Page 511 of 566

7-33
7
Onderhoud
Temperatuur - A, B en C
Er zijn drie temperatuurclassificaties
mogelijk: A (de hoogste), B en C.
Deze classificaties geven aan in
hoeverre de band hittebestendig is
en in welke mate de band warmte
afvoert, zoals getest ondergecontroleerde omstandigheden op
een testwiel in een officieel erkend
laboratorium. Door aanhoudende hoge
temperaturen gaat het materiaal van
de banden achteruit, waardoor de
banden minder lang meegaan. Bij
extreem hoge temperaturen kunnen
de banden zelfs plotseling lek gaan.
De classificaties A en B geven aan
dat het testresultaat van de band in
het laboratorium beter is dan het in
de wet voorgeschreven minimum.
Banden met een kleine
hoogte-/breedteverhouding
Er zijn banden toegepast met een
kleine hoogte-/breedteverhouding,
kleiner dan 50, voor een sportieve
uitstraling. De kleine hoogte-
/breedteverhouding zorgt voor betere
handling en remprestaties.
Dergelijke banden kunnen dus
minder comfort bieden tijdens een riten meer geluiden produceren,
vergeleken met een normale band.
De temperatuurclassificatie van
deze band geldt voor een banddie de juiste spanning heeft en
niet overbelast is. Extreem hoge
rijsnelheden, een te lage
bandenspanning, een te hogebandenspanning en/of
overbelasting kunnen een
concentratie van hitte in de
band veroorzaken, wat kanleiden tot een klapband.
Hierdoor kunt u de controle
over de auto verliezen,
waardoor er een ongeval kanontstaan.
WAARSCHUWING
Page 512 of 566

7-34
Onderhoud
(Vervolg)
Controleer de staat van de band en de bandenspanning
elke 3.000 km, om schade aan
de band te voorkomen.
Het is moeilijk de banden
alleen visueel te controleren
op beschadiging. Als er enige
aanwijzing is van schade aan
een band, controleer en
vervang hem dan om schade
door een lek te voorkomen.
Als een band beschadigd raakt door rijden op een
slecht wegdek, in het terrein
of over obstakels, zoals een
putdeksel, drempel of
stoeprand, valt deze schade
niet onder de garantie.
Informatie over de band staat
op de wang van de band.
De wang van een band met een kleine hoogte-
/breedteverhouding is korter
dan die van een normale band.Een band met een kleine
hoogte-/breedteverhouding
raakt dus snel beschadigd. Volg
onderstaande instructies.
Let er bij rijden op een slecht wegdek of in het terrein op dat
de banden en velgen niet
beschadigd raken. Controleerna het rijden de banden en de
velgen.
Rijd langzaam over
putdeksels, drempels en
stoepranden, om te
voorkomen dat de banden en
velgen beschadigd raken.
Als een band ergens tegenaan
stoot, controleer dan de staat
van de band. Of neem contact
op met een officiële HYUNDAI-
dealer.(Vervolg)
OPMERKING
Page 549 of 566

8
Specificaties en consumenteninformatie
8
Specificaties en consumenteninformatie
8
Afmetingen .............................................................8-2
Motor .......................................................................8-2
Wattage lampen......................................................8-3
Banden en velgen ..................................................8-4
Belastingsindex en snelheidsindex banden .......8-5
Airconditioningssysteem .......................................8-5
Hoeveelheden en gewichten ................................8-5
Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden ..8-6
Voertuigidentificatienummer (VIN)......................8-7
Voertuigcertificatie ................................................8-7
Bandenspanningslabel ...........................................8-8
Elektromotornummer.............................................8-8
Aircocompressorlabel ............................................8-8
Conformiteitsverklaring ........................................8-9
Page 552 of 566

8-4
Specificaties en consumenteninformatieB
B AA NN DDEENN EE NN VV EELLGG EENN
Onderwerp Bandenmaat Velgmaat Bandenspanning, bar (kPa, psi)
Aanhaalmoment
wielmoeren
kgf·m (lbf·ft, Nm)
Normale belasting*
1
Maximum belasting
Voor Achter Voor Achter
Standaardband 205/55 R16 6,5J X 16 2,5 (250, 36) 2,5 (250, 36) 2,5 (250, 36) 2,5 (250, 36) 11 - 13
(79 - 94,
107 - 127)
Zorg er bij het vervangen van de banden voor dat ze dezelfde maat hebben als de originele banden. Bij
gebruik van banden met een andere maat kunnen gerelateerde onderdelen beschadigd raken of kan dewerking niet goed zijn.
OPMERKING
* 1
: Normale belasting: maximaal 3 personen
Het is toegestaan de standaard bandenspanning te verhogen met 20 kPa (3 psi) als er op korte termijn lagere temperaturen worden verwacht. Banden verliezen gemiddeld 7 kPa (1 psi) voor elke temperatuurdaling van
7°C. Als er extreme temperatuurschommelingen worden verwacht, controleer de bandenspanning dan indiennodig opnieuw om de banden op de juiste spanning te houden.
De bandenspanning daalt over het algemeen wanneer u rijdt in gebieden die ver boven de zeespiegel liggen. Controleer dus de bandenspanning voordat u gaat rijden in hoger gelegen gebieden. Breng de
bandenspanning indien nodig op het juiste niveau (bandenspanning per hoogte: +10 kPa/1 km).
AANWIJZING
Page 556 of 566
8-8
Specificaties en consumenteninformatie
De banden waarmee uw nieuwe
auto is uitgerust, zijn zorgvuldig
geselecteerd voor de beste
prestaties onder normale
rijomstandigheden. Op hetbandenspanningslabel op demiddenstijl aan bestuurderszijde
staan de aanbevolen
bandenspanningen voor de auto.Het elektromotornummer is
ingeslagen in het huis, zoals
aangegeven in de afbeelding.
Het elektromotornummer is te zien
vanaf de onderzijde van de auto.
Op het compressorlabel staat welktype compressor in uw auto is
toegepast en informatie als model,
onderdeelnummer leverancier,
productienummer, koudemiddel (1)
en koudemiddelolie (2).
BB
AA NN DDEENN SSPP AA NN NNIINN GGSSLLAA BBEELL EE
LLEE KK TTRR OO MM OOTTOO RRNN UU MM MMEERR
OHC081001
AA IIRR CCOO CCOO MM PPRR EESSSSOO RRLLAA BBEELL
OAEE086001OAE086002L
Page 560 of 566

I-3
Banden en velgen ...................................................7-24,8-4
Aanbevolen bandenspanning bij koude banden ........7-25
Aandacht voor de banden ..........................................7-24
Banden met een kleine hoogte-/breedteverhouding ..7-33
Banden vervangen .....................................................7-28
Bandenspanning controleren .....................................7-26
Grip ............................................................................7-29
Informatie op de wang van de band ..........................7-29
Onderhoud van banden ..............................................7-29
Velgen vervangen.......................................................7-29
Wielen uitlijnen en balanceren ..................................7-28
Wielen verwisselen ....................................................7-27
Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) ....................6-8 Bandenspanningscontrolesysteem ...............................6-9
Controleer bandenspanning .........................................6-8
Controlelampje storing TPMS
(bandenspanningscontrolesysteem) ...........................6-11
Een wiel verwisselen met TPMS...............................6-12
Waarschuwingslampje lage bandenspanning ............6-10
Waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning en bandenspanning..........................6-10 Bandenspanningslabel ....................................................8-8
Belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen ...............2-2
Afleiding van de bestuurder ........................................2-2
Doe uw veiligheidsgordel altijd om ............................2-2
Gebruik voor alle kinderen de juiste
veiligheidssystemen .....................................................2-2
Gevaren airbag .............................................................2-2
Houd uw auto in een veilige conditie ..........................2-3
Pas uw snelheid aan .....................................................2-3
Belastingsindex en snelheidsindex banden ....................8-5
Blind spot detection-systeem (BSD) ............................5-41 Beperkingen van het system ......................................5-48
BSD (Blind Spot Detection)
/LCA (Lane Change Assist) .......................................5-42
RCTA (Rear Cross Traffic Alert) ...............................5-45
Cruise control ...............................................................5-73 Werking cruise control...............................................5-73
Door de eigenaar uit te voeren onderhoud .....................7-5 Schema voor door de eigenaar uit te
voeren onderhoud ........................................................7-6
I
Index
B
C
D