5467-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E■
Situaties waarin het bandenspa nningswaarschuwingssysteem mogelijk
niet goed werkt
● Onder de volgende omstandigheden werkt het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet overeenko mt met
de OE-specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet de voorge schre-
ven maat heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteunende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst v an de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wiel-
kasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschrev en
waarde.
• Als er banden zonder bandenspanningssensor en -zender zijn geb ruikt.
• Als de identificatiecode op de bandenspanningssensoren en -zenders niet is geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem -
ECU.
● In de volgende situaties kunnen de prestaties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radio-
golven of elektromagnetische velden aanwezig zijn
• Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoo n of een
ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt
● Wanneer de auto geparkeerd is, kan het langer duren voordat de waarschu-
wing verschijnt of verdwijnt.
● Wanneer de bandenspanning snel daalt, zoals bij een klapband, d an ver-
schijnt de waarschuwing mogelijk niet.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 546 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
5477-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
7
Onderhoud en verzorging
■De initialisatieprocedure
●Voer de initialisatie uit na het op spanning brengen van de ban den.
Zorg er daarnaast voor dat de banden koud zijn bij de initialis atie en bij het
aanpassen van de bandenspanning.
● Als u het contact tijdens de initialisatie per ongeluk UIT hebt gezet, dan is
het niet noodzakelijk de resettoets in te drukken, omdat de ini tialisatie auto-
matisch herstart wordt wanneer het contact de volgende keer AAN wordt
gezet.
● Als u per ongeluk de resettoets i ndrukt wanneer initialiseren niet nodig is,
breng de banden dan op de juiste spanning wanneer ze koud zijn en voer
opnieuw de initialisatie uit.
■ Waarschuwingen bandenspan ningswaarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het bandenspanningswaarschuwingss ys-
teem is gebaseerd op de omstandigheden waaronder het systeem ge ïnitiali-
seerd is. Daarom laat het systeem mogelijk zelfs een waarschuwi ng zien
wanneer de bandenspanning niet laag genoeg is of wanneer de dru k hoger is
dan de druk die was ingesteld tijdens het initialiseren van het systeem.
■ Als de initialisatie van het bandenspanningswaarschuwingssystee m
niet voltooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in enkele minuten. In de volgende
gevallen worden de instellingen echter niet opgeslagen en zal h et systeem
niet goed werken. Laat, als herhaalde pogingen de bandenspannin g op te
slaan mislukken, de auto zo snel mogelijk nakijken door een erk ende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw alificeerde
en uitgeruste deskundige.
● Als het systeem wordt geïnitialiseerd, knippert het waarschuwin gslampje
lage bandenspanning niet 3 keer en verschijnt de melding voor h et instellen
niet op het multi-informatiedisplay.
● Nadat er na de initialisatie gedurende een bepaalde tijd gerede n is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknip-
perd.
■ Registreren van identificatiecodes
De identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en -zender s van
twee sets banden kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de normale banden als de w interbanden
vooraf zijn geregistreerd, is het niet nodig om de identificati ecodes te registre-
ren wanneer de normale banden worden vervangen door winterbande n.
Neem voor meer informatie over het wijzigen van de identificati ecodes con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 547 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
5527-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssenso -
ren, zenders en ventieldopjes
● Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of ban den-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota -dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
● Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspannings-
sensoren terecht komen en kunnen ze vast gaan zitten.
● Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere vent ieldopjes
dan voorgeschreven.
Anders kunnen de dopjes vast komen te zitten.
■ Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met
kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de banden-
spanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermin-
dert. Bovendien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosserie be-
schadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de
bandenspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanne er
bandenreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact o p met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanneer de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 543)
■ Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunne n de ban-
den en/of velgen ernstig beschadigd raken.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 552 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
5567-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
■Vervangen van velgen
De velgen van uw auto zijn uitgerust met bandenspanningssensore n en -zen-
ders (behalve het compacte reservewiel) voor het bandenspanning swaar-
schuwingssysteem, dat in een vroegtijdig stadium waarschuwt als de
bandenspanning te laag wordt. Bij het vervangen van velgen moeten er ban-
denspanningssensoren en -zenders worden geplaatst. ( →Blz. 543)
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
● Gebruik alleen de in deze handleiding aanbevolen maat velgen en ban-
den. Een andere maat kan resulteren in een slechtere controle o ver de
auto.
● Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen is voor
een tubeless band. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een o ngeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■ Plaatsen van wielmoeren
● Breng nooit olie of vet aan op de wielbouten of -moeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen rak en.
Daarnaast kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken, wat kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg. Verwijder olie of vet
van de wielbouten of wielmoeren.
● Plaats de wielmoeren met de schuine
kant naar het wiel toe. Als de wielmoe-
ren worden geplaatst met de schuine
kant van het wiel af, kan de velg scheu-
ren waardoor het wiel tijdens het rijden
kan losraken. Dit kan leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel als gevolg.Ta p s
gedeelte
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 556 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
5577-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
7
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
■Gebruik van beschadigde velgen niet toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde velgen.
Als u dat wel doet, kan er tijdens het rijden lucht uit de band ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ontstaan.
■ Vasthouden van de wielen ( auto's met 16 inch velgen)
OPMERKING
■Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders
● Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebbe n op
de bandenspanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze wer k-
zaamheden uit te laten voeren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en ui tgeruste
deskundige. Ga ook voor de aanschaf van bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateu r of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Gebruik voor uw auto alleen originele Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden gegarandeerd dat de b anden-
spanningssensoren en -zenders goed werken.
■ Omgaan met de decoratieve kunststo fdelen (auto's met 16 inch ban-
den)
Als tijdens het rijden een ratelend geluid te horen is in de de coratieve kunst-
stofdelen of een vreemd geluid uit de omgeving van de banden ko mt, laat
dan uw banden nakijken door een erkende Toyota-dealer of herste ller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Gebruik niet de wieldop om het wiel vast
te houden, omdat de wieldop daarbij kan
losraken waardoor het wiel op de grond
valt.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 557 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
5988-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig)
Wanneer het waarschuwingslampje knippert (en een zoemer
klinkt):
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer het waarschuwingslampje gaat branden:
Geeft aan dat het PCS (Pre-Cr ash Safety-systeem) tijdelijk
niet beschikbaar is, mogelijk als gevolg van een van de
onderstaande zaken:
• Een gedeelte rondom de radarsensor of de camerasensor is vuil of bedekt door cond ens, ijs, stickers, enz.
→ Verwijder het vuil, de condens , het ijs, de stickers, enz.
(→Blz. 269)
• Er wordt niet aan de bedrijfscondities voor de radarsensor of camerasensor (temperatuur, enz.) voldaan
→ Er kan in dit geval worden gereden. Het PCS (Pre-Crash
Safety-systeem) wordt ingeschakeld als er weer aan de
bedrijfscondities (temperatuur, enz.) wordt voldaan.
Wanneer het waarschuwingslampje brandt:
Het VSC (Vehicle Stability Cont rol-systeem) of het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem) is uitgeschakeld of beide systemen
zijn uitgeschakeld.
→ Schakel om het PCS-systeem in te schakelen zowel het
VSC-systeem als het PCS-systeem in. (→Blz. 278, 405)
*2
(Knippert)
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) parkeer-
rem
Mogelijk is de parkeerrem niet volledig geactiveerd of gede-
activeerd
→ Bedien nogmaals de parkeerremschakelaar.
Dit lampje gaat branden als de parkeerrem niet gedeacti-
veerd is. Als het lampje uitgaat nadat de parkeerrem gedeac-
tiveerd is, werkt het systeem normaal.
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof ongeveer
5,7 l of minder is
→ Vul de brandstoftank.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 598 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
6028-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
■Waarschuwingslampje (waarschuwin gszoemer) elektrische stuurbe-
krachtiging
Als de spanning van de 12V-accu laag is of tijdelijk daalt, kan het waarschu-
wingslampje van de elektrische stuurbekrachtiging gaan branden en kan er
een waarschuwingszoemer klinken.
■ Als het motorcontrolelampje ti jdens het rijden gaat branden
Bij sommige uitvoeringen gaat het motorcontrolelampje branden a ls de
brandstoftank geheel leeg gereden is. Vul de brandstoftank onmi ddellijk als
deze leeg is. Het motorcontrolelampje gaat na enkele ritten wee r uit.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundig e als het
motorcontrolelampje niet uitgaat.
■ Detectiesensor voorpassagier, controlelampje veiligheidsgordel en
waarschuwingszoemer
● Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de dete ctiesensor
het controlelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer la ten klin-
ken, ook al zit er niemand op de passagiersstoel.
● Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
■ Als het waarschuwingslampje lag e bandenspanning gaat branden
Controleer het uiterlijk van de band om na te gaan of de band n iet lek is.
Als de band lek is: →Blz. 612, 632
Als de band niet lek is:
Gebruik de volgende procedure wanneer de banden voldoende zijn afge-
koeld.
● Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
● Als het waarschuwingslampje zelfs na enkele minuten niet uitgaa t, contro-
leer dan of de bandenspanning in orde is en voer de initialisat ie uit.
( →Blz. 544)
Het waarschuwingslampje kan weer gaan branden wanneer bovenstaa nde
handelingen zijn uitgevoerd zonder eerst de banden voldoende te laten
afkoelen.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 602 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
6038-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
8
Bij problemen
■Het waarschuwingslampje lage ba ndenspanning gaat mogelijk brand en
door een nat uurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk brand en door
een natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsver lies dat op
den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorza akt wordt
door temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwin gslampje
na een paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spa nning
gebracht zijn.
■ Als een wiel wordt vervangen door het reservewiel (auto's met r eserve-
wiel).
Auto's met volwaardig reservewiel: Ook het volwaardige reservewiel is voor-
zien van een bandenspanningssensor en -zender. Als de bandenspa nning
van het reservewiel te laag is, zal het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gaan branden. Bij een lekke band zal het waarschuwings lampje
lage bandenspanning niet uitgaan, ook al is het wiel met de lek ke band ver-
vangen door het reservewiel. Vervang het reservewiel door het w iel met de
gerepareerde band en breng de band op de juiste spanning. Het w aarschu-
wingslampje lage bandenspanning zal na een paar minuten uitgaan .
Auto's met compact reservewiel: Het compacte reservewiel is nie t voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender. Bij een lekke band za l het
waarschuwingslampje lage bandenspanning niet uitgaan, ook al is het wiel
met de lekke band vervangen door het reservewiel. Vervang het reservewiel
door het wiel met de gerepareerde band en breng de band op de j uiste span-
ning. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning zal na een pa ar minu-
ten uitgaan.
■ Omstandigheden waaronder het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet juist werkt
→Blz. 546
■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat
branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft wanneer het contac t AAN
wordt gezet, laat het systeem dan controleren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd wanneer u tussen g eregis-
treerde wielensets wisselt, controleer dan of de juiste wielens et is geselec-
teerd.
■ Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een lu idruchtige
omgeving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 603 Friday, September 9, 2016 12:21 PM