Page 25 of 94

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-11
3
De weergave voor het gemiddelde brand-
stofverbruik kan worden ingesteld op
“Ave/Cons_ _._ km/L” of “Ave/Cons_ _._
L/100 km” (behalve voor het Verenigd Ko-
ninkrijk).
Alleen Verenigd Koninkrijk:
Het huidige brandstofverbruik wordt weer-
gegeven als “Ave/Cons_ _._ MPG”.
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op
nul is teruggezet.
Als de weergave is ingesteld op
“Ave/Cons_ _._ km/L”, wordt de af-
stand weergegeven die kan worden
afgelegd op 1.0 L brandstof.
Als de weergave is ingesteld op
“Ave/Cons_ _._ L/100 km”, wordt de
hoeveelheid brandstof weergegeven
die nodig is om 100 km af te leggen.
Alleen Verenigd Koninkrijk: Als de
weergave is ingesteld op “Ave/Cons_
_._ MPG”, wordt de afstand weerge-
geven die kan worden afgelegd op
1.0 Imp.gal brandstof.
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik terug te stellen, selec-
teert u deze door op de “INFO”-toets te
drukken en daarna de “INFO”-toets 3 se-
conden ingedrukt te houden.
OPMERKING
Na het terugstellen van een weergave van
_._Ž weergegeven voor die weergave totdat
de machine 1 km (0.6 mi) heeft afgelegd.
Modus huidig brandstofverbruik
De weergave van het huidige brandstofver-
ninkrijk).
Alleen Verenigd Koninkrijk:
Het huidige brandstofverbruik wordt weer-
Als de weergave is ingesteld op
“km/L”, wordt de afstand weergege-
ven die onder de huidige omstandig-
heden kan worden afgelegd op 1.0 L
brandstof.
Als de weergave is ingesteld op
“L/100 km”, wordt de hoeveelheid
brandstof weergegeven die nodig is
om onder de huidige omstandigheden
100 km af te leggen.
Alleen Verenigd Koninkrijk: De afstand
die onder de huidige rijomstandighe-
den kan worden afgelegd met
1.0 Imp.gal brandstof wordt weerge-
geven.
Houd de “INFO”-toets korter dan een se-
conde ingedrukt om te wisselen tussen de
weergaven voor het gemiddelde brandstof-
verbruik terwijl een van de weergaven
wordt getoond (behalve voor het Verenigd
Koninkrijk).
OPMERKING
Bij snelheden onder 10 km/h (6.0 mi/h)
ZAUM1111CH
km
L/100km
Cons
Oil
km/L
U2DLD2D0.book Page 11 Friday, July 3, 2015 10:54 AM
Page 26 of 94

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-12
3
Weergave voor gemiddelde snelheid
De gemiddelde snelheid wordt weergege-
ven in “kmh” (behalve voor het Verenigd
Koninkrijk). De gemiddelde snelheid is de
totale afgelegde afstand gedeeld door de
totale tijd (met de sleutel in de stand “ON”)
sinds de weergave voor het laatst werd te-
ruggesteld op nul.
Alleen Verenigd Koninkrijk:
De gemiddelde snelheid wordt weergege-
ven in “MPH”.
Deze weergave toont de gemiddelde snel-
heid sinds de weergave voor het laatst
werd teruggesteld.
Om de weergave voor de gemiddelde snel-
heid terug te stellen, selecteert u deze door
op de “INFO”-toets te drukken en daarna
de “INFO”-toets 3 seconden ingedrukt te
houden.
Waarschuwingsberichtfunctie
Het waarschuwingsbericht komt overeen
met de aanwezige waarschuwingssituatie.
Als er twee of meer waarschuwingen tege-
lijk aanwezig zijn, wordt de weergave als
volgt gewisseld:
L FUEL → H TEMP → L BATT of H BATT →
ICE → OIL → SERV → V-BELT SERV → L
FUELZelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor diverse elektrische circuits.
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en
geeft het display een foutcode weer.
Als het display foutcodes weergeeft, noteer
deze dan en vraag een Yamaha dealer om
het voertuig te controleren.
Temperatuurmeter koelvloeistof
Met de contactsleutel in de stand “ON”
geeft de temperatuurmeter voor koelvloei-
stof de temperatuur van de koelvloeistof
aan. De koelvloeistoftemperatuur is afhan-
kelijk van de weersomstandigheden en de
motorbelasting. Als het bovenste segment
en de waarschuwingsindicator voor koel-
vloeistoftemperatuur knipperen, stop de
machine dan en laat de motor afkoelen.
ZAUM1112CH
km
Odo
Ave
Cons
V- B e l
tF
1. Weergave foutcode
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
ZAUM1114
T
rip
CH
Time
1
ZAUM11151
CH
km
Trip
U2DLD2D0.book Page 12 Friday, July 3, 2015 10:54 AM
Page 27 of 94
Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-13
3
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
DAU1234H
Stuurschakelaars
Links
Rechts
DAU12351Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12401Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
1. “TRIP/INFO”-schakelaar
2. Schakelaar alarmverlichting “ ”
3. Startknop “ ”
I
N
FOTRI
P
1
3 2
U2DLD2D0.book Page 13 Friday, July 3, 2015 10:54 AM
Page 28 of 94

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-14
3
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12722Startknop “ ”
Druk met de zijstandaard omhoog op deze
knop terwijl u de voor- of achterrem be-
krachtigt om de motor te starten met de
startmotor. Zie pagina 5-2 voor startin-
structies voordat u de motor start.
DAU41701Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring gaat branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12735Schakelaar alarmverlichting“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ont-
laden.
DAUM3720Schakelaar Trip/info “TRIP/INFO”
Met deze schakelaar wijzigt u instellingen
en de weergave van de multifunctionele
meter. Zie pagina 3-5 voor meer informatie.
U2DLD2D0.book Page 14 Friday, July 3, 2015 10:54 AM
Page 29 of 94
Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-15
3
DAU12902
Voorremhendel
De voorremhendel bevindt zich aan de
rechterzijde van het stuur. Trek deze hendel
naar de gasgreep toe om de voorrem te be-
krachtigen.
DAU12952
Achterremhendel
De achterremhendel bevindt zich aan de
linkerzijde van het stuur. Trek deze hendel
naar het stuur toe om de achterrem te be-
krachtigen.
1. Voorremhendel1. Achterremhendel
U2DLD2D0.book Page 15 Friday, July 3, 2015 10:54 AM
Page 30 of 94

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-16
3
DAU54001
ABS (voor modellen met ABS)
Het Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendels. Ga in dat geval
door met remmen en laat het ABS-systeem
het werk doen. Ga niet “pompend” rem-
men, dit vermindert de remeffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Houd altijd een veilige afstand tot voor-
liggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS.
Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lange remwegen.
Op bepaalde oppervlakken, zoals
slechte wegen of grindwegen, kan
de remafstand met het ABS-sy-
steem langer zijn dan zonder ABS-
systeem.
Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING
Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel
op “ON” is gezet en het voertuig rijdt
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test hoort u een
“klikkend” geluid aan de voorkant van
het voertuig en wanneer u een rem-
hendel licht aantrekt, voelt u eventueel
een trilling in de hendel. Dit is normaal.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie, waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de rembediening
terwijl ABS actief is. Er is echter speci-aal gereedschap vereist, dus neem
voor het uitvoeren van deze test con-
tact op met uw Yamaha dealer.
LET OP
DCA16121
Houd alle soorten magneten (inclusief
magneetgrijpers, magnetische schroe-
vendraaiers etc.) uit de buurt van de
voorste en achterste wielnaven. Anders
kunnen de magnetische rotors van de
wielnaven beschadigd raken, waardoor
het ABS-systeem niet meer goed werkt.
1. Voorste wielnaaf
1. Achterste wielnaaf
1
1
U2DLD2D0.book Page 16 Friday, July 3, 2015 10:54 AM
Page 31 of 94

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-17
3
DAUM2991
Tankdop
Openen van de tankdop
1. Steek de sleutel in het slot en draai
deze linksom. Het slot wordt ontgren-
deld en de klep kan worden geopend.
2. Om de tankdop te verwijderen wordt
deze linksom gedraaid en dan losge-
nomen.
Sluiten van de tankdop
1. Steek de tankdop in de tankopening
en draai de tankdop rechtsom.
WAARSCHUWING
DWA11092
Na het tanken moet de tankdop goed
worden aangedraaid. Door brandstof-
lekkage ontstaat brandgevaar.
2. Sluit de klep, draai de sleutel rechts-
om naar de oorspronkelijke stand en
verwijder deze dan.
DAU13222
Brandstof
Controleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens het
tanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt.
3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid-
dellijk af. LET OP: Veeg gemorste
brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aange-
1. Tankdop
2. Tankdopdeksel
ZAUM1014
1
2
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
ZAUM1015
1
2
U2DLD2D0.book Page 17 Friday, July 3, 2015 10:54 AM
Page 32 of 94
![YAMAHA XMAX 250 2016 Instructieboekje (in Dutch) Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-18
3
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA151 YAMAHA XMAX 250 2016 Instructieboekje (in Dutch) Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-18
3
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA151](/manual-img/51/52895/w960_52895-31.png)
Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-18
3
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep on-
middellijk medische hulp in nadat u ben-
zine heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw ogen
heeft gekregen. Als benzine op uw huid
terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kleding
morst, trek dan andere kleding aan.
DAU54602
LET OP
DCA11401
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van loodvrije superbenzine met een
octaangetal van RON 95 of hoger. Als de
motor gaat detoneren (pingelen), gebruik
dan benzine van een ander merk. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan bou-
gies langer mee en blijven de onderhouds-
kosten beperkt.Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.
Voorgeschreven brandstof:
Loodvrije superbenzine (Gasohol
(E10) acceptabel)
Inhoud brandstoftank:
13.2 L (3.48 US gal, 2.90 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof (als
het waarschuwingslampje brand-
stofniveau gaat branden):
2.5 L (0.66 US gal, 0.55 Imp.gal)
U2DLD2D0.book Page 18 Friday, July 3, 2015 10:54 AM