Page 73 of 98

Periodiek onderhoud en afstelling
6-31
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigi ngen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren 1. Zet de machine op een vlakke on- dergrond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun
de machine zorgvuldig om omval-
len en mogelijk letsel te voorko-
men.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk hetstuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10591
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repa reren of te contro-leren.
DAU23285
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Breng het voorwiel van de grond. (Zie pagina 6-37.) WAARSCHUWING!
Ondersteun de machine zorgvuldig
om omvallen en mogelijk letsel te
voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het onder-
ste uiteinde beet en probeer ze naar
voren en achteren te bewegen. Als
speling wordt gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te in-
specteren of repareren.
BN3-9-D0.book 31 ページ 2015年6月29日 月曜日 午後4時39分
Page 74 of 98

Periodiek onderhoud en afstelling
6-32
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU23292
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU46345
AccuDe accu bevindt zich achter paneel D. (Zie
pagina 6-8.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Het is echter wel nodig om de accu-
kabelverbindingen te controleren en, indien
nodig, stevig vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid, ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16522
Voor het opladen va n een VRLA (Valve
1. Negatieve accukabel (zwart)
2. Positieve accukabel (rood)
3. Accu
3
2
1
BN3-9-D0.book 32 ページ 2015年6月29日 月曜日 午後4時39分
Page 75 of 98

Periodiek onderhoud en afstelling
6-33
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
Regulated Lead Acid)-accu is een speci-
ale acculader (met constante spanning)
vereist. Bij gebruik van een conventione-le acculader raakt de accu beschadigd.
Om de accu op te bergen 1. Verwijder de accu als het voertuig
langer dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet
dan weg op een koele en droge plek.
LET OP: Draai voordat u de accu
verwijdert de sleutel naar “OFF” en
haal dan eerst de negatieve kabel
en daarna de positieve kabel
los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16841]
LET OP
DCA16531
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
DAU23544
Zekeringen vervangenDe hoofdzekering bevindt zich achter pa-
neel D. (Zie pagina 6-8.)
Het zekeringenkastje met de zekeringen
voor afzonderlijke circuits bevindt zich ach-
ter paneel C. (Zie pagina 6-8.)1. Hoofdzekering
2. Reservehoofdzekering
2 1
BN3-9-D0.book 33 ページ 2015年6月29日 月曜日 午後4時39分
Page 76 of 98

Periodiek onderhoud en afstelling
6-34
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand. 1. Draai de contactsle utel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorko- men.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als een zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha-dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU45217
Koplampgloeilamp vervangenDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10661
Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders kan
de doorzichtigheid van het glas, de lich-
tintensiteit en de levensduur nadelig
worden beïnvloed. Wrijf eventuele ver-
ontreinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een doekjegedrenkt in alcohol of thinner.
1. Verwijder het koplamppaneel samen met de koplampunit door de bouten te
verwijderen en het geheel omhoog te
1. Zekering brandstofinjectiesysteem
2. Zekering radiatorkoelvinmotor
3. Backup-zekering
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
7
123456
Voorgeschreven zekeringen:Hoofdzekering:30.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
7.5 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 7.5 A
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
BN3-9-D0.book 34 ページ 2015年6月29日 月曜日 午後4時39分
Page 77 of 98

Periodiek onderhoud en afstelling
6-35
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
trekken zoals afgebeeld.
2. Maak de koplampstekker los en ver- wijder dan de gloeilampkap.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp. 4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit dan de stekker aan.
6. Monteer het koplamppaneel (samen
met de koplampunit) door het geheel
in de oorspronkelijke positie te plaat-
sen en dan de bouten aan te brengen.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea- ler de koplamplichtbundel af te stellen.
DAU45226
Parkeerlichtgloeilamp vervangenVervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit. (Zie pagina 6-34.)
2. Verwijder de parkeerlichtfitting (samen
met de gloeilamp) door deze uit te
trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Breng de koplampunit aan.
1. Bout
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1
1
1
2
1. Gloeilamphouder
1
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1
BN3-9-D0.book 35 ページ 2015年6月29日 月曜日 午後4時39分
Page 78 of 98
Periodiek onderhoud en afstelling
6-36
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU24182
Achterlicht/remlichtunitDit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
DAU24205
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen1. Verwijder de lamplens van de richting- aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en. 3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hierdoor kan de
lens breken.
[DCA11192]
1. Schroef
2. Lamplens richtingaanwijzer
1
2
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
BN3-9-D0.book 36 ページ 2015年6月29日 月曜日 午後4時39分
Page 79 of 98

Periodiek onderhoud en afstelling
6-37
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU24314
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen1. Verwijder de lampeenheid voor kente- kenverlichting door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de gloeilampfitting van de kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze uit te trekken. 3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de lampeenheid voor kente- kenverlichting door de schroeven aan
te brengen.
DAU24351
Ondersteunen van de motorfietsDit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de motor-
fiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
Onderhoud aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo- torfiets met een motorstandaard of, als
geen andere standaard voorhanden
is, door een krik te plaatsen onder het
frame aan de voorzijde van het achter-
wiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwijderen van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen on-
der beide zijden van het frame aan de voor-
zijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
1. Schroef
1
1. Kentekenverlichtingsunit
2. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1 2
BN3-9-D0.book 37 ページ 2015年6月29日 月曜日 午後4時39分
Page 80 of 98

Periodiek onderhoud en afstelling
6-38
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU24361
Voorwiel
DAU56322
Om het voorwiel te verwijderen
WAARSCHUWING
DWA10822
Zorg dat de machine veilig wordt onder-steund, zodat deze niet kan omvallen. 1. Verwijder de rubber dop en draai dan de voorwielasklembouten en de wiel-
asmoer los. 2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze in de vorige para-
graaf “Ondersteunen van de
motorfiets”.
3. Verwijder de wielasmoer.
4. Trek de wielas uit.
5. Verwijder de afstandsringen en het wiel. LET OP: Bekrachtig de rem
niet terwijl het wiel en de remschijf
zijn verwijderd, anders worden de
remblokken tegen elkaar ge-
perst.
[DCA11073]
Aanbrengen van het voorwiel 1. Monteer de afstandsringen aan beide zijden van de wielnaaf. LET OP: Let
op dat u de afstandsringen aan de
juiste zijde monteert.
[DCA17701]
2. Breng het wiel omhoog tussen de vorkpoten.OPMERKINGKijk of er voldoende afstand tussen de rem-blokken is voordat u het wiel aanbrengt.
3. Steek de wielas in vanaf de rechterzij- de.
4. Breng de wielasmoer aan.
5. Laat het voorwiel tot op de grond zak- ken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
6. Draai de wielasmoer vast met het voorgeschreven aanhaalmoment.
7. Zet de klembouten van de voorwielas vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment en breng dan de rubber dop
aan.
8. Duw het stuur enkele malen stevig op en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
1. Klembout voorwielas
2. Wielasmoer
3. Rubber dop
23
1
1. Klembout voorwielas
2. Wielas
1
2
Aanhaalmoment: Wielasmoer:63 Nm (6.3 m·kgf, 46 ft·lbf)
Aanhaalmoment: Klembout voorwielas:23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
BN3-9-D0.book 38 ページ 2015年6月29日 月曜日 午後4時39分