5
1
6 5
4
3
2
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
9
8
7
5-6. Gebruik van Bluetooth®-
apparaten
Bluetooth
®-audio/
telefoon ............................449
Gebruik van de stuurwielschakelaars .......455
Registreren van een Bluetooth
®-apparaat ........456
5-7. Menu SETUP (instellingen) Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(“Bluetooth*”-menu) .........457
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(PHONE-menu) ...............461
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een Bluetooth
® compatibele
draagbare speler .............465
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen .................................467
Een telefoongesprek ontvangen ........................469
Voeren van een telefoongesprek ...............470
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®.........................472 6-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Airconditioning................... 478
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming .............. 488
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting ........... 490
• Interieurverlichting ........ 491
• Leeslampjes .................. 491
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden...... 493
• Dashboardkastje ........... 494
• Consolevak ................... 494
• Fleshouders .................. 495
• Bekerhouders ............... 496
Voorzieningen in de bagageruimte .................. 497
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het
interieur
Overige voorzieningen in het interieur ................. 505
• Zonnekleppen ............... 505
• Make-upspiegels ........... 505
• Klok ............................... 506
• Accessoireaansluiting ... 507
• Handgrepen .................. 509
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.
6Voorzieningen in het
interieur
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.book Page 5 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
381-1. Voor een veilig gebruik
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Veiligheidsgordels
●Trek de schoudergordel zo ver
naar buiten dat de gordel goed
tegen de schouder aan ligt en
niet van de schouder af glijdt of
tegen de nek aan ligt.
● Plaats het heupgedeelte van de
gordel zo laag mogelijk over de
heupen.
● Stel de rugleuning af. Ga zo
rechtop mogelijk in de stoel zit-
ten met uw rug stevig tegen de
leuning.
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet gedraaid zit.
Maak de veiligheidsgordel vast
door de gesp in de gordelslui-
ting te drukken totdat u een klik
hoort.
De veiligheidsgordel kan wor-
den losgemaakt door de ont-
grendelknop in te drukken.
Controleer voordat u wegrijdt eer st of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel
1
2
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.book Page 38 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
421-1. Voor een veilig gebruik
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
WAARSCHUWING
■Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veiligheidsgordel op de juist e manier.
( →Blz. 38)
■ Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
→ Blz. 77
■ Gordelspanners
Het waarschuwingslampje SRS gaat branden als een gordelspanner is
geactiveerd. De veiligheidsgordel kan in dit geval niet meer wo rden gebruikt
en moet worden vervangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste des-
kundige.
■ Verstelbaar schouderbevestigingspunt (voorstoelen)
Zorg ervoor dat de gordel goed over het midden van de schouder ligt. De
gordel mag niet tegen de nek aanliggen, maar ook niet van uw sc houder
afglijden. Als u hier niet voor zorgt, wordt de mate van bescherming bij plot-
seling remmen, uitwijken of een ongeval minder en de kans op ernstig letsel
groter. ( →Blz. 39)
■ Beschadiging en slijtage van veiligheidsgordels
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet beschadigd raken doo rdat de
riem, de gesp of de gordelsluiting bekneld raakt tussen het por tier en de
carrosserie.
● Controleer het veiligheidsgordelsysteem regelmatig. Let op besc hadigin-
gen, zoals scheuren en rafels, en op losse onderdelen. Gebruik een
beschadigde veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo snel mogel ijk ver-
vangen. Een beschadigde veiligheidsgordel kan de veiligheid van de des-
betreffende inzittende niet waarborgen.
● Controleer of de gordel en de gesp vergrendeld zijn en of de gordel niet
gedraaid is.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel ler/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de veiligheidsgordel niet goed werkt.
● Laat de stoelen, inclusief de veiligheidsgordels, vervangen als de auto
betrokken is geweest bij een ernstig ongeval, ook al is er geen zichtbare
schade.
● Probeer de veiligheidsgordels niet zelf te plaatsen, verwijderen, wijzigen,
demonteren of af te voeren. Laat eventueel noodzakelijke repara ties uit-
voeren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. A ls de
veiligheidsgordels niet op de juiste wijze worden gebruikt, wer ken ze
mogelijk niet meer naar behoren.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.book Page 42 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
751-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
◆Een baby- of kinderzitje plaatsen met behulp van een veilig-
heidsgordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de hand van de bijgesloten
handleiding.
Als het plaatsen van een baby- o f kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel onvermijdelijk is, r aadpleeg dan Blz. 67 voor het af stel-
len van de voor passagiersstoel.
Verwijder indien mogelijk de hoof dsteun indien deze de plaatsing
van het baby- of kinderzitje hindert. Zet anders de hoofdsteun in
de hoogste stand. ( →Blz. 182)
Voer de veiligheidsgordel
door het baby- of kinderzitje
en steek de gesp in de gor-
delsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is. Maak
de veiligheidsgordel goed
vast aan het baby- of kinder-
zitje aan de hand van de bij-
gesloten handleiding.
Als uw baby- of kinderzitje
niet is voorzien van een ver-
grendelsysteem voor de vei-
ligheidsgordel, zet het zitje
dan vast met een blokkeer-
clip.
Beweeg het baby- of kinderzitje na het plaatsen naar achteren
en naar voren om te control eren of het goed vastzit. (→ Blz. 77)
1
2
3
4
5
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.book Page 75 Friday, October 7, 20 16 3:58 PM
771-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje mogelijk gebruikmaken van een blok-
keerclip. Volg de aanwijzingen van de fabrikant van het baby- o f kinderzitje.
Als uw zitje niet over een blokkeerclip beschikt, kunt u deze k open bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige: blokkeerclip voor bab y- of kinder-
zitje (onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING
■ Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
● Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veil igheidsgor-
del om de nek van het kind draait, kan het kind stikken of erns tig letsel
oplopen. Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden l osgemaakt,
knip de gordel dan door met een schaar.
● Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
● Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en na ar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
● Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
● Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schou dergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schou der van
het kind vallen.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de ge bruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.book Page 77 Friday, October 7, 20 16 3:58 PM
1302. Instrumentenpaneel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Weergave waarschuwingsmelding
Hiermee kunnen waarschuwingsmeldingen en te nemen maatrege-
len worden weergegeven als een storing wordt gesignaleerd.
(→Blz. 606)
Weergave instellingen
Hiermee kunnen de instellingen van de weergave van het instrume n-
tenpaneel en de bedieningsinstelling van bepaalde voertuigfunct ies
worden gewijzigd. ( →Blz. 132)
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met behulp van de bedie-
ningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel.
Terugkeren naar het vorige
scherm
Enter/instellen
Een item selecteren/pagina wij-
zigen
● Actueel brandstofverbruik (zoneweergave/numerieke weergave)
*1
Geeft het actuele brandstofverbruik aan.
●Gemiddeld brandstofverbruik (sinds resetten*2/sinds starten/sinds
tanken)
*1
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik weer sinds respectieveli jk het
resetten van de functie, het starten van het hybridesysteem en het tanken
Het weergegeven gemiddelde brandstofverbruik is een globale waa rde.
●Gemiddelde rijsnelhe id (sinds resetten*2/sinds starten)*1
Geeft de gemiddelde rijsnelheid weer sinds respectievelijk het resetten
van de functie en het starten van het hybridesysteem
● Verstreken tijd (sinds resetten*2/sinds starten)*1
Geeft de verstreken tijd weer sinds respectievelijk het resette n van de
functie en het starten van het hybridesysteem
Bedienen van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel
1
2
3
Rij-informatie
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 130 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
1312. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
●Afstand (actieradius/sinds starten)*1
Geeft respectievelijk de berekende maximale afstand weer die no g kan
worden gereden met de resterende brandstof en de gereden afstan d sinds
het starten van het hybridesysteem.
• Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde brands tof-
verbruik. Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog kan worden gere-
den, afwijken van de weergegeven afstand.
• Als er een kleine hoeveelheid brandstof wordt getankt, wordt d e weer-
gave mogelijk niet bijgewerkt.
Zet tijdens het tanken het contact UIT. Als brandstof wordt get ankt ter-
wijl het contact niet UIT staat, wordt de weergave mogelijk nie t bijge-
werkt.
● Energiemonitor
→Blz. 138
●Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid aan.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 131 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
1653-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E■
Als op het multi-informatiedispl ay “Entry & Start System Malfun ction.
See Owner’s Manual” (Storing in Smart entry-systeem met startkn op;
raadpleeg handleiding) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de aut o onmiddellijk
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateu r of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de
batterij van de elektronische sleutel en de 12V-accu leeg raken wanneer de
auto gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
● In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de po rtieren met
het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden .
• De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer binnen een afstand van 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer
niet gebruikt.
● Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of langer
niet gebruikt is, kunnen de portieren alleen via het bestuurder sportier wor-
den ontgrendeld. Houd in dat geval de greep van het bestuurders portier
vast of gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de por-
tieren te ontgrendelen.
■ Energiebesparende functie voor de batterij van de elektronische sleutel
Wanneer de energiebesparende functie is
ingeschakeld, loopt de batterij veel min-
der snel leeg omdat de ontvangst van
radiogolven door de elektronische sleutel
wordt gestopt.
Druk twee keer in terwijl u
ingedrukt houdt. Ga na of het controle-
lampje van de elektronische sleutel 4 keer
knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop
kan niet worden gebruikt als de energie-
besparende functie voor de batterij is
ingeschakeld. Druk op een van de toetsen
van de elektronische sleutel om de functie
te annuleren.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 165 Friday, September 9, 2016 12:21 PM