Page 49 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-3
6
DAU46862
OPMERKING
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve
wanneer in plaats daarvan een onderhoudsbeurt op kilometerbasis of, voor
Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf
10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een
Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereedschap, technische gegevens en vak-
manschap vereist zijn.
DAU63321
Periodiek onderhoudsschema van het uitstootcontrolesysteem
NR. ITEM
1*Brandstofleiding• Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigin-
gen.√√√√√
2Bougie• Controleer de conditie.
• Reinigen en elektrodenafstand
afstellen.√√
• Vervangen.√√
3*Ventielen• Controleer de klepspeling.
• Afstellen.√√
4*Brandstofinjectie• Controleer het stationaire toe-
rental van de motor.√√√√√
5*Uitlaatdemper en
uitlaatpijp• Controleer of de schroef-
klem(men) goed vastzit(ten).√√√√√X 1000 km CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.66121824
U2DLD2D0.book Page 3 Friday, July 3, 2015 10:54 AM
Page 50 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-4
6
DAU64031
Algemeen smeer- en onderhoudsschema
NR. ITEM
1 Luchtfilterelement• Vervangen.√√
2Aftapslang luchtfil-
ter• Reinigen.√√√√√
3Luchtfilterelement
in v-snaarbehui-
zing• Reinigen.√√√√√
4*Vo or re m• Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.√√√√√√
• Vervang de remblokken.Wanneer de slijtagelimiet is be-
reikt
5*Achterrem• Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.√√√√√√
• Vervang de remblokken.Wanneer de slijtagelimiet is be-
reikt
6*Remslangen• Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen.
• Zorg voor een correcte plaat-
sing van slang(en) en
klem(men).√√√√√
• Vervangen. Elke 4 jaar
7*Remvloeistof• Verversen. Elke 2 jaar
8*Wielen• Controleer de speling en con-
troleer op beschadigingen.√√√√
9*Banden• Controleer op slijtage en be-
schadigingen.
• Vervang indien nodig.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.√√√√√
10*Wiellagers• Controleer de lagers op spe-
ling of beschadigingen.√√√√
11*Balhoofdlagers• Controleer de lagers op spe-
ling en oppervlakteruwheid.√√√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)X 1000 km CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
0.6 6 12 18 24
U2DLD2D0.book Page 4 Friday, July 3, 2015 10:54 AM
Page 51 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-5
6
12*Framebevestigin-
gen• Controleer of alle moeren, bou-
ten en schroeven stevig zijn
vastgezet.√√√√√
13Scharnieras van
voorremhendel• Smeren met siliconenvet.√√√√√
14Scharnieras van
achterremhendel• Smeren met siliconenvet.√√√√√
15Zijstandaard, mid-
denbok• Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.√√√√√
16*Zijstandaardscha-
kelaar• Controleer de werking.√√√√√√
17*Vo or v o r k• Controleer op een correcte
werking en olielekkage.√√√√
18*Schokdemperunits• Controleer op een correcte
werking en olielekkage.√√√√
19 Motorolie• Verversen. (Zie pagina’s 3-7 en
6-10.)√Wanneer de indicator
olieverversing gaat knip-
peren (3000 km (1800 mi)
na de eerste 1000 km
[600 mi] en vervolgens na
elke 3000 km (1800 mi))
• Controleer het olieniveau en
controleer de machine op olie-
lekkage.Elke 3000 km (1800 mi)√
20*Olie-aanzuigzeef• Reinigen.√
21*Koelsysteem• Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage.√√√√√
• Vervang koelvloeistof. Elke 3 jaar
22Versnellingsbak-
olie• Controleer de machine op olie-
lekkage.√√ √
• Verversen.√√√
23*V- s n a a r• Vervangen.Wanneer de indicator V-snaar-
vervanging knippert [elke
20000 km (12500 mi)]
24*Voor- en achter-
remschakelaar• Controleer de werking.√√√√√√ NR. ITEM
X 1000 km CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.66121824
U2DLD2D0.book Page 5 Friday, July 3, 2015 10:54 AM
Page 52 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-6
6DAU38263
OPMERKING
Motorluchtfilter en luchtfilters van V-snaarbehuizing
• Het motorluchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement.
Reinig dit niet met perslucht om beschadiging te voorkomen.
• Het motorluchtfilterelement moet vaker worden vervangen en de luchtfilterelemen-
ten van de V-snaarbehuizing moeten vaker worden gereinigd bij rijden in zeer stof-
fige of vochtige gebieden.
Hydraulisch remsysteem
• Ververs na het demonteren van de remhoofdcilinders en remklauwen altijd de rem-
vloeistof. Controleer regelmatig de remvloeistofniveaus en vul de reservoirs indien
nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de
remklauwen worden vervangen en de remvloeistof worden ververst.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn ge-
scheurd of beschadigd.
25Bewegende delen
en kabels•Smeren.√√√√√
26*Gasgreep• Controleer de werking.
• Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien
nodig af.
• Smeer de kabel en het kabel-
huis.√√√√√
27*Lampen, richting-
aanwijzers en
schakelaars• Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√√ NR. ITEM
X 1000 km CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 miKILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.6 6 12 18 24
U2DLD2D0.book Page 6 Friday, July 3, 2015 10:54 AM
Page 53 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-7
6
DAU18773
Panelen verwijderen en aanbren-
gen
Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moeten de afgebeel-
de panelen worden verwijderd. Neem deze
paragraaf telkens door om een paneel te
verwijderen of aan te brengen.
DAUM3340
Paneel A
Om het paneel te verwijderen
1. Open het voorste opbergcomparti-
ment A. (Zie pagina 3-20.)
2. Verwijder de schroef en trek dan het
paneel los.Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de schroef aan.
Paneel B
Om het paneel te verwijderen
1. Open het voorste opbergcomparti-
ment B. (Zie pagina 3-20.)
2. Verwijder de schroef en trek dan het
paneel los.
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de schroef aan.
1. Paneel A
2. Paneel B
1. Paneel C
ZAUM1022
1
2
ZAUM1021
1
1. Paneel A
2. Schroef
1. Paneel B
2. Schroef
ZAUM1046
1
2
ZAUM1047
1
2
U2DLD2D0.book Page 7 Friday, July 3, 2015 10:54 AM
Page 54 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-8
6
Paneel C
Om het paneel te verwijderen
1. Verwijder de drukclip en trek vervol-
gens het onderste stroomlijnpaneel
los zoals afgebeeld.
OPMERKING
De drukclip wordt losgehaald door met een
schroevendraaier de pen op het midden in
te drukken en dan de drukclip los te trek-
ken.
2. Verwijder de schroeven van het
stroomlijnpaneel en trek het dan los.
3. Verwijder de bouten van de accusteun
en trek deze dan los.
4. Verwijder de eenheid van de accus-
teun en het paneel door deze los te
trekken zoals afgebeeld.Om het paneel aan te brengen
1. Plaats de eenheid van de accusteun
en het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de bouten aan.
2. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
schroeven aan.
3. Plaats het onderste stroomlijnpaneel
in de oorspronkelijke positie en breng
dan de drukclip aan.
OPMERKING
Om de drukclip te bevestigen wordt de pen
teruggedrukt zodat deze uitsteekt uit de
kop van de drukclip; steek dan de drukclip
in het onderste stroomlijnpaneel en druk de
uitstekende pen naar binnen tot deze gelijk
ligt met de kop van de clip.
1. Stroomlijnpaneel
2. Drukclip (na verwijdering)
1. Schroef
2. Stroomlijnpaneel
ZAUM1042
1
2
ZAUM1043
2
1
1
1. Paneel C
2. Steun
3. Bout
ZAUM1045
13
2
3
U2DLD2D0.book Page 8 Friday, July 3, 2015 10:54 AM
Page 55 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-9
6
DAUM3360
Bougie controleren
De bougie is een belangrijk motoronder-
deel dat gemakkelijk te controleren is. Door
hitte en aanslag slijten bougies op de lange
duur. Daarom moeten bougies worden ver-
wijderd en gecontroleerd volgens het peri-
odieke onderhouds- en smeerschema.
Bovendien kan aan het uiterlijk van de bou-
gie de conditie van de motor worden afge-
lezen.
De bougie verwijderen
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Open het zadel. (Zie pagina 3-19.)
3. Verwijder het achterste opbergcom-
partiment door de bouten te verwijde-
ren.
4. Verwijder de bougiedop.5. Verwijder de bougie zoals getoond
met behulp van de bougiesleutel in de
boordgereedschapsset.
Controleren van de bougie
1. Controleer of de porseleinen isolator
rondom de centrale elektrode van de
bougie een middeldonkere tot lichte
kleur vertoont (de ideale kleur als nor-
maal met het voertuig wordt gereden).
OPMERKING
Wanneer de bougie een heel andere kleur
vertoont, werkt de motor mogelijk niet naar
behoren. Probeer dergelijke problemen niet
zelf vast te stellen. Laat in plaats daarvan
uw machine nakijken door een Yamaha
dealer.
2. Controleer de bougie op afslijting van
de elektroden en op overmatige kool-
stof- of andere aanslag. Vervang in-
dien nodig de bougie.
3. Meet de elektrodenafstand met een
draadvoelmaat. Stel de afstand indien
nodig af volgens de specificatie.
1. Opbergcompartiment
2. Bout
3. Rubber dop
1. Bougiedop
ZAUM1040
23
1
ZAUM1117
1
1. Bougiesleutel
Voorgeschreven bougie:
NGK/DPR8EA-9
ZAUM1118
1
U2DLD2D0.book Page 9 Friday, July 3, 2015 10:54 AM
Page 56 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-10
6
De bougie monteren
1. Reinig het oppervlak van de bougie-
pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad van
de bougie.
2. Breng de bougie aan met behulp van
de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4…1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
3. Installeer de bougiedop.
4. Plaats het achterste opbergcomparti-
ment in de oorspronkelijke positie en
breng de bouten aan.
5. Sluit het zadel.
DAUM1553
Motorolie
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema en wanneer het con-
trolelampje olieverversingstermijn gaat
branden.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de scooter op de middenbok.
Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie
tot rust te laten komen, verwijder de
olievuldop, veeg de peilstok schoon,
steek deze weer in de vulopening
(zonder vast te draaien) en neem dan
weer uit om het olieniveau te controle-
ren.
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
1. Elektrodenafstand
Elektrodenafstand:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Aanhaalmoment:
Bougie:
17.5 Nm (1.75 m·kgf, 12.7 ft·lbf)
1
1. Olievuldop
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1
3
2
1
ZAUM0685
U2DLD2D0.book Page 10 Friday, July 3, 2015 10:54 AM