Inleiding31Voertuiginformatie (NAVI 80)
Menu Auto openen vanuit de startpa‐
gina: druk op MENU, gevolgd door
Auto op het displayscherm.
Afhankelijk van het specifieke voer‐
tuigmodel verschijnen de volgende
menu's:
● Driving Eco 2
● Luchtkwaliteit
● Boordcomputer
● InstellingenDriving Eco 2
De volgende functies zijn beschik‐
baar:
● Ritgegevens
Dit overzicht bevat de volgende
gegevens van de laatste rit:
Gemiddeld brandstofverbruik, gemiddelde snelheid, totaal
brandstofverbruik, teruggewon‐
nen energie of afgelegd aantal ki‐
lometers, gemiddelde milieu-/rij‐
prestaties, anticiperend remmen,
vermogen om rijsnelheid onder
controle te houden.
Ritgegevens opslaan: Druk op
"Opslaan" en selecteer vervol‐gens het soort rit uit de onder‐
staande lijst:
Woon-werk, vakantie, weekend,
rit, persoonlijk.
Ritgegevens resetten: Druk op "Reset". Bevestig of annuleer
met "Ja" of "Nee".
● Mijn favoriete ritten
Hier worden wijzigingen in uw rij‐ stijl weergegeven (wanneer de
ritgegevens zijn opgeslagen).
Het tabblad "Overzicht" bevat de volgende gegevens: Totale ritaf‐
stand, afgelegde afstand, datum
van informatie-update, gemid‐
delde score (max. 100).
Het tabblad "Details" toont de ge‐
registreerde ritgegevens.
● Eco-coaching
Hier worden adviezen voor
brandstofbesparing weergege‐
ven.
Blader door de pagina's en raak
vertrouwd met de adviezen.Luchtkwaliteit
De volgende functies zijn beschik‐
baar:
● Ionisator : Selecteer de modus
"Reinigen" om bacteriën en aller‐
genen uit de lucht te verwijderen, of selecteer de modus "Relax"
om de luchtkwaliteit van het inte‐
rieur te verbeteren door de emis‐
sie van ionen. De ionisator stopt
automatisch na 30 minuten.
Schakel de ionisator uit als deze
niet nodig is.
Om de automatische regeling van ionisator in te schakelen,
drukt u op "Start ionisator" wan‐
neer u de auto start (keuzevakje
geselecteerd).
● Geurverspreider : Kies een an‐
dere geur en wijzig de intensiteit
ervan in het interieur.
● Buitenluchtkwaliteit : Er verschijnt
een diagram van de buitenlucht‐
kwaliteit gedurende een be‐
paalde periode, waarbij de kwali‐ teit wordt uitgedrukt als ô
USB-poort69Let op
Standaard worden de albums alfa‐
betisch weergegeven.
Als een USB-drive is aangesloten, zullen alle mappen zich op hetzelfde
niveau in de boomstructuur bevin‐
den.
Druk op ò om terug te gaan naar het
vorige niveau in de boomstructuur
van de map.Opties
Druk hierop voor de volgende opties:
● Herhalen (Uit/Nummer/Map/Al‐
les)
● Willekeurige volgorde (Aan/Uit)
NAVI 80 - Muziek afspelen via
USB-aansluiting
Mp3-speler/USB-opslagapparaat
Wijzig de audiobron naar USB-modus om bestanden van een aangesloten
USB-apparaat af te spelen.
Om vanuit de startpagina naar het
menu Media te gaan, drukt u op
MENU , gevolgd door Multimedia en
Media op het displayscherm.
Druk op < om een pop-upmenu te
openen. U hebt de volgende opties:
● USB : Wijzig de audiobron naar
USB-modus.
● Aansluiting voor randapparatuur :
Raadpleeg NAVI 80 "AUX-in‐
gang" 3 63.
● Bluetooth-verbinding : Raad‐
pleeg NAVI 80 "Streaming audio
via Bluetooth" 3 70.
● SD Card
● CD-speler : Raadpleeg NAVI 80
"AUX-ingang" 3 63.
Wanneer USB-modus is geselec‐
teerd, verschijnen de volgende opties
op het display:
● t of v: Naar vorig/volgend
nummer.
● =: Nummer pauzeren.
● Schuifbalk voor verstreken tijd: Door nummers bladeren.
● Nieuwe selectie : Een ander num‐
mer van de aangesloten audio‐
bron kiezen.
● Huidige afspeellijst : Ga naar de
huidige afspeellijst.● r: Terug naar vorige scherm.
● <: Pop-upmenu openen, om de
audiobron te wijzigen of om naar de instellingen van de nummerste gaan (bijv. willekeurige volg‐
orde of herhalen aan-/uitschake‐
len, gegevens huidig nummer to‐ nen en toegang tot geluidsinstel‐
lingen).
Van USB-ingang loskoppelen
Het afspelen stopt onmiddellijk wan‐
neer het audioapparaat uit de USB-
aansluiting wordt verwijderd.
104NavigatieHet is mogelijk om specifieke contentof alle content voor kaarten bij te wer‐
ken. Selecteer eerst een van de op‐
ties of druk op Opties, gevolgd door
Update . Wacht tot de update is vol‐
tooid.
Raadpleeg "USB-geheugenstick"
(NAVI 50), "USB-geheugenstick en
navigatiesysteem updaten" in het
hoofdstuk "Algemene informatie"
3 80.Verkeer
Selecteer Verkeer om de volgende in‐
stellingen voor verkeersinformatie te
wijzigen:
● Verkeersinfo (Aan/Uit)
● Omleiding
● Gebeurtenistypen
Verkeersinfo : Er worden waarschu‐
wingen gegeven voor incidenten die
zich langs de route voordoen.
Omleiding : Bespaar tijd door een al‐
ternatieve route te gebruiken wan‐
neer zich langs de huidige route een
verkeersopstopping of een ongeval voordoet. Selecteer "Aan/Uit" naast
"Bevestig aangeboden route?" zo no‐
dig.Zo nodig kunt u de tijdwaarde voor de optie "Bied omleiding als de bere‐
kende route meer bespaart dan:"
(bijv. 5 minuten) bijwerken door op k/
l te drukken.
Gebeurtenistypen : Selecteer het type
gebeurtenissen dat tijdens routebe‐
geleiding wordt weergegeven, bijv.
alle gebeurtenissen, verkeersstroom‐
gebeurtenissen, afgesloten en opge‐
stopte wegen, ongelukken.
NAVI 80 - Navigatiesysteem instellen
Om vanuit de startpagina naar het
menu Navigatie-instellingen te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Navigatie en Instellingen op het dis‐
playscherm. De volgende submenu's voor de instellingen verschijnen:
● Stembegeleiding uitschakelen :
Schakel de stembegeleiding in of
uit tijdens de navigatie.
● Routeplanning :
Selecteer het gewenste plan‐
ningstype. Het wordt aanbevolen om "Snelste route" te gebruiken.
De eco-route is bedoeld om zo
zuinig mogelijk te rijden.Schakel daarna "iQ routes™" in/
uit, indien nodig. iQ routes™
zorgt ervoor dat routes worden berekend op basis van het ge‐
middelde verkeersaanbod op
een bepaalde dag en tijd, en dat
de beste route wordt gekozen op
basis van de huidige snelheid
van het verkeer.
● Nuttige plaats op de kaart
weergeven :
Categorieën van NP-markerin‐
gen op de kaart tonen of verber‐
gen.
● Nuttige plaatsen beheren :
NP's of NP-categorieën toevoe‐
gen, aanpassen of verwijderen.
● Stem :
Selecteer een gesynthetiseerde
mannelijke of vrouwelijke stem
(voor de gesproken instructies)
uit de beschikbare lijst.
Deze menselijke stemmen geven vereenvoudigde gesproken in‐
structies voor de begeleiding en
zijn niet beschikbaar wanneer de
stemherkenningsfunctie wordt
gebruikt 3 128.
Navigatie119Selecteer een van de opties en be‐
vestig de nieuwe route door op r te
drukken.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 50) "Navigatiesysteem instel‐
len" in het hoofdstuk "Gebruik" 3 85.
NAVI 80 - Route bewerken
U kunt ritten vooraf plannen door zo‐ wel het beginpunt als de bestemming
te selecteren.
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Navigatie en Routes op
het displayscherm.
Selecteer het vertrekpunt op dezelfde wijze als de invoer van een bestem‐
ming. Raadpleeg (NAVI 80) "Invoer
van de bestemming" 3 105 . Selecteer
vervolgens een bestemming, kies het routetype en bevestig uw keuze.
Het systeem plant de route, waarna u
de gegevens kunt bekijken.Route wijzigen
Om de route tijdens actieve routebe‐
geleiding te wijzigen, drukt u in de
startpagina op MENU, gevolgd door
Navigatie en Route wijzigen op het
displayscherm.U hebt de volgende opties:
● Alternatieve route berekenen
● Route annuleren
● Reis via
● Wegversperring vermijden
● Deel van de route vermijden
● Vertragingen beperkenAlternatieve route berekenen
Selecteer deze optie om een alterna‐
tieve route naar de bestemming te be‐ rekenen.Route annuleren
Selecteer deze optie om de huidige
routebegeleiding te stoppen.
Om de routebegeleiding weer te star‐
ten, drukt u op Rijd naar..., gevolgd
door Recente bestemmingen op het
displayscherm en selecteert u de
route opnieuw.Reis via (waypoints)
Selecteer deze optie om de bere‐
kende route naar uw bestemming te
wijzigen, zodat een bepaalde locatie
wordt aangedaan (waypoint).De locatie die moet worden opgeno‐
men, wordt op dezelfde ingevoerd als
de bestemming.
Selecteer uit dezelfde optielijst bijv.
"Adres", "Opgeslagen locaties", "Nut‐
tige plaats" of "Locatie op de kaart".
Raadpleeg (NAVI 80) "Invoer van de
bestemming" 3 105.Wegversperring vermijden
Selecteer deze optie als een wegver‐ sperring momenteel niet door de ver‐
keersinformatieservice wordt ge‐
meld.
Raadpleeg (NAVI 80) "Verkeersinfor‐
matie" hieronder.
Kies de afstand (in meter) van de voorliggende route die vermeden
moet worden, bijv. "100 m", "500 m",
"2000 m" of "5000 m".
De route wordt opnieuw berekend om
de geselecteerde wegvaklengte van
de route te vermijden.Deel van de route vermijden
Selecteer deze optie om een deel van
de route te vermijden. Kies de weg die moet worden vermeden uit de lijst met wegen op de route.