2934-6. Gebruik van de onder- steunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)De weergave van status B kan worden gereset.
Monochroomdisplay:
Houd de toets ODO/TRIP op het stuurwiel ingedrukt wanneer de totale ECO-
tijd op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven.
Kleurendisplay:
Houd de op het stuurwiel ingedrukt wanneer de status van het Stop &
Start-systeem op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven.
■
Meldingen multi-informatiedisplay
Wanneer de motor niet kan worden uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem, wanneer de motor automatisch wordt herstart terwijl hij was uitgescha-
keld door het Stop & Start-systeem en wanneer de motor is uitgeschakeld
door het Stop & Start-systeem en de selectiehendel in een andere stand dan
N wordt gezet terwijl het koppelingspedaal niet wordt ingetrapt, worden de
volgende meldingen op het multi-informatiedisplay weergegeven.
● Wanneer de motor niet kan worden uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem (kleurendisplay)
Status B:
(Monochroomdisplay)
(Kleurendisplay) Geeft de totale tijd weer die de motor
door het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld vanaf de laatste keer resetten
totdat het systeem weer wordt gereset.
MeldingDetails/handelingen
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omgevingstemperatuur hoog of laag is.
Treedt direct in werking wanneer het
verschil tussen de ingestelde tempera-
tuur en de temperatuur in het interieur
te klein is.
• De voorruitverwarming wordt ingescha-
keld.
• De extra verwarming wordt ingeschakeld.
“Voor klimaat-
regeling”
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 29 3 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
2954-6. Gebruik van de onder- steunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)●
Wanneer de motor automatisch wordt herstart terwijl hij was uitgeschakeld
door het Stop & Start-systeem (kleurendisplay)
● Wanneer de selectiehendel in een andere stand dan N wordt gezet terwijl
het koppelingspedaal niet is ingetrapt en de motor is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem
“Voor remsysteem”
• De werking van de rembekrachtiger is ver-
minderd
• De auto rijdt op op grote hoogte.
Wanneer een bepaalde kracht wordt
gegenereerd door de rembekrachtiger,
herstelt het systeem.
“Bestuurders-
gordel los” De veiligheidsgordel van de bestuurder is niet
vastgemaakt.
“Motorkap open”De motorkap is geopend.
MeldingDetails/handelingen
• De airconditioning wordt ingeschakeld of
gebruikt.
• De voorruitverwarming wordt ingeschakeld.
• De extra verwarming wordt ingeschakeld.
“Voor remsysteem”
Het rempedaal wordt diep of pompend inge-
trapt.
Wanneer een bepaalde kracht wordt
gegenereerd door de rembekrachtiger
doordat er met de auto wordt gereden,
herstelt het systeem.
“Accu aan het opla-
den”
De accu is mogelijk bijna leeg.
De motor wordt herstart om voorrang te
geven aan het laden van de accu. Wan-
neer de motor kortstondig draait, kan het
systeem herstellen.
“Stuurwiel
gedraaid” Het stuurwiel wordt gedraaid.
“Bestuurders-
gordel los” De veiligheidsgordel van de bestuurder is niet
vastgemaakt.
MeldingActies
“Stop & Start-systeem actief.
Schakel naar N en trap koppe-
ling in om opnieuw te starten.”Zet de selectiehendel in stand N en trap
het koppelingspedaal in. De motor her-
start.
MeldingDetails/handelingen
“Voor klimaat-
regeling”
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 29 5 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
2964-6. Gebruik van de onder- steunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)■
Als het controlelampje voor het uitschakelen van het Stop & Start-
systeem blijft knipperen
Er is mogelijk een storing in het Stop & Start-systeem aanwezig. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■ Als het Stop & Start-systeem is ingeschakeld
● Houd de selectiehendel in stand N en bedien het rempedaal of de parkeer-
rem als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem (het controle-
lampje Stop & Start brandt).
A
nders kan de auto onverwacht in beweging komen als de motor wordt
gestart door de automatische startfunctie, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
● Verlaat de auto niet als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem
(zolang het controlelampje Stop & Start brandt).
Anders kan de auto onverwacht in beweging komen als de motor wordt
gestart door de automatische startfunctie, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
●Zorg ervoor dat de motor niet wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem
als de auto zich in een slecht geventileerde ruimte bevindt. Anders kan de
motor worden gestart door de automatische startfunctie, waardoor er uit-
laatgassen in de auto terecht kunnen komen die zeer schadelijk kunnen
zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
In onderstaande gevallen werkt het Stop & Start-systeem mogelijk niet
goed. Laat uw auto in dat geval zo snel mogelijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
● Het controlelampje voor de veiligheidsgordel knippert, terwijl de veilig-
heidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
● Zelfs wanneer de veiligheidsgordel van de bestuurder niet is vastgemaakt,
blijft het controlelampje voor de veiligheidsgordel uit.
● Zelfs wanneer het bestuurdersportier is gesloten, wordt de waarschuwing
open portier/achterklep weergegeven op het multi-informatiedisplay of
gaat de interieurverlichting branden wanneer de schakelaar van de inte-
rieurverlichting in de stand DOOR staat.
● Zelfs wanneer het bestuurdersportier is geopend, wordt de waarschuwing
open portier/achterklep niet weergegeven op het multi-informatiedisplay of
gaat de interieurverlichting niet branden wanneer de schakelaar van de
interieurverlichting in de stand DOOR staat.
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 29 6 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
297
4
4-6. Gebruik van de onder- steunende systemen
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
Ondersteunende systemen
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Dit systeem helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen tijdens
hard remmen en bij remmen op een glad wegdek.
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt
als het systeem oordeelt dat er sprake is een noodstop.
◆VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het nemen van boc hten op een glad wegdek.
◆VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-, TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit behouden blijft bij uitwijkma-
noeuvres op een glad wegdek door de stuurcommando's aan te
passen.
◆TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat
de voorwielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of bij
het accelereren op een glad wegdek.
◆Hill Start Assist Control
Voorkomt dat de auto achteruitrolt bij het wegrijden op een steile of
gladde helling.
◆EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor
het ronddraaien van het stuurwiel te verminderen.
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren
is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch
in werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd
er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op deze systemen.
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 29 7 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
3004-6. Gebruik van de onder- steunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)■
Gereduceerde bekrachtiging doo r elektrische stuurbekrachtiging
De mate van bekrachtiging door de elektrische stuurbekrachtiging wordt
gereduceerd om het systeem tegen oververhitting te beschermen als er
gedurende langere tijd frequent wordt gestuurd. Hierdoor kan de besturing
zwaar aanvoelen. Probeer als dat het geval is minder frequent te sturen of
breng de auto tot stilstand en zet de motor UIT. Het EPS-systeem moet bin-
nen 10 minuten weer normaal werken.
■ Voorwaarden voor werking Hill Start Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt voldaan, werkt de Hill Start
Assist Control:
● Multidrive CVT: De selectiehendel staat in een andere stand dan N of P (bij
het vooruit/achteruit bergop wegrijden).
● Handgeschakelde transmissie: De selectiehendel staat in een andere stand
dan R wanneer vooruit bergop wordt weggereden of in stand R wanneer
achteruit bergop wordt weggereden.
● De auto staat stil.
● Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
● De parkeerrem is niet geactiveerd.
■ Automatisch uitschakelen van Hill Start Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●Multidrive CVT: De selectiehendel wordt in stand N of P gezet.
● Handgeschakelde transmissie: De selectiehendel wordt in stand R gezet
wanneer vooruit bergop wordt weggereden of in een andere stand dan R
gezet wanneer achteruit bergop wordt weggereden.
● Het gaspedaal wordt ingetrapt.
● De parkeerrem wordt geactiveerd.
● Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat het rempedaal is losgelaten\
.
■ Voorwaarden voor werking noodstopsignaal
Als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan, werkt het noodstopsig-
naal:
●De alarmknipperlichten zijn uit.
● De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 km/h.
● Het rempedaal wordt op zo'n manier ingetrapt dat het systeem op basis van
de deceleratie van de auto oordeelt dat het om een noodstop gaat.
■ Automatisch uitschakelen van noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingeschakeld.
● Het rempedaal wordt losgelaten.
● Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto dat het niet
om een noodstop gaat.
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 30 0 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
3866-1. Gebruik van het airconditioningsysteem en de achterruit- verwarming
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
■Beslaan van de ruiten
●Wanneer de luchtvochtigheid in de auto hoog is, zullen de ruiten gemakke-
lijk beslaan. Wanneer wordt ingeschakeld, wordt de lucht die via
de uitstroomopeningen stroomt ontvochtigd en wordt de voorruit efficiënt
ontwasemd.
● Als u uitschakelt, zullen de ruiten mogelijk sneller beslaan.
● De ruiten zullen mogelijk beslaan als de recirculatiemodus is ingeschakeld.
■ Buitenlucht-/recirculatiemodus
●Zet bij het rijden op stoffige wegen, zoals in tunnels, of in druk verkeer de
luchttoevoertoets in de recirculatiemodus. Zo wordt voorkomen dat er bui-
tenlucht de auto in stroomt.
● Auto's met airconditioning: Wanneer tijdens het koelen de recirculatiemodus
wordt ingeschakeld, wordt ook het interieur van de auto effectief gekoeld.
■ Wanneer de buitentemperatuur tot bijn a 0°C daalt (auto's met airconditi-
oning)
De ontwasemingsfunctie werkt mogelijk niet, ook niet als op wordt
gedrukt.
■ Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenluchtmodus om frisse lucht binnen te
laten.
● Tijdens het gebruik kunnen verschillende geuren van binnen en buiten de
auto in het airconditioningsysteem terechtkomen. Dit kan tot gevolg hebben
dat de lucht die uit de uitstroomopeningen komt niet lekker ruikt.
● Het voorkomen van mogelijke geuren:
We raden u aan het airconditioningsysteem in de buitenluchtmodus te zet-
ten voordat u de motor uitschakelt.
■ De airconditioning blijft in werking als de motor is uitgezet door het Stop
& Start-systeem (auto's met Stop & Start-systeem)
Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem, worden de koel-, ver-
warmings- en ontvochtigingsfuncties uitgeschakeld en blaast het systeem
alleen lucht die op omgevingstemperatuur is. Het blazen van lucht die op
omgevingstemperatuur is, kan eveneens stoppen. Druk op de uitschakeltoets
van het Stop & Start-systeem om te voorkomen dat de airconditioning wordt
uitgeschakeld.
■ Als de voorruit beslagen is en de mo tor is uitgezet door het Stop & Start-
systeem (auto's met St op & Start-systeem)
Druk op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem om de motor te star-
ten en schakel in om de voorruit te ontwasemen. Druk op
om de motor te starten en de voorruit te ontwasemen.
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem en gebruik het Stop & Start-systeem niet.
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 38 6 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
3876-1. Gebruik van het airconditioningsysteem en de achterruit- verwarming
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
■Wanneer er een geur vrijkomt uit de airconditioning als de motor is uit-
gezet door het Stop & Start-systeem (auto's met Stop & Start-systeem)
Druk op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem om de motor weer te
starten.
■ Interieurfilter
Blz. 480
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
● Gebruik niet in combinatie met koele lucht bij zeer vochtig
weer. Het verschil tussen de buitentemperatuur en de temperatuur van de
voorruit zorgt ervoor dat de buitenkant van de voorruit beslaat, waardoor
het zicht wordt belemmerd.
■ Om brandwonden te voorkomen
● Raak het spiegeloppervlak van de buitenspiegels niet aan wanneer de
buitenspiegelverwarming is ingeschakeld.
● Raak het onderste deel van de voorruit en de gedeeltes bij de voorstijlen
niet aan wanneer de voorruitverwarming is ingeschakeld. (auto's met
voorruitverwarming)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
Laat de airconditioning niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als de
motor niet draait.
● Plaats geen voorwerpen op het dash-
board die de uitstroomopeningen kun-
nen bedekken. Anders raakt de
luchtstroom mogelijk geblokkeerd,
waardoor de voorruitverwarming de
voorruit niet kan ontwasemen.
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 38 7 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
3936-1. Gebruik van het airconditioningsysteem en de achterruit- verwarming
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
■Beslaan van de ruiten
●Wanneer de luchtvochtigheid in de auto hoog is, zullen de ruiten gemakke-
lijk beslaan. Wanneer wordt ingeschakeld, wordt de lucht die via
de uitstroomopeningen stroomt, ontvochtigd en wordt de voorruit efficiënt
ontwasemd.
● Als u uitschakelt, zullen de ruiten mogelijk sneller beslaan.
● De ruiten zullen mogelijk beslaan als de recirculatiemodus is ingeschakeld.
■ Buitenlucht-/recirculatiemodus
●
Zet bij het rijden op stoffige wegen, zoals in tunnels, of in druk verkeer de lucht-
toevoertoets in de recirculatiemodus. Zo wordt voorkomen dat er buitenlucht de
auto in stroomt. Wanneer tijdens het koelen de recirculatiemodus wordt inge-
schakeld, wordt ook het interieur van de auto effectief gekoeld.
●Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/recirculatiemodus automatisch ingescha-
keld afhankelijk van de ingestelde temperatuur of de temperatuur in de auto.
■Wanneer de buitentemperatuur tot bijna 0°C daalt
De ontwasemingsfunctie werkt mogelijk niet, ook niet als op
wordt
gedrukt.
■ Geuren ventilatie en airconditioning
●
Zet de airconditioning in de buitenluchtmodus om frisse lucht binnen te laten.
●Tijdens het gebruik kunnen verschillende geuren van binnen en buiten de
auto in het airconditioningsysteem terechtkomen. Dit kan tot gevolg hebben
dat de lucht die uit de uitstroomopeningen komt niet lekker ruikt.
● Het voorkomen van mogelijke geuren:
• We raden u aan het airconditioningsysteem in de buitenluchtmodus te
zetten voordat u de motor uitschakelt.
• Mogelijk wordt het inschakelen van de aanjager even vertraagd direct
nadat de airconditioning in de stand AUTO wordt ingeschakeld.
■ De airconditioning blijft in werking als de motor is uitgezet door het Stop
& Start-systeem (auto's met Stop & Start-systeem)
Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem, worden de koel-, ver-
warmings- en ontvochtigingsfuncties uitgeschakeld en blaast het systeem
alleen lucht die op omgevingstemperatuur is. Het blazen van lucht die op
omgevingstemperatuur is, kan eveneens stoppen. Druk op de uitschakeltoets
van het Stop & Start-systeem om te voorkomen dat de airconditioning wordt
uitgeschakeld.
■ Als de voorruit beslagen is en de mo tor is uitgezet door het Stop & Start-
systeem (auto's met St op & Start-systeem)
Druk op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem om de motor te star-
ten en schakel in om de voorruit te ontwasemen. Druk op
om de motor te starten en de voorruit te ontwasemen.
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem en gebruik het Stop & Start-systeem niet.
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 39 3 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM