, wordt een bericht
hierover weergegeven.
27
HOOGTEREGELING
KOPLAMPEN
Druk, met de contactsleutel in de stand
MAR en ingeschakeld dimlicht, op de
knop + om de koplampen omhoog te
verstellen of op de knop – om de
koplampen omlaag te verstellen.
BANDEN RESETTEN
(ITPMS RESETTEN)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan het iTPMS
gereset worden (zie paragraaf
“iTPMS”). Ga als volgt te werk om de
Resetprocedure uit te voeren:
❒ druk kort op de knop MENU
N: op
het display wordt “Reset”
weergegeven;
❒ druk op knop + of – om (“Ja” or
“Nee”) te selecteren; er verschijnt
een speciaal
resetbevestigingsbericht;
❒ druk kort op de knop MENU
N:
op het display wordt “Bevestigen”
weergegeven;
DE SLEUTELS
1) 1) 1)
CODE-CARD
(voor bepaalde versies/markten)
Bij de auto worden twee
contactsleutels samen met de CODE-
card fig. 7 geleverd, waarop de volgens
gegevens staan:
A: de elektronische code;
B: de mechanische code voor de sleutels
die bij aanvraag van duplicaatsleutels
aan het Fiat Servicenetwerk moet
worden gegeven.
Zorg ervoor dat u de elektronische code
van de CODE-card altijd bij u hebt.
BELANGRIJK Bij verkoop van de auto,
moeten alle sleutels en de CODE-card
aan de nieuwe eigenaar overhandigd
worden.
MECHANISCHE SLEUTEL
De metalen baard A-fig. 8 activeert:
❒ de contactschakelaar;
❒ de sloten van de portieren en de
achterklep (voor bepaalde
versies/markten);
❒ de vergrendeling/ontgrendeling van
de tankdop.
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
(voor bepaalde versies/markten)
De metalen baard A-fig. 9 activeert:
❒ de contactschakelaar;
❒ de sloten van de portieren;
❒ het vergrendelen/ontgrendelen van
de brandstofdop.
7DVDF0S0103c
8DVDF0S0104c