• Airconditioning 3e
zitrij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-190
• Werking systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-191
• Interieurfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-193
• Sticker koudemiddel airconditioning . . . . . . . . . . . 4-194
• Hoeveelheid koudemiddel en compressorolie controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-195
Ontwasemen en ontdooien voorruit . . . . . . . . . . 4-196 • Handmatig bediend verwarmings- en ventilatiesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-196
• Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem . . 4-197
Schone lucht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-199
Opbergvak. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-200 • Opbergvak middenconsole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-200
• Dashboardkastje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-200
• Koelbox . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-201
• Multifunctioneel vak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-202
• Opbergvak voor zonnebril . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-202
• Opbergvak bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-203
Overige voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-204 • Aansteker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-204
• Asbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-204 • Bekerhouder. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-205
• Flessenhouder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-206
• Zonneklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-206
• 12V-aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-207
• AC-omvormer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-208
• Aux-, USB- en iPod
®
-aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . 4-210
• Jashaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-210
• Bevestigingspunt(en) vloermat . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-211
• Bagagenethouder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-212
• Rolhoes bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-212
• Rolgordijn opzij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-214
Exterieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-215 • Roof rack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-215
Audiosysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-217 • Antenne . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-217
• Toetsen afstandsbediening audiosysteem . . . . . . . . 4-218
4
4 215
Kenmerken van uw auto
EXTERIEUR
Roof rack (indien van toepassing)
Als uw auto is voorzien van een roof
rack, kunt u bagage op het dak
vervoeren.
✽AANWIJZING
Plaats als de auto is uitgerust met een
schuif-/kanteldak de lading zodanig op
het roof rack dat de werking van het
dak niet gehinderd wordt.WAARSCHUWING
• Hieronder wordt aangegeven wat het maximale gewicht is dat kan
worden geladen op het roof rack.
Verdeel de lading gelijkmatig
over het roof rack en zet de
lading goed vast.
Er kan schade aan uw auto
ontstaan, als u meer dan het
toegestane gewicht op het roof
rack vervoert.
• Het zwaartepunt van de auto ligt hoger als er zich lading op het
roof rack bevindt. Vermijd
plotseling starten of remmen,
scherpe bochten, abrupte
manoeuvres of hoge snelheden
waardoor u de macht over het stuur kunt kwijtraken of de auto
over de kop kan slaan.
(Vervolg)
DAK 100 kg (220 lbs.)
DRAGER GELIJKMATIG VERDEELD
OPMERKING
• Neem de juistevoorzorgsmaatregelen om tevoorkomen dat lading op het roof
rack het dak beschadigt.
• Zorg ervoor dat grote objecten nooit aan de achterzijde of aan de
zijkant buiten de auto uitsteken.
ODM042345
Kenmerken van uw auto
216
4
(Vervolg)
• Rijd altijd langzaam en neem
bochten voorzichtig als u
voorwerpen op het roof rack
vervoert. Sterke windvlagen
kunnen een opwaartse druk aan
de onderzijde van de lading
veroorzaken. Dit geldt met name
voor grote, platte voorwerpenzoals houten panelen of
matrassen. Hierdoor kunnen
voorwerpen van het roof rack
vallen en de auto of andere auto's
beschadigen.
• Controleer regelmatig of de voorwerpen op het roof rack
goed vastzitten om te voorkomen
dat de lading beschadigd ofverloren raakt.
4 217
Kenmerken van uw auto
✽AANWIJZING
• Als u achteraf een HID-koplamp monteert, treden er mogelijk
storingen op in het audiosysteem en
de elektronische onderdelen van uw
auto.
• Voorkom dat chemicaliën als parfum,
cosmetische oliën, zonnebrandcrème
en luchtverfrisser in aanraking
komen met onderdelen van het
interieur, omdat deze beschadiging of
verkleuring kunnen veroorzaken.Antenne
Dakantenne
Uw auto maakt gebruik van een
dakantenne om zowel AM- als FM-
signalen te ontvangen. Deze antenne
kan verwijderd worden. Draai de antenne
linksom om hem te verwijderen. Draai de
antenne rechtsom om deze te plaatsen.
AUDIOSYSTEEM
OPMERKING
• Verwijder de antenne door deze
linksom te draaien voordat u eenlage ruimte of automatische wasserette binnenrijdt. Wanneer
u dit niet doet, kan de antenne beschadigd raken.
• Bij het terugplaatsen van de antenne is het voor een goedeontvangst van belang dat de
antenne goed wordt vastgedraaiden dat de antenne rechtop staat,
tenzij de auto geparkeerd is of erbagage op het roof rack aanwezig
is.
• Plaats geen bagage in de buurt van de antennevoet om de
ontvangst van signalen niet testoren.
OHM048154
■
Type A
■Type B
5 121
Rijden met uw auto
Rijden onder moeilijke omstandigheden
Neem de volgende raadgevingen in acht
als ten gevolge van zware regenval,
sneeuw, ijzel, modder of zand het rijden
bemoeilijkt wordt:
• Rijd voorzichtig en bewaar extraafstand tot het overige verkeer.
• Vermijd abrupt remmen of sturen.
• Rem “pompend”als uw auto niet voorzien is van ABS.
• Probeer weg te rijden in de tweede versnelling als de auto vastzit in
sneeuw, modder of zand. Geef
voorzichtig gas om te voorkomen datde wielen doorslippen.
• Gebruik zand, pekel, sneeuwkettingen of ander anti-slipmateriaal onder de
aangedreven wielen als de auto vast is
komen te zitten in ijs, sneeuw of
modder. Verkleinen van de kans op over
de kop slaan
Dit type personenauto, dat geschikt is
voor meerdere doeleinden, wordt een
Sports Utility Vehicle (SUV) genoemd.
Een SUV heeft een grotere
bodemvrijheid en een kleinere
spoorbreedte voor een grotere
inzetbaarheid. Door het specifieke
ontwerp ligt het zwaartepunt hoger dan
bij normale auto's. Een voordeel van de
grotere bodemvrijheid is dat u een beter
overzicht over de weg hebt. Hierdoor
kunt u beter anticiperen. MPV's zijn niet
ontworpen voor dezelfde
bochtsnelheden als normale
personenauto's. Vanwege dit risico,
raden wij de bestuurder en passagiers
sterk aan om hun veiligheidsgordel vast
te maken. De kans dat een persoon die
zijn of haar veiligheidsgordel niet draagt
zeer ernstig gewond raakt als de auto
over de kop slaat, is aanmerkelijk groter
dan bij een persoon die wel zijn of haar
veiligheidsgordel draagt. Er zijn stappendie een bestuurder kan nemen om de
kans op over de kop slaan te verkleinen.
Voorkom indien mogelijk scherpe
bochten en abrupte stuurbewegingen,
vervoer nooit zware ladingen op het roof
rack en breng geen wijzigingen aan uwauto aan.
RIJDEN ONDER SPECIALE RIJOMSTANDIGHEDEN
WAARSCHUWING - Remsysteem met ABS
Rem niet “pompend” als uw auto is
uitgerust met ABS.
WAARSCHUWING
- Terugschakelen
Op een glad wegdek
terugschakelen bij een
automatische transmissie kan
ongelukken veroorzaken. Door de
plotselinge verandering inwielsnelheid kunnen de banden
slippen. Wees voorzichtig met het
terugschakelen op een gladwegdek.
Onderhoud
38
7
Controleren bandenspanning Controleer de bandenspanning minstens eenmaal per maand.
Controleer ook de spanning van het
reservewiel.
Controle
Gebruik een goed kwaliteit meter om
de bandenspanning te meten. Het isonmogelijk de bandenspanning tebeoordelen door alleen naar de
banden te kijken. Radiaalbanden
lijken ook op de juiste spanning tezijn als de bandenspanning te laag
is. Controleer de bandenspanning bij
koude banden. - "Koude" banden wil
zeggen dat er de laatste drie uur nietmet de auto is gereden of niet meerdan 1,6 km. Verwijder de ventieldop. Druk de
bandenspanningsmeter stevig op het
ventiel om de spanning te meten. Als
de bandenspanning overeenkomt
met de aanbevolen druk op de band
en het informatielabel, hoeft hij niet
te worden aangepast.
Corrigeer de bandenspanning tot het
aanbevolen niveau als de spanning
te laag is.
Druk als de bandenspanning te hoog is het metalen pennetje in het
midden van het ventiel in om lucht uit
de band te laten lopen. Controleer debandenspanning opnieuw met de
bandenspanningsmeter. Plaats de
ventieldopjes altijd terug op de
ventielen. Ze zorgen ervoor dat er
geen vuil of vocht in de ventielen
terechtkomt waardoor er lekkenkunnen ontstaan.
OPMERKING - Bandenspanning
Let altijd op het volgende:
• Controleer de bandenspanning bij koudebanden. (Nadat er de laatstedrie uur niet met de auto isgereden of niet meer dan 1,6km.)
• Controleer ook altijd de spanning van het reservewiel.
• Overschrijd het laadvermogen van de auto niet. Plaats niet teveel bagage op het roof rack als uw auto hiermee isuitgerust.
• Versleten, oude banden kunnen ongelukkenveroorzaken. Vervang eenband als het profiel ergversleten is of als de band beschadigd is.
755
Onderhoud
Naam zekeringSymboolStroomsterktezekeringBeveiligd onderdeel
INTERIOR LAMP15ABagageruimteverlichting, verlichting make-upspiegel links/rechts,
verlichting dakconsole, middelste interieurverlichting, leeslamp links/rechts
MULTI MEDIAMULTI
MEDIA15AAudiosysteem, hoofdunit A/V- en navigatiesysteem, E-CALL Module
MDPS7.5AMDPS-unit
HANDLE HTD15AStuurwielschakelaar
MEMORY 11
MEMORY10ARF-ontvanger, schakelaar contactslotverlichting en waarschuwingsschakelaar portier
START7.5AZonder startblokkering en Smart Key: relaiskast interieur (relais alarmsysteem)
Met startblokkering/Smart Key: motor-ECU/PCM, transmissiestandschakelaar,
Smart Key-module, zekering- en relaiskast motorruimte (relais 2)
MODULE 22MODULE10A
Adaptieve koplampmodule, stuurwielkussenschakelaar,
module actieve motorkapverhoging, gloeirelais (diesel), multifunctionele servicestekker,
koplamp links/rechts, servo koplamphoogteregeling links/rechts,
module automatische koplamphoogteregeling, remlichtschakelaar,
waarschuwingssensor brandstoffilter (diesel), zekeringkast diesel (relais 1) (diesel)
CORNERING LAMP 10ARelaiskast interieur (relais bochtverlichting links/rechts)
SUNROOF 220ASchuif-/kanteldak
S/HEATER RR15AStoelverwarming links/rechts
IGNIG120AZekering- en relaiskast motorruimte (zekering - F36, F37, F38)
Onderhoud
56
7
Naam zekeringSymboolStroomsterkte
zekeringBeveiligd onderdeel
A/CON 17.5AZekering- en relaiskast motorruimte (relais 4/14), ionisator module klimaatregeling,
zekeringkast diesel (relais 3/4)
WIPER RR15ARelais ruitenwisser achter, ruitenwissermotor achter,
multifunctionele schakelaar
SMART KEY 11SMART KEY25ASmart Key-module
S/HEATER FRT20AControlemodule stoelklimaatregeling bestuurder/passagier,
stoelverwarmingsmodule bestuurder/passagier
A/CON 27.5AModule klimaatregeling
C/LIGHTER20A12V-aansluiting voor en aansteker,
12V-aansluiting bagageruimte
WIPER FRT15AMultifunctionele schakelaar,
zekering- en relaiskast motorruimte (relais 9/11)
RR BLOWER20ARelaiskast interieur (relais aanjager achter)
P/WDW RH25AModule elektrisch bedienbare ruit met klembeveiliging bestuurder/passagier,
module bestuurders-/passagiersportier, schakelaar ruitbediening rechts achter,
module elektrisch bedienbare ruit met klembeveiliging rechts achter
RR DEFOGGER10AModule klimaatregeling
BRAKE SWITCH7.5ASmart Key-module, remlichtschakelaar
SUNROOF 120ASchuif-/kanteldak