Inleiding29Raadpleeg (NAVI 80) "Bedie‐
ningsstanden" hieronder.
● tSysteem
Raadpleeg (NAVI 80) "Systeem‐
instellingen" 3 43.
● i: Naar vorige pagina
● j: Naar volgende pagina
● <: Pop-upmenu openen
● r: Terug naar vorige menu
U kunt het displayscherm ook bedie‐
nen met de onderstaande knoppen
op het paneel van het Infotainment‐
systeem:
● ;: Startpagina
● R: Lijsten weergeven; kaart om‐
hoog
Schuiven; schaal aanpassen
● Toets in het midden: Menukeuze,
acties bevestigen
● S: Lijsten weergeven; kaart om‐
laag
Schuiven; schaal aanpassenLet op
Afhankelijk van het voertuigmodel
wordt de bediening van het aanraak‐
scherm mogelijk beperkt tijdens het
rijden.
Bedieningsstanden
Radio
Audiobron overschakelen op radio:
Druk, afhankelijk van het Infotain‐
mentsysteem, op RADIO,
RADIO/CD of AUDIO/SOURCE .NAVI 50
U kunt op ieder gewenst moment naar het menu Radio gaan door op
7 te drukken, gevolgd door è/
ñ Radio op het displayscherm.NAVI 80
Om vanuit de startpagina naar het
menu Radio te gaan, drukt u op
MENU , gevolgd door Multimedia en
Radio op het displayscherm.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 48.
Audiospelers
Om de audiobron over te schakelen
naar CD, USB , AUX , Bluetooth of
iPod (indien van toepassing): Druk, afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem, op MEDIA, RADIO/CD of
AUDIO/SOURCE .
NAVI 50 : U kunt op ieder gewenst
moment naar het menu voor aange‐
sloten randapparatuur gaan ( USB,
iPod , BT (Bluetooth) of AUX) door op
7 te drukken, gevolgd door t/
ü Media op het displayscherm. Druk
in de linkerbovenhoek op S en selec‐
teer de externe bron.
Voor de AhaⓇ-toepassing (beschik‐
baar afhankelijk van de versie) kunt u
"Extra functies (NAVI 50)" hieronder raadplegen.
NAVI 80 : Om vanuit de startpagina
naar het menu voor randapparatuur
te gaan (USB, SD-kaart, AUX-ingang,
Audio-cd, Bluetooth), drukt u op
MENU , gevolgd door Multimedia en
Media op het displayscherm. Selec‐
teer de externe bron in de getoonde
lijst.
30InleidingR15 BT USB, R16 BT USB
Gedetailleerde beschrijving van:
● AUX-ingangsfuncties 3 63
● USB-poortfuncties 3 66
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 70CD16 BT USB, CD18 BT USB
Gedetailleerde beschrijving van:
● CD-spelerfuncties 3 60
● AUX-ingangsfuncties 3 63
● USB-poortfuncties 3 66
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 70CD35 BT USB
Gedetailleerde beschrijving van:
● CD-spelerfuncties 3 60
● AUX-ingangsfuncties 3 63
● USB-poortfuncties 3 66
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 70NAVI 50
Gedetailleerde beschrijving van:
● AUX-ingangsfuncties 3 63
● USB-poort (inclusief iPod-func‐ ties) 3 66
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 70NAVI 80
Gedetailleerde beschrijving van:
● AUX-ingangsfuncties 3 63
● USB-poortfuncties 3 66
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 70
Navigatie, kaart
(CD35 BT USB NAVI, NAVI 50,
NAVI 80)
Gedetailleerde beschrijving van het
navigatiesysteem 3 80, Bekijk kaart
3 114.
Telefoon
Gebruik de displayopties in de onder‐ staande menu's om mobiele tele‐
foons te verbinden, telefoongesprek‐
ken te voeren, contactlijsten aan te
maken en diverse instellingen te wij‐
zigen.
Gedetailleerde beschrijving van de
functies van het handsfree-telefoon‐
systeemfuncties 3 133.R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB - Te‐
lefoon
Het Telefoon -menu openen: Druk op
6 of TEL .
Telefooninstellingenmenu openen:
Druk op TEL en selecteer Telefoon‐
instellingen .CD35 BT USB - Telefoon
Het Telefoon -menu openen: Druk op
6 of TEL.
Telefooninstellingenmenu openen: Druk op SETUP / TEXT en selecteer
Telefooninstellingen .NAVI 50 - Telefoon
Telefoonmenu op ieder gewenst mo‐
ment openen: Druk op 7, gevolgd
door yTelefoon op het display‐
scherm.NAVI 80 - Telefoon
Telefoonmenu openen vanuit de
startpagina: druk op MENU, gevolgd
door Telefoon op het displayscherm.
Inleiding31Voertuiginformatie (NAVI 80)
Menu Auto openen vanuit de startpa‐
gina: druk op MENU, gevolgd door
Auto op het displayscherm.
Afhankelijk van het specifieke voer‐
tuigmodel verschijnen de volgende
menu's:
● Driving Eco 2
● Luchtkwaliteit
● Boordcomputer
● InstellingenDriving Eco 2
De volgende functies zijn beschik‐
baar:
● Ritgegevens
Dit overzicht bevat de volgende
gegevens van de laatste rit:
Gemiddeld brandstofverbruik, gemiddelde snelheid, totaal
brandstofverbruik, teruggewon‐
nen energie of afgelegd aantal ki‐
lometers, gemiddelde milieu-/rij‐
prestaties, anticiperend remmen,
vermogen om rijsnelheid onder
controle te houden.
Ritgegevens opslaan: Druk op
"Opslaan" en selecteer vervol‐gens het soort rit uit de onder‐
staande lijst:
Woon-werk, vakantie, weekend,
rit, persoonlijk.
Ritgegevens resetten: Druk op "Reset". Bevestig of annuleer
met "Ja" of "Nee".
● Mijn favoriete ritten
Hier worden wijzigingen in uw rij‐ stijl weergegeven (wanneer de
ritgegevens zijn opgeslagen).
Het tabblad "Overzicht" bevat de volgende gegevens: Totale ritaf‐
stand, afgelegde afstand, datum
van informatie-update, gemid‐
delde score (max. 100).
Het tabblad "Details" toont de ge‐
registreerde ritgegevens.
● Eco-coaching
Hier worden adviezen voor
brandstofbesparing weergege‐
ven.
Blader door de pagina's en raak
vertrouwd met de adviezen.Luchtkwaliteit
De volgende functies zijn beschik‐
baar:
● Ionisator : Selecteer de modus
"Reinigen" om bacteriën en aller‐
genen uit de lucht te verwijderen, of selecteer de modus "Relax"
om de luchtkwaliteit van het inte‐
rieur te verbeteren door de emis‐
sie van ionen. De ionisator stopt
automatisch na 30 minuten.
Schakel de ionisator uit als deze
niet nodig is.
Om de automatische regeling van ionisator in te schakelen,
drukt u op "Start ionisator" wan‐
neer u de auto start (keuzevakje
geselecteerd).
● Geurverspreider : Kies een an‐
dere geur en wijzig de intensiteit
ervan in het interieur.
● Buitenluchtkwaliteit : Er verschijnt
een diagram van de buitenlucht‐
kwaliteit gedurende een be‐
paalde periode, waarbij de kwali‐ teit wordt uitgedrukt als ô
Inleiding33● Portieren vergrendelen/ont‐grendelen tijdens het rijden
● Achterruitwisser activeren bij selectie van de achteruitver‐
snelling (schakelaar aan/uit)
● Dagrijverlichting (schakelaar aan/uit)
● Alleen bestuurdersportier ontgrendelen bij openen van
portier (schakelaar aan/uit)
● Gemakkelijke toegang (schakelaar aan/uit)
● Rijstijlindicator (brandstof‐ verbruiksmeter) in de instru‐
mentengroep (schakelaar
aan/uit)
● Eco-score (schakelaar aan/ uit)
Services (NAVI 80)
Om vanuit de startpagina naar het
menu Services te gaan, drukt u op
MENU , gevolgd door Services op het
displayscherm.
De volgende menu's zullen dan ver‐
schijnen:
● Opslaan
● Navigatieservices●Instellingen
● Toepassingen (bijv. rekenma‐ chine, lezer)Opslaan
Selecteer deze optie om naar de web‐
winkel te gaan en toepassingen voor
uw Infotainmentsysteem aan te
schaffen.
De volgende opties worden getoond: ● Selectie : Er verschijnt een lijst
met toepassingen.
● Populaire apps : De toepassingen
worden op populariteit gesor‐
teerd.
● Categorieën : De toepassingen
worden op thema weergegeven,
bijv. entertainment of kaarten.
● < (pop-upmenu):
● Zoek : Zoeken op trefwoord.
● Update : Zoek naar updates
voor toepassingen, services
en gedownloade content.● Mijn producten : Overzicht
van toepassingen, services
en gedownloade content en
de vervaldata ervan.
● Wettelijke informatie : Ver‐
schaft de wettelijke informa‐ tie met betrekking tot de win‐ kel.
Wanneer u nieuwe content hebt ge‐
selecteerd om te downloaden, drukt u op Aanschaffen om de betaalwijze te
kiezen; selecteer creditcard of debet‐
kaart. Selecteer het vakje om de ver‐
koopvoorwaarden te accepteren en
ga verder met de betaling.
Voer een geldig e-mailadres in en
druk op OK om te bevestigen.
Let op
Facturen worden verstuurd naar het ingevoerde e-mailadres, samen met
(indien nodig) de installatie-instruc‐
ties en gebruikersinformatie voor de
toepassingen, services of andere
gedownloade content.
Voer de gegevens van de betaalkaart
in. Druk op Gereed om te bevestigen.
Het downloaden wordt onmiddellijk
36Inleidingstarten ingeschakeld is (om onbe‐doelde bediening van ramen, por‐
tieren of versnellingsbak enz. te
voorkomen in geval de motor au‐
tomatisch start).
Kans op fataal letsel.
Het systeem Motor op afstand starten is verkrijgbaar afhankelijk van de auto
en hiermee kan automatisch starten
van de motor worden geprogram‐
meerd om het interieur te verwarmen of te ventileren voordat u in de auto
stapt. De auto kan geprogrammeerd
worden om op elk moment van de dag en tot 24 uur van tevoren bedrijfsklaar
te zijn.
Let op
Instellingen voor klimaatregeling
(temperatuur, ventilatorsnelheid,
luchtverdeling, airco) moeten zoals
vereist worden ingesteld voordat u
uit de auto stapt.
Druk op de startpagina op
ß Tijdinstelling op het displayscherm.
De volgende instellingen en functies
zijn beschikbaar:
● Automatisch starten (Uit/Aan)
● Auto gereed voor (druk op "Wij‐
zigen" om de automatische start‐ tijd te wijzigen)
● Om de 2 uur wakker worden
(Aan/Uit)
● Auto is gereed over (bijv. 0 uur en
0 minuten)
Om de functie te activeren selecteert
u "Aan" naast Automatisch starten en
drukt u dan op "Wijzigen" naast Auto
gereed voor en gebruik R/ S om de
uren en minuten te wijzigen op het scherm "Vertrektijd instellen". Beves‐
tig de keuze door op OK te drukken.
Het gedeelte Auto is gereed over
wordt bijgewerkt om de resterende
tijd vóór de ingestelde tijd aan te ge‐
ven.Motor op afstand starten werkt alleen als aan de volgende voorwaarden
wordt voldaan:
● De versnellingskeuzehendel moet in neutraal staan.
● Het contact moet uitgeschakeld zijn.
● Alle portieren, de motorkap en de
bagageruimte moeten gesloten
en vergrendeld zijn.
De functie Om de 2 uur wakker
worden maakt het mogelijk dat de
motor om de 2 uur automatisch start
als de buitentemperatuur onder
-15 °C daalt.
De motor start zo nodig automatisch
en draait ongeveer 10 minuten voor‐
dat hij uitgeschakeld wordt, en wordt
om de 2 uur opnieuw gestart, afhan‐ kelijk van de buitentemperatuur. Druk
op "Aan" om deze functie te activeren
of op "Uit" om deze functie te deacti‐
veren.
Inleiding379Gevaar
Gebruik de functie Motor op af‐
stand starten niet, waaronder de
functie 'Om de 2 uur wakker wor‐
den', terwijl de auto in een garage
of besloten ruimte geparkeerd zal
worden.
Risico van vergiftiging of verstik‐
king door uitstoot van uitlaatgas‐
sen.
Bij terugkeer naar de startpagina ver‐ schijnt de ingevoerde tijd op het
scherm "Vertrektijd instellen" naast
ß (in plaats van Tijdinstelling) op het
displayscherm.
9 Waarschuwing
Parkeer de auto niet op een snel
ontvlambaar oppervlak wanneer
de functie Motor op afstand star‐
ten geactiveerd is. Door de hoge
temperatuur van het uitlaatsys‐
teem kan het oppervlak ontbran‐
den.
9 Waarschuwing
Gebruik de functie Motor op af‐
stand starten niet terwijl de auto
afgedekt zal worden door een be‐
schermhoes of zeildoek om risico
van brand te voorkomen.
9 Gevaar
Schakel de functie Motor op af‐
stand starten uit voordat u de mo‐
torkap opent, om het risico van
brandwonden of dodelijk letsel te
voorkomen.
Instellingen achteruitrijcamera
Wanneer het beeld van de achteruit‐
rijcamera op het display staat, drukt u
op ÿInstelling om het instellingen‐
menu te openen.
U kunt de volgende instellingen bij‐
werken:
● Het beeld van de achteruitrijca‐ mera Uit/In schakelen.
● Kleuren
Druk op ]/< om het niveau af te
stellen.● Helderheid
Druk op ]/< om het niveau af te
stellen.
● Contrast
Druk op ]/< om het niveau af te
stellen.
Ga voor meer informatie naar het
hoofdstuk "Achteruitkijkcamera" in de gebruikershandleiding van de auto.De functie Driving Eco2 (zuinig rijden)
Driving eco2 biedt statistische infor‐
matie en advies over zuinig rijden.
Druk op de startpagina op Auto en
selecteer dan ðDriving eco2 op het
displayscherm.
Let op
Afhankelijk van de versie kan
Driving eco2 verschijnen in plaats
van de startpagina.
De volgende menu's zullen dan ver‐
schijnen:
● Ritgegevens
● Eco-score
● Eco-coaching
38InleidingRitgegevens geeft gegevens weer
van de laatste reis, waaronder "Ge‐
middeld verbruik", "Totaal verbruik",
"Gemiddelde snelheid" en "Afstand
zonder verbruik". Gegevens kunnen
gereset worden door op Û te druk‐
ken.
Eco-score geeft een totaal score van
maximaal 100 voor zuinig rijden. Ho‐
gere getallen geven zuiniger rijden
aan. Sterren worden ook gegeven voor gemiddelde milieu-/rijprestaties
(accelereren), schakelefficiëntie (ver‐ snellingsbak) en remregeling (antici‐
perend).
Eco-coaching verschaft een beoorde‐
ling van uw rijstijl en geeft advies weer
voor optimaal brandstofverbruik.Aha Ⓡ-toepassing
De app AhaⓇ stelt u in staat om fa‐
voriete internetinhoud op de smart‐
phone te organiseren (bijv. podcasts,
audioboeken, internetradio, sociale
netwerksites enz.) en favorieten on‐
middellijk op te roepen. AhaⓇ kan
ook tijdens navigatie worden gebruikt om bijv. hotels en restaurants in debuurt te suggereren en weerberichten
en de huidige GPS-positie te geven.AhaⓇ moet eerst op uw smartphone
worden gedownload. Start de app op uw smartphone en maak een gebrui‐
kersaccount aan om gebruik via het
Infotainmentsysteem te activeren.
Om AhaⓇ via het Infotainmentsys‐
teem te verbinden moet een blue‐
tooth-verbinding worden opgesteld
tussen de smartphone en het Info‐
tainmentsysteem, d.w.z. het apparaat moet aan de auto worden gekoppeld
voordat het wordt gebruikt. Raad‐
pleeg "Bluetooth-verbinding" in het
hoofdstuk "Telefoon" 3 138 voor
meer informatie.
Let op
Het delen van gegevens en locatie‐
services moeten ingeschakeld zijn
op de smartphone om de app
AhaⓇ te kunnen gebruiken. Tijdens
gebruik kan gegevensoverdracht
extra kosten met zich meebrengen
die niet in het contract met uw net‐
werkprovider zijn opgenomen.
Wanneer een bluetooth-verbinding
actief is, kan AhaⓇ via het Infotain‐
mentsysteem worden opgeroepen.
Druk op de startpagina op üMedia
op het displayscherm. Druk op S inde linkerbovenhoek om de lijst met
externe bronnen weer te geven en
selecteer dan aha.
De volgende menu's zullen dan ver‐
schijnen:
● Speler
● Lijst
● Voorkeuren
● In de buurt
Selecteer Voorkeuren om naar uw
AhaⓇ-favorieten te gaan.
Als u een nuttige plaats (NP) in de
buurt wilt vinden met AhaⓇ terwijl u
het navigatiesysteem gebruikt
3 80, drukt u op In de buurt en se‐
lecteert u een groep (bijv. hotel, res‐
taurant). Een serie NP's in de buurt
wordt weergegeven; druk op de ge‐
wenste NP. De NP kan worden inge‐
steld als een bestemming of een way‐
point door op y te drukken.
Afhankelijk van het type NP kunnen
contactgegevens en verdere informa‐
tie worden weergegeven. Wanneer
telefoonnummers voor NP's worden
gegeven, kunnen ze ook worden ge‐
kozen met het handsfree-telefoon‐
systeem door op y te drukken.
Inleiding39Ga voor meer informatie naar "Bedie‐
ning" in het hoofdstuk "Telefoon"
3 143.
Geluidsinstellingen R15 BT USB - Geluidsinstellingen
In het audio-instellingenmenu kunt u
de toonregeling instellen.
Druk op SETUP voor toegang tot het
instellingenmenu.
Selecteer Audio-instellingen en draai
aan OK totdat de gewenste instelling
is geselecteerd uit:
● BASS (lage tonen)
● TREBLE (hoge tonen)
● FADER (balans voor/achter)
● BALANCE (balans links/rechts)
Het display toont het type instelling
aan, gevolgd door de instellings‐
waarde.
Selecteer de gewenste waarde door
aan OK te draaien en druk op de knop
om de selecties te bevestigen.
Om het audio-instellingenmenu af te
sluiten, drukt u op /.Let op
Als er geen activiteit is, sluit het sys‐
teem het menu voor de audio-instel‐ lingen automatisch af.
Lage en hoge tonen instellen
Selecteer Bass of Treble .
Selecteer de gewenste waarde door aan OK te draaien en druk op de knop
om de instelling te bevestigen.
Volumeverdeling rechts - links
instellen
Selecteer Balans.
Selecteer de gewenste waarde door
aan OK te draaien en druk op de knop
om de instelling te bevestigen.
Volumeverdeling voor - achter
instellen
Selecteer Fader.
Selecteer de gewenste waarde door aan OK te draaien en druk op de knop
om de instelling te bevestigen.
CD35 BT USB -
Geluidsinstellingen
In het audio-instellingenmenu kunt u
de toonregeling instellen.Druk op SETUP / TEXT voor toegang
tot het instellingenmenu.
Selecteer Audio-instellingen en draai
aan de centrale draaiknop totdat de
gewenste instelling is geselecteerd.
Het display toont het type instelling
aan, gevolgd door de instellings‐
waarde.
Een waarde van 0 betekent dat de
functie gedeactiveerd is.
Om het instellingenmenu af te sluiten, drukt u op SETUP / TEXT (of /).
Let op
Als er geen activiteit is, sluit het sys‐
teem het menu voor de audio-instel‐ lingen automatisch af.
Het geluid voor een muziekstijl
optimaliseren
Selecteer het Klankinstellingen -
menu.
Draai de draaiknop om een keuze te
maken uit:
● Pop / Rock
● Klassiek
● Jazz
● Neutraal