Page 73 of 118

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-11
6
DAU79401
Filterbus
Dit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsslang van
de filterbus op verstopping en reinig
deze indien nodig.
Controleer of de ontluchtingsslang
van de filterbus buiten het stroomlijn-
paneel is geplaatst.
DAU58602
Motorolie en oliefilterpatroon
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor en laat deze tien minu-
ten opwarmen totdat de motorolie een
normale temperatuur van 60 °C
(140 °F) heeft bereikt. Zet vervolgens
de motor uit.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas voor het
motorolieniveau rechtsonder in het
carter.
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
1. Filterbus
2. Ontluchtingsslang filterbus
2
1
1. Kijkglas olieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
4. Olievuldop
4
2
3
1
UBP8D0D0.book Page 11 Friday, December 9, 2016 8:53 AM
Page 74 of 118

Periodiek on derhou d en afstelling
6-12
6
4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
OPMERKING
Controleer de O-ring op beschadiging en
vervang deze indien nodig.
Om de motorolie te verversen (met of
zon der vervan gin g van oliefilterpatroon)
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder het olie-
reservoir om de oude olie op te van-
gen.
4. Verwijder de olievuldop en de aftap-
plug met de pakking om de olie uit het
oliereservoir te laten stromen. 5. Zet een olieopvangbak onder de mo-
tor om de gebruikte olie op te vangen.
6. Verwijder de aftapplug met de pak- king om de olie uit het carter te laten
stromen.
OPMERKING
Sla de stappen 7–11 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.
7. Verwijder stroomlijnpaneel C. (Zie pa-gina 6-8.)
8. Verwijder de oliefilterpatroon met een
oliefiltersleutel.
OPMERKING
De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.
1. Olievuldop
2. O-ring
1. Olieaftapplug (oliereservoir)
2. Pakking
2
1
1
2
1. Olieaftapplug (carter)
2. Pakking
1. Oliefilterpatroon
2. Oliefiltersleutel
1
2
2
1
UBP8D0D0.book Page 12 Friday, December 9, 2016 8:53 AM
Page 75 of 118

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-13
6
9. Smeer een dun laagje schone motor-
olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
OPMERKING
Zorg dat de O-ring correct aanligt.
10. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met
een oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
11. Breng het stroomlijnpaneel aan.
12. Monteer de olieaftappluggen met hun nieuwe pakking en zet de pluggen
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment. 13. Vul met de aangegeven hoeveelheid
van de aanbevolen motorolie.OPMERKING
Veeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook d e koppeling) mo gen
g een chemische a dditieven worden
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” d ieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er g een verontreini gin gen
in het carter terecht komen.
14. Controleer de O-ring op beschadiging en vervang deze indien nodig.
1. O-ring
1. Momentsleutel
Aanhaalmoment:Oliefilterpatroon:17 N·m (1.7 kgf·m, 12 lb·ft)
1
Aanhaalmomenten:Olieaftapplug (carter):
20 N·m (2.0 kgf·m, 14 lb·ft)
Olieaftapplug (oliereservoir): 20 N·m (2.0 kgf·m, 14 lb·ft)
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelhei d:
Olieverversing: 3.10 L (3.28 US qt, 2.73 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment: 3.40 L (3.59 US qt, 2.99 Imp.qt)
UBP8D0D0.book Page 13 Friday, December 9, 2016 8:53 AM
Page 76 of 118

Periodiek on derhou d en afstelling
6-14
6
15. Breng de olievuldop aan en draai deze
vast.
16. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
OPMERKING
Nadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan als het
olieniveau correct is.
LET OP
DCA10402
Zet de motor direct af als het waarschu-
win gslampje olieniveau knippert of blijft
b ran den en laat het voertui g controleren
d oor een Yamaha d ealer, zelfs als het
olieniveau in or de is.
17. Zet de motor af en wacht een paar mi-
nuten tot de olie tot rust is gekomen.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig.
DAU20028
Card anolie
Vóór elke rit moet het cardanhuis worden
gecontroleerd op olielekkage. In geval van
lekkage dient u de machine door een
Yamaha dealer te laten nakijken en repare- ren. Controleer verder als volgt het niveau
van de cardanolie en ververs de olie vol-
gens de intervaltijden vermeld in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
WAARSCHUWING
DWA10371
Zor g ervoor dat geen verontreini-
g in gen het car danhuis kunnen bin-
nend ringen.
Zor g d at er g een olie op de ban den
of wielen terechtkomt.
Controleren van het olieniveau in het
car danhuis
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
OPMERKING
Zorg dat de machine rechtop staat bij het
controleren van het olieniveau. Wanneer de
machine iets schuin staat, kan het niveau al
foutief worden afgelezen.
2. Verwijder de vulplug van de cardan-olie met de pakking en controleer het
olieniveau in het cardanhuis.
OPMERKING
Het olieniveau moet bij de rand van de vul-
opening staan.
1. Olievuldop
2. O-ring
2
1
UBP8D0D0.book Page 14 Friday, December 9, 2016 8:53 AM
Page 77 of 118

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-15
6
3. Als de olie onder de rand van de vul-
opening staat, vul dan genoeg olie van
de aanbevolen soort bij tot het correc-
te niveau.
4. Controleer of de pakking beschadigd is en vervang indien nodig.
5. Monteer de vulplug van de cardanolie
met de pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
Om de car danolie te verversen
1. Plaats een olieopvangbak onder het cardanhuis om de gebruikte olie op te
vangen.
2. Verwijder de vulplug van de cardan- olie en de aftapplug van de cardanolie
met hun pakkingen om de olie uit het
cardanhuis af te tappen. 3. Monteer de aftapplug van de cardan-
olie met de nieuwe pakking en zet de
plug vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
4. Vul de aanbevolen cardanolie bij tot aan de rand van de vulopening.
5. Controleer de pakking van de olie- vulplug op beschadiging en vervang
indien nodig.
6. Monteer de olievulplug met de pak-
king en zet de plug vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
7. Controleer het cardanhuis op olielek- kage. Zoek in geval van lekkage naar
de oorzaak.
1. Vulplug cardanolie
2. Pakking
3. Correct olieniveau
Aanhaalmoment:Vulplug cardanolie:23 N·m (2.3 kgf·m, 17 lb·ft)
12
3
1. Vulplug cardanolie
2. Aftapplug cardanolie
3. Pakking
Aanhaalmoment: Aftapplug cardanolie: 23 N·m (2.3 kgf·m, 17 lb·ft)
Aan bevolen car danolie:
Originele Yamaha cardanolie SAE
80W-90 API GL-5 of SAE 80 API
GL-4
Oliehoeveelhei d:
0.20 L (0.21 US qt, 0.18 Imp.qt)
Aanhaalmoment: Vulplug cardanolie: 23 N·m (2.3 kgf·m, 17 lb·ft)
23
1
UBP8D0D0.book Page 15 Friday, December 9, 2016 8:53 AM
Page 78 of 118

Periodiek on derhou d en afstelling
6-16
6
DAU20071
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU20095Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
3. Als het koelvloeistofniveau zich op ofonder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, open dan de reser-
voirdop. WAARSCHUWING!
Verwij der alleen d e dop van het
koelvloeistofreservoir. Pro beer
nooit om de ra diatorvul dop te ver-
wij deren als d e motor kou d is.
[DWA15162]
4. Vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en breng
dan de reservoirdop aan. LET OP: Als
er geen koelvloeistof aanwezi g is,
g eb ruik dan in plaats d aarvan ge-
d istilleer d water of onthar d leid ing-
water. Ge bruik geen har d water of
zout water, dit is scha delijk voor d e
motor. Als er in plaats van koel-
vloeistof water is geb ruikt, vervan g
d it dan zo snel mo gelijk door koel-
vloeistof, an ders is het systeem niet
b escherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan de koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat d an een Yamaha
d ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
d e effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
2
13
1. Dop koelvloeistofreservoir
Inhou d koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.26 L (0.27 US qt, 0.23 Imp.qt)
1
UBP8D0D0.book Page 16 Friday, December 9, 2016 8:53 AM
Page 79 of 118
Periodiek on derhou d en afstellin g
6-17
6
DAU33032De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
b eer nooit om de ra diatorvul dop te ver-
wij deren als d e motor warm is.
[DWA10382] DAU36765
Luchtfilterelement
Het luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vraag een Yamaha dealer het luchtfilte-
relement te vervangen.
UBP8D0D0.book Page 17 Friday, December 9, 2016 8:53 AM
Page 80 of 118
Periodiek on derhou d en afstelling
6-18
6
DAU44735
Stationair toerental controleren
Controleer het stationair toerental en laat
het indien nodig door een Yamaha dealer
bijstellen.
DAU21386
De vrije sla g van de gas greep
controleren
Meet de vrije slag van de gasgreep zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de gasgreep re-
gelmatig en laat de vrije slag indien nodig
afstellen door een Yamaha dealer.
Stationair toerental:
1050–1150 tpm
1. Vrije slag van gasgreep
Vrije sla g van gas greep:
3.0–5.0 mm (0.12–0.20 in)
1
UBP8D0D0.book Page 18 Friday, December 9, 2016 8:53 AM