
6377-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Situaties  waarin  het  bandenspa nningswaarschuwingssysteem  mogelijk
niet goed werkt
● Onder de volgende omstandigheden werkt het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd. 
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet overeenko mt met
de OE-specificaties (Original Equipment).
• Er  is  een  band  vervangen  door  een  exemplaar  dat  niet  de  voorge schre-
ven maat heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteunende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst v an de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt.
• Als  de  auto  bedekt  is  met  sneeuw  of  ijs,  vooral  bij  de  wielen  of  de  wiel-
kasten.
• Als  de  bandenspanning  aanzienlijk  hoger  is  dan  de  voorgeschrev en
waarde.
• Als er banden zonder bandenspanningssensor en -zender zijn geb ruikt.
• Als  de  identificatiecode  op  de  bandenspanningssensoren  en  -zenders niet  is  geregistreerd  in  de  bandenspanningswaarschuwingssysteem -
ECU.
● In de volgende situaties kunnen de prestaties worden beïnvloed.
• In  de  buurt  van  een  televisiezendmast,  elektriciteitscentrale,  tankstation,
radiozender,  videowall,  luchthaven  of  andere  locatie  waar  sterke  radio-
golven of elektromagnetische velden aanwezig zijn.
• Als  u  een  draagbare  radio,  mobiele  telefoon,  draadloze  telefoo n  of  een
ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt.
● Wanneer de auto geparkeerd is, kan het langer duren voordat de waarschu-
wing verschijnt of verdwijnt.
● Wanneer  de  bandenspanning  snel  daalt,  zoals  bij  een  klapband,  d an  ver-
schijnt de waarschuwing mogelijk niet.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 637  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 

6387-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
De initialisatieprocedure
●Voer de initialisatie uit na het op spanning brengen van de ban den. 
Zorg er daarnaast voor dat de banden koud zijn bij de initialis atie en bij het
aanpassen van de bandenspanning.
● Als  u  het  contact  tijdens  de  initialisatie  per  ongeluk  UIT  hebt   gezet,  dan  is
het niet noodzakelijk de resetschakelaar in te drukken, omdat de initialisatie
automatisch  herstart  wordt  wanneer  het  contact  de  volgende  keer  AAN
wordt gezet. 
● Als  u  per  ongeluk  de  resettoets  i ndrukt  wanneer  initialiseren  niet  nodig  is,
breng  de  banden  dan  op  de  juiste  spanning  wanneer  ze  koud  zijn  en  voer
opnieuw de initialisatie uit.
■ Waarschuwingen bandenspan ningswaarschuwingssysteem
De  eventuele  waarschuwing  van  het  bandenspanningswaarschuwingss ys-
teem is gebaseerd op  de omstandigheden waaronder het  systeem ge ïnitiali-
seerd  is.  Daarom  laat  het  systeem  mogelijk  zelfs  een  waarschuwi ng  zien
wanneer de bandenspanning niet laag genoeg is of wanneer de dru k hoger is
dan de druk die was ingesteld tijdens het initialiseren van het  systeem.
■ Als  de  initialisatie  van  het  bandenspanningswaarschuwingssystee m
niet voltooid is
De  initialisatie  kan  worden  uitgevoerd  in  enkele  minuten.  In  de   volgende
gevallen  worden  de  instellingen  echter  niet  opgeslagen  en  zal  h et  systeem
niet  goed  werken.  Laat,  als  herhaalde  pogingen  de  bandenspannin g  op  te
slaan mislukken, zo snel mogelijk de auto nakijken door een erk ende Toyota-
dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere  naar  behoren  gekw alificeerde
en uitgeruste deskundige.
● Als  het  systeem  wordt  geïnitialiseerd,  knippert  het  waarschuwin gslampje
lage bandenspanning niet 3 keer en verschijnt de melding voor h et instellen
niet op het multi-informatiedisplay.
● Nadat er na de initialisatie gedurende een bepaalde tijd gerede n is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat het gedurende 1 minuut heeft  geknip-
perd.
■ Registreren van identificatiecodes
De  identificatiecodes  van  de  bandenspanningssensoren  en  -zender s  van
twee sets banden kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de normale banden als de w interbanden
vooraf zijn geregistreerd, is het niet nodig om de identificati ecodes te registre-
ren wanneer de normale banden worden vervangen door winterbande n.
Neem  voor  meer  informatie  over  het  wijzigen  van  de  identificati ecodes  con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur  of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 638  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 

6437-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
C-HR_OM_Europe_OM10528E
OPMERKING
■Repareren  of  vervangen  van  banden,  velgen,  bandenspanningssenso -
ren, zenders en ventieldopjes
● Neem  voor  het  verwijderen  en  plaatsen  van  wielen,  banden  of  ban den-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota -dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste  deskundige  omdat  de  bandenspanningssensoren  en  -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
● Vergeet  niet  de  dopjes  weer  op  de  ventielen  aan  te  brengen.  Als   de  ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspannings-
sensoren terecht komen en kunnen ze vast gaan zitten.
● Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere vent ieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitte n.
■ Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en  wegen met
kuilen. 
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de  banden-
spanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden  vermin-
dert.  Bovendien  kunnen  de  banden  zelf  en  de  velgen  en  carrosser ie
beschadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor  en  -zender  mogelijk  niet  goed.  Neem  wanneer  ban-
denreparatievloeistof  is  gebruikt  zo  snel  mogelijk  contact  op  m et  een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof  de  bandenspanningssensor  en  -zender  wanneer  de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 633)
■ Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning  ontstaat
Rijd  niet  verder  als  de  bandenspanning  te  laag  is,  anders  kunne n  de  ban-
den en/of velgen ernstig beschadigd raken.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 643  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 

6477-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■Vervangen van velgen
De velgen van uw auto zijn uitgerust met bandenspanningssensore n en -zen-
ders  (behalve  het  compacte  reservewiel)  voor  het  bandenspanning swaar-
schuwingssysteem,  dat  in  een  vroegtijdig  stadium  waarschuwt  als de
bandenspanning te laag wordt. Bij het vervangen van velgen moeten er ban-
denspanningssensoren en -zenders worden geplaatst. ( →Blz. 633)
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
● Gebruik  alleen  de  in  deze  handleiding  aanbevolen  maat  velgen  en   ban-
den.  Een  andere  maat  kan  resulteren  in  een  slechtere  controle  o ver  de
auto.
● Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen  is voor
een  tubeless  band.  Als  u  dat  wel  doet,  kan  dat  leiden  tot  een  o ngeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■ Plaatsen van wielmoeren
● Breng nooit olie of vet aan op de wielbouten of -moeren. 
Door  het  gebruik  van  olie  of  vet  worden  de  wielmoeren  mogelijk  te  vast
aangedraaid  waardoor  de  bouten  of  de  velg  beschadigd  kunnen  rak en.
Daarnaast kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken,  wat kan
leiden  tot  een  ongeval  met  ernstig  letsel  als  gevolg.  Verwijder   olie  of  vet
van de wielbouten of wielmoeren.
● Plaats  de  wielmoeren  met  de  schuine
kant  naar  het  wiel  toe.  Als  de  wielmoe-
ren  worden  geplaatst  met  de  schuine
kant van het wiel af, kan de velg scheu-
ren  waardoor  het  wiel  tijdens  het  rijden
kan  losraken.  Dit  kan  leiden  tot  een
ongeval, met ernstig letsel als gevolg.
Ta p s  
gedeelte
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 647  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 

6487-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
■Gebruik van beschadigde velgen niet toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde velgen.
Als  u  dat  wel  doet,  kan  er  tijdens  het  rijden  lucht  uit  de  band  ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ontstaan.
■ Vasthouden van de wielen ( auto's met 16 inch velgen)
OPMERKING
■Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders
●
Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebbe n op de
bandenspanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze werkza amhe-
den uit  te laten  voeren door een erkende  Toyota-dealer of herst eller/repara-
teur  of  een  andere  naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  d eskundige.
Ga  ook  voor  de  aanschaf  van  bandenspanningssensoren  en  -zenders   naar
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een ander e naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Gebruik voor uw auto alleen originele Toyota-velgen. 
Bij  niet-originele  velgen  kan  niet  worden  gegarandeerd  dat  de  b anden-
spanningssensoren en -zenders goed werken. 
■ Omgaan  met  de  decoratieve  kunststo fdelen  (auto's  met  16  inch  ban-
den)
Als tijdens het rijden een ratelend geluid te horen is in de de coratieve kunst-
stofdelen  of  een  vreemd  geluid  uit  de  omgeving  van  de  banden  ko mt,  laat
dan uw banden nakijken door een erkende Toyota-dealer of herste ller/repa-
rateur  of  een  andere  naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.
Gebruik  niet de wieldop  om  het  wiel vast
te houden, omdat de wieldop daarbij kan
losraken,  waardoor  het  wiel  op  de  grond
valt.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 648  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 

6968-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig)
Wanneer  het  waarschuwingslampje knippert  (en  een  zoe-
mer klinkt):
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem)
→ Laat  de  auto  onmiddellijk  nakijken  door  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.
Wanneer het waarschuwingslampje gaat branden:
Geeft  aan  dat  het  PCS  (Pre-Crash  Safety-systeem)  tijde-
lijk niet beschikbaar is, mogelijk als gevolg van een van de
onderstaande zaken:
• Een gedeelte rondom de radarsensor of de camerasen-
sor is vuil of bedekt door condens, ijs, stickers, enz.
→ Verwijder  het  vuil,  de  condens,  het  ijs,  de  stickers,
enz. ( →Blz. 292, 293)
• Er wordt niet aan de bedrijfscondities voor de radarsen- sor of camerasensor (temperatuur, enz.) voldaan
→ Er  kan  in  dit  geval  worden  gereden.  Het  PCS  (Pre-
Crash  Safety-systeem)  wordt  ingeschakeld  als  er
weer  aan  de  bedrijfscondities  (temperatuur,  enz.)
wordt voldaan.
Wanneer het waarschuwingslampje brandt:
Het  VSC  (Vehicle  Stability  Control-systeem)  of  het  PCS
(Pre-Crash Safety-systeem) is uitgeschakeld of beide sys-
temen zijn uitgeschakeld.
→ Schakel  om  het  PCS-systeem  in  te  schakelen  zowel
het VSC-systeem als het PCS-systeem in. 
(→ Blz. 302, 464)
*3
(Geel)
Controlelampje  (waarschuwingszoemer)  LDA  (indien
aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LDA (Lane
Departure Alert met stuurregeling)
→ Als  “Lane  Departure  Alert  Unavailable”  (Lane  Depar-
ture  Alert  niet  beschikbaar)  wordt  weergegeven  op
het  multi-informatiedisplay,  zet  dan  het  LDA-systeem
uit,  ga  een  stukje  rijden  met  de  auto  en  zet  dan  het
LDA-systeem weer aan. ( →Blz. 320) 
Als  er  een  andere  meldin g  wordt  weergegeven  dan
hierboven,  volg  dan  de  aanwijzingen  die  in  de  mel-
ding worden gegeven.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 696  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 

7008-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■Waarschuwingslampje  (waarschuwin gszoemer)  elektrische  stuurbe-
krachtiging
Als de laadtoestand van de accu laag wordt of de spanning tijde lijk daalt, kan
het  waarschuwingslampje  van  de  elektrische  stuurbekrachtiging  g aan  bran-
den en kan er een waarschuwingszoemer klinken.
■ Als het motorcontrolelampje ti jdens het rijden gaat branden
Bij  sommige  uitvoeringen  gaat  het  motorcontrolelampje  branden  a ls  de
brandstoftank  geheel  leeg  gereden  is.  Vul  de  brandstoftank  onmi ddellijk  als
deze leeg is. Het motorcontrolelampje gaat na enkele ritten wee r uit. 
Neem  contact  op  met  een  erkende  Toyota-dealer  of  hersteller/rep arateur  of
een  andere  naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskundig e  als  het
motorcontrolelampje niet uitgaat.
■ Detectiesensor  voorpassagier,  controlelampje  veiligheidsgordel  en
waarschuwingszoemer
● Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de dete ctiesensor
het controlelampje laten  knipperen  en de  waarschuwingszoemer  la ten klin-
ken, ook al zit er niemand op de passagiersstoel.
● Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor  wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
■ Als het waarschuwingslampje lag e bandenspanning gaat branden
Controleer het uiterlijk van de band om na te gaan of de band n iet lek is.
Als de band lek is: →Blz. 710, 730
Als de band niet lek is:
Gebruik  de  volgende  procedure  wanneer  de  banden  voldoende  zijn  afge-
koeld.
● Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
● Als  het  waarschuwingslampje  zelfs  na  enkele  minuten  niet  uitgaa t,  contro-
leer dan of de bandenspanning in orde is en voer de initialisat ie uit. 
( →Blz. 634)
Het  waarschuwingslampje  kan  weer  gaan  branden  wanneer  bovenstaa nde
handelingen  zijn  uitgevoerd  zonder  eerst  de  banden  voldoende  te  laten
afkoelen.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 700  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 

7018-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Het  waarschuwingslampje  lage  ba ndenspanning  gaat  mogelijk  brand en
door een nat uurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk brand en door
een  natuurlijke  oorzaak,  zoals  het  onvermijdelijke  spanningsver lies  dat  op
den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorza akt wordt
door  temperatuurveranderingen.  In  dat  geval  zal  het  waarschuwin gslampje
na  een  paar  minuten  uitgaan  als  de  banden  weer  op  de  juiste  spa nning
gebracht zijn.
■ Als  een  wiel  wordt  vervangen  door  het  reservewiel  (auto's  met  r eserve-
wiel)
Auto's met volwaardig reservewiel: Ook het volwaardige reservewiel is voor-
zien  van  een  bandenspanningssensor  en  -zender.  Als  de  bandenspa nning
van  het  reservewiel  te  laag  is,  zal  het  waarschuwingslampje  lage  banden-
spanning  gaan  branden.  Bij  een  lekke  band  zal  het  waarschuwings lampje
lage  bandenspanning  niet  uitgaan,  ook  al  is  het  wiel  met  de  lek ke  band  ver-
vangen  door  het  reservewiel.  Vervang  het  reservewiel  door  het  w iel  met  de
gerepareerde  band  en  breng  de  band  op  de  juiste  spanning.  Het  w aarschu-
wingslampje lage bandenspanning zal na een paar minuten uitgaan .
Auto's  met  compact  reservewiel:  Het  compacte  reservewiel  is  nie t  voorzien
van  een  bandenspanningssensor  en  -zender.  Bij  een  lekke  band  za l  het
waarschuwingslampje  lage  bandenspanning  niet  uitgaan,  ook  al  is  het wiel
met de lekke band vervangen door het reservewiel. Vervang het reservewiel
door het wiel met de gerepareerde band en breng de band op de j uiste span-
ning. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning zal na een pa ar minu-
ten uitgaan.
■ Omstandigheden  waaronder  het  bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet juist werkt
→Blz. 637
■ Als  het  waarschuwingslampje  lage  bandenspanning  regelmatig  gaat
branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat  branden
nadat  het  gedurende  1 minuut  heeft  geknipperd  wanneer  het  contac t  AAN
wordt  gezet,  laat  het  systeem  dan  nakijken  door  een  erkende  Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifice erde en uitge-
ruste deskundige.
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat  branden
nadat  het  gedurende  1 minuut  heeft  geknipperd  wanneer  u  tussen  g eregis-
treerde  wielensets  wisselt,  controleer  dan  of  de  juiste  wielens et  is  geselec-
teerd.
■ Waarschuwingszoemer
De  zoemer  is  in  sommige  gevallen  niet  hoorbaar,  zoals  in  een  lu idruchtige
omgeving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 701  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM