Page 449 of 548

4498-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E■
Het waarschuwingslampje lage band enspanning gaat mogelijk branden
door een natuurlijke oorzaak (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden door
een natuurlijke oorzaak, zo als het onvermijdelijke spanningsverlies dat op den
duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt door
temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwingslampje na een
paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spanning gebracht zijn.
■Als een wiel wordt vervangen door het reservewiel (auto's met banden-
spanningswaarschuwingssysteem)
Het reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor en -zender.
Bij een lekke band zal het waarschuwingslampje lage bandenspanning niet
uitgaan, ook al is het wiel met de lekke band vervangen door het reservewiel.
Vervang het reservewiel door het wiel met de gerepareerde band en breng de
band op de juiste spanning. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning
zal na een paar minuten uitgaan.
■ Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem buiten werking is
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt onder de volgende
omstandigheden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
●Als er banden zonder bandenspanningssensoren en -zenders worden
gebruikt.
● Als de identificatiecodes op de bandenspanningssensoren en -zenders niet
zijn geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-ECU
● Als de bandenspanning 500 kPa (5,1 kg/cm
2 of bar, 73 psi) of meer
bedraagt
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem kan onder de volgende
omstandigheden worden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
● Als zich in de nabijheid een elektrische voorziening bevindt, die dezelfde
radiografische signalen uitzendt
● Als in de auto een radio aanstaat op dezelfde frequentie
● Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radi\
o-
grafische signalen nadelig beïnvloedt
● Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen en in de wiel-
kasten
● Als er niet-originele Toyota-vel gen zijn gemonteerd (Zelfs wanneer er
Toyota-velgen zijn gemonteerd, kan het zijn dat het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem bij sommige bandentypes niet goed werkt.)
● Als er sneeuwkettingen worden gebruikt
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 449 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 450 of 548

4508-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E■
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat
branden nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft wanneer het contact AAN
wordt gezet, laat het systeem dan controleren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Als het waarschuwingslampje elekt rische stuurbekrachtiging gaat
branden
De besturing kan extreem zwaar aanvoelen.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebruikelijk, houd het dan stevig vast
en oefen meer kracht uit.
■ Tijdens het rijden om het roetfilter te reinigen
Houd tijdens het rijden voldoende rekening met de weersomstandigheden,
de conditie van de weg, het terrein en het overige verkeer en neem altijd de
verkeersregels in acht. Als u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kunt
u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
● Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Breng de banden
meteen op spanning.
● Als, nadat de banden op spanning zijn gebracht, het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning opnieuw gaat branden, kan dit erop duiden
dat er een band lek is. Controleer de banden. Vervang het wiel met de
lekke band door het reservewiel en laat de band repareren door de dichtst-
bijzijnde erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Vermijd plotselinge stuurbewegingen en hard remmen. De banden kunnen
beschadigd raken, waardoor u de controle over het stuurwiel of de rem-
men kunt verliezen.
■ Als u een klapband krijgt of als er plotseling een lek ontstaat (auto's
met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Het kan zijn dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet meteen
in werking treedt.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 450 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 451 of 548

4518-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
OPMERKING
■Als het waarschuwingslampje brandstoffilter gaat branden (alleen die-
selmotor)
Rijd niet als het waarschuwingslampje brandt. Rijden met te veel water in
het brandstoffilter kan de brandstofpomp beschadigen.
■ Wanneer het waarschuwingslampje roetfiltersysteem gaat branden
(dieselmotor met roetfiltersysteem)
Als het waarschuwingslampje roetfiltersysteem blijft branden zonder dat het
roetfilter wordt gereinigd, kan het motorcontrolelampje na 100 tot 300 km
gaan branden. Laat in dat geval uw auto direct controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Ervoor zorgen dat het banden spanningswaarschuwingssysteem goed
werkt (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Monteer geen banden met verschillende specificaties of van verschillende
merken, anders werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem moge-
lijk niet goed.
Zoemer
interieurZoemer
exterieurWaarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
ContinuContinu(Knippert geel)
Controlelampje Smar t entry-systeem met
startknop (Multidrive CVT) De elektronische sleutel bevond zich buiten
de auto en het bestuurdersportier werd
geopend en gesloten terwijl de selectiehen-
del in een andere stand dan stand P werd
gezet zonder het contact UIT te zetten.
Zet de selectiehendel in stand P.
Neem de elektronische sleutel weer
mee in de auto.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 451 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 452 of 548

4528-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Een
keer3 keer(Knippert geel)
Controlelampje Smar t entry-systeem met
startknop
Auto's met Multidrive CVT:
De elektronische sleutel werd uit de auto
genomen en het bestuurdersportier werd
geopend en gesloten nadat de selectiehen-
del in stand P is gezet zonder het contact
UIT te zetten.
Auto's met handgeschakelde transmissie:
De elektronische sleutel bevond zich buiten
de auto en er werd een ander portier dan
het bestuurdersportier geopend en geslo-
ten terwijl het contact niet UIT stond.
Zet het contact UIT of zorg ervoor dat
de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt.
Een
keer3 keer(Knippert geel)
Controlelampje Smar t entry-systeem met
startknop Geeft aan dat er een ander portier dan het
bestuurdersportier werd geopend en geslo-
ten terwijl het contact in een andere stand
dan UIT stond en de elektronische sleutel
zich buiten het ontvangstgebied bevond.
Houd de elektronische sleutel binnen
het detectiegebied.
Een
keerContinu
(5 secon- den)
(Knippert geel)
Controlelampje Smar t entry-systeem met
startknop
Er wordt geprobeerd de auto te verlaten
met de elektronische sleutel en de portieren
te vergrendelen zonder dat het contact
eerst UIT is gezet.
Zet het contact UIT en vergrendel de
portieren opnieuw.
Zoemer
interieurZoemer
exterieurWaarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 452 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 453 of 548

4538-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Een
keer(Knippert gedurende 15 seconden geel.)
Controlelampje Smar t entry-systeem met
startknop
Geeft aan dat de elektronische sleutel niet
aanwezig is als geprobeerd wordt de motor
te starten.
Houd de elektronische sleutel binnen
het detectiegebied.
9 keer(Knippert
geel)
Controlelampje Smar t entry-systeem met
startknop Er is geprobeerd om te rijden terwijl de
gewone sleutel zich niet in de auto bevond.
Ga na of de elektronische sleutel zich in
de auto bevindt.
Een
keer(Knippert gedurende 15 seconden geel.)
Controlelampje Smar t entry-systeem met
startknop
Geeft aan dat de batterij van de elektroni-
sche sleutel bijna leeg is.
Vervang de batterij. ( Blz. 402)
Een
keer(Knippert snel en
groen gedurende 15 seconden.)
Controlelampje Smar t entry-systeem met
startknop Geeft aan dat het stuurslot nog is vergren-
deld.
Ontgrendel het stuurslot. ( Blz. 190)
Een
keer(Knippert gedurende 30 seconden geel.)
Controlelampje Smar t entry-systeem met
startknop • Toen de portieren werden ontgrendeld
met de mechanische sleutel en de start-
knop vervolgens werd ingedrukt, kon de
elektronische sleutel niet worden gesig-
naleerd in de auto.
• De elektronische sleutel kon niet worden gesignaleerd, ook niet nadat de startknop
tweemaal achter elkaar werd ingedrukt.
Auto's met Multidrive CVT:
Houd de elektronische sleutel bij de
startknop en trap tegelijkertijd het rem-
pedaal in.
Auto's met handgeschakelde transmis-
sie:
Houd de elektronische sleutel bij de
startknop en trap tegelijkertijd het kop-
pelingspedaal in.
Zoemer
interieurZoemer
exterieurWaarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 453 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 454 of 548
4548-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Als de auto een lekke band heeft
(auto's met reser vewiel)
●Breng de auto tot stilstand op een veilige plaats en een stevige,
vlakke ondergrond.
● Activeer de parkeerrem.
● Zet de selectiehendel in stand P (M ultidrive CVT) of de achteruit
(handgeschakelde transmissie).
● Zet de motor af.
● Schakel de alarmknipperlichten in. ( Blz. 428)
Uw auto is voorzien van een reservewiel. De lekke band kan wor-
den vervangen door het reservewiel.
Meer informatie over banden: Blz. 381
WAARSCHUWING
■Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt doorgereden,
kunnen band en velg zodanig beschadigd worden dat reparatie niet meer
mogelijk is en kan er een ongeval ontstaan.
Voor het opkrikken van de auto
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 454 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 455 of 548
4558-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E■
Plaats
Plaats van reservewiel, krik en gereedschapstas
Krik
Reservewiel
Gereedschapstas
Krikslinger
Afdekpaneel bodemplaat
Wielmoersleutel
Sleepoog1
2
3
4
5
6
7
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page
455 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 456 of 548

4568-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
WAARSCHUWING
■Gebruik van de krik
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Onjuist gebruik van de krik kan ertoe leiden dat de auto van de krik valt, wat
tot ernstig letsel kan leiden.
● Gebruik de krik uitsluitend voor het verwisselen van een wiel of de mon-
tage en het verwijderen van sneeuwkettingen.
● Gebruik voor het verwisselen van een lekke band uitsluitend de met de
auto meegeleverde krik.
Gebruik de krik niet voor het verwisselen van wielen van andere auto's en
gebruik ook geen krik van een andere auto.
● Zet de krik op de juiste wijze onder het kriksteunpunt.
● Zorg ervoor dat er zich geen lichaamsdelen bevinden onder een auto die
alleen door een krik wordt ondersteund.
● Start de motor niet en ga niet met de auto rijden als deze door de krik
wordt ondersteund.
● Krik de auto niet op als er nog iemand in de auto aanwezig is.
● Plaats niets op of onder de krik als de auto wordt opgekrikt.
● Krik de auto niet verder op dan voor het verwisselen van het wiel noodza-
kelijk is.
● Plaats de auto op bokken als u onder de auto moet zijn.
● Zorg wanneer u de auto laat zakken dat er niemand onder komt. Breng
mensen in de buurt op de hoogte van het laten zakken.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 456 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM