6268-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
■Als de band te hard wordt opgepompt
Controleer of de bandenspanningsmeter de voorgeschreven spannin g aan-
geeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning onder de voorgeschre ven
waarde ligt en vul de band tot de juiste spanning is bereikt.
■ Het ventiel van een gerepareerde band
Nadat de band met de bandenreparatieset is gerepareerd, moet he t ventiel
bij een definitieve reparatie worden vervangen.
■ Nadat een band is gerepareer d met de bandenreparatieset
● Vervang de bandenspanningssensor en -zender.
● Zelfs als de bandenspanning op het voorgeschreven niveau ligt, gaat moge-
lijk het waarschuwingslampje lage bandenspanning branden/knippe ren.
■ Aanwijzing voor het controlere n van de bandenreparatieset
Controleer regelmatig de uiterste houdbaarheidsdatum van de ban denrepa-
ratievloeistof.
De uiterste houdbaarheidsdatum staat vermeld op de fles. Gebruik de ban-
denreparatievloeistof niet wanneer de uiterste houdbaarheidsdat um is ver-
streken. Anders worden reparaties met de bandenreparatieset mog elijk niet
goed uitgevoerd. Druk op de knop om wat lucht te laten
ontsnappen.
1
2
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b
ook Page 626 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
6318-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
8
Bij problemen
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
● Een band mag alleen met de bandenreparatieset worden gerepareer d
indien de beschadiging is veroorzaakt door perforatie van het l oopvlak
door een scherp voorwerp, zoals een spijker of een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet uit de band. Door het verwijderen
van de spijker of de schroef kan het gat groter worden waardoor de band
niet meer tijdelijk gerepareerd kan worden.
● De reparatieset is niet waterbestendig. Zorg dat de bandenrepar atieset
niet in aanraking komt met water, bijvoorbeeld bij gebruik tijd ens regen.
● Zet de bandenreparatieset niet op een stoffige ondergrond, zoal s in het
zand of in de berm. Als de reparatieset stof e.d. opzuigt, kunn en er storin-
gen optreden.
● Houd de fles tijdens het gebruik niet ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
■ Voorzorgsmaatregelen voor de bandenreparatieset
● De reparatieset heeft als voeding 12V-gelijkstroom nodig. Sluit de repara-
tieset niet aan op andere voedingsbronnen.
● Als er benzinedruppels op de reparatieset terechtkomen, kan de set
defect raken. Zorg dat de set niet met benzine in aanraking kan komen.
● Berg de reparatieset op, zodat de set beschermd is tegen vuil en vocht.
● Berg de reparatieset op in de gereedschapshouder onder de afdekmat,
buiten bereik van kinderen.
● Demonteer de reparatieset niet en breng geen wijzigingen aan. S tel
onderdelen als de bandenspanningsmeter niet bloot aan schokken. Hier-
door kunnen storingen optreden.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanneer de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 543)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.book Page 631 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
6428-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
■Het compacte reservewiel (indien aanwezig)
●Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aandui-
ding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
● Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel. ( →Blz. 674)
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspannin gssensor
en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wo rdt aange-
geven door het bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u
het compacte reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een
lage bandenspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden .
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd dan
wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.
■ Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met
sneeuw of ijs (auto's met een compact reservewiel)
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte r eserve-
wiel. Voer onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de
voorwielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reser vewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
1
2
3
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 642 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
6448-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
● Houd er rekening mee dat het compacte reservewiel speciaal ontw orpen
is voor gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom ni et onder
een andere auto.
● Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onde r uw auto.
● Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorza ken.
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeve n en dat
de volgende systemen niet goed werken:
*: Indien aanwezig
■ Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel (in dien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel ond er de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hog e snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden t ot een
ongeval en ernstig letsel.
■ Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze v oorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
•EPS
• Automatic High Beam-systeem
*
• PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem)
*
• LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)
*
• Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik
*
• Cruise control*
• BSM (Blind Spot Monitor)*
• Toyota Parking Assist-sensor*
• S-IPA (Simple Intelligent ParkingAssist-systeem)
*
• Rear View Monitor-systeem*
• Navigatiesysteem*
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 644 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
6458-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
8
Bij problemen
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het c om-
pacte reservewiel onder de auto gemonteerd is. (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd
dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorz ichtig
bij het rijden over slechte wegen.
■ Rijden met sneeuwket tingen en het compacte reservewiel (indien aan-
wezig)
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedra g in nega-
tieve zin beïnvloeden.
■ Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige, omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vervang bij het vervangen van de band de bandenspanningssensor en -
zender. ( →Blz. 543)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 645 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
6829-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E■
Instrumentenpaneel (
→Blz. 132)
■Smart entry-systeem met startknop en afstandsbediening
( → Blz. 150, 163)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Sensorgevoeligheid voor
vermindering van de hel-
derheid van het instru-
mentenpaneel afhankelijk
van de lichtsterkte buiten
Standaard-2 - 2––O
Sensorgevoeligheid voor
terugzetten van de helder-
heid van het instrumen-
tenpaneel op het
oorspronkelijke niveau
afhankelijk van de licht-
sterkte buiten
Standaard-2 - 2––O
123
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Werkingssignaal (alarm-
knipperlichten)AanUit–OO
Tijd tot na het ontgrende-
len, zonder dat een portier
wordt geopend, de portie-
ren automatisch weer
worden vergrendeld
30 seconden
60 seconden
––O
120 seconden
Waarschuwingszoemer
geopend portier (tijdens
het vergrendelen)
AanUit––O
123
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 682 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
6849-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E■
Elektrisch bedienbare ruiten (
→Blz. 193)
■Richtingaanwijzerschakelaar ( →Blz. 235)
■Automatische verlichting ( →Blz. 244)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Gekoppelde werking aan
mechanische sleutel
(openen)
UitAan––O
Gekoppelde werking aan
mechanische sleutel
(sluiten)
UitAan––O
Gekoppelde werking aan
afstandsbediening
(openen)
UITAan––O
Gekoppelde werking aan
afstandsbediening
(sluiten)
UITAan––O
Mechanische sleutel,
koppeling van werking
aan afstandsbediening
(zoemer)
AanUit––O
123
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeurs- instelling
Aantal keren knipperen bij
het veranderen van rij-
baan
3
UIT
––O5
7
123
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeurs- instelling
Gevoeligheid lichtsensorNiveau 0Niveau -2 - 2–OO
Tijd die verstrijkt voordat
de koplampen worden uit-
geschakeld (Follow Me
Home-systeem)
30 seconden
60 seconden
––O90 seconden
120 seconden
123
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 684 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
6859-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
9
Voertuigspecificaties
■Toyota Parking Assist-sensor* (→ Blz. 351)
*: Indien aanwezig
■
Follow Me Home-systeem ( →Blz. 245)
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem)* (→ Blz. 274)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Detectieafstand van de
zijsensorenVe r w e gDichtbij––O
Zoemervolume31 - 5––O
123
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Tijd die verstrijkt voordat
de koplampen automa-
tisch worden uitgescha-
keld
30 seconden
60 seconden
––O90 seconden
120 seconden
123
FunctieStandaard-in7stellingPersoonlijke
voorkeurs- instelling
Pre-Crash Safety-sys-
teemAanUitO–O
WaarschuwingstijdstipGemiddeldVe r w e gO–ODichtbij
123
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 685 Friday, September 9, 2016 12:21 PM