Page 65 of 292

63
Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016
BOORDCOMPUTER
Enkele definities
Actieradius: in deze stand geeft de
computer aan hoeveel kilometer u
nog met de resterende hoeveelheid
brandstof kunt rijden, berekend op
basis van het gemiddelde verbruik over
de laatste afgelegde kilometers.
De weergegeven waarde kan sterk
variëren door een verandering in de
wagensnelheid of het landschap.Momenteel verbruik: dit verbruik
wordt berekend en weergegeven
vanaf
30 km/h.
Gemiddeld verbruik: dit is het
gemiddelde verbruik sinds de laatste
nulstelling van de boordcomputer.
Afgelegde afstand: deze afstand
wordt berekend sinds de laatste
nulstelling van de boordcomputer.
Nog af te leggen afstand: dit is
de afstand tot de door de gebruiker
ingevoerde eindbestemming. Als het
navigatiesysteem in gebruik is, wordt
deze afstand op elk moment tijdens het
rijden opnieuw berekend.
Gemiddelde snelheid: dit is de
gemiddelde snelheid sinds de laatste
nulstelling van de boordcomputer
(contact aan).
Als de knop op het uiteinde
van de ruitenwisserschakelaar
meermaals wordt ingedrukt, worden
de verschillende functies van de
boordcomputer achtereenvolgend
weergegeven op het display.
Druk de knop langer dan twee
seconden in zodra het gewenste traject
wordt aangegeven.Als de actieradius minder dan 30 km
bedraagt, verschijnen streepjes op het
display. Na het tanken van minimaal
10 liter brandstof wordt de actieradius
opnieuw berekend en weergegeven
zodra deze meer dan 100 km bedraagt.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk als
tijdens het rijden voortdurend streepjes
worden weergegeven in plaats van cijfers.
Het tabblad "auto" met de actieradius,
het huidige verbruik en de nog af te
leggen afstand.
Het tabblad "1" (traject 1) met de
gemiddelde snelheid, het gemiddelde
verbruik en de afgelegde afstand
berekend over het traject "1".
Het tabblad "2" (traject 2) met dezelfde
gegevens voor een 2
e traject.
Op nul zetten
Stuurkolomschakelaars
ERGONOMIE en COMFORT
4
Page 66 of 292
64
Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016
SNELHEIDSREGELAAR
"CRUISE"
Voor het instellen van de gewenste
wagensnelheid.
Met dit systeem kan de bestuurder - bij
normaal doorstromend verkeer - met
een constante, zelf ingestelde snelheid
rijden, behalve op steile hellingen.
Deze voorziening werkt alleen bij
snelheden boven 40 km/h, vanaf de
4
e versnelling. Op het controledisplay wordt
aangegeven of de functie is
geselecteerd. Ook de ingestelde
snelheid wordt hier weergegeven.
Functie geselecteerd,
weergave van
het symbool
"Snelheidsregelaar".
Functie
uitgeschakeld,
OFF
Functie ingeschakeld,
Wagensnelheid
hoger dan ingestelde
snelheid,
de weergegeven
ingestelde snelheid
knippert.
Storing in de werking
van het systeem,
OFF - de streepjes
knipperen.
1.
Selecteren / uitschakelen van de
snelheidsregelaar
.
2.
V
erlagen van de ingestelde
snelheid.
3.
Verhogen van de ingestelde snelheid.
4. Onderbreken / hervatten van de
snelheidsregeling.
Stuurkolomschakelaars
Page 67 of 292

65
Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016
Selecteren van de functieEerste keer
activeren/instellen
van een snelheid Tijdelijk overschrijden van de
ingestelde snelheid
Uitschakelen (OFF)
- Druk op deze
toets of trap
op het rem- of
koppelingspedaal.
Opnieuw activeren
- Druk na het onderbreken van de
snelheidsregelaar op deze toets.
De auto neemt de laatst ingestelde
snelheid weer aan.
U kunt ook de procedure "eerste keer
activeren" herhalen.
Het is mogelijk
gas te geven en
tijdelijk met een hogere snelheid dan
de ingestelde snelheid te rijden.
De ingestelde snelheid zal dan
knipperen. Als het gaspedaal wordt
losgelaten, wordt de ingestelde
snelheid weer aangenomen.
-
Breng uw auto met het gaspedaal
op de gewenste snelheid.
-
Druk op de toets
SET- of SET+.
De snelheid is nu in het geheugen
opgeslagen/geactiveerd en deze
snelheid wordt door de auto
gehandhaafd. -
Zet de draaiknop in
de stand
CRUISE. De
snelheidsregelaar is geselecteerd,
maar nog niet geactiveerd en er is
nog geen snelheid ingesteld.
Stuurkolomschakelaars
ERGONOMIE en COMFORT
4
Page 68 of 292

66
Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016
Ingestelde
snelheid wijzigenUitschakelen van de functie
Storing Ingestelde snelheid annuleren
Als bij stilstaande auto het contact
wordt afgezet, wordt de ingestelde
snelheid uit het geheugen gewist.
De ingestelde snelheid kunt u op twee
manieren verhogen:
-
Draai de knop in de stand
0 of
zet het contact af om het systeem
volledig uit te schakelen.
Gebruiksvoorschrift
Zonder het gaspedaal
-
Druk op de toets SET +.
Druk de toets kort in om de snelheid
met 1
km/h te verhogen.
Houd de toets ingedrukt om de snelheid
in stappen van 5
km/h te verhogen.
Met het gaspedaal
-
T
rap het gaspedaal in tot de
gewenste snelheid is bereikt.
-
Druk op de toets
SET + of SET -.
Verlagen van de ingestelde snelheid:
-
Druk op de toets
SET -.
Druk de toets kort in om de snelheid
met 1
km/h te verlagen.
Houd de toets ingedrukt om de snelheid
in stappen van 5
km/h te verlagen. De ingestelde snelheid wordt gewist
en in plaats daarvan verschijnen drie
streepjes op het display. Raadpleeg
het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om het
systeem te laten controleren. Let bij het wijzigen van de ingestelde
snelheid door het ingedrukt houden
van de toets goed op omdat de
snelheid zeer snel kan worden
verhoogd of verlaagd.
Gebruik de snelheidsregelaar niet op
gladde wegen of bij zeer druk verkeer.
Bij een steile afdaling kan de
snelheidsregelaar niet voorkomen
dat de ingestelde snelheid wordt
overschreden.
Bij het gebruik van de
snelheidsregelaar moet de bestuurder
te allen tijde de snelheidslimiet in acht
nemen en zijn aandacht op het verkeer
blijven vestigen.
Houd uw voeten bij de pedalen.
Om te voorkomen dat de werking van
de pedalen wordt gehinderd:
-
controleer of de mat goed op
zijn plaats ligt en vast aan de
bevestigingen op de vloer
,
-
leg nooit meerdere matten boven
op elkaar
.
Stuurkolomschakelaars
Page 69 of 292

67
Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016
De snelheid wordt verhoogd naarmate
het gaspedaal dieper wordt ingetrapt
tot aan het zware punt van het
gaspedaal, waarbij de ingestelde
snelheid is bereikt.
Als het gaspedaal tot voorbij het zware
punt wordt ingetrapt, wordt de ingestelde
snelheid echter overschreden. Als het
gaspedaal vervolgens geleidelijk weer
wordt losgelaten en de wagensnelheid
onder de ingestelde maximumsnelheid
komt, wordt de snelheidsbegrenzer weer
geactiveerd.
Het systeem kan worden bediend
bij stilstaande auto met draaiende
motor, of tijdens het rijden.Op het controledisplay wordt
aangegeven of de functie is
geselecteerd. Ook de ingestelde
snelheid wordt hier weergegeven:SNELHEIDSBEGRENZER
"LIMIT"
Functie geselecteerd,
weergave van
het symbool
"Snelheidsbegrenzer".
Functie uitgeschakeld,
laatst ingestelde
snelheid - OFF.
Functie ingeschakeld.
Wagensnelheid hoger dan
de ingestelde snelheid,
de weergegeven
ingestelde snelheid
knippert.
Storing in de werking
van het systeem,
OFF - de streepjes
knipperen.
1.
Selecteren / uitschakelen van de
snelheidsbegrenzer
.
2.
Verlagen van de ingestelde snelheid.
3. Verhogen van de ingestelde snelheid.
4. Inschakelen / onderbreken van de
snelheidsbegrenzing.
"Dit is de gekozen snelheid die de
bestuurder niet wil overschrijden".
Het instellen van de maximumsnelheid
is mogelijk bij stilstaande auto met
draaiende motor
, of tijdens het rijden.
De ingestelde snelheid dient minimaal
30
km/h te bedragen.
Stuurkolomschakelaars
ERGONOMIE en COMFORT
4
Page 70 of 292
68
Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016
Selecteren van de functieInstellen van een snelheidInschakelen/uitschakelen
- Draai de knop in de stand LIMIT.
De begrenzer is dan geselecteerd,
maar nog niet actief. Het display
geeft de laatst ingestelde snelheid
weer.
Er kan, bij draaiende motor, een
snelheid worden ingesteld zonder de
begrenzer in te schakelen.
Verhogen van de ingestelde snelheid.
-
Druk op de toets
SET +.
Druk de toets kort in om de snelheid
met 1
km/h te verhogen.
Houd de toets ingedrukt om de snelheid
in stappen van 5
km/h te verhogen.
Verlagen van de ingestelde snelheid.
-
Druk op de toets
SET -.
Druk de toets kort in om de snelheid
met 1
km/h te verlagen.
Houd de toets ingedrukt om de snelheid
in stappen van 5
km/h te verlagen.Druk één keer op deze toets om
de begrenzer in te schakelen. Druk
nogmaals op de toets om de begrenzer
uit te schakelen (OFF).
Stuurkolomschakelaars
Page 71 of 292

69
Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016
Overschrijden van de ingestelde
snelheidUitschakelen van de functieStoring
De ingestelde snelheid wordt gewist
en in plaats daarvan verschijnen drie
streepjes op het display.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het
systeem te laten controleren.
knipperen van de snelheidsweergave
Gebruiksvoorschrift
Bij het gebruik van de
snelheidsbegrenzer moet de
bestuurder te allen tijde de
snelheidslimiet in acht nemen en
zijn aandacht op het verkeer blijven
vestigen.
Let op uw snelheid als deze door
het profiel van de weg of door snel
accelereren kan worden overschreden,
zodat u optimaal de controle over uw
auto kunt bewaren.
Om te voorkomen dat de werking van
de pedalen wordt gehinderd:
-
controleer of de mat goed op
zijn plaats ligt en op de vloer is
bevestigd,
-
leg nooit meerdere matten boven
op elkaar
.
Als het gaspedaal geleidelijk dieper
wordt ingetrapt, wordt de snelheid niet
verhoogd. Als het gaspedaal echter
met kracht wordt ingetrapt, tot voorbij
het zware punt, wordt de begrenzer
tijdelijk uitgeschakeld, knippert de
ingestelde snelheid op het display en
klinkt een geluidssignaal.
Laat om de begrenzer weer in te
schakelen de snelheid zakken tot
een snelheid lager dan de ingestelde
snelheid.
De snelheid knippert:
-
als het gaspedaal tot voorbij het
zware punt wordt ingetrapt,
-
als de begrenzer door het profiel
van de weg of bij een steile
afdaling niet kan voorkomen dat
de ingestelde snelheid wordt
overschreden,
-
tijdens snel accelereren. -
Draai de knop in de stand
0
of zet
het contact af om het systeem uit te
schakelen.
De laatst ingestelde snelheid blijft in
het geheugen opgeslagen.
Stuurkolomschakelaars
ERGONOMIE en COMFORT
4
Page 72 of 292
70
Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016
VENTILATIE
de zijventilatieroosters en
middelste ventilatieroosters,
Luchtopbrengst
de beenruimte,
de voorruit en de beenruimte,
de voorruit.
De luchtverdeling kan worden
gevarieerd door de knop in
een tussenstand te zetten,
aangegeven door "●".
Luchtverdeling
De bediening van de luchtverdeling wordt aangegeven
door middel van de volgende pictogrammen:
naar rood, toevoer van
warme lucht. van blauw, toevoer van koude
lucht,De kracht van de luchttoevoer
via de uitstroomopeningen
varieert van 1 tot 4. In de
stand 0 is er geen luchttoevoer.
Zet de knop in de gewenste
stand voor een optimaal
comfort.
Verwarming
Handbediende airconditioning
Temperatuur
Zet de knop in de gewenste stand:
Ventilatie