Page 57 of 110

Periodiek on derhoud en afstelling
6-3
6
DAU46862
OPMERKINGDe jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te word en uitgevoer d, b ehalve wanneer in plaats daarvan een on derhou ds-
b eurt op kilometer basis of, voor Groot-Brittannië, op mijl basis wor dt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden ui tgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal ge-
reedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU46911
Period iek onderhou dsschema voor het uitstootcontrolesysteemNR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 *Bran dstoflei din g • Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen. √√√√√
2 *Bou gies • Controleer de conditie.
• Reinigen.
√√
• Vervangen. √√
3 *Ventielen • Controleer de klepspeling.
• Afstellen.
Elke 40000 km (24000 mi)
4 *Bran
dstofinjectiesy-
steem • Stel de synchronisatie af.
√√√√√√
5 *Uitlaat
dempers en
uitlaatpijpen • Controleer of de schroefklem-
men goed vastzitten. √√√√√
6 *Luchtinlaatsysteem • Controleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op
beschadiging.
• Vervang beschadigde onderde- len indien nodig. √√√√√
U2CED1D0.book Page 3 Wednesday, November 11, 2015 9:14 AM
Page 58 of 110

Periodiek on derhou d en afstelling
6-4
6
DAU1770M
Al gemeen smeer- en on derhou dsschemaNR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 *Luchtfilterelement • Vervangen. √
2 *Koppelin g • Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage. √√√√√
3 *Voorrem • Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage. √√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
4 *Achterrem • Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage. √√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
5 *Remslan gen • Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen.
• Zorg voor een correcte plaatsing van slang(en) en klem(men). √√√√√
• Vervangen. Elke 4 jaar
6 *Remvloeistof • Verversen. Elke 2 jaar
7 *Wielen • Controleer de speling en contro-
leer op beschadigingen. √√√√
8 *Ban den • Controleer op slijtage en bescha-
digingen.
• Vervang indien nodig.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig. √√√√√
U2CED1D0.book Page 4 Wednesday, November 11, 2015 9:14 AM
Page 59 of 110

Periodiek on derhoud en afstelling
6-5
6
9*Wiella gers • Controleer de lagers op speling of
beschadigingen. √√√√
10 *Achter bru g • Controleer op een correcte wer-
king en overmatige speling. √√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
11 *Balhoof dla gers • Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid. √√√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
12 *Frame
bevesti gin-
g en • Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastge-
zet. √√√√√
13 Scharnieras van
remhen
del • Smeren met siliconenvet.
√√√√√
14 Scharnieras van
rempe
daal • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
15 Scharnieras van
koppelin
gshen del • Smeren met siliconenvet.
√√√√√
16 Scharnieras van
schakelpe
daal • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
17 Zijstan daar d • Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.
√√√√√
18 *Zijstan
daar dscha-
kelaar • Controleer de werking.
√√√√√√
19 *Voorvork • Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage. √√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
( 600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 k
m
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
U2CED1D0.book Page 5 Wednesday, November 11, 2015 9:14 AM
Page 60 of 110

Periodiek on derhou d en afstelling
6-6
6
20 *Schok demperunit • Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage. √√√√
21 *Relaisarm achter-
wielophan
gin g en
scharnierpunten
ver bin din gsarm • Controleer de werking.
√√√√
22 Motorolie • Verversen.
• Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge. √√√√√√
23 Oliefilterpatroon • Vervangen. √√√
24 *Koelsysteem • Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage. √√√√√
• Vervang koelvloeistof. Elke 3 jaar
25 *EXUP-systeem • Controleer de werking, de vrije
slag van de kabel en de positie
van de katrol. √√√
26 Car danolie • Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge. √√ √
• Verversen. √√√
27 *Voor- en achterrem-
schakelaar • Controleer de werking.
√√√√√√
28 Bewe
gen de delen
en ka bels •Smeren.
√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)U2CED1D0.book Page 6 Wednesday, November 11, 2015 9:14 AM
Page 61 of 110

Periodiek on derhoud en afstelling
6-7
6
DAU36773
OPMERKINGLuchtfilter
• Het luchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht om beschadiging te
voorkomen.
• Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of stoffige gebieden rijdt.
Onderhoud aan hydraulisch rem- en koppelingssysteem
• Controleer regelmatig het rem- en koppelingsvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
• Vervang de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en remklauwen en van de koppelingshoofdcilinder en -werkcilinder
na elke twee jaar en ververs dan ook de rem- en de koppelingsvloeistof.
• Vervang de rem- en koppelingsslangen na elke vier jaar of als ze zijn gescheurd of beschadigd.29 *Gas greep • Controleer de werking.
• Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien no-
dig af.
• Smeer de kabel en het kabelhuis. √√√√√
30 *Lampen, richtin
g-
aanwijzers en scha-
kelaars • Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.
√√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
U2CED1D0.book Page 7 Wednesday, November 11, 2015 9:14 AM
Page 62 of 110
Periodiek on derhou d en afstelling
6-8
6
DAU18724
Verwijd eren en aan bren gen van
d e stroomlijn- en framepanelenBij het uitvoeren van sommige in dit hoofd-
stuk beschreven onderhoudswerkzaamhe-
den moeten het afgebeelde
stroomlijnpaneel en de framepanelen wor-
den verwijderd. Neem deze paragraaf door
wanneer een stroomlijn- of framepaneel
moet worden verwijderd of aangebracht.
DAU46431
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneel1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-25.)
2. Verwijder paneel C. (Zie pagina 6-9.)
3. Verwijder de bouten en trek daarna
het stroomlijnpaneel los. Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
schroeven aan.
2. Monteer het paneel.
3. Breng het bestuurderszadel aan.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Paneel A
1
2
1. Paneel B
2. Paneel C
1
2
1. Bout1 1
1
1
U2CED1D0.book Page 8 Wednesday, November 11, 2015 9:14 AM
Page 63 of 110
Periodiek on derhoud en afstelling
6-9
6
DAU46472
Paneel A
Om het paneel te verwijderen1. Steek de sleutel in het slot en draai
deze daarna een kwartslag rechtsom.
2. Trek het paneel naar buiten.
Om het paneel aan te brengen1. Plaats het paneel in de oorspronkelij- ke positie. 2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie en neem deze dan
uit.
Paneel B
Om het paneel te verwijderen
1. Verwijder de bout. 2. Trek het paneel naar buiten.
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bout aan.
Paneel C
Om het paneel te verwijderen1. Verwijder de bout.
2. Trek het paneel omhoog.
1. Ontgrendelen.
2. Paneel A
2
1
1. Bout
2. Paneel B1
2
U2CED1D0.book Page 9 Wednesday, November 11, 2015 9:14 AM
Page 64 of 110

Periodiek on derhou d en afstelling
6-10
6
Om het paneel aan te brengenPlaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bout aan.
DAU46681
Controleren van de bou giesBougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door ver- hitting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. De conditie van de bougies kan
daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met het voertuig wordt gereden), en alle
bougies in de motor horen dezelfde ver-
kleuring te hebben. Wanneer een bougie
een heel andere kleur vertoont, werkt de
motor mogelijk niet naar behoren. Probeer
dergelijke problemen niet zelf vast te stel-
len. Laat in plaats daarvan uw machine na-
kijken door een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt. Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; herstel de elek-
trodenafstand indien deze buiten de
specificaties valt.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
1. Paneel C
2. Bout
1
2
Voor
geschreven bou gie:
NGK/CR9EIA
DENSO/IU27D
1. ElektrodenafstandElektro denafstan d:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Aanhaalmoment: Bougie:13 Nm (1.3 m·kgf, 9.4 ft·lbf)
1
U2CED1D0.book Page 10 Wednesday, November 11, 2015 9:14 AM