Snelheid hervatten
Als u een eerder ingestelde snelheid opnieuw
wilt aanhouden, drukt u kort op de knop RES.
Deze functie kan worden gebruikt bij snelheden
hoger dan 32 km/u (20 mph).
Uitschakelen
Het systeem wordt uitgeschakeld en wist de
ingestelde snelheid uit het geheugen als:
De AAN/UIT-knop van de normale cruisecon-
trol (vaste snelheid) wordt ingedrukt.
Het contact wordt uitgeschakeld.
U vierwielaandrijving Low inschakelt.
De AAN/UIT-knop van de adaptieve cruise-
control (ACC) wordt ingedrukt.
FORWARD COLLISION
WARNING (FCW) MET
RISICOBEPERKING - INDIEN
AANWEZIG
Bediening Forward Collision
Warning (FCW) met risicobeperkingHet systeem Forward Collision Warning (FCW)
met risicobeperking geeft de bestuurder hoor-
bare en visuele waarschuwingen (in het DID),
en kan een remschok toepassen om de be-
stuurder te waarschuwen wanneer het een mo-
gelijke frontale botsing detecteert. De waar-
schuwingen en beperkte remwerking zijn
bedoeld om de bestuurder voldoende tijd te
geven om te reageren, een mogelijke botsing te
voorkomen of te beperken. OPMERKING:
FCW bewaakt de informatie vanaf de naar
voren gerichte sensoren en vanaf de elek-
tronische remregeling (EBC), om de waar-
schijnlijkheid te berekenen dat er zich een
frontale botsing voordoet. Wanneer het sys-
teem constateert dat een frontale botsing
waarschijnlijk is, zal de bestuurder geluids-
signalen en visuele waarschuwingen ont-
vangen, en kan het systeem een remschok
als waarschuwing toepassen. Als de be-
stuurder geen actie onderneemt op basis
van deze progressieve waarschuwingen, zal
het systeem in beperkte mate actief remmen
om te helpen het voertuig af te remmen en
een mogelijke frontale botsing te beperken.
Als de bestuurder reageert op de waarschu-
wingen door te remmen en het systeem
vaststelt dat de bestuurder probeert om de
botsing te voorkomen door te remmen, maar
niet voldoende remkracht heeft uitgeoefend,
zal het systeem compenseren en extra rem-
kracht leveren voor zover dat nodig is.
130
Door de status van actief remmen te verande-
ren naar"Uit"voorkomt u dat het systeem
slechts beperkt autonoom remt, of extra remon-
dersteuning als de bestuurder niet voldoende
hard remt in het geval van een potentiële fron-
tale botsing.
OPMERKING:
De status van het FCW-systeem blijft in het
geheugen bewaard, ook wanneer de con-
tactschakelaar wordt uit- en weer ingescha-
keld. Als het systeem UIT wordt geschakeld,
blijft het uit nadat de auto weer is gestart.Status van FCW en actief remmen
veranderenDe instellingen van de FCW-gevoeligheid en
actief remmen zijn programmeerbaar via het
Uconnect® systeem. Raadpleeg "Uconnect®
instellingen" in het hoofdstuk "Het instrumen-
tenpaneel" voor meer informatie hierover.
De standaardinstelling van FCW is "Far"(veraf)
en van Actief remmen is "On"(aan). Hierdoor
kan het systeem u waarschuwen voor een
mogelijke aanrijding met het voertuig vóór u
wanneer u nog relatief veraf bent en remt het slechts beperkt. Dit geeft u de langste reactietijd
om een mogelijke botsing te voorkomen.
Door de FCW-status te wijzigen in
"Near"(dicht-
bij), kan het systeem u waarschuwen voor een
mogelijke aanrijding met het voertuig vóór u
wanneer de afstand tot dit voertuig veel korter
is. Met deze instelling heeft u minder reactietijd
dan bij de instelling "Far"(veraf). Hierdoor is
een meer dynamische rijervaring mogelijk.
OPMERKING:
Het systeem onthoudt de instelling die
het laatst door de bestuurder is gekozen
nadat het contact werd uitgeschakeld.
FCW reageert mogelijk niet op irrelevante
objecten, zoals objecten hoog boven de
weg, weerkaatsingen van de bodem, ob-
jecten welke zich niet in de rijweg van de
auto bevinden, stilstaande objecten op
grote afstand, tegemoetkomend verkeer,
of voorliggers met een dezelfde of een
hogere snelheid.
Net als bij ACC, wordt met de schermen
aangegeven dat FCW is uitgeschakeld.
Waarschuwing FCW beperktAls het systeem wordt uitgeschakeld en in het
DID de melding "ACC/FCW Limited Functiona-
lity" (ACC/FCW beperkte functionaliteit) of
"ACC/FCW Limited Functionality Clean Front
Windshield" (ACC/FCW beperkte functionaliteit
Voorruit reinigen) wordt weergegeven, kan er
sprake zijn van een situatie waarin de werking
van FCW wordt beperkt. Hoewel nog steeds
met het voertuig kan worden gereden onder
normale omstandigheden, is actief remmen mo-
gelijk niet volledig beschikbaar. Zodra de situ-
atie die de prestaties van het systeem beperkte
niet meer aanwezig is, herwint het systeem zijn
volledige werking. Als het probleem aanhoudt,
breng dan een bezoek aan uw erkende dealer.Waarschuwing onderhoud FCWAls het systeem wordt uitgeschakeld en in het
DID wordt weergegeven:
ACC/FCW Unavailable Service Required
(ACC/FCW niet beschikbaar, onderhoud
noodzakelijk)
Cruise/FCW Unavailable Service Required
(cruisecontrol/FCW niet beschikbaar, onder-
houd noodzakelijk)
132
Auto’s met Keyless Enter-N-Go™
1. Druk op de knop ENGINE START/STOP enzet de contactschakelaar in de stand ON/
RUN zonder het rempedaal in te trappen
(maar start de motor niet).
2. Trap binnen 10 seconden het gaspedaal, langzaam, drie keer volledig in.
3. Druk, zonder het rempedaal in te trappen, eenmaal op de knop ENGINE START/STOP
om de contactschakelaar terug te zetten in
de stand OFF/LOCK.
OPMERKING:
Als het indicatiebericht wordt weergegeven
wanneer u de motor start, is de indicator
voor olieverversing niet gereset. Herhaal
deze procedure indien nodig.DID-berichten Front Seatbelts Unbuckled (voorste veilig-
heidsgordels niet vastgegespt)
Driver Seatbelt Unbuckled (bestuurdersgor-
del niet vastgegespt)
Passenger Seatbelt Unbuckled (passagiers-
gordel niet vastgegespt)
Service Airbag System (airbagsysteem ver-
eist onderhoud)
Traction Control Off (traction control uit)
Washer Fluid Low (ruitensproeiervloeistof
bijna op)
Oil Pressure Low (oliedruk laag)
Olieverversing vereist
Fuel Low (brandstof laag)
Service Antilock Brake System (antiblokkeer-
systeem vereist onderhoud)
Service Electronic Throttle Control (elektroni-
sche gasklepregeling vereist onderhoud)
Service Power Steering (stuurbekrachtiging
vereist onderhoud)
Cruise Off (cruisecontrol uitgeschakeld)
Cruise Ready (cruisecontrol gereed)
ACC onderdrukken
Cruise Set To XXX MPH (cruisecontrol inge-
steld op XXX mph)
Tire Pressure Screen With Low Tire(s) “In-
flate Tire to XX” (bandenspanning-scherm
met te lage bandenspanning(en) "band op-
pompen tot XX")
Service Tire Pressure System (bandenspan-
ningscontrolesysteem vereist onderhoud)
Waarschuwing voor te hoge snelheid
instellen
Waarschuwing voor te hoge snelheid
overschreden
Parking Brake Engaged (handrem
ingeschakeld)
Brake Fluid Low (remvloeistofpeil laag)
Service Electronic Braking System (elektro-
nisch remsysteem vereist onderhoud)
Engine Temperature Hot (motortemperatuur
hoog)
Battery Voltage Low (accuspanning laag)
Service Electronic Throttle Control (elektroni-
sche gasklepregeling vereist onderhoud)
Lights On (verlichting aan)
181
Washer Fluid Low (ruitensproeiervloeistof
bijna op)
Service Air Suspension System (luchtve-
ringssysteem vereist onderhoud)
Normal Ride Height Achieved (normale rij-
hoogte bereikt)
Aerodynamic Ride Height Achieved (aërody-
namische rijhoogte bereikt)
Off Road 1 Ride Height Achieved (rijhoogte
voor terreinrijden 1 bereikt)
Off Road 2 Ride Height Achieved (rijhoogte
voor terreinrijden 2 bereikt)
Entry/Exit Ride Height Achieved (rijhoogte
voor instappen/uitstappen bereikt)
Selected Ride Height Not Permitted (gese-
lecteerde rijhoogte niet toegestaan)
Service Air Suspension System Immediately
(luchtveringsysteem vereist onmiddellijk
onderhoud)
Reduce Speed To Maintain Selected Ride
Height (verlaag snelheid om geselecteerde
rijhoogte te handhaven)
Air Suspension System Cooling Down
Please Wait (luchtveringsysteem koelt af
Even wachten a.u.b.)
Vehicle Cannot Be Lowered Door Open
(voertuig niet kan worden verlaagd Portier
open)
Off Road 2 Watch For Clearance (terreinrij-
den 2 Let op bodemvrijheid)
Entry/Exit Watch For Clearance (instappen/
uitstappen Let op bodemvrijheid)
Air Suspension Temporarily Disabled For jac-
king And Tire Change (luchtvering tijdelijk
uitgeschakeld voor krikken en band
verwisselen)
Battery Low Start Engine To Change Ride
Height (accu laag, start motor om de rij-
hoogte te wijzigen)
Het gedeelte met instelbare indicatoren bestaat
uit witte indicatoren aan de rechterzijde, oranje
indicatoren in het midden en rode indicatoren
aan de linkerzijde.
Witte indicatoren in DIDIn dit gedeelte worden instelbare witte indicato-
ren getoond. Voorbeelden van deze indicatoren
zijn:
Cruise Ready (cruisecontrol gereed)
Dit lampje gaat branden om aan te
gevendat
het systeem voor de
cruisecontrol gereed is om te wor-
den geactiveerd.
Regeling afdaling
Dit lampje gaat branden om aan te
gevendat
de HDC-systeem geac-
tiveerd is.
Selec — snelheid
Dit lampje gaat branden om aan te
geven dat de Selec-Speed geacti-
veerd is.
183
Adaptieve cruisecontrol gereed en adaptieve
cruisecontrol ingesteld
Dit lampje gaat branden om aan te geven dat
de ACC gereed is en is ingesteld op de
gewenste snelheid.Oranje indicatoren in DIDIn dit gedeelte worden instelbare oranje indica-
toren getoond. Voorbeelden van deze indicato-
ren zijn:
Laag brandstofpeil
Als het brandstofpeil is gezakt tot on-
geveer 1
1,0 liter (3,0 gal), gaat dit
lampje aan en blijft het branden tot er
brandstof wordt bijgevuld.
Laag peil ruitensproeiervloeistof
Dit lampje gaat branden om aan te
geven dat
het peil van de ruiten-
sproeiervloeistof laag is.
Versnellingsbaktemperatuur
Deze indicator geeft aan dat de
temperatuur van
de transmissie-
vloeistof te hoog is. Dit kan gebeu-
ren bij veeleisend gebruik, zoals
het trekken van een aanhanger.
Wanneer dit lampje gaat branden, zet dan de
auto veilig stil aan de kant van de weg. Schakel
vervolgens naar NEUTRAL en laat de motor
stationair of met een hoger toerental draaien tot
het lampje dooft.
Onderhoud Forward Collision Warning —
indien aanwezig
Dit lampje waarschuwt u voor een
mogelijke aanrijding met het voer-
tuig vóór u en spoort u aan om
actie te ondernemen om een aan-
rijding te voorkomen. Raadpleeg
de paragraaf "Adaptieve cruisecontrol (ACC)" in
het hoofdstuk "De functies van uw auto" voor
meer informatie hierover.
Onderhoud adaptieve cruisecontrol —
indien aanwezig
Dit
lampje gaat branden wanneer
de ACC
niet werkt en onderhoud
nodig heeft. Raadpleeg de para-
graaf "Adaptieve cruisecontrol
(ACC)" in het hoofdstuk "De func-
ties van uw auto" voor meer informatie hierover.
Rode indicatoren in DIDIn dit gedeelte worden instelbare rode indicato-
ren getoond. Voorbeelden van deze indicatoren
zijn:
Portier open
Dit lampje gaat branden om aan te
gevendat
een of meerdere portie-
ren mogelijk open zijn.
184
Wanneer het lampje tijdens het rijden gaat
branden, zet dan de auto veilig stil aan de kant
van de weg. Als de airco is ingeschakeld,
schakel deze dan uit. Zet de versnellingsbak in
de stand NEUTRAL en laat de motor stationair
draaien. Als de meternaald niet terugkeert naar
normaal, zet de motor dan onmiddellijk uit en
bel voor hulp. Raadpleeg de paragraaf"Over-
verhitting van de motor" in het hoofdstuk"Wat
doen in geval van nood" voor meer informatie
hierover.
Storing elektrische stuurbekrachtiging –
indien aanwezig
Dit
lampje gaat branden wanneer
de elektrische
stuurbekrachtiging
niet werkt en onderhoud vereist.
Achterklep open
Dit lampje gaat branden om aan te
geven dat
de achterklep mogelijk
open is.
Groene indicatoren in DID Cruisecontrol ingesteld
Deze indicator licht groen op als de
cruisecontrol is ingesteld. Raad-
pleeg de paragraaf "Cruisecontrol"
in het hoofdstuk "De functies van uw
auto" voor meer informatie hierover.
Selecteerbare menu-items in het DIDDruk kort op de knop pijl OMHOOGofOMLAAG
totdat het gewenste pictogram/titel van het selec-
teerbare menu gemarkeerd is in het DID.
Snelheidsmeter
Druk kort op de pijl naar links of de
pijl naar rechts om te schakelen
tussen het type display (analoog of
digitaal) van de snelheidsmeter.Analoge
snelheidsmeterDigitale
snelheidsmeter
186
Terrein — indien aanwezigDruk kort op de knop pijl
OMHOOG of OMLAAG
totdat het pictogram/titel
voor het Terreinscherm
is gemarkeerd in het
DID. Druk kort op de
knop pijl naar RECHTS
om Selec-Terrain (ter-
reinselectie), Air Sus-
pension (luchtvering),
Drivetrain (aandrijflijn) en Wheel Articulation
(articulatie van de wielen) weer te geven.
Bestuurderhulp — indien aanwezig
Druk kort op de knop pijl OMHOOG
of OMLAAG totdat het pictogram
voor het bestuurderhulpscherm is
gemarkeerd in het DID. Raadpleeg
voor meer informatie de paragraaf
"Adaptieve cruisecontrol (ACC) —
indien aanwezig" in het hoofdstuk"De functies
van uw auto". Brandstofverbruik
Druk kort op de knop pijl OMHOOG
of OMLAAG totdat het pictogram/
titel van het menu Brandstofver-
bruik is gemarkeerd. Houd de knop
met de pijl naar RECHTSingedrukt
om de functie terug te stellen.
Range (bereik)
Current MPG or L/100 km (huidige MPG of
l/100 km)
Current MPG or L/100 km (gemiddelde MPG
of l/100 km)
Dagteller
Druk kort op de knop pijl OMHOOG
of OMLAAG totdat het pictogram/
titel van de dagteller is gemarkeerd
in het DID, schakel vervolgens
naar links of rechts om rit A of rit B
te kiezen.
De informatie van Trip A (rit A) en Trip B (rit B) is
de volgende:
Distance mi (afstand in mijl)
Average Fuel Economy (gemiddeld
brandstofverbruik)
Elapsed Time (verstreken tijd)
Houd de knop OKingedrukt om alle informatie
te resetten.
Audio
Druk kort op de knop pijl OMHOOG
of OMLAAG totdat het pictogram/
titel voor het menu Audio is gemar-
keerd in het DID.
Opgeslagen meldingen Druk kort op de knop pijl OM-
HOOG of OMLAAG totdat het
pictogram/titel voor het menu Be-
richten is gemarkeerd in het DID.
Deze functie toont het aantal opge-
slagen waarschuwingsmeldingen. Door op de
knop pijl naar rechts te drukken, kunt u de
opgeslagen meldingen zien.188
MUD - Kalibratie voor terreinrijden op onder-
gronden met weinig tractie, zoals modder. De
aandrijflijn is geoptimaliseerd voor maximale
tractie. Enig slippen kan voelbaar zijn op
moeilijke ondergronden. De elektronische
remregeling is ingesteld om de tractierege-
ling van de gasklep en wielspin te beperken.
Indien uitgerust met luchtvering, verandert
de hoogte naar Terreinrijden 1.
Rock – Kalibratie voor terreinrijden die alleen
beschikbaar is in de groep 4WD LOW. Het
voertuig (indien uitgerust met luchtvering)
wordt verhoogd voor een betere grondspe-
ling. Op tractie gebaseerde tuning met ver-
beterde bestuurbaarheid voor gebruik tijdens
terreinrijden op ondergronden met een hoge
tractie. Gebruik voor het rijden op obstakels
zoals grote rotsen, diepe sporen, enz. Indien
uitgerust met luchtvering, wordt de rijhoogte
veranderd naar Terreinrijden 2. Als de Selec-
Terrain™-schakelaar in de stand ROCK
staat, en de tussenbak wordt geschakeld van
4WD LOW naaf 4WD HIGH, keert het Selec-
Terrain™-systeem terug naar AUTO. OPMERKING:
Activeer de afdalingsregeling of Selec
cruisecontrol voor het afrijden van steile
hellingen. Raadpleeg de paragraaf
Elektro-
nische remregeling in dit hoofdstuk voor
meer informatie.
Berichten in het
bestuurdersinformatiedisplay (DID)Onder de juiste omstandigheden verschijnt een
bericht in het DID-scherm. Raadpleeg de para-
graaf "Bestuurdersinformatiedisplay (DID)" in
het hoofdstuk "Het instrumentenpaneel" voor
meer informatie hierover.QUADRA-LIFT™ — INDIEN
AANWEZIG
OmschrijvingHet Quadra-Lift™-luchtveringssysteem zorgt
voor continue niveauregeling naast de mogelijk-
heid om met een druk op de knop de hoogte van
het voertuig aan te passen.
Normale rijhoogte (NRH) – Dit is de stan-
daardinstelling van de vering en is bedoeld
voor normaal rijden.
Selec-Terrain™-schakelaar
1 — Knop omhoog
2 — Knop omlaag
3 - Controlelampje Instappen/uitstappen (kan door
de klant worden geselecteerd)
4 - Controlelampje Normale rijhoogte (kan door de
klant worden geselecteerd)
5 - Controlelampje Terreinrijden 1 (kan door de
klant worden geselecteerd)
6 - Controlelampje Terreinrijden 2 (kan door de
klant worden geselecteerd)
276