Page 410 of 566

5-65
Rijden met uw auto
5
Activeren LKAS
Het LKAS-scherm verschijnt op hetSCC/LKAS-scherm
(assistentiemodus) van het LCD-
display als het systeem wordt
geactiveerd.
Wanneer beide rijstrookmarkeringen wordengesignaleerd en aan alle
voorwaarden voor activering van
het LKAS wordt voldaan, gaat het
stuurwielcontrolelampje groen
branden en verandert het
controlelampje LKAS van wit naar
groen. Dit geeft aan dat het LKAS-systeem zich in de status
ENABLED (ingeschakeld) bevindt
en dat het stuurwiel kan wordenbediend. Als het systeem een
rijstrookmarkering signaleert,
verandert de kleur van grijs naarwit.
Als het systeem de linker rijstrookmarkering signaleert,
verandert de kleur van de linker
rijstrookmarkering van grijs naarwit.
OAEE056122L Het Lane Keeping Assist System is een systeem dat
moet voorkomen dat de
bestuurder onbedoeld zijn
rijstrook verlaat. De bestuurder
moet echter niet uitsluitend op
het systeem vertrouwen, maartijdens het rijden altijd op dewegomstandigheden letten.
WAARSCHUWING ■
Rijstrookmarkering niet gesignaleerd■Rijstrookmarkering gesignaleerd
OAEE056123L/OAEE056124L
Page 411 of 566
5-66
Rijden met uw auto
Als het systeem de rechterrijstrookmarkering signaleert,
verandert de kleur van de rechter
rijstrookmarkering van grijs naarwit.
Beide rijstrookmarkeringen moeten worden gesignaleerd om
het systeem volledig te activeren.
Als u een rijstrookmarkeringoverschrijdt, wordt de
desbetreffende rijstrookmarkering
knipperend (geel) weergegeven op
het LCD-display.
Als er een stuurwielsymbool wordt weergegeven, regelt het systeem
de besturing van de auto om te
voorkomen dat de auto de
rijstrookmarkering overschrijdt. Als niet aan alle voorwaarden wordt
voldaan om het LKAS te activeren,
werkt het systeem als LDWS (Lane
Departure Warning-systeem) en
wordt de bestuurder alleen
gewaarschuwd als hij
rijstrookmarkeringen overschrijdt.■
Rijstrookmarkering niet gesignaleerd■Rijstrookmarkering gesignaleerd
OAEE056127L/OAEE056128L
■ Rijstrookmarkering niet gesignaleerd■Rijstrookmarkering gesignaleerd
OAEE056125L/OAEE056126L
Page 414 of 566

5-69
Rijden met uw auto
5
Controlelampje storing LKAS
Het controlelampje
storing LKAS (geel) zal
gaan branden als het
LKAS niet goed werkt.
We adviseren u het systeem te latencontroleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Handel bij een probleem met het
systeem als volgt:
Zet het systeem opnieuw aan nadat het contact is uitgeschakeld
en weer is ingeschakeld.
Controleer of de startknop in stand ON staat.
Controleer of het systeem wordt beïnvloed door het weer (mist,
zware regenval, enz.).
Controleer of de lens van de camera vuil is.
Is het probleem niet opgelost, raden
we u aan het systeem door een
officiële HYUNDAI-dealer na te laten
kijken.
Wijzigen LKAS-functie
De bestuurder kan overschakelen
van het LKAS naar het Lane
Departure Warning-systeem (LDWS)of in de LKAS-modus wisselentussen Standard LKA en Actief LKA
op het LCD-display. Ga naar 'Gebr.Instell. Rijbegeleiding Rijstrook
hulp LDW/Standaard LKA/Actief
LKA'. Het systeem is automatisch ingesteld op de Standard LKA als ergeen functie is geselecteerd.
LDW
Het LDWS waarschuwt de
bestuurder zichtbaar en d.m.v.
trillingen in het stuurwiel als het
systeem signaleert dat de auto de
rijstrook verlaat. Het stuurwiel wordtniet bediend.
Standaard LKA
De modus Standaard LKA helpt de
bestuurder de auto op de rijstrook te
houden. Het bedient nagenoeg nooithet stuurwiel als de auto goed op de
rijstrook rijdt. Als de auto de rijstrook
dreigt te verlaten, begint het het
stuurwiel echter wel te bedienen.
Actief LKA
De modus Actieve LKA biedt een
intensievere bediening van het
stuurwiel in vergelijking met de
modus Standaard LKA. De
bestuurder voelt de aanzet van de
bediening van het stuurwiel mogelijk
niet, doordat de Active LKA mogelijkconstant het stuurwiel regelt met
lichtere correcties.
Page 424 of 566

5-79
Rijden met uw auto
5
➀Controlelampje CRUISE
➁ Ingestelde snelheid
➂ Afstand tot voorligger
Het SCC-scherm verschijnt op het
SCC/LKAS-scherm
(assistentiemodus) van het LCD-
display als het systeem wordt
geactiveerd. Het Smart Cruise Control-systeemstelt u in staat een constante
snelheid en afstand tot uw voorligger
te programmeren, zonder dat u hetgaspedaal/rempedaal hoeft in te
trappen.
AA
DDVVAA NN CCEE DD SS MM AARRTT CC RR UU IISS EE CC OO NNTTRR OO LL-- SS YY SSTT EEEEMM (( IINN DDIIEE NN VV AA NN TT OO EEPP AA SSSSIINN GG))
Lees voor uw veiligheid het
instructieboekje alvorens het
Smart Cruise Control-systeem te
gebruiken.
WAARSCHUWING
Het Smart Cruise Control-
systeem is geen vervanging voor
een veilig rijgedrag, maar dient
slechts als hulpmiddel. Het is de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder om altijd de snelheid
en de afstand tot de voorligger inde gaten te houden.
WAARSCHUWING
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen:
Stel de rijsnelheid altijd lager
in dan de toegestane
maximumsnelheid.
Als de Smart Cruise Control
niet wordt uitgeschakeld
(controlelampje CRUISE
( ) in het
instrumentenpaneel blijft
branden) kan de Smart Cruise
Control mogelijk onbedoeld
worden geactiveerd. Zet het
Smart Cruise Control-systeem
uit (controlelampje CRUISE
( ) iUIT) wanneer de
Smart Cruise Control niet
wordt gebruikt, om te
voorkomen dat er onbedoeld
een snelheid wordt ingesteld.
Gebruik het Smart Cruise
Control-systeem alleen op de
snelweg en indien de
verkeersdrukte en de
weersomstandigheden dattoelaten.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
OAE056097
Page 426 of 566

5-81
Rijden met uw auto
5
Informatie
First, switch the mode to Smart
Cruise Control by pressing the
button if equipped with the Speed
Limit Control System.
De modus wijzigt in onderstaande
volgorde wanneer de toets wordt
ingedrukt.Instellen van de gevoeligheid
van de Smart Cruise Control
U kunt de gevoeligheid instellen van
de rijsnelheid bij het met een
ingestelde afstand volgen van de
voorligger. Ga naar 'Gebr. Instell.
Rijbegeleiding SCC Reactie
Traag/Normaal/Snel' op het LCD-
display. U kunt uit een van de drie
fasen kiezen. Traag :
De volgsnelheid om de ingestelde
afstand tot de voorligger te
behouden, is lager dan de normalesnelheid.
Normaal : De volgsnelheid om de ingestelde
afstand tot de voorligger te
behouden is normaal.
Snel : De volgsnelheid om de ingesteldeafstand tot de voorligger te
behouden is hoger dan de normalesnelheid.
Informatie
De laatst geselecteerde Smart Cruise
Control-snelheid wordt opgeslagen in
het systeem.
i
i
OAE056068L
Systeem off Smart Cruise Control Speed Limit Control
OAE056077L
Page 428 of 566
5-83
Rijden met uw auto
5
3. Beweeg de selectieschakelaaromlaag (SET-) en laat hem los als
de gewenste snelheid is bereikt.De ingestelde snelheid en de
afstand tot de voorligger op het
LCD-display gaan branden.
4. Haal uw voet van het gaspedaal. De gewenste snelheid wordt nuautomatisch aangehouden.
In het geval van voorliggers neemtde snelheid mogelijk af om de juiste
afstand tot de voorligger tebehouden. Op steile hellingen kan de snelheid
van de auto tijdelijk iets hoger of
lager worden. Informatie
De rijsnelheid neemt mogelijk af
wanneer u heuvelop rijdt en neemt
mogelijk toe wanneer u heuvelaf rijdt.
Verhogen van de ingestelde snelheid van de Smart Cruise
Control
Volg één van de volgendeprocedures:
Beweeg de selectieschakelaar omhoog (RES+) en houd hem
vast. De ingestelde snelheid van
uw auto neemt met 10 km/h toe.
Laat de selectieschakelaar los op
het moment dat de gewenstesnelheid is bereikt.
i
OAE056156L
■Type A
■Type B
OAE056155L
■Type A
■Type B
Page 430 of 566

5-85
Rijden met uw auto
5
Tijdelijk accelereren metingeschakelde Smart Cruise
Control
Trap het gaspedaal in als u tijdelijk
sneller wilt gaan rijden terwijl de
Smart Cruise Control is
ingeschakeld. De Smart Cruise
Control wordt door de hogere
snelheid niet uitgeschakeld en de
ingestelde snelheid wordt niet
gewijzigd.
Laat het gaspedaal los om weer
terug te keren naar de
oorspronkelijke rijsnelheid.
Als u de selectieschakelaar omlaag
beweegt (SET-) bij een hogere
snelheid, zal de rijsnelheid opnieuw
worden ingesteld.
Informatie
Wees voorzichtig bij het tijdelijk
accelereren, aangezien de snelheid op
dat moment niet automatisch wordt
geregeld, zelfs niet wanneer er zich
een auto voor u bevindt.
De Smart Cruise Control wordt tijdelijk uitgeschakeld wanneer:
Handmatig uitschakelen
Het rempedaal wordt ingetrapt.
De toets CANCEL/ op het stuurwiel wordt ingedrukt.
Het rempedaal wordt ingetrapt en tegelijkertijd de toets CANCEL/
wordt ingedrukt terwijl de autostilstaat. De Smart Cruise Control wordt
tijdelijk uitgeschakeld wanneer het
controlelampje voor ingestelde
snelheid en afstand tot de voorligger
op het LCD-display dooft.
Het controlelampje CRUISE
( ) blijft onafgebroken
branden.
Automatisch uitschakelen
Het bestuurdersportier wordt
geopend.
De transmissie wordt in stand N (neutraal), R (achteruit) of P
(parkeren) gezet.
De EPB (elektronische parkeerrem) wordt geactiveerd.
De rijsnelheid is hoger dan 190 km/h.
De auto wordt stilgezet op een steile helling.
De ESC (elektronische stabiliteitsregeling), het TCS(antidoorslipregelingssysteem) of
het ABS is in werking.
De ESC is uitgeschakeld.
De sensor of de behuizing is vuil of geblokkeerd.
i
OAE056157L
■Type A
■Type B
Page 431 of 566

5-86
Rijden met uw auto
De auto staat gedurende ten minste5 minuten stil.
De auto staat gedurende langere tijd herhaaldelijk stil en rijdt.
De bestuurder gaat rijden door de tuimelschakelaar omhoog (RES+)
of omlaag (SET-) te bewegen of het
gaspedaal in te trappen, ongeveer 3
minuten nadat de auto tot stilstand
is gebracht door het Smart CruiseControl-systeem terwijl er geen
voorligger is.
De bestuurder gaat rijden door de tuimelschakelaar omhoog (RES+)
of omlaag (SET-) te bewegen of het
gaspedaal in te trappen, nadat de
auto tot stilstand is gebracht terwijl
er een auto ver voor de autostilstaat.
Het gaspedaal wordt langer dan een minuut onafgebroken ingetrapt. De AEB is geactiveerd.
Door deze handelingen wordt de
werking van de Smart Cruise
Control onderbroken. De ingesteldesnelheid en de afstand tot de
voorligger op het LCD-display
doven.
Wanneer de Smart Cruise Control
automatisch wordt uitgeschakeld,
wordt de Smart Cruise Control niet
hervat, ook al wordt de
selectieschakelaar naar RES+ of
SET- bewogen.
Informatie
Als de Smart Cruise Control om andere
dan de hierboven genoemde redenen
wordt uitgeschakeld, adviseren wij u
om het systeem te laten nakijken door
een officiële HYUNDAI-dealer.
SCC geannuleerd
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
klinkt de waarschuwingszoemer en
wordt er gedurende enkeleseconden een melding
weergegeven.
Pas actief de rijsnelheid aan door het gaspedaal of rempedaal in te
trappen overeenkomstig de weg- en
rijomstandigheden.
Houd altijd de wegomstandigheden
in de gaten. Vertrouw niet uitsluitend
op de waarschuwingszoemer.i
OAE056165L