Page 9 of 339
Kort en bondig7Hoek van rugleuning
Trek aan de hendel, stel de rugleu‐
ning in en laat de hendel los. Laat de
stoel hoorbaar vastklikken.
Stoelpositie 3 49, handmatige
stoelverstelling 3 50, elektrische
stoelverstelling 3 52.
Zithoogte
Druk op de schakelaar
boven:stoel omhoogonder:stoel omlaag
Stoelpositie 3 49, handmatige
stoelverstelling 3 50, elektrische
stoelverstelling 3 52.
Zithoek
Pompbeweging van de hendel
omhoog:voorkant omhoogomlaag:voorkant omlaag
Stoelpositie 3 49, handmatige
stoelverstelling 3 50, elektrische
stoelverstelling 3 52.
Page 10 of 339
8Kort en bondigHoofdsteunverstelling
Ontgrendelknop indrukken, hoogte
instellen, vastklikken.
Hoofdsteunen 3 47.
Veiligheidsgordel
Veiligheidsgordel afrollen en in gor‐
delslot vastklikken. De veiligheidsgor‐ del mag niet gedraaid zitten en moet
strak tegen het lichaam aanliggen. De
rugleuningen mogen niet te ver naar
achteren hellen (maximaal ca. 25°).
Om de gordel los te maken, de rode
knop van het gordelslot indrukken.
Stoelpositie 3 49, veiligheidsgor‐
dels 3 56, airbagsysteem 3 60.
Spiegelverstelling
Binnenspiegel
Verstel de hendel aan de onderkant
om verblinding te verminderen.
Binnenspiegel 3 40, automatisch
dimmende binnenspiegel 3 40.
Page 11 of 339
Kort en bondig9Buitenspiegels
Selecteer de gewenste buitenspiegel
door de knop naar de spiegel links (L) of de spiegel rechts (R) te draaien.
Stel daarna bij.
Bolle buitenspiegels 3 37, elektri‐
sche verstelling 3 37, inklapbare
buitenspiegels 3 38, verwarmde
buitenspiegels 3 39.
Stuurwiel instellen
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen. Stuurwiel uitsluitend bij
stilstaande auto en ontgrendeld
stuurslot verstellen.
Airbagsysteem 3 60, contactslot‐
standen 3 163.
Page 12 of 339
10Kort en bondigOverzicht instrumentenpaneel
Page 13 of 339

Kort en bondig111Elektrische ruitbediening .......41
2 Centrale vergrendeling .........24
3 Buitenspiegels ......................37
4 Lichtschakelaar ..................134
Koplampverstelling ............137
Mistlampen/
mistachterlichten ................141
Instrumentenverlichting ......142
5 Zijdelingse luchtroosters .....159
6 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dim-/
grootlicht, grootlichtassis‐
tentie ................................... 140
Omgevingsverlichting ......... 144
Parkeerlichten .....................142
Knoppen voor Driver
Information Center ..............114
7 Cruise control .....................189
Snelheidsbegrenzer ............190
Adaptieve cruise control .....192
Frontaanrijdingswaar‐
schuwing ............................. 2008Instrumenten ...................... 102
Driver Information Center .... 114
9 Knoppen voor Driver
Information Center ..............114
10 Wis-/wasinstallatie
voorruit,
koplampsproeiers, wis-/
wasinstallatie achter ............. 89
11 Middelste luchtroosters ......159
12 Sport/Tour-modus ..............186
Traction Control-systeem ...184
Elektronische
stabiliteitsregeling ...............184
Alarmknipperlichten ...........140
Parkeerhulp/
Geavanceerde
parkeerhulp ........................ 206
Lane Departure Warning ...222
13 Status-LED alarmsysteem ...34
14 Colour-Info-Display ............121
15 Handschoenenkastje ...........7216Controlelamp airbag
activeren/deactiveren .........107
Controlelamp
veiligheidsgordel
voorpassagier ....................106
17 Bedieningsorganen voor
Colour-Info-Display .............121
18 Cd-sleuf
19 Verwarming en ventilatie ....147
20 Elektrische handrem ...........182
21 Handgeschakelde
versnellingsbak ..................180
Automatische
versnellingsbak ..................175
22 Opbergruimte ........................ 72
23 Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 167
Knop brandstofkeuze‐
schakelaar ........................... 103
24 Contact-/Aan/Uit-
schakelaar ........................... 163
25 Claxon .................................. 89
26 Stuurwiel instellen ................88
27 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 238
Page 14 of 339
12Kort en bondig28Opbergvak ............................ 73
Zekeringenkast ..................260Rijverlichting
Automatisch dimlicht
AUTO:Automatische verlichting:
rijverlichting wordt automa‐
tisch in- en uitgeschakeldm:Activering of deactivering
van de automatische ver‐
lichting8:Zijmarkeringslichten9:Dimlicht of grootlichtMistlampen>:Mistlampenr:Mistachterlicht
Verlichting 3 134.
Lichtsignaal, grootlicht en dimlichtLichtsignaal:Hendel naar u toe
trekkenGrootlicht:Hendel van u af
duwenDimlicht:Hendel van u af
duwen of naar u
toe trekken
Automatische verlichting 3 135,
Grootlicht 3 136, Grootlichtassisten‐
tie 3 136, Lichtsignaal 3 137, Adap‐
tief rijlicht (AFL) 3 138.
Page 15 of 339
Kort en bondig13RichtingaanwijzersHendel
omhoog:Rechter richting‐
aanwijzerHendel omlaag:Linker richtingaan‐ wijzer
Richtingaanwijzers 3 140, parkeer‐
lichten 3 142.
Alarmknipperlichten
Om in te schakelen ¨ indrukken.
Alarmknipperlichten 3 140.
Claxon
j indrukken.
Page 16 of 339
14Kort en bondigWis-/wasinstallatie
VoorruitwissersHI:snelLO:langzaamINT:intervalwissen of automatisch
wissen met regensensorOFF:uit
Hendel omlaag in de stand 1x duwen
om wissers één slag te laten maken
wanneer de voorruitwisser uitgescha‐
keld is.
Voorruitwisser 3 89, wisserblad
vervangen 3 245.
Voorruit- en koplampsproeiers
Hendel naar u toe trekken.
Voorruitsproeiers en koplampsproei‐
ers 3 89, sproeiervloeistof 3 242.
Achterruitwisser
Druk de wipschakelaar in om de ach‐
terruitwisser aan te zetten:
schakelaar
boven:continue werkingschakelaar
onder:onderbroken wer‐
kingmiddenstand:uit