Page 73 of 303
Opbergen71Bekerhouder achter
Extra bekerhouders vindt u tussen destoelen in de derde zitrij.
Flessenhouder De opbergvakken in de voor- en
achterportieren zijn ontworpen voor het vervoeren van flessen.
Opbergruimte voor
Naast het stuurwiel bevindt zich een
opbergvak.
Opbergruimteportierbekleding
Het zijbekledingspaneel van het voor‐ portier bevat kleine vakjes, bijv. voor
mobiele telefoons.
Dakconsole
Druk op de knop om het opbergvak te openen.
In dit vak niet meer dan 0,2 kg plaat‐
sen.
Page 74 of 303
72OpbergenOpbergvak onder
passagiersstoel
Opbergvak
Onder de passagiersstoel bevindt
zich een opbergvak. Schuif het luikje
open om het vak te openen of te slui‐
ten. Maximale belasting: 1,5 kg.
Stoellade
Druk op de knop in de uitsparing en
trek de lade eruit. Maximale belas‐
ting: 3 kg. Om te sluiten, induwen en
vastklikken.
Armsteun met opbergruimte
Opbergen in FlexConsole-
armsteun
Druk op de knop om het opbergvak in de armsteun te openen.
Achter de armsteun bevindt zich een ander opbergvak. Verschuif het
deksel om te openen.
Page 75 of 303
Opbergen73Opbergvak middenconsole
Middenconsole
In het opbergvak kunt u kleine voor‐
werpen opbergen.
Verschuif het deksel naar achteren
om te openen.
Achterste console
Aan de achterzijde van de FlexCon‐
sole bevindt zich een opberglade.
Trek uit om te openen.
Voorzichtig
Niet gebruiken voor as of andere
gloeiende dingen.
Draagsysteem achterzijde
Draagsysteem achterzijde voor
vier fietsen
Met het draagsysteem aan de achter‐
zijde (Flex-Fix-systeem) kunnen twee fietsen worden vastgezet op een
uitschuifbare drager die geïntegreerd
is in de vloer van de auto. Er kunnen
nog twee andere fietsen op een adap‐ ter worden geplaatst. Vervoer vanandere zaken is niet toegestaan.
De maximale belading van het draag‐
systeem achterzijde is 80 kg bij
gebruik van de adapter en 60 kg
zonder adapter. Het maximale
Page 76 of 303

74Opbergengewicht per fiets op het draagsys‐teem achterzijde is 30 kg. Er kunnen met andere woorden elektrische fiet‐
sen op het draagsysteem achterzijde
worden gemonteerd. Het maximale
gewicht per fiets op de adapter is
20 kg.
De wielbasis van een fiets mag niet meer dan 1,15 m zijn. Anders kan de
betreffende fiets niet veilig worden
vastgezet.
Het niet-gebruikte draagsysteem
achterzijde moet in de bodemplaat
worden teruggeschoven.
Op de fietsen mogen zich geen voor‐
werpen bevinden die tijdens het
vervoer los kunnen raken.Voorzichtig
Bij verlenging van het draagsys‐
teem achterzijde en maximale
belading van de auto geldt een
lagere bodemspeling.
Rijd voorzichtig op steile hellingen, oprijlanen en over verkeerdrem‐
pels e.d.
Voorzichtig
Neem contact uw fietshandelaar
alvorens fietsen met koolfiberfra‐
mes te bevestigen. De fietsen
kunnen beschadigd raken.
Let op
De achterlichten van de auto worden
gedeactiveerd als de achterlichten
van het draagsysteem achterzijde worden aangesloten.
Uitschuiven
Open de achterklep.
9 Waarschuwing
Het is niet toegestaan zich binnen
het bereik van de achterdrager tebegeven, kans op letsel.
Trek de ontgrendelingshendel
omhoog. Het draagsysteem achter‐
zijde wordt geactiveerd en schuift vlot
uit de achterbumper.
Page 77 of 303
Opbergen75Trek het draagsysteem volledig uit
totdat u het vast hoort klikken.
Controleren of het draagsysteem niet
naar binnen kan worden geschoven
zonder opnieuw aan de ontgrende‐
lingshendel te trekken.9 Waarschuwing
Het is alleen toegestaan voorwer‐
pen op het Flex-Fix draagsysteem
te vervoeren, als het systeem op
de juiste manier uitgeschoven is.
Als het Flex-Fix draagsysteem niet goed uitgeschoven kan worden,
breng dan geen voorwerpen op
het systeem aan en schuif het
weer in. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Kentekenplaathouder uitklappen
Til de kentekenplaathouder op en
klap deze naar achteren toe.
Achterlichten uitklappen
Klap beide achterlichten uit.
Vergrendelen draagsysteem
achterzijde
Draai beide spanhefbomen zover
mogelijk opzij.
Anders kan een veilige werking niet worden gegarandeerd.
Page 78 of 303
76OpbergenWielhouders uitklappen
Klap beide wielhouders uit.
Fietsendrager ineenzetten
Til de drager aan de achterzijde (1) op
en trek hem naar achteren.
Klap de drager omhoog (2).
Duw de drager omlaag (1) en draai de draaihandgreep (2) naar achteren,zodat deze ingrijpt.
Eerste fiets bevestigen
1. Pedalen in positie draaien zoals in
de illustratie en de fiets in de voor‐ ste wielhouders plaatsen.
Erop letten dat de fiets in het
midden van de wielhouders staat.
Page 79 of 303
Opbergen77
2. De korte bevestigingsbeugel aanhet fietsframe bevestigen. De
knop rechtsom vastdraaien.
3. Beide fietswielen met de span‐ banden aan de wielhouders vast‐maken.
4. Controleer of de fiets goed vast staat.Voorzichtig
Zorg dat de ruimte tussen de fiets
en de auto minstens 5 cm is.
Stuurstang zo nodig losdraaien en opzij zwenken.
Adapter bevestigen
Bij vervoer van meer dan twee fietsen dient de adapter te worden bevestigd,voordat de tweede fiets wordt
geplaatst.1. Adapter zoals in illustratie op het draagsysteem achterzijde beves‐
tigen.
Page 80 of 303

78Opbergen2. Hendel (1) naar voren draaien envasthouden. Vervolgens de adap‐ter (2) aan de achterzijde omlaag
halen.
3. Hendel losmaken en controleren of de adapter goed vastzit.
4. Band aan de adapter onder dehendel voor het terugklappen van
het draagsysteem achterzijde
door halen. Spanband vastzetten.
Meer fietsen bevestigen
Het bevestigen van de resterende
fietsen verloopt op dezelfde manier
als dat van de eerste fiets. Houd
echter rekening met de volgende
aanvullende stappen:
1. Alvorens de fiets te plaatsen altijd
eventuele wielhouders voor de
volgende fiets uitklappen.
2. Pedalen altijd in de juiste stand draaien alvorens de fiets te plaat‐
sen.
3. Fietsen om en om op het draag‐ systeem achterzijde plaatsen.
4. Fietsen uitlijnen ten opzichte van de eerder geplaatste fiets. De
wielnaven van de fietsen mogen
elkaar niet raken.
5. Fietsen plaatsen met bevesti‐ gingsbeugels en spanbanden
zoals beschreven voor de eerste
fiets. Bevestigingsbeugels even‐
wijdig aan elkaar bevestigen.
Lange bevestigingsbeugel
gebruiken om de tweede fiets aan
de houder te bevestigen.
Langere, extra bevestigingsbeu‐
gel gebruiken om de derde fiets
aan de houder te bevestigen.
Korte, extra bevestigingsbeugel
gebruiken om de vierde fiets te
bevestigen. De beugel dient te
worden aangebracht tussen de
frames van de derde en de vierde
fiets.