4-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
DAU63440
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende
staat is. Volg altijd de schema’s en proced ures voor inspectie en onderhoud in de gebrui-
kershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval
of schade. Rijd niet met de machine als u een probleem hebt gevonden. Als een pro-
bleem niet kan worden opgelost via de pro cedures in deze handleiding, laat de ma-
chine dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEMCONTROLESPAGINA
Brandstof Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.
Controleer de tankbelucht
ingsslang op obstakels,
scheuren of beschadiging en controleer de slangaan-
sluiting. 3-9, 3-10
Motorolie Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage. 6-10
Voorrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulis ch systeem op lekkage. 6-19,
6-23, 6-24
Achterrem Controleer de werking.
Controleer de vrije slag van het rempedaal.
Stel indien nodig bij. 6-20,
6-23
Koppeling Controleer de werking.
Smeer indien nodig de kabel.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij. 6-19
Gasgreep Controleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de gasgreep.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag
van de gasgreep af te stellen en de kabel en het kabel-
huis te smeren. 6-15,
6-28
2RD-9-D1.book 1 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
4-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Bedieningskabels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig. 6-27
Aandrijfketting Controleer of de ketting correct is aangespannen.
Stel indien nodig bij.
Controleer de conditie van de ketting.
Smeer indien nodig. 6-25,
6-27
Wielen en banden Controleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig. 6-16,
6-18
Schakelpedaal Controleer of de werking soepel is.
Corrigeer indien nodig. 6-22
Rempedaal Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig het pedaalscharnierpunt. 6-29
Rem- en koppelings-
hendels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
6-28
Middenbok, zijstan-
daard Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de scharnierpunten.
6-29
Framebevestigingen Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig
zijn vastgezet.
Zet indien nodig vast. —
Instrumenten, verlich-
ting, signaleringssy-
steem en schakelaars Controleer de werking.
Corrigeer indien nodig.
—
Zijstandaardschake-
laar Controleer de werking van het startspersysteem.
Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren. 3-14
ITEM CONTROLES PAGINA
2RD-9-D1.book 2 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Periodiek onderhoud en afstelling
6-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-onderhoud
apart gegroepeerd. Dit onderhoud vereist
gespecialiseerde gegevens, kennis en ge-
reedschap. Onderhoud, vervanging, of re-
paratie van emissiecontroleapparatuur en -
systemen kan door elke gecertificeerde re-
parateur worden uitgevoerd (indien van toe-
passing). Yamaha dealers beschikken over
de training en het gereedschap om dit on-
derhoud uit te voeren.
DAU59370
Boordgereedschapsset
De boordgereedschapsset bevindt zich in
het gereedschapkastje.
Schuif het slotplaatje open, steek de sleutel
in het slot en draai hem dan een kwartslag
rechtsom om de boordgereedschapsset te
openen.
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Voor
de correcte uitvoering van bepaalde onder-
houdswerkzaamheden kan echter het ge-
bruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel vereist zijn.
OPMERKING
Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
1. Ontgrendelen.
2. Slotplaatje
1. Boordgereedschapsset
1
2
1
2RD-9-D1.book 2 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Periodiek onderhoud en afstelling
6-13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hogere kwaliteit dan
gespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
13. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
14. Zet de motor af, controleer dan het olieniveau en corrigeer indien nodig.
LET OP
DCA11232
Controleer na het verversen van de olie
de oliedruk zoals hieronder beschreven.
Draai de ontluchtingsbout los.
Start de motor en houd deze statio-
nair draaiend totdat er olie uitloopt.
Als er na één minuut geen olie uit-
loopt, zet de motor dan direct uit om
te voorkomen dat de motor vast-
loopt. Als dit zich voordoet, vraag
dan een Yamaha-dealer het voer-
tuig te repareren.
Na het controleren van de oliedruk
zet u de ontluchtingsbout vast met
het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
1. Ontluchtingsplug
1
Aanhaalmoment:Ontluchtingsplug:
18 Nm (1.8 m·kgf, 13 ft·lbf)
2RD-9-D1.book 13 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Verzorging en stalling van de motorfiets
7-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver- chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zel fs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik oliespray als universeel schoonmaakmiddel om nog achterge-
bleven vuil te verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen door
steenslag e.d. bij.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de was.
8. Laat de motorfiets volledig drogen al- vorens deze te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
DWA11132
Verontreiniging van de remmen of ban-
den kan leiden tot verlies van de contro-
le over de machine.
Controleer of er geen olie of was op
de remmen of banden zit.
Reinig de remschijven en remvoe-
ringen indien nodig met een norma-
le remschijfreiniger of aceton en
spoel de banden schoon met lauw
water en een mild reinigingsmiddel.
Test de remwerking en het wegge-
drag van de machine in bochten
voordat u met hoge snelheden gaat
rijden.
LET OP
DCA10801
Breng een geringe hoeveelheid oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
Breng oliespray of was nooit aan op
rubber of kunststof delen, behandel
deze met een daartoe bestemd ver-
zorgingsmiddel.
Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.
OPMERKING
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
2RD-9-D1.book 3 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分