qWanneer de waarschuwingsindikator/zoemer geactiveerd is
Het systeem stelt de bestuurder op de hoogte van een abnormale toestand door het
activeren van de zoemtoon en het indikatielampje.
Indikatielampje/zoemtoon Controle
Het indikatielampje gaat
knipperen wanneer de
parkeersensorschakelaar wordt
ingedrukt bij een rijsnelheid van
10 km/h of minder.Er is mogelijk een defect in het systeem. Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur
inspecteren.
De zoemtoon wordt niet
gehoord.Er is mogelijk een defect in het systeem. Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur
inspecteren.
Het onderbroken geluid van de
zoemer wordt vijfmaal gehoord.Verwijder alle vreemde bestanddelen van het sensorgedeelte. Als het systeem
zich niet heeft hersteld, de auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur laten inspecteren.
Een bepaalde
hindernisdetectieindikator wordt
continu getoond.Zie Hindernisdetectieaanduiding op pagina 4-260.
4-264
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
WAARSCHUWING
Zet bij het ontwasemen de
temperatuurregelaar in de stand voor
hete of warme lucht (stand):
Gebruik van de stand
met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht is gevaarlijk, aangezien
dit het beslaan van de voorruit kan
veroorzaken. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
OPMERKING
Gebruik de temperatuurregelknop om
de temperatuur van de luchtstroom te
verhogen en de ruit sneller te
ontwasemen.
qZonlicht/Temperatuursensor
De functie van de volautomatische
airconditioning meet de binnen- en
buitentemperatuur en het zonlicht. Op
basis hiervan wordt vervolgens de
temperatuur van het interieur ingesteld.
OPGELET
Zorg ervoor dat geen van de sensors
gehinderd wordt, anders zal de
automatische airconditioning niet juist
functioneren.
Zonlichtsensor
Interieurtemperatuursensor
5-14
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
qInstellingen
OPMERKING
Het schermdisplay kan verschillen afhankelijk van kwaliteit en specificatie.
Selecteer het
pictogram op het thuisscherm en toon het Instellingen scherm.
Verander het tabblad en selecteer het instellingsitem dat u wilt veranderen.
U kunt instellingen in de instellingsdisplay als volgt naar eigen voorkeur instellen:
Tabblad Onderwerp Functie
Display Zie Volume/Display/Geluidsregelaars op pagina 5-53.
VeiligheidDistance Recognition Support System
SBS/SCBS
OverigeZie Gebruikersinstellingen op pagina 9-14.
Geluid Zie Volume/Display/Geluidsregelaars op pagina 5-53.
KlokTijd aanpassenDe huidige ingestelde tijd wordt getoond.
Druk op
voor het vooruitzetten van de
uren/minuten en selecteerom de
uren/minuten terug te zetten.
AM/PM kan alleen worden geselecteerd met de
12-uur klokweergave.
GPS sync.Synchroniseert met GPS wanneer ingeschakeld.
Wanneer uitgeschakeld, kan de tijd worden
gewijzigd vanuit“Tijd aanpassen”.
TijdformatVerandert de display tussen 12 en 24-uur
klokweergave.
Tijdzone geselecteerdSelecteer de regio die u wilt specificeren,
wanneer dit niet gesynchroniseerd is met GPS.
ZomertijdHiermee wordt de instelling voor zomer- en
wintertijd aan/uit gezet.
Bij ON, wordt de klok 1 uur vooruitgezet. Bij
OFF, wordt de klok terug op de normale tijd
ingesteld.
VoertuigRegensensor ruitenwisser
Deurvergrendeling
OverigeZie Gebruikersinstellingen op pagina 9-14.
Apparat.Bluetooth
®Zie Gereed maken van Bluetooth®
(Type C/Type D audio) op pagina 5-117.
Network ManagementWi-Fi™wordt gebruikt voor het verkrijgen van
navigatie NP’s/real-time verkeersinformatie
(zoals benzineprijzen, weerbericht, dichtstbij-
zijnde restaurant)
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-71
Ruitenwisserbladen
OPGELET
lHet is gebleken dat een“hot wax”
behandeling, zoals in automatische
auto-was installaties een nadelige
invloed op de reinigende werking
van de ruitenwissers heeft.
lGebruik geen benzine, petroleum,
terpentijn of andere chemische
middelen in de nabijheid van of op
de ruitenwisserbladen om
beschadiging er van te voorkomen.
lWanneer de ruitenwisserhendel in de
stand AUTO staat en het contact op
ON wordt gezet, is het mogelijk dat
de ruitenwissers in de volgende
gevallen automatisch in beweging
gezet worden:
lAls de voorruit boven de
regensensor wordt aangeraakt.
lAls de voorruit boven de
regensensor met een doek wordt
afgeveegd.
lAls met een hand of ander
voorwerp tegen de voorruit wordt
gestoten.
lAls vanuit het interieur van de
auto met een hand of ander
voorwerp tegen de regensensor
wordt gestoten.
Let er op dat uw handen of vingers
niet beklemd raken, aangezien dit
letsel kan veroorzaken of de
ruitenwissers kan beschadigen. Zorg
er bij het wassen of uitvoeren van
onderhoud aan uw Mazda voor dat
de ruitenwisserhendel in de stand
OFF staat.Verontreiniging van de voorruit of de
ruitenwisserbladen door bepaalde
substanties kan het effectief functioneren
van de ruitenwisserbladen verminderen.
Bekende vormen van verontreiniging zijn
insecten, boomhars en de“hot wax”
behandeling welke door sommige auto-
was installaties gebruikt wordt.
Indien de wisserbladen niet goed wissen,
reinig dan zowel de voorruit als de
wisserbladen met een goed
schoonmaakmiddel of een zacht
reinigingsmiddel en spoel ze grondig met
schoon water af. Herhaal deze procedure,
indien nodig.
qVernieuwen van de
ruitenwisserbladen van de voorruit
Wanneer de ruitenwissers niet meer goed
wissen, zijn de ruitenwisserbladen
waarschijnlijk versleten of ingescheurd.
Vervang ze in dat geval.
OPGELET
Probeer de ruitenwisserarm niet met de
hand te bewegen om beschadiging van
de ruitenwisserarmen of overige
onderdelen te voorkomen.
6-40
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Volg bij gebruik van een chemisch
reinigingsmiddel of poetsmiddelalle
aanwijzingen op het etiket en de
container. Lees alle waarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen.
qOnderhoud van de lak
Wassen
OPGELET
lWanneer de ruitenwisserhendel in de
stand AUTO staat en het contact op
ON wordt gezet, is het mogelijk dat
de ruitenwissers in de volgende
gevallen automatisch in beweging
gezet worden:
lAls de voorruit boven de
regensensor wordt aangeraakt of
met een doek wordt afgeveegd.
lAls vanaf de buitenzijde of
binnenzijde van de auto met een
hand of ander voorwerp tegen de
voorruit wordt gestoten.
Houd handen en ruitenkrabbers uit
de buurt van de voorruit wanneer de
ruitenwisserhendel in de stand
AUTO staat en het contact op ON
gezet is, aangezien vingers beklemd
kunnen raken of de ruitenwissers en
wisserbladen beschadigd kunnen
worden wanneer de ruitenwissers
automatisch in werking gesteld
worden.
Als u de voorruit gaat reinigen, er op
letten dat de ruitenwissers volledig
zijn uitgeschakeld―dit is vooral
belangrijk bij het verwijderen van ijs
en sneeuw―wanneer de kans het
grootst is dat u de motor laat draaien.
OPGELET
lSpuit geen water in de motorruimte.
Anders kan dit motorstartproblemen
veroorzaken of beschadiging van de
elektrische onderdelen.
lWees voorzichtig bij het wassen en
in de was zetten van het voertuig niet
teveel kracht uit te oefenen op één
enkel deel van het dak of de antenne.
Anders bestaat de kans op indeuken
van het voertuig of beschadiging van
de antenne.
Om de laklaag tegen aantasting en
roestvorming te beschermen, dient u uw
Mazda regelmatig (tenminste éénmaal per
maand) grondig met lauw of koud water
te wassen.
Als de auto op de verkeerde manier wordt
gewassen, bestaat de kans op het ontstaan
van krassen op de laklaag. Hier volgen
enkele voorbeelden hoe krassen kunnen
ontstaan.
Krassen kunnen ontstaan op de laklaag,
wanneer:
lDe auto wordt gewassen zonder dat
vuil en overige vreemde bestanddelen
eerst afgespoeld worden.
lDe auto wordt gewassen met een ruwe,
droge of vuile doek.
lDe auto wordt gewassen in een auto-
wasinstallatie waarvan de borstels vuil
of te hard zijn.
lWanneer er een reinigingsmiddel of
was gebruikt wordt die polijstmiddelen
bevat.
6-78
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
qAls het indikatielampje van de
anti-wielspin regeling (TCS) OFF
gaat branden
Als het lampje blijft branden wanneer het
TCS systeem niet is uitgeschakeld, uw
auto naar een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur
brengen. Er is mogelijk een defect in het
DSC systeem.
qAls het indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur
(blauw) niet uit gaat
Als het indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur blijft
branden nadat de motor voldoende is
opgewarmd, bestaat de kans dat de
temperatuursensor defect is. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur.
qAls het richtingaanwijzers/
waarschuwingsknipperlichten
indikatielampje blijft branden of
met abnormaal hoge snelheid
gaat knipperen
Als een indikatielampje abnormaal gaat
knipperen, bestaat de kans dat één van de
richtingaanwijzergloeilampen is
doorgebrand. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur.
qAls het
beveiligingssysteemindikatielampje gaat
branden of knipperen
Als de motor niet met de correcte sleutel
gestart kan worden en het
beveiligingssysteemindikatielampje blijft
branden of knipperen, is er mogelijk een
defect in het systeem. Raadpleeg een
officiële Mazda reparateur.
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
7-49
qAls het Mazda Radar Cruise
Control (MRCC) systeem
waarschuwingslampje (oranje)
brandt
í
Het waarschuwingslampje gaat branden
als er een defect is in het systeem terwijl
het Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem is ingeschakeld. Laat uw auto bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
controleren.
qAls het dodehoekmonitor (BSM)
OFF indikatielampje gaat brandení
Type A
Als de indikatie na bediening van de
dodehoekmonitor (BSM) schakelaar blijft
verschijnen, duidt dit op een probleem in
het systeem. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur controleren.
Type B
De volgende gevallen kunnen duiden op
een storing in het systeem. Laat uw auto
bij een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur
controleren.
lHet lampje gaat niet branden wanneer
het contact op ON wordt gezet.
lWanneer het lampje blijft branden, ook
al is de dodehoekmonitor (BSM)
schakelaar uitgezet.
lWanneer dit tijdens het rijden gaat
branden.
OPMERKING
Als er op wegen wordt gereden met
minder verkeer en de radarsensoren
weinig voertuigen kunnen detecteren,
bestaat de kans dat het systeem pauzeert
(de dodehoekmonitor (BSM) OFF
indikatie/indikatielampje in de
instrumentengroep gaat branden). Dit
duidt echter niet op een defect.
qAls het verlichting-aan
indikatielampje gaat knipperen
Het lampje blijft knipperen als er een
defect in het verlichtingssysteem is.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur.
7-50
Als er zich een probleem voordoet
íBepaalde modellen.
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
qWaarschuwingszoemer voor
systeem van airbag/voorspanners
van voorste veiligheidsgordels
Als er een defect geconstateerd wordt in
de systemen van de airbag/voorspanners
van de voorste veiligheidsgordels en het
waarschuwingslampje, zal er elke minuut
gedurende ongeveer 5 seconden het
geluid van een waarschuwingszoemer
hoorbaar worden.
Het geluid van de waarschuwingszoemer
voor het systeem van airbag en
veiligheidsgordelvoorspanners zal
gedurende ongeveer 35 minuten hoorbaar
blijven.
Laat uw auto zo spoedig mogelijk door
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
inspecteren.
WAARSCHUWING
Rijd niet met de auto als de
waarschuwingszoemer voor het
systeem van de airbag/voorspanners
van de voorste veiligheidsgordels
klinkt:
Rijden met de auto terwijl de
waarschuwingszoemer voor het
systeem van de airbag/voorspanners
van de voorste veiligheidsgordels
klinkt is gevaarlijk. Bij een botsing
zullen de airbags en het systeem van
de voorspanners van de voorste
veiligheidsgordels niet in werking
treden, hetgeen ernstig of mogelijk
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Neem contact op met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur om de auto zo
spoedig mogelijk te laten inspecteren.
qWaarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel
Voorzitting
Als de rijsnelheid hoger is dan ongeveer
20 km/h en de veiligheidsgordel van de
bestuurder of voorpassagier niet is
vastgemaakt, klinkt continu een
waarschuwingspieptoon. Als de
veiligheidsgordel dan nog niet is
vastgemaakt, zal de pieptoon eenmaal
stoppen en dan gedurende ongeveer 90
seconden doorgaan. De pieptoon stopt
nadat de veiligheidsgordel van de
bestuurder of voorpassagier is
vastgemaakt.
OPMERKING
lDoor het plaatsen van zware
voorwerpen op de
voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting
geactiveerd worden, afhankelijk van
het gewicht van het voorwerp.
lGeen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat
de voorpassagiergewichtsensor juist
kan functioneren. De kans bestaat dat
de sensor niet goed functioneert
omdat het extra zitkussen de werking
van de sensor zou kunnen hinderen.
lWanneer een klein kind op de
voorpassagierszitting zit, is het
mogelijk dat de
waarschuwingszoemer niet werkt.
7-52
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers