5-39
Rijden met uw auto
5
De rijmodus kan worden afgestemd
op de voorkeur van de bestuurder of
op de wegomstandigheden.
Het systeem gaat terug naar de
NORMAL-modus (behalve als het inde ECO-modus staat) als de auto
opnieuw gestart wordt.Informatie
Als er een probleem in het
instrumentenpaneel aanwezig is, zal
de NORMAL-modus worden
geselecteerd en kan mogelijk niet
worden overgeschakeld naar de ECO-
of SPORT-modus. De modus wijzigt in onderstaande
volgorde wanneer de toets DRIVE
MODE wordt ingedrukt.
Als de NORMAL-modus isgeselecteerd, wordt dit niet
weergegeven in het
instrumentenpaneel.
ECO-modus
De ECO-modus zorgt voor een lager
brandstofverbruik voor
milieuvriendelijker rijden.
Als de ECO-modus is geselecteerd door op de toets DRIVE MODE te
drukken, brandt het ECO-
controlelampje (groen).
Als de ECO-modus ingesteld is en de auto uitgezet wordt en weer
opnieuw gestart wordt, blijft de
rijmodusinstelling de ECO-modus.
Informatie
Het brandstofverbruik is afhankelijk
van de rijgewoonten van de
bestuurder en de toestand van de weg.
i
i
RR IIJJ MM OODDUU SSRR EEGG EELLSS YY SSTT EEEEMM (( IINN DDIIEE NN VV AA NN TT OO EEPP AA SSSSIINN GG))
OAEE056010N ECO
NORMAL SPORT
5-40
Rijden met uw auto
Als de ECO-modus geactiveerd is:
Is de acceleratiereactie mogelijkenigszins beperkt aangezien het
gaspedaal geleidelijker wordt
ingetrapt.
INemen de prestaties van de airconditioning mogelijk af.
IWijzigt mogelijk het schakelpatroon van de
transmissie.
De bovenstaande situaties zijn
normale omstandigheden als de
ECO-modus is geactiveerd om het
brandstofverbruik te verlagen.SPORT-modus
De SPORT-modus zorgt
voor een sportief, maar
stabiel rijgedrag.
Als de SPORT-modus is geselecteerd door op de toets
DRIVE MODE te drukken, brandt
het controlelampje SPORT (oranje).
Als de auto weer opnieuw gestart wordt, is de rijmodus weer de
Normal-modus. Als de SPORT-
modus gewenst is, kan deze weer
opnieuw geselecteerd worden metde toets DRIVE MODE.
Informatie
In de SPORT-modus kan het
brandstofverbruik toenemen.
i