Page 75 of 191
Instrumenten en bedieningsorganen73Kilometerteller
Toont de geregistreerde afstand in
km.
H kan op het display verschijnen tot‐
dat de auto 100 km heeft afgelegd.
Dagteller
Geeft de gemeten afstand weer sinds de laatste reset.
Afhankelijk van de versie (standaard-
of multifunctioneel display) kunnen
twee onafhankelijke dagtellers, A of
B , de afgelegde afstand na de laatste
reset aangeven.
Om de dagteller te resetten, TRIP aan
het uiteinde van de wisserhendel ge‐ durende enkele seconden ingedrukt
houden terwijl de relevante dagteller
wordt weergegeven.
Toerenteller
Geeft het motortoerental aan.
In elke versnelling zo veel mogelijk met een laag toerental rijden.
Voorzichtig
Als de naald in het rode gebied
komt, betekent dit dat het maxi‐
maal toegestane toerental wordt
overschreden. Gevaar voor de
motor.
Brandstofmeter
Weergave van het brandstofpeil of
gaspeil in de tank, afhankelijk van de geselecteerde brandstof.
Page 77 of 191

Instrumenten en bedieningsorganen75Koelvloeistoftemperatuur‐meter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
aan.
Als controlelampje $ brandt, is de
koelvloeistoftemperatuur te hoog. Af‐
hankelijk van de versie verschijnt er
ook een bericht op het Driver Infor‐
mation Center (DIC) 3 87. De hulp
van een werkplaats inroepen.
Voorzichtig
Stop en zet de motor af wanneer
de koelvloeistoftemperatuur te
hoog is. Kans op motorschade.
Controleer het koelvloeistofpeil
meteen.
Service-display
Het service-display is beschikbaar in
auto's met multifunctionele versie van het Driver Information Center (DIC)
3 87.
Na het inschakelen van het contact
verschijnt kort de resterende afstand
tot de volgende onderhoudsbeurt. Af‐
hankelijk van de rijomstandigheden
kan een onderhoudsbeurt met aan‐
zienlijk variërende tussenpozen wor‐ den gemeld.
Wanneer de resterende afstand tot
de volgende beurt minder dan
2.000 km is, verschijnt Serv. op het
DIC. De herinnering aan de beurt
wordt om de 200 km herhaald en ver‐ schijnt vaker wanneer de resterende
afstand minder dan 200 km is.
De auto vergt een onderhoudsbeurt.
De hulp van een werkplaats inroepen.
U kunt de resterende afstand tot de
volgende onderhoudsbeurt ook bekij‐
ken op het DIC via de optie
SERVICE in het menu Instellingen
3 87.
Service-display terugzetten
Na een onderhoudsbeurt moet het
service-display door een werkplaats
worden gereset.
Service-informatie 3 169.
Page 96 of 191

94Instrumenten en bedieningsorganenTripcomputerDe boordcomputer geeft informatie
over rijgegevens die voortdurend ge‐
registreerd en elektronisch verwerkt
worden.
Afhankelijk van de versie kunnen de
volgende functies worden geselec‐
teerd door TRIP op het uiteinde van
de wisserhendel meerdere malen in
te drukken:
Standaardversie ● buitentemperatuur
● gemiddeld verbruik
● momentaan verbruik
● actieradius
● afgelegde afstand
● gemiddelde snelheid
● reistijd (rijtijd)
Multifunctionele versie Twee dagtellers, trip A en trip B, kun‐
nen worden geselecteerd en worden
apart bijgehouden.
U kunt de informatie van de twee trip‐
computers onafhankelijk van elkaar
resetten, waardoor u de afstanden
van verschillende trips kunt bekijken.
Trip A ● buitentemperatuur
● gemiddeld verbruik
● momentaan verbruik
● actieradius
● afgelegde afstand
● gemiddelde snelheid
● reistijd (rijtijd)
Trip B ● gemiddeld verbruik
● afgelegde afstand● gemiddelde snelheid
● reistijd (rijtijd)
Trip B kan worden gedeactiveerd via
het Driver Information Center (DIC) 3 87.
Informatie boordcomputer
resetten
Reset de tripcomputer door één van
de functies te selecteren en gedu‐
rende enkele seconden TRIP inge‐
drukt te houden.
Page 97 of 191

Instrumenten en bedieningsorganen95De volgende informatie op de boord‐
computer wordt gereset:
● gemiddeld verbruik
● afgelegde afstand
● gemiddelde snelheid
● reistijd (rijtijd)
Bij het overschrijden van de maxi‐ mumwaarde van een van de parame‐
ters wordt de boordcomputer automa‐
tisch teruggezet.
Buitentemperatuur
De temperatuur buiten de auto wordt
weergegeven.
Buitentemperatuur 3 69, 3 87.
Gemiddeld verbruik
Het gemiddelde verbruik wordt aan‐
gegeven op basis van de afgelegde
afstand en de verbruikte brandstof
sinds de laatste reset.
De meting kan op ieder gewenst mo‐
ment opnieuw gestart worden.
Momentaan verbruik
Weergave van het actuele brandstof‐ verbruik._ _ _ _ verschijnt op het display als de
auto gedurende langere tijd met een draaiende motor wordt geparkeerd.
Actieradius
De actieradius wordt berekend op ba‐
sis van de huidige inhoud van de
brandstoftank en het gemiddelde ver‐
bruik sinds de laatste reset.
Wanneer het bereik minder dan
50 km is, verschijnt _ _ _ _ op het dis‐
play.
Na het tanken wordt de nieuwe actie‐ radius na korte tijd automatisch bijge‐
werkt.
De meting kan op ieder gewenst mo‐
ment opnieuw gestart worden.
Let op
Het bereik wordt niet getoond als de auto gedurende langere tijd met
draaiende motor wordt geparkeerd.
Afgelegde afstand
Geeft de afgelegde afstand sinds de
laatste reset aan.
De meting kan op ieder gewenst mo‐
ment opnieuw gestart worden.Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid sinds
de laatste reset aan.
De meting kan op ieder gewenst mo‐
ment opnieuw gestart worden.
Ritonderbrekingen waarbij het con‐
tact wordt uitgeschakeld niet meege‐
rekend.
Reistijd (rijtijd)
De tijd die sinds het tonen van de laat‐ ste reset verstreken is.
De meting kan op ieder gewenst mo‐
ment opnieuw gestart worden.
Tripcomputer afsluiten Sluit de tripcomputer af door SETq
gedurende meer dan 2 seconden in‐
gedrukt te houden.
Driver Information Centre (DIC) 3 87.
Stroomonderbreking Als de stroom werd onderbroken of
als de accuspanning te ver is ge‐
daald, gaan de waarden die in de
boordcomputer opgeslagen liggen
verloren.