Page 257 of 548

2574-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Accelereer of decelereer naar
de gewenste snelheid en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid in te stellen.
De rijsnelheid op het moment dat
de hendel wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid.
■
De snelheidsbegrenzer kan worden gebruikt als
De snelheidsbegrenzer kan bij elke snelheid worden ingesteld. Als
de snelheidsbegrenzer echter wo rdt ingesteld wanneer de rijsnel-
heid lager is dan 30 km/h, wordt de snelheidsbegrenzer ingesteld
op 30 km/h.
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de
gewenste snelheid wordt bereikt. Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel
kort in de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel
in de gewenste richting gedrukt.
Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
Fijnafstelling: Ongeveer 1,6 km /h, telkens als de hendel bediend
wordt.
Ruime afstelling: Ongeve er 8 km/h, voor iedere 0,75 seconden dat de
hendel wordt vastgehouden.
Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
Fijnafstelling: Ongeveer 1 km/h, te lkens als de hendel wordt bediend.
Ruime afstelling: Ongeve er 5 km/h, voor iedere 0,75 seconden dat de
hendel wordt vastgehouden.
2
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 257 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 258 of 548

2584-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Als u de hendel naar u toe trekt,
wordt de snelheidsbegrenzer
uitgeschakeld.
Als u de hendel omhoog duwt,
wordt de snelheidsbegrenzer
hervat.
■Overschrijden van de ingestelde snelheid
In de volgende situatie overschrijdt de rijsnelheid de ingestelde snelheid en
gaan de karakters op het multi-informatiedisplay knipperen:
■ Automatisch uitschakelen van snelheidsbegrenzing
De ingestelde snelheid wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de cruise
control geactiveerd wordt.
■ Als het controlelampje van de snel heidsbegrenzer geel gaat branden
Zet de motor af en start de motor weer. Stel na het weer starten van de motor
de snelheidsbegrenzer in. Als de snelheidsbegrenzer niet kan worden inge-
steld, is er mogelijk een storing aanwezig in de snelheidsbegrenzer. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsbegrenzer
1
2
● Wanneer u het gaspedaal volledig
intrapt
● Wanneer u bergaf rijdt
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 258 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 259 of 548
2594-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
WAARSCHUWING
■Onbedoeld inschakelen van de snelheidsbegrenzer voorkomen
Schakel de snelheidsbegrenzer met de schakelaar uit wanneer u de snel-
heidsbegrenzer niet gebruikt.
■ Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de snelheidsbegrenzer
Gebruik de snelheidsbegrenzer niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
● Op door regen, ijs of sneeuw gladde wegen
● Op steile hellingen
● Wanneer uw auto een aanhangwagen trekt
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 259 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 260 of 548

2604-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Stop & Start-systeem
Auto's met Multidrive CVT
Trap terwijl u in de stand D of M rijdt het rempedaal volledig in en
breng de auto tot stilstand.
De motor wordt uitgezet en het
controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
Wanneer de selectiehendel in
stand N of P staat, blijft de motor
uitgeschakeld terwijl het rempe-
daal niet wordt ingetrapt.
Auto's met handgeschakelde transmissie
Breng de auto tot stilstand terwijl het koppelingspedaal geheel
ingetrapt is.
Zet vervolgens de selectiehendel in stand N.
Laat het koppelingspedaal los.
De motor wordt uitgezet en het
controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
: Indien aanwezig
Het Stop & Start-systeem schakelt de motor uit en start deze
weer overeenkomstig de bediening van het rempedaal en de
selectiehendel (Multidrive CVT) of het koppelingspedaal (hand-
geschakelde transmissie) om de auto tot stilstand te brengen en
weer te starten.
Uitzetten van de motor
1
2
1
2
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 260 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 261 of 548

2614-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Auto's met Multidrive CVT
Laat het rempedaal los. Trap wanneer de selectiehendel in stand N of
P staat het rempedaal in en zet de selectiehendel in stand D of M.
De motor wordt weer gestart. Het controlelampje van het Stop & Start-sys-
teem dooft.
Auto's met handgeschakelde transmissie
Controleer of de selectiehendel in stand N staat en trap het koppe-
lingspedaal in.
De motor wordt weer gestart. Het controlelampje van het Stop & Start-sys-
teem dooft. (In dit geval wordt de motor niet uitgezet als het koppelingspe-
daal wordt losgelaten.)
Druk op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem om het
Stop & Start-systeem uit te scha-
kelen.
Het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem zal gaan
branden.
De motor zal niet elke keer worden
uitgeschakeld bij het tot stilstand
komen en intrappen van het rem-
pedaal (Multidrive CVT) of koppe-
lingspedaal (handgeschakelde
transmissie) ( Blz. 260).
Druk nogmaals op de toets om het
Stop & Start-systeem weer in te
schakelen.
Opnieuw starten van de motor
Uitschakelen van het Stop & Start-systeem
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 261 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 262 of 548

2624-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E■
Als op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem wordt
gedrukt terwijl de auto stilstaat
● Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem, kunt u de
motor weer starten door op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem te drukken.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld), zal de motor
niet worden uitgezet.
● Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld en op de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem wordt gedrukt, wordt het
systeem weer ingeschakeld, maar zal de motor blijven draaien.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is ingeschakeld), zal de motor
worden uitgezet.
■ Werkingsvoorwaarden
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De laadtoestand van de accu is voldoende.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• De motorkap is gesloten.
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
• Auto's met Multidrive CVT: Het rempedaal wordt stevig ingetrapt.
• Auto's met Multidrive CVT: De selectiehendel staat niet in stand R.
• Auto's met handgeschakelde transmissie: Het koppelingspedaal wordt
niet ingetrapt.
• Auto's met handgeschakelde transmissie: De selectiehendel staat in stand N.
● Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk niet uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op een storing van het
Stop & Start-systeem.
• De temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloeistof is te
laag of te hoog.
• De buitentemperatuur is zeer laag.
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de buitentemperatuur hoog of laag is.
• De airconditioning wordt gebruikt om het interieur af te koelen als de tem- peratuur in het interieur extreem hoog is, bijvoorbeeld nadat de auto in de
brandende zon stond geparkeerd.
• Auto's met automatische airconditioning: De voorruitverwarming wordt gebruikt.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 262 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 263 of 548

2634-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E• De accu is niet voldoende opgeladen of wordt opgeladen.
• Door verkeersdrukte of andere omstandigheden komt de auto veelvuldig
tot stilstand, waardoor de hoeveelheid tijd dat de motor is uitgezet door
het Stop & Start-systeem extreem oploopt.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De motorkap wordt geopend.
• De auto staat stil op een steile helling.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• Er wordt een grote hoeveelheid elektriciteit verbruikt.
• Op grote hoogte.
Als de bovenstaande omstandigheden zich niet meer voordoen, zal het Stop
& Start-systeem de volgende keer dat de auto tot stilstand komt de motor
weer uitzetten en starten.
● Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk zelfs gestart
zonder dat het rempedaal (Multidrive CVT) wordt losgelaten of het koppe-
lingspedaal (handgeschakelde transmissie) wordt ingetrapt.
• Het rempedaal wordt pompend of diep ingetrapt.
• De airconditioning wordt gebruikt of ingeschakeld.
• Auto's met automatische airconditioning: De voorruitverwarming is inge-
schakeld.
• De laadtoestand van de accu is onvoldoende.
• De auto begint te rollen op een helling.
• Auto's met Multidrive CVT: De motorkap wordt geopend terwijl de selec- tiehendel in stand N of P staat.
• Auto's met Multidrive CVT: De selectiehendel wordt in een andere stand dan N of P gezet.
• Het gaspedaal wordt ingetrapt.
• Er wordt een grote hoeveelheid elektriciteit verbruikt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
● In de volgende gevallen kan het langer duren voordat het Stop & Start-sys-
teem wordt ingeschakeld:
• De accu is ontladen.
• De accupolen zijn losgenomen en weer aangesloten nadat de accu is
vervangen, enz.
• De koelvloeistoftemperatuur is laag.
■ Automatisch opnieuw inschakelen van het Stop & Start-systeem
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoets
van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden
ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT is gezet.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoets
van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden
ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT is gezet.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 263 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 264 of 548

2644-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E■
Beveiliging van het Stop & Start-systeem
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Als het volume van het audiosysteem hoog staat, kan het audiosysteem auto-
matisch worden uitgeschakeld zodat er voldoende vermogen behouden blijft
voor de werking van het Stop en Start-systeem.
Zet als dit gebeurt het contact UIT en vervolgens in stand ACC of AAN om
het audiosysteem weer in te schakelen.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Als het volume van het audiosysteem hoog staat, kan het audiosysteem auto-
matisch worden uitgeschakeld zodat er voldoende vermogen behouden blijft
voor de werking van het Stop en Start-systeem.
Zet als dit gebeurt het contact UIT en vervolgens in stand ACC of AAN om
het audiosysteem weer in te schakelen.
■ Motorkap
Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem en de motorkap wordt
geopend, kan de motor niet worden gestart door het Stop & Start-systeem of
de automatische startfunctie van de motor. Start de motor door het contact-
slot of de startknop te bedienen. ( Blz. 184, 187)
Auto's met Multidrive CVT: Als de motorkap wordt geopend terwijl de motor
door het Stop & Start-systeem is uitgezet en de selectiehendel in stand N of
P staat, wordt de motor weer gestart.
■ Gebruik van het Stop & Start-systeem
Gebruik het Stop & Start-systeem wanneer de auto tijdelijk wordt stilgezet,
bijvoorbeeld bij verkeerslichten of kruispunten. Zet de motor volledig uit wan-
neer de auto voor langere tijd wordt stilgezet.
■ Waarschuwingszoemer Stop & Start-systeem
Als de motor door het Stop & Start-systeem wordt uitgeschakeld en een van
de volgende handelingen wordt uitgevoerd, zal er een zoemer klinken en zal
het controlelampje van het Stop & Start-systeem gaan knipperen (Multidrive
CVT) of zal er een zoemer klinken (handgeschakelde transmissie). Dit geeft
aan dat de motor alleen is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem en
niet helemaal is uitgezet.
Auto's met Multidrive CVT
Het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de selectiehendel in stand D
of M staat.
Auto's met handgeschakelde transmissie
De selectiehendel wordt als het koppelingspedaal niet is ingetrapt in een
andere stand dan stand N gezet.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 264 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM