Page 469 of 712
469
5
5-9. Bluetooth®-telefoon
Audiosysteem
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Een telefoongesprek ontvangen
Druk op de toets gesprek aannemen.
Druk op de toets gesprek beëindigen.
Druk op de toets gesprek aannemen.
Door weer op de toets gesprek aannemen te drukken keert u terug naar
het vorige gesprek.
Verlagen van het volume: Draai de AAN/UIT/volumeknop linksom.
Verhogen van het volume: Draai d e aan/uit/volumeknop rechtsom.
Aannemen van de telefoon
Weigeren van een telefoongesprek
Ontvangen van een oproep terwijl u een telefoongesprek voert
Aanpassen van het beltoonvolume tijdens het ontvangen van
een oproep
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 469 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 470 of 712

4705-9. Bluetooth®-telefoon
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Voeren van een telefoongesprek
Tijdens het tot stand brengen van een gesprek, wanneer een gesprek
wordt ontvangen en tijdens een gesprek kan een oproep worden
doorgestuurd tussen de mobiele telefoon en het systeem. Gebruik
een van de volgende methoden:
a. Bedien de mobiele telefoon.
Raadpleeg de handleiding van de mobiele telefoon voor de bedien ing.
b. Druk op (PHONE) (telefoon).*
*
: Deze handeling kan alleen worden uitgevoerd bij het doorschake len van
een telefoongesprek van de mobiele telefoon naar het systeem tijdens
een telefoongesprek.
Druk op (MUTE) (dempen).
Druk op [0-9] en gebruik de knop tune/scroll om de gewenste
cijfers in te voeren.
• Druk, om de ingevoerde cijfers te verzenden, op (SEND) (verzenden).
• Druk, wanneer u klaar bent, op (EXIT) (afsluiten) om terug te keren naar het vorige scherm.
Verlagen van het volume: Draai de AAN/UIT/volumeknop linksom.
Verhogen van het volume: Draai d e AAN/UIT/volumeknop rechtsom.
Doorschakelen van een telefoongesprek
Dempen van uw stemgeluid
Cijfers invoeren
Instellen van het gespreksvolume
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 470 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 471 of 712

4715-9. Bluetooth®-telefoon
5
Audiosysteem
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
■Tijdens het telefoongesprek
●Praat niet terwijl uw gesprekspartner praat.
● Stel het volume van de stem van uw gesprekspartner laag in. Als het
volume te hoog staat, wordt de stemecho sterker.
■ Automatische volumeregeling
Als de rijsnelheid 80 km/h of meer bedraagt, wordt het volume a utomatisch
verhoogd. Het volume keert terug naar het niveau van de vorige volume-
instelling als de rijsnelheid naar 70 km/h of minder daalt.
■ Functies telefoonsysteem
Afhankelijk van de mobiele telefoon zijn sommige functies mogel ijk niet
beschikbaar.
■ Omstandigheden waaronder uw gesprekspartner u mogelijk niet goe d
verstaat
● Tijdens het rijden op een hobbelige weg
● Tijdens het rijden met hoge snelheden
● Wanneer lucht uit de uitstroomopeningen tegen de microfoon word t gebla-
zen
● Wanneer de ventilator van de airconditioning veel geluid maakt
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 471 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 472 of 712

4725-10. Bluetooth®
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Bluetooth®
■Bij gebruik van Bluetooth®-audio/telefoon
● Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet.
• De draagbare speler ondersteunt Bluetooth
® niet
• De mobiele telefoon bevindt zich buiten het bereik van een mob iel net-
werk
• Het Bluetooth
®-apparaat is uitgeschakeld
• De batterij van het Bluetooth®-apparaat is onvoldoende geladen
• Het Bluetooth®-apparaat heeft geen verbinding met het systeem
• Het Bluetooth®-apparaat bevindt zich achter de stoel of in het dashboard-
kastje of de opbergmogelijkheid in de middenconsole, of het app araat
wordt afgedekt door of staat in contact met metaal
● Het kan enige tijd duren voordat verbinding is gemaakt met de m obiele tele-
foon als tegelijkertijd via Bluetooth
®-audio wordt afgespeeld.
● Afhankelijk van het type draagbare audiospeler dat is verbonden met het
systeem kunnen er verschillen in de bediening zijn of kunnen bepaalde
functies niet beschikbaar zijn.
■ Als u de auto verkoopt
Zorg ervoor dat u het systeem initialiseert, om misbruik van persoonlijke
gegevens te voorkomen. ( →Blz. 460)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 472 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 488 of 712

4886-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Stuurwielverwarming∗/stoelverwarming∗
∗: Indien aanwezig
De zijkanten van het stuurwiel en de voorstoelen worden ver-
warmd door respectievelijk de stuurwielverwarming en de stoel-
verwarming.
WAARSCHUWING
●Wees voorzichtig wanneer iemand uit onderstaande categorieën in con-
tact komt met het stuurwiel en de stoelen wanneer de stuurwiel- en stoel-
verwarming zijn ingeschakeld:
• Baby's, kleine kinderen, oudere personen, zieken en gehandicapten
• Personen met een gevoelige huid
• Personen die oververmoeid zijn
• Personen die alcohol hebben gedronken of personen die rustgeve nde
medicijnen (slaapmiddel, middel tegen verkoudheid, enz.) hebben
gebruikt
● Neem, om de kans op brandwonden of oververhitting te beperken, de vol-
gende voorzorgsmaatregelen in acht:
• Bedek de stoel niet met een kleed of kussen als de stoelverwar ming in
gebruik is.
• Gebruik de stoelverwarming niet langer dan noodzakelijk is.
OPMERKING
● Plaats geen zware voorwerpen met een ongelijkmatig oppervlak op de
stoel en leg geen scherpe voorwerpen (naalden, punaises, enz.) op de
stoel.
● Gebruik de functies niet wanneer het hybridesysteem niet is ing eschakeld,
om te voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 488 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 513 of 712

5137-1. Onderhoud en verzorging
7
Onderhoud en verzorging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E■
Hogedrukreinigers
●Zorg ervoor dat de sproeiers van de wasstraat zich zo ver mogelijk bij de
ruiten vandaan bevinden.
● Controleer voordat u de wasstraat gebruikt of de tankdopklep va n uw auto
goed gesloten is.
■ Opmerkingen voor auto's met Sm art entry-systeem en startknop
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden v ergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hierond er bij het
wassen van de auto:
● Leg de sleutel op een afstand van ten minste 2 m van de auto als u de auto
wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
● Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 165)
■ Lichtmetalen velgen
●Verwijder vuil onmiddellijk met een neutraal reinigingsmiddel. Gebruik geen
harde borstels of schuurmiddelen. Gebruik geen sterke of bijten de oplos-
middelen.
Gebruik hetzelfde neutrale reinigingsmiddel en dezelfde was als die
gebruikt wordt voor de carrosserie.
● Reinig de velgen niet met reinigingsmiddelen als de velgen, bij voorbeeld na
een lange rit bij warm weer, nog warm zijn.
● Spoel het reinigingsmiddel op de velgen direct na het gebruik a f.
■ Bumpers en zijlijsten
Gebruik geen schuurmiddelen.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 513 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 543 of 712

5437-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
7
Onderhoud en verzorging
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssys-
teem dat gebruikmaakt van bandenspanningssensoren en -zenders
om een lage bandenspanning te signaleren voordat deze tot probl e-
men leidt.
Als de bandenspanning onder een bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder door middel van een waarschuwingslampje gewaar-
schuwd. ( →Blz. 599)
◆Plaatsen van bandenspanni ngssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspan-
ningssensoren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningss ensoren en -zenders geplaatst
worden, moeten de identificatiecodes van deze componenten wor-
den geregistreerd in de bandensp anningswaarschuwingssysteem-
ECU en moet het bandenspanni ngswaarschuwingssysteem wor-
den geïnitialiseerd. Laat de identificatiecodes van de bandensp an-
ningssensoren en -zenders registreren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw ali-
ficeerde en uitgeruste deskundige. ( →Blz. 545)
◆Initialiseren van het bandens panningswaarschuwingssysteem
Wanneer van bandenmaat wordt gewisseld, moet het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd.
Als het bandenspanningswaarschu wingssysteem wordt geïnitiali-
seerd, wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning
beschouwd.
Bandenspanningswaarschuwingssysteem
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 543 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 544 of 712

5447-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E■
Initialiseren van het bandens
panningswaarschuwingssysteem
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven spanning bij koude ban-
den. (→Blz. 674)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in
koude toestand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Zet het contact AAN.
Druk op < of > van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren. ( →Blz. 129)
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel om “Voertuiginstellingen” te selecteren en druk vervol-
gens op om het menu weer te geven.
Druk op ∧ of ∨ van de bedie-
ningstoetsen van het instru-
mentenpaneel om
te selec-
teren en houd vervolgens
ingedrukt.
Wanneer de initialisatie is voltooid, wordt er een melding weer ge-
geven op het multi-informatiedisplay en knippert het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning 3 keer.
1
2
3
4
5
6
7
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 544 Friday, September 9, 2016 12:21 PM