Page 81 of 118

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-15
6
4. Monteer de aftapplug van de cardan-
olie met de nieuwe pakking en zet de
plug vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
5. Vul de aanbevolen cardanolie bij tot aan de rand van de vulopening.
6. Controleer de pakking van de olie- vulplug op beschadiging en vervang
indien nodig.
7. Monteer de olievulplug met de pak- king en zet de plug vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
8. Controleer het cardanhuis op olielek- kage. Zoek in geval van lekkage naar
de oorzaak.
DAU20071
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU54163Controleren van het koelvloeistofniveau1. Zet de machine op de middenbok.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Verwijder het linkerventilatiepaneel
van het stroomlijnpaneel. (Zie pagina
3-37.)
3. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
1. Vulplug cardanolie
2. Pakking
3. Aftapplug cardanolie
Aanhaalmoment:Aftapplug cardanolie:23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
Aan bevolen car danolie:
Originele Yamaha cardanolie SAE
80W-90 API GL-5
Oliehoeveelhei d:
0.20 L (0.21 US qt, 0.18 Imp.qt)
Aanhaalmoment: Vulplug cardanolie:23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
1
2
32
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
2
1 3
UB88D0D0.book Page 15 Friday, October 16, 2015 1:46 PM
Page 82 of 118

Periodiek on derhou d en afstelling
6-16
6
4. Als het koelvloeistofniveau zich op of
onder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, open dan de reser-
voirdop. WAARSCHUWING!
Verwij der alleen de dop van het
koelvloeistofreservoir. Pro beer
nooit om de rad iatorvul dop te ver-
wij deren als de motor kou d is.
[DWA15162]
5. Vul koelvloeistof of gedestilleerd water
bij tot aan de merkstreep voor maxi-
mumniveau en sluit de reservoirdop.
LET OP: Als er geen koelvloeistof
aanwezi g is, g eb ruik dan in plaats
d aarvan ged istilleer d water of ont-
har d leid ingwater. Ge bruik geen
har d water of zout water, dit is
scha delijk voor de motor. Als er in
plaats van koelvloeistof water is g e-
b ruikt, vervan g d it dan zo snel mo-
g elijk door koelvloeistof, an ders is
het systeem niet b eschermd te gen
vorst en corrosie. Als er water aan
d e koelvloeistof is toe gevoe gd, laat
d an een Yamaha d ealer zo snel mo-
g elijk het antivries gehalte van de
koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
d e koelvloeistof afneemt.
[DCA10473]
6. Monteer het paneel.
DAU33032De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
b eer nooit om de ra diatorvul dop te ver-
wij deren als d e motor warm is.
[DWA10382]
1. Dop koelvloeistofreservoir
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1
UB88D0D0.book Page 16 Friday, October 16, 2015 1:46 PM
Page 83 of 118

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-17
6
DAU72990
Luchtfilterelement reini gen
Het luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd of vervangen volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Reinig (of vervang)
het luchtfilterelement vaker als u in zeer
stoffige of vochtige gebieden rijdt.
1. Verwijder paneel B. (Zie pagina 6-7.)
2. Verwijder de luchtinlaatkap door de schroef en de snelsluitschroeven te
verwijderen.
3. Verwijder het luchtfilterdeksel door de schroeven te verwijderen.
4. Trek het luchtfilterelement uit. 5. Geef een paar tikjes tegen het luchtfil-
terelement om het me este stof en vuil
te verwijderen en blaas dan het nog
achtergebleven vuil weg met pers-
lucht zoals afgebeeld. Vervang het
luchtfilterelement als dit beschadigd
is.
6. Steek het luchtfilterelement in het luchtfilterhuis. LET OP: Zorg ervoor
d at het filterelement goe d aanli gt in
het luchtfilterhuis. Laat d e motor
nooit draaien met het luchtfilterele-
ment uit genomen, hier door kunnen
d e zui ger(s) en/of cilin der(s) over-
mati g versleten raken.
[DCA10482]
7. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen. LET OP:
Let erop dat de tankoverloopslan g
niet wor dt af geknel d.
[DCA23280]
1. Luchtinlaatrooster
2. Snelsluitschroef
3. Schroef
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
1
3
2
2
2 1
1. Luchtfilterelement
1
UB88D0D0.book Page 17 Friday, October 16, 2015 1:46 PM
Page 84 of 118
Periodiek on derhou d en afstelling
6-18
6
8. Monteer de luchtinlaatkap door de
schroef en de snelsluitschroeven aan
te brengen.
9. Monteer het paneel.
DAU44735
Stationair toerental controleren
Controleer het stationair toerental en laat
het indien nodig door een Yamaha dealer
bijstellen.
1. Overloopslang brandstoftank
1
Stationair toerental: 1000–1100 tpm
UB88D0D0.book Page 18 Friday, October 16, 2015 1:46 PM
Page 85 of 118
Periodiek on derhou d en afstellin g
6-19
6
DAU21386
De vrije slag van de gas greep
controleren
Meet de vrije slag van de gasgreep zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de gasgreep re-
gelmatig en laat de vrije slag indien nodig
afstellen door een Yamaha dealer.
DAU21402
Klepspelin g
De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
1. Vrije slag van gasgreep
Vrije slag van gas greep:
1.0–3.0 mm (0.04–0.12 in)
1
UB88D0D0.book Page 19 Friday, October 16, 2015 1:46 PM
Page 86 of 118

Periodiek on derhou d en afstelling
6-20
6
DAU64410
Ban den
Banden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met d eze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van de controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlij den tot g evolg.
De ban dspannin g moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl de
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van d e ban den gelijk is aan
d e omg evingstemperatuur).
De ban dspannin g moet wor den
aan gepast aan de rijsnelhei d en het
totale gewicht van rij der, passa gier,
b ag ag e en accessoires d at
voor dit
mo del is vast gestel d.
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaa d uw machine nooit te zwaar. Rij-
d en met een te zwaar belaste machine
kan lei den tot een on geval.
Inspectie van ban den
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen. Ban
denspannin g (g emeten op kou-
d e ban den):
1 persoon: Voor:250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
2 personen:
Voor:250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
Maximale belastin g*:
215 kg (474 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas- sagier, bagage en accessoires
1. Wang van band
2. Bandprofieldiepte
UB88D0D0.book Page 20 Friday, October 16, 2015 1:46 PM
Page 87 of 118

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-21
6
OPMERKING
De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten ban den door
een Yamaha d ealer vervangen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijsta biliteit, waar door
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief b an-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha d ealer, die over de
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om d it te doen.
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een b and. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in ger e
d e
n voor dat het zijn optimale
ei genschappen verkrij gt.
Ban deninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10902
Monteer altij d voor- en achter ban-
d en van hetzelf de merk en type.
Verschillen de ban den kunnen het
we gge dra g van de machine veran-
d eren, wat kan lei den tot een on ge-
val.
Controleer altij d of de ventiel dopjes
stevig zijn bevesti gd om zo lucht-
lekkag e te voorkomen.
Gebruik uitsluiten d d e hierna ver-
mel de ban dventielen en luchtven-
tiel buisjes om te voorkomen dat de
b an den on der het rij den lee glopen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
Minimale
ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
UB88D0D0.book Page 21 Friday, October 16, 2015 1:46 PM
Page 88 of 118

Periodiek on derhou d en afstelling
6-22
6
WAARSCHUWING
DWA10601
Deze motorfiets is uit gerust met specia-
le ban den die geschikt voor zeer ho ge
rijsnelhe den. Let op het volg ende om
d eze ban den zo effectief mo gelijk te
kunnen geb ruiken.
Gebruik bij vervan gin g uitsluitend
het voor geschreven type ban den.
Bij an dere ban den is het risico op
een klap ban d b ij zeer ho ge rijsnel-
he den niet d enkbeeldig .
Gloe dnieuwe ban den bie den op
sommi ge typen we gdek relatief
weini g g rip tot dat ze zijn “in
ger
e-
d en”. Het is dan ook verstan dig d e
eerste 100 km (60 mi) na dat een
nieuwe ban d is aan geb racht rusti g
te blijven rij den en pas daarna de
rijsnelhei d te verho gen.
Voor dat met ho ge snelhei d wor dt
g ered en moeten de ban den zijn op-
g ewarm d.
Pas de ban dspanning steeds aan
vol gens de rijomstan dig he den.
DAU21963
Gietwielen
Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
Voor
ban d:
Maat:
120/70 ZR17M/C (58W)
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/BT023F F
Achter ban d:
Maat: 180/55 ZR17M/C (73W)
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/BT023R F
VOOR en ACHTER:
Bandventiel:TR412
Luchtventielbuis:
#9100 (origineel)
UB88D0D0.book Page 22 Friday, October 16, 2015 1:46 PM