4717-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE)
7
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
● Houd er rekening mee dat het reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een
andere auto.
● Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onder uw auto.
● Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeven en dat
de volgende systemen niet goed werken:
Niet alleen kan het volgende systeem niet optimaal worden gebruikt, maar
ook kan dit een negatief effect hebben op de onderdelen van de aandrijflijn:
• E-Four (elektrische vierwielaandrijving) (AWD-uitvoeringen)
■ Snelheidsbeperking bij gebruik va n het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hoge snel-
heden. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval en ernstig letsel.
■ Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig)
•EPS
• LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) (indien aanwezig)• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-monitor
(indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• Panoramic View Monitor (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwe-
zig)
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE).book Page 471 Friday, October 30, 2015 12:02 PM
4727-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE)
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het com-
pacte reservewiel onder de auto gemonteerd is. (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd
dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorzichtig
bij het rijden over slechte wegen.
■ Rijden met sneeuwkettingen en het compacte reservewiel (indien aan-
wezig)
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedrag in nega-
tieve zin beïnvloeden.
■ Bij het vervangen van banden (aut o's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of de banden-
spanningssensor en -zender contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige, omdat de sensor en zender beschadigd kunnen raken
als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE).book Page 472 Friday, October 30, 2015 12:02 PM
4847-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE)●
De reparatievloeistof kan worden gebruikt bij temperaturen van -40 °C tot
60 °C.
● De reparatieset is speciaal ontworpen voor de standaard op uw auto
gemonteerde banden. Gebruik de set niet voor banden met een afwijkende
maat of voor andere doeleinden.
● Als de bandenreparatievloeistof op uw kleren komt, kan deze vlekken ver-
oorzaken.
● Eventueel gemorste bandenreparatievloeistof moet direct van het wiel of de
carrosserie worden verwijderd. Veeg het oppervlak onmiddellijk af met een
vochtige doek.
● Tijdens de werking van de reparatieset wordt veel lawaai geproduceerd. Dit
is normaal en duidt niet op een storing.
● Niet gebruiken om de bandenspanning te controleren of op de voorgeschre-
ven waarde te brengen.
■ Als de band te hard wordt opgepompt
Neem de slang los van het ventiel.
Neem de slang los van het ventiel, verwijder het dopje van de slang en sluit
dan de slang weer aan.
Zet de compressor aan, wacht enkele seconden en zet de compressor
weer uit. Controleer of de bandenspanningsmeter de voorgeschreven
spanning aangeeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning onder de voorgeschreven
waarde ligt en vul de band tot de juiste spanning is bereikt.
■ Nadat een band is gerepareerd met de bandenreparatieset
●Vervang de bandenspanningssensor en -zender.
● Zelfs als de bandenspanning op het voorgeschreven niveau ligt, gaat moge-
lijk het waarschuwingslampje lage bandenspanning branden/knipperen.
■ Aanwijzing voor het controleren van de bandenreparatieset
Controleer regelmatig de uiterste houdbaarheidsdatum van de bandenrepa-
ratievloeistof.
De uiterste houdbaarheidsdatum staat vermeld op de fles.
Gebruik de bandenreparatievloeistof niet wanneer de uiterste houdbaar-
heidsdatum is verstreken. U kunt de reparatie mogelijk niet uitvoeren met de
bandenreparatieset.Plaats het dopje op het uiteinde van de
slang en duw het uitstekende gedeelte
van het dopje in het ventiel van de band
om wat lucht te laten ontsnappen.
1
2
3
4
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE).book Page 484
Friday, October 30, 2015 12:02 PM
4867-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE)
WAARSCHUWING
■Rijden om de bandenreparatievloeistof gelijkmatig te verdelen
● Rijd langzaam en voorzichtig. Wees extra voorzichtig bij het maken van
bochten.
● Als de auto niet rechtuit rijdt of als u merkt dat het stuurwiel naar één kant
trekt, brengt u de auto tot stilstand en controleert u het volgende:
• Toestand van de band. De band kan van de velg zijn afgelopen.
• Bandenspanning. Als de bandenspanning 130 kPa (1,3 kg/cm
2 of bar,
19 psi) of lager is, is de band mogelijk ernstig beschadigd.
OPMERKING
■ Een noodreparatie uitvoeren
● Een band mag alleen met de bandenreparatieset worden gerepareerd
indien de beschadiging is veroorzaakt door perforatie van het loopvlak
door een scherp voorwerp, zoals een spijker of een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet uit de band. Door het verwijderen
van de spijker of de schroef kan het gat groter worden waardoor de band
niet meer tijdelijk gerepareerd kan worden.
● De reparatieset is niet waterbestendig. Zorg dat de bandenreparatieset
niet in aanraking komt met water, bijvoorbeeld bij gebruik tijdens regen.
● Zet de bandenreparatieset niet op een stoffige ondergrond, zoals in het
zand of in de berm. Als de reparatieset stof e.d. opzuigt, kunnen er storin-
gen optreden.
■ Gebruik van de bandenreparatieset
● De reparatieset heeft als voeding 12V-gelijkstroom nodig. Sluit de repara-
tieset niet aan op andere voedingsbronnen.
● Als er benzinedruppels op de reparatieset terechtkomen, kan de set defect
raken. Zorg dat de set niet met benzine in aanraking kan komen.
● Berg de reparatieset op in de bagageruimte, buiten bereik van kinderen.
● Demonteer de reparatieset niet en breng geen wijzigingen aan. Stel
onderdelen als de bandenspanningsmeter niet bloot aan schokken. Hier-
door kunnen storingen optreden.
■ Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de
bandenspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer
bandenreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanneer de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 387)
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE).book Page 486 Friday, October 30, 2015 12:02 PM
5248-2. Persoonlijke voorkeurs- instellingen
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE)■
Schuifdak (indien aanwezig) (
→Blz. 169)
■Richtingaanwijzerschakelaar ( →Blz. 209)
■Automatische verlichting ( →Blz. 211, 215)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Automatische werkingAanUit——O
123
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Aantal keren knipperen bij het
veranderen van rijbaan3
Uit
——O
4
5
6
7
123
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeurs- instelling
Gevoeligheid lichtsensor0-2 - 2O—O
Automatic High Beam-sys-
teemAanUit——O
Follow Me Home-systeem
Tijd die verstrijkt voordat de
koplampen en achterlichten
automatisch worden uitge-
schakeld)
30 seconden
60 seconden
——O90 seconden
120 seconden
123
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE).book Page 524 Friday, October 30, 2015 12:02 PM
5258-2. Persoonlijke voorkeurs- instellingen
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE)
8
Voertuigspecificaties
■Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig) (→Blz. 282)
■Automatische airconditioning (→ Blz. 320)
■Verlichting (→Blz. 331)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Detectieafstand van de bin-
nenste sensor voorVe r w e gDichtbijO—O
Detectieafstand van de bin-
nenste sensor achterVe r w e gDichtbijO—O
Zoemervolume31 - 5O—O
Instellen display
(wanneer Toyota Parking
Assist-sensor in werking is)Alle sensoren
worden weer- gegeven
Display uitO—O
123
FunctieStandaard-instellingPersoonlijke
voorkeurs- instelling
Schakelen tussen buitenlucht-
modus en de aan de schake-
laar AUTO gekoppelde recir-
culatiemodus
AanUitO—O
Werking automatische airco-
schakelaarAanUit——O
123
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Regeling interieurverlichtingAanUit——O
Tijd die verstrijkt voordat de
interieurverlichting uit gaat15 seconden
Uit
O—O7,5 seconden
30 seconden
Werking nadat het contact UIT
is gezetAanUit——O
Werking als de portieren wor-
den ontgrendeldAanUit——O
Werking wanneer u de auto
nadert terwijl u de elektroni-
sche sleutel bij u draagt
AanUit——O
123
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE).book Page 525 Friday, October 30, 2015 12:02 PM
5268-2. Persoonlijke voorkeurs- instellingen
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE)■
Alarm (indien aanwezig) (
→Blz. 90)
■Persoonlijke voorkeursinstellingen auto
●Wanneer de functie koppeling van portiervergrendeling aan rijsnelheid en
de functie koppeling van portiervergrendeling aan stand selectiehendel alle-
bei zijn ingeschakeld, werkt het portierslot als volgt.
• Als de auto wordt gestart terwijl alle portieren zijn vergrendeld, werkt de
functie koppeling van portiervergrendeling aan rijsnelheid niet.
• Als de auto wordt gestart terwijl een van de portieren is ontgrendeld,
werkt de functie koppeling van portiervergrendeling aan rijsnelheid wel.
• Als de selectiehendel in een andere stand dan P wordt gezet, worden alle
portieren vergrendeld.
● Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld, kan selecteer
te ontgrendelen portier niet worden ingesteld.
● Als de portieren niet worden geopend nadat de portieren zijn ontgrendeld en
de functie automatisch opnieuw vergrendelen wordt geactiveerd, worden er
signalen gegenereerd overeenkomstig de instellingen van de bedienings-
signaalfunctie (alarmknipperlichten).
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Aanpassen van de gevoelig-
heid van de inbraaksensor
wanneer een ruit is geopend
StandaardLaag——O
Schakelt het alarm uit wan-
neer de portieren worden ont-
grendeld met de mechanische
sleutel
UitAan——O
WAARSCHUWING
■ Tijdens het aanpassen van de pe rsoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg dat de auto geparkeerd staat op een plaats met voldoende ventilatie,
aangezien het hybridesysteem tijdens het instellen moet draaien. In een
afgesloten ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaatgassen die het schade-
lijke koolmonoxide (CO) bevatten, zich ophopen en in de auto terechtko-
men. Dit kan zeer schadelijk zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
■ Tijdens het aanpassen van de pe rsoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg ervoor dat het hybridesysteem tijdens het instellen draait, om te voor-
komen dat de 12V-accu ontladen raakt.
123
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE).book Page 526 Friday, October 30, 2015 12:02 PM
532Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE)
●De auto power off-functie wordt bediend als het contact gedurende een
bepaalde tijd in stand ACC of AAN staat (het hybridesysteem werkt niet).
(→Blz. 199)
●Het controlelampje van de veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de voorpassagier hun veiligheidsgordel?
(→Blz. 436)
●Het waarschuwingslampje van het remsysteem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd? ( →Blz. 210)
Afhankelijk van de situatie klinken er mogelijk ook andere soorten waarschu-
wingszoemers. ( →Blz. 433, 441)
●Heeft iemand een portier geopend tijdens het instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm klinken. ( →Blz. 90)
Start het hybridesysteem om het alarm te stoppen.
●Wordt de melding weergegeven op het multi-informatiedisplay?
Controleer de melding op het multi-informatiedisplay. ( →Blz. 441)
●Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwings-
melding wordt weergegeven, raadpleeg dan Blz. 433, 441.
Het contact wordt automatisch UIT gezet
Tijdens het rijden klinkt een waarschuwingszoemer
Er wordt een alarm geactiveerd en de claxon klinkt (indien
aanwezig)
Bij het verlaten van de auto klinkt een waarschuwingszoe-
mer
Er gaat een waarschuwingslampje branden of er wordt een
waarschuwingsmelding weergegeven
RAV4-HV_OM_OM42A57E_(EE).book Page 532 Friday, October 30, 2015 12:02 PM