32Inleiding"Goed", õ "Vervuild ]" (geringe
mate) of ö "Vervuild <" (ern‐
stige mate).
Druk op Gereed om de wijzigingen te
bevestigen.Boordcomputer
Hier worden de volgende gegevens sinds de vorige reset getoond:
● startdatum van de berekening
● totale afstand
● gemiddelde snelheid
● gemiddeld brandstofverbruik
● totaal brandstof- of energiever‐ bruik
Druk op Reset en bevestig vervol‐
gens met Ja om de gegevens van de
boordcomputer en tripcomputer van
het instrumentenpaneel te resetten.
Ga voor meer informatie naar "Trip‐
computer" in de gebruikershandlei‐
ding.Instellingen
U kunt de volgende instellingen wijzi‐
gen:
● Parkeerhulp
● Druk, afhankelijk van het voertuigmodel, op
Parkeerhulp voor of
Parkeerhulp achter om de
functie in of uit te schakelen
(het vakje is wel of niet gese‐
lecteerd). Druk op
Bevestigen om de wijzigin‐
gen te bevestigen.
● Volume :
Druk op < of ] naast de vo‐
lumebalk om het volume van
het ultrasone parkeerhulp‐
systeem aan te passen. Ga
voor meer informatie naar
"Parkeerhulp" in de gebrui‐
kershandleiding.
● Instellingen
achteruitrijcamera :
Selecteer deze functie om de achteruitkijkcamera in of uit
te schakelen, aanwijzingen
te wijzigen (statisch/dyna‐
misch) en beeldinstellingenaan te passen (zoals helder‐
heid, verzadiging en con‐
trast).
Druk op Bevestigen om de
wijzigingen op te slaan. Ga
voor meer informatie naar "Achteruitkijkcamera" in de gebruikershandleiding.
● < (pop-upmenu):
Druk op < in het menu
Parkeerhulp of de subme‐
nu's, gevolgd door
Standaardwaarden
herstellen om de standaard
fabrieksinstellingen van alle
of de huidige parkeerhulp‐
functies terug te zetten.
● Beeldinstellingen
Aanpassen van bijv. helderheid,
verzadiging en contrast.
● De volgende opties kunnen eveneens worden aangepast (af‐hankelijk van het voertuigmodel):
● Automatisch inklappen van de buitenspiegels naar de
parkeerstand bij vergrende‐
ling van de auto (schakelaar
aan/uit)