2016 OPEL COMBO display

[x] Cancel search: display

Page 101 of 191

OPEL COMBO 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verlichting99Achteruitrijlichten
De achteruitrijlichten gaan branden
wanneer de ontsteking is ingescha‐
keld en de auto in de achteruitver‐
snelling staat.
Beslagen lampglazen
De binnenkant van de

Page 108 of 191

OPEL COMBO 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) 106KlimaatregelingVoor maximaal comfort de tempera‐
tuur slechts in kleine stappen wijzi‐ gen. Aanpassen door aan knop
AUTO  te draaien.rechtsom:warmlinksom:koud
De verwarming werkt pas optimaal
a

Page 111 of 191

OPEL COMBO 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening109Rijden en bedieningRijtips......................................... 109
Controle over de auto ..............109
Sturen ...................................... 110
Starten en bedie

Page 119 of 191

OPEL COMBO 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening117Bij bediening het koppelingspedaal
helemaal intrappen. Uw voet niet op
het pedaal laten rusten.Voorzichtig
Rijd bij voorkeur niet met de hand
voortdurend op de selectorhendel.
Wa

Page 120 of 191

OPEL COMBO 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) 118Rijden en bedieningKeuzehendel
De keuzehendel altijd zover mogelijk
in de gewenste richting bewegen.
Na het selecteren van  A/M, +  of  - en
het loslaten van de keuzehendel gaat
de hendel automatis

Page 121 of 191

OPEL COMBO 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening119Auto stoppenWanneer in de automatische of hand‐
geschakelde modus wordt gestopt,
wordt de eerste versnelling ingescha‐ keld, waarna wordt ontkoppeld. In
stand  R blijft de ac

Page 122 of 191

OPEL COMBO 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) 120Rijden en bedieningWanneer schakelen met het oog ophet brandstofverbruik wordt aanbevo‐
len, gaat controlelamp  [ of  Ò op het
Driver Information Center (DIC) bran‐
den  3 82.
Elektronische
ri

Page 170 of 191

OPEL COMBO 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) 168Verzorging van de autoAardgasinstallatie
Stoom- of hogedrukstraal niet op de
onderdelen van de aardgasinstallatie
richten. In het bijzonder de aardgas‐
tanks en de drukkleppen op de bo‐
demplaa
Page:   < prev 1-8 9-16 17-24 25-32 next >