Page 57 of 277

Stoelen, veiligheidssystemen55ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels. ISOFIX veiligheidssyste‐
men voor specifieke auto's worden in de tabel aangeduid met IL.
De auto is uitgevoerd met geleiders in
de rugleuning ter ondersteuning van
de inbouw van het kinderveiligheids‐
systeem.
ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen op
achterbankISOFIX-bevestigingsbeugels op de
achterbank worden aangeduid door
het ISOFIX-logo op de rugleuning.
Open de kleppen van de geleiders
alvorens een kinderveiligheidssys‐
teem te monteren. Sluit de kleppen
nadat het kinderveiligheidssysteem is verwijderd.
ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen op de
passagiersstoel voor
Plaats het kinderveiligheidssysteem
in het midden van de stoel en duw het naar achteren. Zorg dat het kinder‐
veiligheidssysteem goed vastzit.
Top-Tether-
bevestigingsogen
Aanvullend op de ISOFIX bevestiging
zet u de Top-tether -band vast aan de
Top-tether-bevestigingsogen.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF.
Top-Tether-bevestigingsogen op
achterbank
De auto heeft twee bevestigingsogen
op de rugleuning van de achterbank.
Top-Tether-bevestigingsogen
worden aangeduid met het
symbool : van een kinderzitje.
Page 58 of 277
56Stoelen, veiligheidssystemen
Top-Tether-bevestigingsoog op
de passagiersstoel voor
Er bevindt zich een extra bevesti‐
gingspunt op de passagiersstoelrail in de beenruimte achter.
Page 59 of 277

Opbergen57OpbergenOpbergruimten............................. 57
Opbergvakken ........................... 57
Handschoenenkastje .................57
Bekerhouders ............................ 57
Opbergruimte voor ....................58
Opbergvak onder passagiersstoel ........................59
Draagsysteem achterzijde .........59
Bagageruimte .............................. 68
Bagageruimte-afdekking ...........69
Vloerafdekking bagageruimte ....71
Sjorogen .................................... 72
Gevarendriehoek .......................72
Verbanddoos ............................. 73
Dakdragersysteem .......................73
Dakdrager .................................. 73
Beladingsinformatie .....................74Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe
objecten in de opbergruimten op.
Anders kan de klep van de
opbergruimte open gaan en
kunnen de inzittenden bij krachtig
remmen, plotseling afslaan of een ongeval letsel door rondslinge‐
rende voorwerpen oplopen.
Handschoenenkastje
Open de klep van het handschoenen‐
kastje door aan de hendel te trekken.
Het handschoenenkastje is uitge‐
voerd met een muntenbakje en een
adapter voor de wielborgbouten.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.
Bekerhouders
De bekerhouders zitten in de midden‐
console.
Page 60 of 277
58Opbergen
In de portiervakken in de portieren
kunt u flessen opbergen.
In de zijpanelen achter zitten extra
fleshouders.
Flexibele bekerhouderband
In het opbergvak vóór de keuzehen‐
del bevindt zich een beweegbare
rubberen band. Trek de band eruit om een beker of asbak vast te zetten.
Opbergruimte voor
Opbergruimten bevinden zich onder
de lichtschakelaar, in de middencon‐
sole, in de portiervakken en in de
zijpanelen bij de achterbank.
Page 61 of 277

Opbergen59Opbergvak onder
passagiersstoel
Opbergvak aan handgreepuitsparing
optillen en uittrekken. Maximale
belasting: 1,5 kg . Om te sluiten, indu‐
wen en vastklikken.
Draagsysteem achterzijde
Met het draagsysteem aan de achter‐
zijde (Flex-Fix-systeem) kunnen fiet‐
sen worden vastgezet op een
uitschuifbare drager die geïntegreerd is in de vloer van de auto. Het trans‐
porteren van andere voorwerpen is
niet toegestaan.
De maximale belading van het draag‐
systeem achterzijde is 40 kg. De maximale belading per fiets is 20 kg.
De wielbasis van een fiets mag niet
meer dan 1,2 m zijn. Anders kan de betreffende fiets niet veilig worden
vastgezet.
Het niet-gebruikte draagsysteem
achterzijde kan terug in de bodem‐
plaat worden geschoven.
Op de fietsen mogen zich geen voor‐ werpen bevinden die tijdens het
transport kunnen loskomen.Voorzichtig
Plaats geen fietsen met carbon
pedaalkrukken op fietsendragers.
De fietsen kunnen beschadigd
raken.
Let op
De achterlichten van de auto worden
gedeactiveerd als de achterlichten
van het draagsysteem achterzijde
worden aangesloten.
Uitschuiven
Achterklep openen.
9 Waarschuwing
Omstanders uit het uitschuifge‐
bied van het Flex-Fix draagsys‐
teem halen, gevaar voor letsel.
Page 62 of 277
60Opbergen
Ontgrendelingshendel omhoogtrek‐
ken. Het systeem komt los en
verplaatst zich snel uit de bumper.
Het draagsysteem er volledig uittrek‐
ken totdat het hoorbaar vastklikt.
Controleren of het draagsysteem niet naar binnen kan worden geschoven
zonder opnieuw aan de ontgrende‐
lingshendel te trekken.9 Waarschuwing
Het is alleen toegestaan voorwer‐
pen op het Flex-Fix draagsysteem
te vervoeren, als het systeem op
de juiste manier uitgeschoven is.
Als het Flex-Fix draagsysteem niet goed uitgeschoven kan worden,
breng dan geen voorwerpen op
het systeem aan en schuif het
weer in. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Achterlichten aanbrengen
Eerst het achterste ( 1), vervolgens
het voorste ( 2) achterlicht uit de
uitsparingen nemen.
Page 63 of 277
Opbergen61Open de lampsteun aan de achter‐
kant van het achterlicht volledig tot
deze loskomt.
Druk de klemhendel naar onder en
druk de lampsteun in de houder tot hij loskomt.
Deze procedure voor beide achter‐
lichten uitvoeren.
De kabel- en lamppositie controleren
om er zeker van te zijn dat deze goed
zijn aangebracht en stevig vastzitten.
Draagsysteem achteraan
vergrendelen
Draai de linker klemhendel ( 1) eerst,
vervolgens de rechter klemhendel ( 2)
tot ze stoppen. Beide spanhefbomen
moeten naar achteren gericht zijn. Zo niet, is geen veilige werking gewaar‐
borgd.
Let op
Achterklep sluiten.
Page 64 of 277
62OpbergenCrankhouders uitklappen
Een of beide crankhouders omhoog‐
klappen totdat de diagonale steun
vastklikt.
Crankbevestigingen uit de crankhou‐
ders verwijderen.
Draagsysteem achteraan aan
een fiets aanpassen
Ontgrendelingshendel indrukken en
wielhouders er uittrekken.
Ontgrendelingshendel aan de span‐
band indrukken en spanband er
uittrekken.