Page 65 of 110

Periodiek on derhoud en afstelling
6-11
6
OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.LET OP
DCA10841
Gebruik geen geree dschap om d e bou-
g ie dop te verwijd eren of aan te b rengen,
om de bobineka bel niet te bescha dig en.
De bou gie dop is mog elijk lastig te ver-
wij deren omd at de ru bber af dichtin g aan
het uitein de stevi g vastzit. Haal d e bou-
g ie dop los door hem heen en weer te
d raaien en teg elijkertijd los te trekken;
b ren g d e bou gie dop aan d oor heen en
weer te d raaien en teg elijkertijd aan
te
d rukken.
DAU1990A
Motorolie en oliefilterpatroonVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas rechts onder
in het carter.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
Om de motorolie te verversen (met of
zon der vervan gin g van oliefilterpatroon)
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond.
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de mo- tor om de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de olieaf-
tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.1. Kijkglas olieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
23
1
U2CED1D0.book Page 11 Wednesday, November 11, 2015 9:14 AM
Page 66 of 110
Periodiek on derhou d en afstelling
6-12
6
OPMERKINGSla de stappen 5–7 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.5. Verwijder de oliefilterpatroon met een
oliefiltersleutel.
OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.6. Smeer een dun laagje schone motor-
olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
OPMERKINGZorg dat de O-ring correct aanligt.7. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon meteen oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Olievuldop
1. Olieaftapplug
2. Pakking
1
2
1
1. Oliefiltersleutel
2. Oliefilterpatroon
1
2
1. O-ring
1. Momentsleutel
1
U2CED1D0.book Page 12 Wednesday, November 11, 2015 9:14 AM
Page 67 of 110

Periodiek on derhoud en afstelling
6-13
6
8. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
9. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motor-
olie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook de koppelin g) mo gen
g een chemische a dditieven worden
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit d an
g especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er g een verontreini gin gen
in het carter terecht komen.10. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.OPMERKINGNadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan als het
olieniveau correct is.
LET OP
DCA10402
Zet de motor direct af als het waarschu-
win gslampje olieniveau knippert of blijft
b ran den en laat het voertuig controleren
d oor een Yamaha dealer, zelfs als het
olieniveau in or de is.11. Zet de motor af en wacht een paar mi-
nuten tot de olie tot rust is gekomen.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig.
Aanhaalmoment:
Oliefilterpatroon:
17 Nm (1.7 m·kgf, 12 ft·lbf)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:43 Nm (4.3 m·kgf, 31 ft·lbf)
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelhei d:
Olieverversing:
4.30 L (4.55 US qt, 3.78 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment:
4.70 L (4.97 US qt, 4.14 Imp.qt)
U2CED1D0.book Page 13 Wednesday, November 11, 2015 9:14 AM
Page 68 of 110

Periodiek on derhou d en afstelling
6-14
6
DAU46578
Card anolieVóór elke rit moet het cardanhuis worden
gecontroleerd op olielekkage. In geval van
lekkage dient u de machine door een
Yamaha dealer te laten nakijken en repare- ren. Bovendien dient de cardanolie als
volgt te worden gecontroleerd en ververst
op de aangegeven tijdstippen in het perio-
dieke onderhouds- en smeerschema.
WAARSCHUWING
DWA10371
Zor g ervoor dat geen verontreini-
g in gen het car danhuis kunnen b in-
nend ringen.
Zor g d at er g een olie op de ban den
of wielen terechtkomt.Controleren van het olieniveau in het
car danhuis
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.OPMERKINGZorg dat de machine rechtop staat bij het
controleren van het olieniveau.2. Verwijder de controlebout voor carda-
nolie met de pakking en controleer of
er olie naar buiten stroomt. 3. Als er geen olie naar buiten stroomt,
verwijder de ontluchtingsdop van het
cardanhuis door de bout en onderle-
gring te verwijderen en verwijder dan
de vulplug van de cardanolie met de
pakking. 4. Controleer of de pakkingen bescha-
digd zijn en vervang ze indien dat no-
dig is.
5. Vul het aanbevolen type olie bij via de vulopening voor cardanolie totdat de
olie uit de opening in de controlebout
stroomt.
6. Breng de olieniveaucontrolebout, de
olievulplug en hun pakkingen aan en
zet dan de pluggen vast met hun juiste
aanhaalmoment.
1. Controlebout cardanolie
2. Pakking
2
1
1. Bout ontluchtingsdop cardanhuis
2. Ring
3. Ontluchtingsdop cardanhuis
4. Vulplug cardanolie
5. Pakking
3 2 145
U2CED1D0.book Page 14 Wednesday, November 11, 2015 9:14 AM
Page 69 of 110

Periodiek on derhoud en afstelling
6-15
6
7. Breng de ontluchtingsdop van het
cardanhuis aan door de onderlegring
en bout te plaatsen en zet de bout ver-
volgens vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
Om de car danolie te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond.
2. Plaats een olieopvangbak onder het cardanhuis om de gebruikte olie op te
vangen.
3. Verwijder de ontluchtingsdop van het cardanhuis door de bout en onderle-
gring te verwijderen. 4. Verwijder de vulplug van de cardan-
olie en de aftapplug van de cardanolie
met hun pakkingen om de olie uit het
cardanhuis af te tappen. 5. Monteer de aftapplug met een nieuwe
pakking en zet de plug dan vast met
het voorgeschreven aanhaalmoment.
6. Verwijder de controlebout voor carda- nolie met de pakking.
Aanhaalmomenten:
Controlebout cardanolie:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
Vulplug cardanolie: 23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
Aanhaalmoment: Bout ontluchtingsdop cardanhuis:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
1. Bout ontluchtingsdop cardanhuis
2. Ring
3. Ontluchtingsdop cardanhuis
4. Vulplug cardanolie
5. Pakking
3 2 145
1. Aftapplug cardanolie
2. Pakking
Aanhaalmoment:Aftapplug cardanolie:
23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
2
1
U2CED1D0.book Page 15 Wednesday, November 11, 2015 9:14 AM
Page 70 of 110

Periodiek on derhou d en afstelling
6-16
6
7. Controleer de pakking van de olieni-
veaucontrolebout en de pakking van
de olievulplug en vervang deze indien
nodig.
8. Vul bij met de aanbevolen cardanolie
totdat de olie uit de opening in de con-
trolebout stroomt.
9. Breng de olieniveaucontrolebout, de olievulplug en hun pakkingen aan en
zet dan de pluggen vast met hun juiste
aanhaalmoment. 10. Breng de ontluchtingsdop van het
cardanhuis aan door de onderlegring
e n b o u t te pl a at s en en z e t d e b o u t ve r -
volgens vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
11. Controleer het cardanhuis op olielek- kage. Zoek in geval van lekkage naar
de oorzaak.
DAU20071
KoelvloeistofVoor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU46694
Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
1. Controlebout cardanolie
2. PakkingAan bevolen car danolie:
Originele Yamaha cardanolie SAE
80W-90 API GL-5
Oliehoeveelheid :
0.30 L (0.32 US qt, 0.26 Imp.qt)
2
1
Aanhaalmomenten: Controlebout cardanolie:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
Vulplug cardanolie: 23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
Aanhaalmoment: Bout ontluchtingsdop cardanhuis:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
U2CED1D0.book Page 16 Wednesday, November 11, 2015 9:14 AM
Page 71 of 110

Periodiek on derhoud en afstelling
6-17
6
3. Als de koelvloeistof bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de beveiliging van
de dop van het vloeistofreservoir door
eerst de vergrendeling los te halen en
verwijder vervolgens de dop van het
reservoir. WAARSCHUWING! Ver-
wij der alleen d e dop van het koel-
vloeistofreservoir. Pro beer nooit
om de ra diatorvul dop te verwijd e-
ren als d e motor kou d is.
[DWA15162]
4. Vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en breng
dan de reservoirdop aan. LET OP: Als
er geen koelvloeistof aanwezi g is,
g eb ruik dan in plaats d aarvan ge- d
istilleer d water of onthar d leid ing-
water. Ge bruik geen har d water of
zout water, d it is schadelijk voor d e
motor. Als er in plaats van koel-
vloeistof water is geb ruikt, vervan g
d it dan zo snel mo gelijk door koel-
vloeistof, an ders is het systeem niet
b escherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan d e koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat dan een Yamaha
d ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van d e koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
d e effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
5. Plaats de beveiliging van de dop van het reservoir door de vergrendeling
aan te brengen.
DAU46426
Om de koelvloeistof te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Verwijder stroomlijnpaneel A. (Zie pa- gina 6-8.) 3. Verwijder het rechterluchtinlaatkanaal
door de bouten te verwijderen.
4. Schuif een opvangbak onder de motor om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
5. Verwijder de radiatorvuldop. WAARSCHUWING! Prob eer nooit
om de ra diatorvul dop te verwijd e-
ren als d e motor warm is.
[DWA10382]
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Beveiliging dop koelvloeistofreservoir
3. Bout
4. Merkstreep maximumniveau
5. Merkstreep minimumniveau
2
1
5
4
3
Inhou
d koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.27 L (0.29 US qt, 0.24 Imp.qt)
1. Bout
2. Rechter luchtaanzuigkanaal
1 1
2
U2CED1D0.book Page 17 Wednesday, November 11, 2015 9:14 AM
Page 72 of 110

Periodiek on derhou d en afstelling
6-18
6
6. Verwijder het deksel van het koelvloei-
stofreservoir en het koelvloeistofre-
servoir zelf door de bouten los te
halen. 7. Verwijder de beveiliging van de dop
van het vloeistofreservoir door eerst
de vergrendeling los te halen en ver-
wijder vervolgens de dop van het re-
servoir.
8. Tap de koelvloeistof uit het reservoir af door het reservoir om te keren.
9. Monteer het deksel van het koelvloei- stofreservoir en het reservoir door
deze in de oorspronkelijke stand te
plaatsen en breng daarna de bouten
aan.
10. Verwijder de aftapschroef voor koel-
vloeistof en de o-ring om het koelsy-
steem af te tappen. 11. Spoel het koelsysteem nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd grondig
door met schoon leidingwater.
12. Breng de aftapschroef voor koelvloei- stof en de nieuwe o-ring aan.
13. Houd de machine rechtop en giet de voorgeschreven hoeveelheid van de
gespecificeerde koelvloeistof in de ra-
diator en het reservoir. LET OP: Wan-
neer u d e machine niet rechtop
hou dt terwijl u d e radiator met koel-
vloeistof vult, d an kan er lucht in het
koelsysteem blijven zitten.
[DCA16541]
1. Radiatorvuldop
1. Bout
2. Kap koelvloeistofreservoir
3. Koelvloeistofreservoir
1
2
3
1
1. Bout
2. Dop koelvloeistofreservoir
3. Beveiliging dop koelvloeistofreservoir
2
3
1
1. Aftapschroef koelvloeistof
2. O-ring
1
2
U2CED1D0.book Page 18 Wednesday, November 11, 2015 9:14 AM