3
.
.
Rijadviezen 175
Starten/afzetten van de motor
met de sleutel
1
77
Starten/afzetten van de motor
met Keyless entry and start
1
79
Elektrische parkeerrem
1
81
Handgeschakelde versnellingsbak
1
85
Automatische transmissie
1
85
Hill Start Assist
1
90
Driver Sport Pack
1
91
Schakelindicator
1
91
Stop & Start
1
92
Bandenspanningscontrolesysteem
195
Snelheden opslaan
1
97
Snelheidslimietherkennings- en
snelheidsadviesfunctie
198
Snelheidsbegrenzer
201
Snelheidsregelaar
204
Adaptieve snelheidsregelaar
met stopfunctie
20
7
Distance Alert en Active Safety Brake
2
15
Signalering onoplettendheid
2
19
Lane Departure Warning System
2
21
Actief Lane Departure Warning System
2
22
Dodehoekbewakingssysteem
2
27
Parkeerhulp
230
Visiopark 1 - Visiopark 2
2
31
Park Assist
2
37Ta n k e n 2
4 5
Tankbeveiliging (diesel) 2 46
Geschikte brandstoffen
2
46
Trekken van een aanhanger
2
48
Trekhaak met verwijderbare kogel
2
48
Eco-mode
252
Sneeuwschermen
2
53
Sneeuwkettingen
2
54
Allesdragers monteren
2
55
Motorkap
256
Onder de motorkap
2
57
Niveaus controleren
2
58
Controles
260
AdBlue
® (BlueHDi-motoren) 2 62
Gevarendriehoek
266
Brandstoftank leeg (diesel)
26
6
Boordgereedschap
267
Bandenreparatieset
269
Reservewiel
2
73
Een lamp vervangen
2
78
Ruitenwisserbladen vervangen
2
84
Zekering vervangen
2
84
12V- ac c u
28 5
Slepen van de auto
2
89Algemeen
291
Benzinemotoren
292
Dieselmotoren
293
Afmetingen
295
Identificatie 296
RijdenPraktische informatie Technische gegevens
Index
Audio en telematica
In geval van pech
.
Inhoudsopgave
4
Cockpit
1.Bediening schuifdak en zonnescherm
2. Interieurverlichting vóór/kaartleeslampjes
3. Pictogrammendisplay veiligheidsgordels
en airbag vóór aan passagierszijde
Toetsen noodoproep en pechhulpoproep
4. Binnenspiegel
5. Digitaal head-up instrumentenpaneel
6. Claxon
Bestuurdersairbag
7. Bedieningspaneel buitenspiegels en
elektrisch bedienbare ruiten
8. Monochroom display bij audiosysteem
Bluetooth
of
Touchscreen bij PEUGEOT Connect
Radio of PEUGEOT Connect Nav
9. Alarmknipperlichten
10. Bediening airconditioning
11. 12V-aansluiting/USB-aansluiting
Draadloze lader
12 . Advanced Grip Control
Hill Assist Descent Control
13. Contactslot
of
"START/STOP"-knop
14 . Versnellingsbakbediening
Toets "Sport"
15. Elektrische parkeerrem
16. Airbag vóór aan passagierszijde
17. Dashboardkastje
Uitschakelen airbag aan passagierszijde
Overzicht
5
StuurkolomschakelaarsSchakelaarpaneel aan de zijkantCentraal geplaatst schakelaarpaneel
1.Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers
2. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer
3. Bediening audiosysteem
4. Knop voor het selecteren van
de weergavemodus van het
instrumentenpaneel
5. Bediening spraaksynthese
Volumeregeling
6. Bediening snelheidsbegrenzer/
snelheidsregelaar/snelheidsregelaar met
stopfunctie 1.
Knop hoogteverstelling koplampen
2. Verklikkerlampje werking standkachel
3. Handsfree openen/sluiten achterklep
4. Uitschakelen van Stop & Start
5. Uitschakelen van de interieur- en
wegsleepbeveiliging
6. Voorruitverwarming
7. Elektrische kinderbeveiliging 1.
Schakelaar alarmknipperlichten
2. Bediening audiosysteem Bluetooth
of
Bediening touchscreen bij PEUGEOT
Connect Radio of PEUGEOT Connect
Nav
Functie i- Cockpit Amplify
3. Bediening handbediende airconditioning
of
Bediening semi-automatische of
volautomatische airconditioning
4. Schakelaar achterruitverwarming
5. Schakelaars stoelverwarming
.
Overzicht
13
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
STOP Permanent, in
combinatie met
een ander lampje,
de weergave van
een melding en een
geluidssignaal. Dit waarschuwingslampje gaat
branden bij een ernstige storing
van de motor, het remsysteem,
de stuurbekrachtiging, de
automatische transmissie of bij
een ernstige elektrische storing. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige
plaats.
Zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
+
Te h o g e
koelvloeistoftemperatuurPermanent, in
combinatie met het
lampje STOP. De temperatuur van de
koelvloeistof is te hoog.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
* Afhankelijk van het verkoopland. Laadtoestand
accu
* Permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem
dynamo niet correct gespannen
of gebroken, enz.). Het lampje moet na het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Vanwege de laadtoestand van de accu moet u de
auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stilzetten.
Als de elektrische parkeerrem niet werkt, beveilig de
auto dan op de volgende manier tegen wegrollen:
F
B
ij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak: schakel een versnelling in.
F
B
ij auto's met een automatische transmissie:
plaats de meegeleverde wielblokken voor en
achter een van de wielen.
Motoroliedruk
Permanent. Er is een storing in de
motorsmering. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
22
Voorgloeien
dieselmotorPermanent.
Bij het aanzetten van het contact
bij uitvoeringen met contactslot
of een verzoek om de motor
te starten door het indrukken
van de "START/STOP "-knop,
is de temperatuur van de
motor zo laag dat voorgloeien
noodzakelijk is. De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden (tot ongeveer 30 seconden bij
koud winterweer).
Wacht bij uitvoeringen met een contactslot met starten
tot het lampje uitgaat.
Bij uitvoeringen met Keyless entry and start-systeem
wordt wanneer het lampje uitgaat de motor onmiddellijk
gestart, op voor waarde dat het rempedaal ingetrapt
blijft bij auto's met automatische transmissie.
Bij uitvoeringen met Keyless entry and start-systeem
wordt wanneer het lampje uitgaat de motor onmiddellijk
gestart, op voorwaarde dat het koppelingspedaal
ingetrapt blijft bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak.
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af.
Zet het contact ver volgens weer aan en wacht opnieuw
tot het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Stop & Star t Permanent, in
combinatie met de
weergave van een
melding. Het Stop & Start-systeem is
uitgeschakeld.
De volgende keer dat de auto tot stilstand komt, wordt
de motor niet meer afgezet.
Schakel de functie weer in door nogmaals op de toets
te drukken.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Star t
-systeem.
Stop & Star t Permanent.
Het Stop & Start-systeem heeft de motor
in de STOP-stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
Knippert enkele
seconden en gaat
vervolgens uit. De STOP-stand is tijdelijk niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in
de START-stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Star t
-systeem.
Instrumentenpaneel
36
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (actieradius,
brandstofverbruik, gemiddelde snelheid enz.).
Weergave van informatie op
het instrumentenpaneel
De gegevens van de boordcomputer
worden permanent weergegeven als u de
weergavemodus "BOORDCOMPUTER"
of "PERSOONLIJK" (afhankelijk van de
uitvoering) hebt geselecteerd.
Druk bij alle andere weergavemodi op de toets
op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
om deze informatie tijdelijk op een specifiek
scherm weer te geven.-
A
ctuele informatie:
•
d
e actieradius,
•
h
et actuele brandstofverbruik,
•
d
e teller van het Stop & Start-systeem.
- T raject "
1":
• de gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
tijdens het eerste traject.
-
T
raject "2":
•
de
gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
tijdens het tweede traject.
F
D
ruk herhaaldelijk op de toets op het
uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
om de verschillende onderwerpen
achtereenvolgend weer te geven.
De lichtsterkte van de sfeer verlichting van het
instrumentenpaneel kan worden ingesteld via
het touchscreen.
of F
S
electeer het menu
Instellingen in de bovenste
menubalk van het touchscreen.
F
D
ruk op de toets "Lichtsterkte".
F
S
tel de lichtsterkte af door op de pijlen te
drukken of de cursor te bewegen.
F
B
evestig om de instelling op te slaan en het
menu af te sluiten.
Instrumentenpaneel
37
Op 0 zetten van de dagteller
Enkele definities...
Actieradius
(km of mijl)De actieradius geeft aan hoeveel
kilometer u nog met de resterende
hoeveelheid brandstof kunt rijden
(berekend op basis van het
gemiddelde verbruik over de laatste
afgelegde kilometers). Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentane
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100 km
bedraagt. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als tijdens
het rijden de streepjes continu worden
weergegeven.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg) Berekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30 km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg) Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid(km/h of mph) Berekend sinds de
laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de
laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Teller Stop & Start
F Druk langer dan twee seconden op de knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar wanneer het
gewenste traject wordt weergegeven.
Trajecten "1 " en "2" zijn onafhankelijk en
kunnen op dezelfde manier worden gebruikt.
Via traject " 1" kunnen dagelijkse berekeningen
en via traject " 2" maandelijkse berekeningen
worden uitgevoerd.
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreert een teller hoelang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
1
Instrumentenpaneel
59
Uitvoering zonder Keyless entry
and start
F Zet het contact uit.
F Z et de sleutel in de stand 2 (Contact) .
F
D
ruk direct gedurende enkele seconden op
het gesloten hangslot.
F
Z
et het contact uit en ver wijder de sleutel uit
het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
Uitvoering met Keyless entry and
start
F Zet bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak de versnellingshendel in de
neutraalstand en trap het koppelingspedaal
volledig in.
F
S
electeer bij een auto met een
automatische transmissie de stand P en
trap ver volgens het rempedaal stevig in.
F
Z
et het contact aan door op de S TA R T/
STOP -knop te drukken.
De elektronische sleutel werkt nu weer volledig. Raadpleeg als de storing na het resetten niet
is verholpen zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
F
S
teek eerst de mechanische sleutel
(ondergebracht in de afstandsbediening)
in het slot om de auto te ontgrendelen.
F
H
oud de elektronische sleutel tegen de
noodsleutellezer op de stuurkolom tot
u het contact aanzet.
2
Toegang tot de auto