Page 337 of 692
3374-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 337 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 338 of 692
3384-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 338 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 339 of 692

3394-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
WA A R S C H U W I N G
■Omgaan met de radarsensor
Er zijn Blind Spot Monitor-sensoren geplaa tst in respectievelijk de linker- en rechter-
zijde van de achterbumper. Houd u aan het vo lgende om ervoor te zorgen dat de Blind
Spot Monitor goed werkt.
●Stel de sensor en de omgeving ervan op de achterbumper niet bloot aan krachtige
schokken.
Als een sensor ook maar iets wordt verpla atst, werkt het systeem mogelijk niet goed
meer en worden auto's mogelijk niet meer correct gesignaleerd.
Laat uw auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• Een sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan krachtige schokken.
• Als er krassen op of deuken in de omgeving van de sensor aanwezig zijn of als een
deel van de sensoren is losgekomen.
●Neem de sensor niet uit elkaar.
●Plak geen stickers op de sensor of de omgeving ervan op de achterbumper.
●Breng geen wijzigingen aan de sensor of de omgeving ervan op de achterbumper
aan.
●Breng geen andere kleur lak dan een officiële Lexus-kleur aan op de achterbumper.
●Houd de sensoren en de omgeving ervan op
de achterbumper te allen tijde schoon.
Als een sensor of de omgeving ervan op de
achterbumper vuil is of bedekt met sneeuw,
werkt de Blind Spot Monitor mogelijk niet en
wordt er een waarschuwingsmelding
(→ Blz. 581) weergegeven. Veeg in dat geval
het vuil of de sneeuw weg en rijd gedurende
ongeveer 10 minuten met de auto terwijl aan
de bedrijfscondities voor de BSM-functie
( → Blz.341) wordt voldaan. Laat de auto
nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige wanneer de waarschuwingsmelding
niet verdwijnt.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 339 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 340 of 692

3404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
De Blind Spot Monitor maakt gebruik van radarsensoren om auto's te signaleren
die in een aangrenzende rijstrook rijden in het gebied dat niet in de buitenspiegel
is te zien (de dode hoek) en brengt de bestuurder hiervan op de hoogte via de
indicator in de buitenspiegel.
Hieronder staan de gebieden aangegeve n waarin auto's kunnen worden gesig-
naleerd.
Het detectiegebied reikt tot:
Ongeveer 0,5 m - 3,5 m vanaf de
zijkanten van de auto
*
*
: Het gebied tussen de zijkanten van de auto en 0,5 m vanaf de zijkant van de
auto kan niet worden gesignaleerd.
Ongeveer 3 m achter de achter-
bumper
Ongeveer 1 m vóór de achterbum-
per
BSM-functie
Detectiegebieden BSM-functie
1
2
3
WA A R S C H U W I N G
■Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van de functie
De bestuurder is volledig verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De BSM-functie is een aanvullende functie die de bestuurder er attent op maakt dat er
zich een auto in de dode hoek van de buitenspiegels bevindt of snel van achteren
nadert richting dode hoek. Vertrouw niet al leen op de BSM-functie. De functie kan niet
beoordelen of u veilig van rijstrook kunt wi sselen. Wanneer u alleen op de functie ver-
trouwt, kan dit leiden tot een ongeval met ernstig letsel tot gevolg.
Aangezien het systeem onder bepaalde omstandigheden mogelijk niet goed werkt,
dient de bestuurder altijd zelf de veiligheid te controleren.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 340 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 341 of 692

3414-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
■De BSM-functie werkt wanneer
De BSM-functie werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
●De BSM-functie is ingeschakeld.
●De selectiehendel staat in een andere stand dan R.
●De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 16 km/h.
■De BSM-functie signaleert een auto wanneer
De BSM-functie signaleert in de volgende situaties een auto in het detectiegebied:
●Een auto in een aangrenzende rijstrook uw auto inhaalt.
●Een andere auto binnen het detectiegebied komt wanneer deze van rijstrook wisselt.
■Omstandigheden waaronder de BSM- functie een auto niet signaleert
De BSM-functie is niet ontworpen om de volgende typen voertuigen en/of objecten te
signaleren:
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.*
●Tegemoetkomende auto's
●Vangrails, muren, bebording, geparkeerde auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten*
●Auto's achter u die op dezelfde rijstrook rijden*
●Auto's die 2 rijstroken van uw auto verwijderd zijn*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 341 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 342 of 692

3424-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
■Omstandigheden waaronder de BSM- functie mogelijk niet goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden signal eert de BSM-functie auto's mogelijk niet
correct:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de sensor of de omgeving er van op de achterbumper is bedekt door
modder, sneeuw of ijs of wanneer er een sticker op is geplakt
• Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van slecht weer, zoals zware regenval, sneeuw, of mist
• Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tussen elke auto
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een auto achter u
• Bij een duidelijk verschil in snelheid tussen uw auto en de auto die binnen het detec-
tiegebied komt
• Wanneer het snelheidsverschil tussen uw auto en een andere auto verandert
• Wanneer een auto het dete ctiegebied binnenkomt met ongeveer dezelfde snelheid
als uw auto
• Wanneer uw auto vanuit stilstand wegrijd t, blijft een auto in het detectiegebied
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in
de weg, enz.
• Bij het rijden op wegen met scherpe bochten, opeenvolgende bochten of oneffen- heden
• Wanneer de rijstroken breed zijn of wa nneer op de rand van een rijstrook wordt
gereden en de auto op een aangrenzende rijstrook ver van uw auto vandaan is
• Bij het rijden met een aanhangwa gen (auto's met trekhaakpakket)
• Wanneer voorwerpen zoals een fietsendrager op de achterzijde van de auto zijn gemonteerd
• Bij een duidelijk verschil in hoogte tussen uw auto en de auto die binnen het detec-
tiegebied komt
• Direct nadat de BSM-functie is ingeschakeld
●Onder de volgende omstandigheden is de kans dat de BSM-functie onnodig een auto
en/of object signaleert groter:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de afstand tussen uw auto en een vangrail, muur, enz. die het detectiege- bied binnenkomt kort is
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in
de weg, enz.
• Wanneer de rijstroken smal zijn of wa nneer op de rand van een rijstrook wordt
gereden en een auto die op een andere dan de aangrenzende rijstroken rijdt het
detectiegebied binnenkomt
• Bij het rijden op wegen met scherpe bochten, opeenvolgende bochten of oneffen- heden
• Als de banden slippen of spinnen
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een auto achter u
• Wanneer een fietsendrager of een andere accessoire op de achterzijde van de auto
is gemonteerd
• Bij het rijden met een aanhangwa gen (auto's met trekhaakpakket)
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 342 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 343 of 692
3434-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
De RCTA-functie maakt gebruik van radarsensoren om auto's die van rechts of
links achter naderen te signaleren en waarschuwt de bestuurder voor de aanwe-
zigheid van dergelijke auto's door de indi catoren in de buitenspiegels te laten
knipperen en een zoemer te laten klinken.
Naderende auto's
Detectiegebieden voor naderende auto's
RCTA-functie
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 343 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 344 of 692

3444-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
■Weergave RCTA-icoon (indien aanwezig)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert,
wordt het volgende weergegeven op het scherm van het audiosysteem.
DisplayInhoud
Er nadert een auto van links achter
Er nadert een auto van rechts achter
Er naderen auto's van beide kanten
Er is een storing aanwezig in de RCTA-functie ( →Blz. 336)
WA A R S C H U W I N G
■Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van de functie
De bestuurder is volledig verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De RCTA is slechts een aanvullende functi e die de bestuurder waarschuwt wanneer er
een auto van rechts of links achter de auto nadert. Aangezien de RCTA onder
bepaalde omstandigheden mogelijk niet goed werkt, dient de bestuurder altijd zelf
visueel de veiligheid te controleren. Wanneer u te veel op deze functie vertrouwt, kan
dit leiden tot een ongeval met ernstig letsel tot gevolg.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 344 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM