Page 113 of 204
ZEKERINGENKAST IN MOTORRUIMTE
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
HI-FIF02 20
Elektrische ventilator klimaatregeling F08 30
KoplampsproeiersF09 30
ClaxonsF10 10
GrootlichtF14
10/15
(*)
Motor elektrisch schuifdakF15 20
(*) Alleen voor versies uitgerust met Xenon-gasontladingslampen
97AB0A0319C
111
Page 114 of 204

STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
Voeding regeleenheid automatische sequentiële versnellingsbak (+ contact) F16 7,5
AchterruitverwarmingF20 30
MistlampenF30 15
Regeleenheid automatische sequentiële versnellingsbak F84 10
Stopcontact voor (met of zonder aansteker) F85 20
BELANGRIJK
118)Als de zekering opnieuw doorbrandt, neem dan contact op met het Abarth Servicenetwerk.
119)Vervang een doorgebrande zekering nooit door metalen draden of ander materiaal.
120)Vervang een zekering nooit door een exemplaar met een grotere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR.
121)Als een hoofdzekering (MEGA-FUSE, MIDIFUSE, MAXI-FUSE) doorbrandt, neem dan contact op met het Abarth Servicenetwerk.
122)Controleer voordat een zekering wordt vervangen, of de contactsleutel verwijderd is en of alle stroomverbruikers uitstaan en/of zijn
ontkoppeld.
123)Als een hoofdzekering voor veiligheidsinrichtingen (airbagsysteem, remsysteem), motorsystemen (motorsysteem, transmissiesysteem) of
stuurinrichting doorbrandt, neem dan contact op met het Abarth Servicenetwerk.
BELANGRIJK
25)Als de motorruimte moet worden schoongespoten, voorkom dan dat de waterstraal rechtstreeks op de zekeringenkast in de motorruimte
wordt gericht.
112
NOODGEVALLEN
Page 115 of 204

"Fix&go"-KIT
124) 125)
26)
BESCHRIJVING
De Fix&Go snelle bandenreparatiekit fig.
98 bevindt zich in de bagageruimte, in
een specifieke doos, en omvat:
een busje 1 met afdichtmiddel,
voorzien van: een transparante
vulleiding voor het inspuiten van het
afdichtmiddel 4 en een sticker 3 met
daarop het opschrift “Max. 80 km/h”
die na reparatie van de band op een
goed zichtbare plaats moet worden
aangebracht (bijv. op het dashboard);
een compressor 2;
een folder met aanwijzingen voor het
gebruik van de kit;
een paar handschoenen in het
compartiment van de vulleiding van het
flesje 4.
REPARATIEPROCEDURE
Ga als volgt te werk:
stop de auto op een plek die niet
gevaarlijk is voor het verkeer en waar
de procedure op veilige wijze
uitgevoerd kan worden. De grond moet
zo mogelijk vlak en voldoende compact
zijn;
zet de motor af, schakel de
noodknipperlichten en de parkeerrem
in;
trek het reflecterende veiligheidsvest
aan voordat u uit de auto stapt (houd
u in elk geval aan de wettelijke
voorschriften van het land waarin u
rijdt);
Plaats het busje 1 met afdichtmiddel
in de daarvoor bestemde ruimte in de
compressor 2 en druk het hard omlaag
fig. 98. Verwijder de sticker met de
indicatie van de snelheid 3 en plak deze
op een duidelijk zichtbare plaats fig.
99;
doe de handschoenen aan;
verwijder de dop van het ventiel van
de lekke band en sluit de transparante
leiding voor de afdichtingsvloeistof 4
aan en maak deze goed vast fig. 98.
Indien een busje van 250 mm aanwezig
is, is de behuizing van de transparante
leiding voorzien van een verwijderbare
ring om het uitnemen te
vergemakkelijken. Zorg ervoor dat de
AAN-UIT-knop 5 fig. 100 in de uit-stand
staat (knop niet ingedrukt);
98AB0A0419C99AB0A0423C
100AB0A0421C
113
Page 116 of 204

steek de stekker 6 fig. 101 in het
12V-stopcontact van het voertuig
en start de motor;
schakel de compressor in door te
drukken op de AAN-UIT-knop 5 fig.
100. Zodra de spanning die vermeld
wordt in de paragraaf "Wielen" in het
hoofdstuk "Technische gegevens" of op
het daarvoor bestemde label op de
meter 7 verschijnt, schakel de
compressor dan weer uit met de
AAN-UIT-knop 5;
verwijder het busje 1 van de
compressor door op knop 8 te drukken
en het busje 1 voorzichtig omhoog te
trekken fig. 102.Als de meter 7 fig. 100 een spanning
van minder dan 1,8 bar / 26 psi
weergeeft 15 minuten nadat de
compressor ingeschakeld werd,
schakel dan de compressor uit,
ontkoppel de vulleiding 4 van het ventiel
van de band en verwijder het busje 1
van de compressor fig. 98. Verplaats
het voertuig circa 10 m voor een betere
verdeling van het afdichtmiddel; stop
het voertuig op een veilige wijze,
schakel de handrem in en herstel de
spanning met de zwarte vulleiding 9 fig.
103 tot de vereiste waarde is bereikt.
Als ook 15 minuten na het starten
de spanning minder dan 1,8 bar / 26
psi is, rij dan niet verder, maar neem
contact op met het Abarth
Servicenetwerk.Na ongeveer 8 km / 5 mijl gereden te
hebben, het voertuig op een veilige
en geschikte plaats zetten, met de
handrem ingeschakeld. Neem de
compressor en herstel de spanning met
de zwarte vulleiding 9 fig. 103.
Als de weergegeven spanning hoger is
dan 1,8 bar / 26 psi, herstel dan de
spanning en rij voorzichtig zo snel
mogelijk naar een dealer van het Abarth
Servicenetwerk.
Indien de spanning echter lager is dan
1,8 bar / 26 psi, rij dan niet verder,
maar neem contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
101AB0A0420C
102AB0A0422C103AB0A0424C
114
NOODGEVALLEN
Page 117 of 204

OPPOMPEN
Ga als volgt te werk:
stop het voertuig op een veilige
manier, zoals hierboven beschreven, en
schakel de handrem in;
neem de zwarte vulleiding 9 fig. 103
uit en schroef deze stevig op het ventiel
van de band. Volg de aanwijzingen in
fig. 101 en fig. 103.
Druk op de ontluchtingsknop 10 fig.
100 om eventuele overmatige
bandenspanning weg te nemen.
VERVANGING
FILTERELEMENT
Ga als volgt te werk:
gebruik alleen originele Fix&Go-
filterelementen die kunnen worden
aangeschaft bij het Abarth
Servicenetwerk.
om het element fig. 102 te
verwijderen, druk op de knop 8 en trek
het omhoog.
BELANGRIJK
124)De informatie die vereist is door het
voorschrift dat van toepassing is, staat
vermeld op het etiket van de verpakking
van de Fix&Go kit. Lees het etiket op
het busje vóór gebruik, vermijd oneigenlijk
gebruik. De kit dient gebruikt te worden
door volwassenen en mag niet gebruikt
worden door kinderen.125)BELANGRIJK: Overschrijd de snelheid
van 80 km/h niet. Vermijd abrupt
accelereren of remmen. De Fix&Go-kit
voorziet in een tijdelijke reparatie, daarom
moet de band zo snel mogelijk onderzocht
en gerepareerd worden door een
specialist. Alvorens de kit te gebruiken,
controleren of de band niet buitensporig
beschadigd is en dat de velg in goede
conditie is, gebruik de kit anders niet en bel
pechverhelping. Verwijder vreemde
voorwerpen niet uit de band. Laat de
compressor niet langer dan 20 minuten
achter elkaar aan staan -
oververhittingsgevaar.
BELANGRIJK
26)Het afdichtmiddel werkt bij
buitentemperaturen tussen -40 °C en +55
°C. Het afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum. Banden met een
beschadiging van het bandoppervlak
tot een maximale diameter van 6
mm kunnen hersteld worden. Toon het
busje en het etiket aan het personeel dat
de band zal behandelen die hersteld werd
met de bandenreparatiekit.
STARTEN MET
HULPACCU
Als het symboolcontinu op het
display gaat branden, onmiddellijk
contact opnemen met het Abarth
Servicenetwerk.
STARTEN MET
HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor
gestart worden met een hulpaccu fig.
104 met dezelfde of een iets hogere
capaciteit dan de lege accu.
27)
126)
Ga als volgt te werk om de auto te
starten:
verbind de plusklemmen (+ teken bij
de klem) van de beide accu's met
een geschikte startkabel;
104AB0A0078C
115
Page 118 of 204

sluit met een tweede startkabel de
minklem (–) van de hulpaccu aan op
een massapunt
op de motor of
de versnellingsbak van de auto die
gestart moet worden;
de motor starten;
verwijder als de motor gestart is, de
kabels in de omgekeerde volgorde
los.
Als de motor na enkele pogingen niet
start, blijf dan niet proberen maar neem
contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Verbind de minklemmen
van de twee accu’s niet rechtstreeks
met elkaar: eventuele vonken kunnen
het explosieve gas ontsteken dat uit de
accu kan ontsnappen. Als de hulpaccu
in een andere auto is geïnstalleerd,
moet accidenteel contact tussen de
metalen delen van beide auto's
vermeden worden.
ROLLEND STARTEN
Probeer de motor nooit te starten door
het voertuig te duwen, te slepen of
van een helling af te laten rijden.
Hierdoor kan brandstof in de
katalysator terechtkomen die hierdoor
onherstelbaar beschadigd wordt.BELANGRIJK Onthoud dat de
rembekrachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken zolang
de motor niet is gestart. Om die reden
is meer kracht benodigd voor de
bediening van het rempedaal en het
stuur.
BELANGRIJK
27)Gebruik nooit een accusnellader om de
motor te starten, aangezien deze de
elektronische systemen kan beschadigen,
met name de regeleenheden van de
ontsteking en de brandstoftoevoer.
BELANGRIJK
126)Deze startprocedure moet door
ervaren personeel verricht worden,
aangezien verkeerde handelingen
elektrische ontladingen van aanzienlijke
kracht kunnen veroorzaken. Bovendien is
accuvloeistof giftig en corrosief: vermijd
contact met huid en ogen. Houd open
vuur en brandende sigaretten uit de buurt
van de accu en veroorzaak geen vonken.
AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER
Deze grijpt bij een botsing in en
veroorzaakt het volgende:
onderbreking van de
brandstoftoevoer met afzetten van de
motor als gevolg
automatische ontgrendeling van de
portieren
inschakeling van de
binnenverlichting.
Wanneer het systeem in werking treedt,
verschijnt er een bericht op het display.
BELANGRIJK Controleer de auto
zorgvuldig op brandstoflekkage,
bijvoorbeeld in de motorruimte, onder
de auto of in de buurt van de tank.
127)
Draai na een botsing de contactsleutel
naar STOP om te voorkomen dat de
accu leegloopt.
Ga als volgt te werk om de correcte
werking van de auto te herstellen:
draai de contactsleutel naar
de stand MAR
schakel de richtingaanwijzer rechts
in
schakel de richtingaanwijzer rechts
uit
schakel de richtingaanwijzer links in
116
NOODGEVALLEN
Page 119 of 204

schakel de richtingaanwijzer links uit
schakel de richtingaanwijzer rechts
in
schakel de richtingaanwijzer rechts
uit
schakel de richtingaanwijzer links in
schakel de richtingaanwijzer links uit
draai de contactsleutel naar de
stand STOP
draai de contactsleutel naar de
stand MAR-ON.
BELANGRIJK
127)Als na een botsing een brandstoflucht
wordt geroken of brandstoflekkage wordt
geconstateerd, dan mag het systeem
niet opnieuw ingeschakeld worden om
brand te voorkomen.
SLEPEN VAN HET
VOERTUIG
Het sleepoog dat bij het voertuig wordt
geleverd bevindt zich in de
gereedschapstas, onder de mat in de
bagageruimte.
128) 129) 130) 131) 132)
MONTAGE VAN HET
SLEEPOOG
Ga als volgt te werk:
Voor
maak dop 1 los fig. 105
haal de sleephaak 2 fig. 105 uit de
behuizing in de gereedschapskoffer;
draai het helemaal op de
schroefdraadpen en draai het vast.Achter
maak dop 1 los fig. 106
haal de sleephaak 2 fig. 106 uit de
behuizing in de gereedschapskoffer;
draai het helemaal op de
schroefdraadpen en draai het vast.
Slepen met
automatische
sequentiële
versnellingsbak
Verzeker u ervan dat de versnellingsbak
in de vrijstand staat (N) (door te
controleren of het voertuig door te
duwen verplaatst kan worden) en ga
vervolgens te werk zoals bij een
voertuig met handgeschakelde
versnellingsbak. Sleep de auto niet als
de versnellingsbak niet in de vrijstand
kan worden gezet en neem contact op
met het Abarth Servicenetwerk.
105AB0A0398C
106AB0A0109C
117
Page 120 of 204

BELANGRIJK
128)Alvorens te slepen, moet de
contactsleutel op MAR en vervolgens op
STOP worden gezet, zonder de sleutel
uit het contactslot te nemen. Als de sleutel
uit het contactslot wordt genomen, wordt
automatisch het stuurslot ingeschakeld
waardoor het voertuig niet kan worden
bestuurd.
129)Maak voor de montage van het
sleepoog de schroefdraad zorgvuldig
schoon. Controleer of het sleepoog
volledig op de schroefdraadpen is gedraaid
alvorens de auto te slepen.
130)Gebruik de sleepogen voor en achter
alleen voor noodgevallen op de weg. Het
is toegestaan het voertuig over korte
afstanden te slepen m.b.v. geschikte
middelen conform de
wegenverkeerswetgeving (starre stang),
om het voertuig over de weg te verplaatsen
om hem gebruiksklaar te maken voor het
slepen of voor transport met takelwagen.
Sleepogen MOGEN NIET worden gebruikt
om voertuigen off-road (d.w.z. op het
terrein) te slepen of waar hindernissen zijn
en/of voor het slepen met kabels of andere
niet-starre hulpmiddelen. In
overeenstemming met bovengenoemde
voorwaarden, moeten er voor het slepen
twee voertuigen worden gebruikt (een
slepend en een gesleept voertuig), die zich
beide zo veel mogelijk op één lijn bevinden.131)Houd er rekening mee dat tijdens het
slepen de rembekrachtiging en de
elektrische stuurbekrachtiging niet
beschikbaar zijn, waardoor voor het
bedienen van het rempedaal en het sturen
meer kracht is vereist. Gebruik voor het
slepen geen soepele kabels en vermijd
bruuske bewegingen. Zorg tijdens het
slepen dat er geen onderdelen door de
sleepverbinding kunnen worden
beschadigd. Tijdens het slepen van het
voertuig moeten alle specifieke
verkeersvoorschriften in acht genomen
worden, zowel voor wat betreft de
sleepvoorziening als het gedrag op de weg.
Start de motor niet wanneer de auto wordt
gesleept.
132)In verband met de bouw van de auto,
kan de auto niet op een treinstel worden
geladen en worden vervoerd.
118
NOODGEVALLEN